3' jaargang.
ZATERDAG, 20 MAART 1909.
No. 12.
Het Bloemendflolseh Weekblad.
TWEEDE BLAD.
De twee turven.
II
De turfbak was zoogoed als dicht en de beide turven,
die elk meenden wijs te zijn lagen in een dwaas half duister.
De eene turf, die in het open veld gelegen had aan den
slootkant maar die nooit de zon in het water had zien
schijnen, omdat haar plaats was geweest aan de noordzijde
van den turfstapel in het veenveld, voelde als toen in den
stapel, nu in den turfbak de aanwezigheid van andere turven
in zijne buurt als beschermende en koesterende machtmaar
de andere, die de zon had drooggebrand, voelde toen als
nu de raking aan de andere turven als een kilheid, en
treurende dierf zij het licht, dat haar het leven zelf had
eschenen. Het werd stil inde kamer rondom den bak, de
kachel werd niet meer opgestookt, deuren werden gesloten,
de nacht trad in j behalve het suizen van de nachtlucht
hr sn was alleen te hooren nu en dan een geluid van een
m bel, dat zich als met een krak uitrekte en weer inkromp
- mi in zichzelf te rusten, achter de wanden nu en dan een
geritsel, daarop werd het stil als op een kerkhof en
i beide turven begonnen elk voor zich te denken de een
de ander, de ander aan de een, en elk bedacht hoe
v-rd de ander het leven zag, en bijna op hetzelfde
dik bedacht elk hunner dat dit niet zoo wezen moest
i >en het lichten van den dag door de reten der gor-
begon door te breken en door de bovenreet van den bak
auwe lichtglans binnen zweemde, had elk in zich het
iit gevat een proef te willen nemen met de ander: wij
i en beiden zien dacht elk, wat vlak bij is dan zal ik haar
overtuigen dat ik goed zie en zij slecht. De ochtend sloeg
dwars door de gordijnen heen een stroom van licht en
i eene turf begon
Collega!"
Wat is er?" vroeg de ander.
Zullen wij elkaar eens zeggen, wat wij vlak bij zien?"
Dat had ik ook gedacht," en nu begon een nieuw gesprek,
licht, dat uit de kamer in den bak viel gleed over de
heen en deze zag de andere bruin tegen de zacht
.dimmende binnenzijde van den bak, en zij beschreef dit in
danige bewoordingen, als welke geen turf haar later ooit
zou navertellen. En de andere Zelf in het licht ge-
:en zag zij vóór zich den verlichten bakrand, maar
•ts dan eene vormelooze donkerte daaronder en zij be
schreef die tegenstelling in bewoordingen, zooals geen turf
die na kaar uit zou spreken. Zij werden beide opgewonden
in de zekerheid van wat zij zagen, in do gewisheid van de
waarheid harer eigen woorden, en in de hoop de ander nu
dwingen dat slechts zij die sprak de waarheid wist.
Maar beiden logen, zooals althans elk van de ander dacht, want
kte sctiémeriiïg van glimmerend metaal als achterwand vóór
i'ruirv turflichamen is geen hel verlichte rand met eene
vort jlcaze donkerte daaronder. Ik weet, zij liegt, het
as raar heider innigste overtuiging, zij werden weder woe-
end^ ,r f|sn vorigen d, waren zij geen turven geweest
zij zouden elkaarh. ifen aangegrepenIn de kamer
kwam geloop, v 'gepook en gerinkel, geraas en geroffel
in de kachel toen als het alarm voor den veldtocht van
den nieuwen dag, en plotseling werd de deksel van den
turfbak opgelicht, een zee van licht viel op de beide twis
tenden, vóór zij nog wisten wat er ging gebeuren werden
zij aangevat, nog even voelden zij elkanders huid tegen
elkander schuren en met een plof werden zij gegooid in
laaiende, gloeiende, rookerige kachelvlammen en met
pittig lachen van vlammende vuurmakers onder zich
in brand gezet, uit elkander gepijnigd, gespleten en gegeten
door vurige tongen die langs haar zijden en in haar binnen
sten lekten, hare kelen dichtschroeiden, de laatste drup
pels vochtigheid uit hare lijven als stoom de hoogte inpersten,
hare gedachten stonden stil, zij waren weldrawat
gloeiende losse vluchtige asch.
