MET PENSION- EJ\I WONINGGIDS Nieuwsblad B voor B s AERDENHOUT BLOEMENDAAL OVERVEEN - VOGELENZANG en omliggende gemeenten 3,. jaargang. ZATERDAG, 17 APRIL 1909. No. 16 Het Bloemendaulsch Weekblad. Prijs per halfjaar f 1.25 bij vooruitbe taling. Prijs per nummer fO.10 Dit Nieuwsblad verschijnt wekelijks onder Redactie van Mr. P. TIDEMAN te Bloem endaal. Advertentiën 10 cents per regel bij herhaalde plaatsing korting. Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk Bloemendaalsche weg 227. 0 II Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende: Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141. Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht. Dit nummer bestaat uit twee bladen EERSTE BLAD. Bloemendaal. Hotel «Welgelegen". Donderdag Agen a. April 1909, 8 uur. Bloemendaalsche Amateur Fotografen Vereeniging, vergadering van werkende en kunstlievende leden. Haarlem. Kerkgebouw der Remonstrantsch-Gereformeerde gemeente. Donderdag 22 April, 73/4 uur. Voordracht van Prof. dr. B. D. Eerdmans, over: De theologie van dr. A. Kuyper. Concertzaal De Kroon. Woensdag 21 April, 8 uur. Andriessen-Loots-avond. Sociëteit Vereeniging. Donderdag 22 April, 8 uur. Concert van mevrouw Julia Culp, met medewerking van den heer Willem Andriessen en het Zalsman-kwartet. Schouwburg Jansweg. Donderdag 22 April, 8 uur. Koninklijke Vereeniging «Het Nederlandsch Tooneel", Een Paladijn. (Abonnementsvoorstelling.) Vrijdag 23 April, 8 uur. Wiener Lustspiel-Ensemble l'arisiana, Der kleine König Um 12 Uhr bei der Nacht. F.ine Brautnacht. Zaterdag 24 April, 8 uur. De Hagespelers. Dolly betert ■eh. (2de Opvoering). Abonnementskaarten zijn geldig. Dammen. Café «Neuf" (bovenzaal), Groote Houtstraat 1713. Eiken Donderdagavond van 8 12 uur, Clubavond met introductie der Damclub «Haarlem". Inlichtingen te be komen bij den heer H. C. van Oort, Nassaustraat lib. Haarlem. Café «Suisse" (bovenzaal), Smedestraat 19. Eiken Maandagavond van 8 12 uur Clubavond met introductie der «Haarlemscbe Damclub". Inlichtingen te bekomen bij den beer J. Meyer, Kruisstraat 34, Haarlem. Maandag a. s. IJ uur n.m. In bet gebouw van den raad van beroep, Spaarne 92rood, te Haarlem zitting van den raad van toevoeging ter verschaffing van kosteloozen rechtsbijstand in ongevallengeschillen; voor onvermogende werkgevers en werknemers. Een bewijs van onvermogen mede te brengen. Geestelijke honger. II. Indachtig aan onze belofte (zie ons numraei van 13 Februari 1909) geven wij hieronder een door ons aan de N. Crt. ontleend uittreksel van de tweede lezing door Dr. A. H. de Hartog uit Heemstede, te 's-Gravenhage, houdende zjjne christelijke wereldbeschouwing, gehouden. Na de plaatsing van het derde gedeelte zullen wij gelegenheid hebben eenige eigen gedachten daaraan te verbinden. De Herschepping. In deze tweede voordracht die door een nog veel talrijker gehoor dan de eerste werd bijgewoond nam hij de troost rijke gedachte weer op, waarmede hij de vorige maal zijn belang wekkende beschouwingen had besloten, deze namelijk, dat God goed is en dat Hij de wereld niet gemaakt heeft tot een moeras waarin alles vervloeit en vernevelt, maar met Zijn gloeiend hart en met Zijn ijzeren hand haar door de gebrokenheid voert tot heerlijkheid. God is goed, niet goedig! God is deugdelijk en het heelal is bij Hem veilig geborgen. Ziedaar de vertroostende, zalige gedachte aldus de spr. thans die wij de vorige maal veroverd hebben in het zweet onzes aanschijns. God laat toch het brood niet groeien aan de boomen. Het koren moet gezaaid worden met moeite, de akker geploegd met ijzer, de aren gemaaid in het zweet des aanschijns, het graan gemalen bij de hitte des vuurs. En zoo moet ook het brood des geestesin het zweet des aanschijns worden gegeten, want God heeft slechts één methode. Daarom hadden èn spreker èn hoorders zich de vorige maal moeite gemaakt om het ontzaglijke probleem der Schepping te verstaan. De menschengeest toch bezwijkt bij de scheppings gedachte. Want bij de vraag der wereldwording, der kosmogonie komt de mensch te staan vóór de grondlegging der dingen, moet hij zich verliezen in het goddelijk wezen, dat hoog is als de bergen en diep als de zee. Eu als hij dit gedaan heeft, dan heeft hij gezien de volheerlijkheid Gods en is daaronder zeer deemoedig geworden, gelijk de Cherubs het aangezicht bedek ken bij het aanschouwen van Gods aangezicht. Hij die God ziet moet sterven, ook naar de gedachte. Hij gaat van het creatuur tot den Schepper. En terwijl hij dan een: nonliquet uitroept, grijpt hij tevens met beidehanden deze ééne troostrijke gedachte aan, dat de wereld niet is gewor den hij toeval of nootlot, maar, toen het God goeddacht, is uitgeblazen door Zijn geest. God zag al wat van