Het muisje, dat in den turfbak een schuilplaats had willen
zoeken had alles gehoord, en eenigen tijd nadat de turven
waren weggehaald had het zich op den bovenkant van een
andere turf omhooggeheschen en over den rand van den bak
naar buiten gegluurdhet hoorde de doffe kreten der twee
brandende turven die vaneen werden gereten in het zich
van pleizier rood makende lichaam van den kachel. „Zij
mogen rusten in vrede", zei de muis, die wel klein maar al
oud was en in de kamer al zooveel had bijgewoond
van menschen en dingen. »Ze mogen rusten in vrede, amen,
het leken warempel wel twee menschen."
T.
De Automobiel in verschillende
Automobilisme. leggers.
Personen-automobielen werden ten getale
van circa 21 stuks uit het vr\jwilligers-automobiel-corps be
trokken en door de leden van dat corps bestuurd.
De last-automobielen en automobiel-treinen, zoowel als een
licbte en zware straat-locomotief, zooals bij de fransche ma
noeuvres, hebben den verplegingsdienst voor een corps verricht.
Alle lastwagens en automobieltreinen met uitzondering
van twee lichte lastwagens, welke ter vervanging van niet op
tijd door de tabrieken geleverde wagens waren bij besteld
zijn eigendom van het legerbestuur. Met een 2S wagens om-
vattenden goederentrein werden ze naar Spital a.d. Drau afge
zonden en wel: 4 automobieltreinen, bestaande uit een trek-
wagen en drie aanhangwagens, 3 lichte en 5 zware auto-last
wagens, een 20 P K. ploeglocomotief met 5 aanhangwagens,
een 10 P.K. straat-locomotief met 3 aanhangwagens en 8 motor
rijwielen. De motorvoertuigen werden volgens hunne capaci
teiten naar hunne innerlijke eigenschappen (snelheid, vermo
gen, systeem) in automobieltreinen vereenigd en door ritmees
ters, die den automobielcursus hadden gevolgd, gecommandeerd.
De voorafgegane inspectie van den weg had doen zien, dat
de bij Sachsenburg en Möllbrücke aanwezige bruggen voor
het bereiden van straatlocomotieven te licht geconstrueerd
waren. Daarom werden de noodige maatregelen getroffen, zoo
dat het lasttransport over deze bruggen door een lichten mo-
tortrein kon plaats hebben, terwijl de straatlocomotieven in
de door deze bruggen verdeelde baanvakken Villach Möll
brücke en Draubrücke bij Sachsenburg-Lieus werkzaam waren.
De overige talrijke bruggen in het Draudal, welke bij die
inspectie voor het motorlastwagenverkeer te zwak bleken te
zijn, werden binnen 48 uur versterkt.
Door de oprichting van kolen- en benzinedepóts, zoowel als
door het gebruik van lichte lastwagens voor den aanvoer van
benzine, werden de noodige maatregelen getroffen om bedrijfs
storingen te voorkomen.
Het resultaat, verkregen met de motortreinen was zeer gun
stig; trots ongunstige omstandigheden van wegen en weder
voldeden ze zeer goed.
De inrichting van de automobielafdeeling, welke opgericht
werd in het K. en K. Technische Militarkomitée, gaf in zoo
verre verbetering te zien, dat in Klosterneuburg een met tal
rijke werktuigmachines voorziene automobielwerkplaats werd
opgericht, ten einde alle reparatiën aan de, in die omgeving
gestationeerde, automobielen zelf te kunnen verrichten. Ook
werd het aantal officieren, onder-officieren en manschappen
vermeerderd.
Duitschland.
Behalve de toepassing van personen-automobielen en motor
rijwielen bij de manoeuvres, werd een groot lasttransport
door het legerbestuur ondernomen, waartoe een groot aantal
voertuigen tezamen vereenigd werden en in twee colones, een
zware en een lichte, verdeeld.
Tot de zware colonnes behoorden1 lastwagen Siement
Schackert van 13.5 ton nuttigen last met 4 aanhang wagens,
2 automobiel-treinen elk met 4 aanhangwagens, totale nut
tigen last van 27 ton, 2 Towlersche straatlocomotieven, een met
2 aanhangwagens en een nuttigen last van 10 ton, de andere
met een aanhangwagen en 5 ton nuttigen last en een reparatie
werkplaats automobiel met 1 aanhangwagen.
Tot de lichte colonne behoorden2 Daimler-motortreinen
met vierwielendrijving a 8 ton nuttigen last, 6 Daimler-motor
treinen elk met 2 aanhangwagens il 6 ton nuttigen last, 3
Stoommotortreinen systeem Stoltz, elk 1 aanhangwagen en
6 ton nuttigen last en 1 Daimler-automobiel als verplaatsbare
werkplaats.
Verder waren bij de lichte colonne nog 4 automobielen van
verschillende firma's elk met circa 3 ton nuttigen last inge
deeld.
De colonnes reden eerst van Berlijn naar Posen, namen daar
deel aan de Posensche vestingoefeDing en moesten daarna langs
een grooten omweg over het Glatzer-bergland terugkeeren.
(Slot volgt
Omtrent het te water laten van bet
Binnenlandscll nieuwe pantserschip te Amsterdam,
Overzicht. schrijft men van daar aan de N.Crt.
de onderstaande verzuchting
»Er zijn heele volksstammen, die het nooit leeren"
wordt wel eens bij het begaan van domheden gezegd.
Een uitdrukking, welke mij in de gedachte kwam naar
aanleiding van de houding, door marine-autoriteiten bij ge
legenheid van het te water laten van De Zeven Provinciën"
tegenover de pers aangenomen.
De vertegenwoordigers der dagbladen werden niet tot de
tribune, waar de eigenlijke plechtigheid van de tewaterlating
plaats vond, toegelaten, maar »mochten" zich langzij van het
op stapel staande schip ophouden, evenals ander publiek.
De directeur en commandant der marine te Amsterdam,
vice-admiraal baron Sweerts de Landas Wyborgh, had het
zoo verordend. De tribune was voor den boeg van het schip
hoog opgebouwd, De journalisten kregen Z K. H. Prins
Hendrik en de hom vergezellende ministers en autoriteiten
niet eens te zien, en van het volgen der plechtigheid en
het hooren der speeches was geen sprake. Dat deze toch in
de bladen verschenen, was gevolg van het feit, dat het
Haagsche Correspondentiebureau den tekst ervan tevoren
heeft kunnen verspreiden, en als er nog iets meer van de
plechtigheid is gezegd, moet dit op rekening van de wel
willendheid der journalisten worden geschreven.
Wij voelen ons verplicht met den meest mogelijken ernst
op te komen tegenover hetgeen j.l. Maandag te Amsterdam
heeft plaatsgegrepen en waardoor wij een nationaal belang
benadeeld achten. In ons vaderland komt gelukkig een frissche
wind opzetten. Het besef van de groote waarde voor ons
van het bezit van een behoorlijke vloot wordt levendiger,
en aan de vereeniging Onze Vloot die juist in de hoofd
stad bezig is een afdeeling te constitueeren danken wij,
dat dit inzicht in breeder kring veld wint.
Hu komt de tewaterlating van »De Zeven Provinciën",
het nieuwe pantserschip het grootste waarmee onze
vloot zal versterkt worden en dat glorierijke herinnering
den naam voert van het admiraalsschip, waarmee Michiel
Adriaanszoon de Ruyter aan het hoofd van zijn eskader
den vijand bevocht.
Welk een gelegenheid om van zoo'n gebeurtenis een
nationalen dag te maken, om belangstelling en sympathie
te kweeken voor Holland's vloot, tegelijk met het begrip
harer noodzakelijkheid voor ons onafhankelijk volksbestaan
en behoud van ons koloniaal bezit.
En in plaats nu, dat men te voren aan de journalisten,
die toch het geheele Nederlandsche publiek achter zich heb
ben, alle noodige inlichtingen en gegevens verschaft, in
plaats dat men op den dag der tewaterlating te hunner
inlichting een marine officier delegeert en hen op de aller
beste plaats in de gelegenheid stelt de historische gebeurtenis
te volgen en beschrijven in bijzonderheden, in plaats van
dit alles wist men niet beter te doen dan hen te verbit
teren, door hun de gelegenheid te benemen tot volvoering
der taak, waarvan zij zich gaarne en met enthusiasme hadden
willen kwijten.
Het enthusiasme was nu ver te zoeken in de verslagen,
en de droge cliché's in de couranten geven het beste bewijs,
hoe wij ons van ongeveer alle interessante bijzonderheden
hebben moeten spenen.
En een zeer zeldzame en bijzonder gunstige gelegenheid,
om het verdienstelijke maar moeilijke werk van Onze Vloot
te ondersteunen bij het geheele Nederlandsche volk is onge
bruikt voorbijgegaan.
Zou men het te onzent ooit leeren
Omtrent den juisten datum in zake de blijde ver
wachting loopen de meeningen uiteen. Maar late men het
wel bedenken, dat April genoemd is als de maand die een
plaats zal innemen in de geschiedkundige data van onze
historie.
De nederlandsche dames van de provincie Oost-Vlaan-
deren zullen ook aan H. M. de Koningin een geschenk aan
bieden. Het bestaat uit een artistieke kindermand met
prachtig ivoren voetstuk en wordt thans te Gent tentoongesteld.
Bij koninklijk besluit van 23 Februari j.l. is wijzi
ging gebracht in het Algemeen Reglement voor don dienst
op de spoorwegen en in het Locaal-spoorwegreglement 1902
Deze wijzigingen houden verband met de invoering van den
amsterdamscnen tijd en gaan dan ook eerst in op 1 Mei a.s.
Het tweede lid van art. 3 van het Alg. Regl. zal dan
gelezen worden
»Elk station moet voorzien zijn van een goed loopend
uurwerk, geregeld naar den middelbaren zonnetijd van Am
sterdam."
Het tweede lid van art. 24 van het Locaalspoorwegregle-
ment 1902 wordt gelezen als volgt:
»Elk station en elke halte, geen stopplaats zijnde, moet
voorzien zijn van een goed loopend uurwerk, geregeld naai
den middelbaren zonnetijd van Amsterdam."
Gelijk bekend is, zal de »Algemeene Vereeniging voor
Bloembollencultuur" in het voorjaar van 1910 ter herden
king van haar vijftigjarig bestaan, eene nationale bloemen
tentoonstelling houden te Haarlem, onder beschermheerschap
van Z K. H. Prins Hendrik der Nederlanden.
In afwijking van de tot dusver gehouden vijfjaarlijksche
tentoonstellingen van vervroegde bolgewassen, in de maand
Maart, zal deze tentoonstelling gehouden worden gedurende
meer dan zes weken in den bloeitijd der bolgewassen in het
open veld. Hierdoor wordt de gelegenheid geboden om
te doen zien, op welke wijze onze nederlandsche bloem
bollen het best voor perkbeplanting en natuurlijke
groepeering kunnen worden gebruikt, zooals reeds ge
bleken is bij kleinere plaatselijke tentoonstellingen te Noord-
wijk, Sassenheim en Hillegom.
De gemeenteraad van Haarlem toonde zijne belangstelling
door met algemeene stemmen het schoongelegen terrein van
den Hertenkamp en het veld ten Noorden daarvan vóór het
Paviljoen, kosteloos voor de tentoonstelling beschikbaar te
stellen.
De medewerking der boom- en bloemkweekers uit Boskoop,
Aalsmeer enz., ook door talrijke tentoonstellingen in gebou
wen, alsmede de inzendingen van orchideeën en bloemwer
ken zullen de aantrekkelijkheid van het geheel zeer verhoogen.
Het hoofdbestuur voorzitter de heer Ernst H. Krelage,
alg. secretaris-penningmeester de heer Joh de Breuk heeft
besloten een waai-borgfonds te vormen. Het rekent daarbij
vooral op de medewerking van hen, die door hunne nauwe
betrekking tot den tuinbouw en het bloembollenvak, of wegens
het groote belang dat de bloei van dien belangrijken tak
van volkswelvaart ook voor hen heeft, gaarne een blijk van
sympathie willen schenken aan de vereeniging die gedurende
een halve eeuw de belangen van de bloembollencultuur heeft
gediend.
Als een heel aardige bijdrage hoe het in enkele deelen
van ons land toegaat tegen de verkiezingsdagen, kan het
volgende dienen, hetgeen door de Limburger Koerier verteld
wordt
i>Enkele dagen voor de jongste Statenverkiezing in het
district Meersen, werd aan den wethouder H. der gemeente
Heer, bekend om zijn invloed op de gemeente-ambtenaren,
ter hand gesteld door den candidaat B. zelff 5 voor de
fietsclubf5 voor de duivenclubf5 voor den Katholie
ken bond; f5 voor glas en aardebewerkers; f25
voor de zangvereenigingf 15 voor de schutterij f5
voor de harmonie »Heer Vooruit"; en f 10 voor Jan en
alleman.
De candidaat dr. E. had reeds aan denzelfden persoon
f5 gegeven »om de schutterij in nieuwe uniform te steken"(!)
»Een en ander werd gegeven onder het motto: »Ter
kennismakking met de kiezers."
Het gaat de voorstanders der zgn. vereenvoudigde
spelling niet naar wensch. Zoo lezen we thans in de Avond
post dat de regeering den gouverneur-generaal van Ned -Indië
verzocht heeft, maatregelen te willen nemen, dat aan gouver-
nementsscholen geen andere spelling dan die van De Vries
en Te Winkel wordt gebruikt. De vereenvoudigde spelling
is verboden.
Engeland. De uitbreiding der engel-
Bllitenlaiulsch sche vloot houdt zoo goed als aller
overzicht. gemoederen bezig. Ook Stead, de groote
Stead, heeft zich thans over deze quaestie
uitgelaten en bleek een voorstander van een sterke vloot te zijn.
Hij was niets tevreden met het vlootprogram der regeering. Dat
is geen twee-vloten standaard die wij handhaven, zei hij dezer
dagen aan een verslaggever; wij zorgen niet eens 10 pet.
sterker dan één andere vloot te wezen. Als Duischland be
sloot dit jaar alle groote pautserschepen te bouwen, die op
zijn vlootprogram staan, en Engeland de vier, die nu worden
aangevraagd, dan zullen Engeland en Duitschland in 1912
nagenoeg eveu sterk in Dreadnoughts zijnDuitschland
misschien met één meer. Maar dan kan Engeland toch sneller
gaan bouwen, meende de verslaggever. Neen, antwoordde
Stead. Daar zit juist de kneep. Er zijn in Engeland slechts
vier hellingen, om een Dreadnought op te bouwen, en het
duurt een half jaar om zoo'n helling te maken. Duitschland
heeft er negentien, zeide Stead.
De engelsche admiraliteit maakt bekend hoe met 1
April de vloot in de Engelsche wateren ingedeeld zal zijn.
De eerste divisie zal bestaan uithet eerste smaldeel
linieschepen (acht, waaronder de Dreadnought)het le smal
deel krnisers (vijf, waaronder de drie liniekruisers): de le
flottielje torpedojagers (24, bovendien 5 kruisers en 4 hulp
schepen.)
De tweede divisie zal bestaan uit: het 2e smaldeel linie
schepen (acht, w. o. de King Edward VII, Africa enz.);het
2e smaldeel kruisers (vijf, o. a. de Cochrane); het tweede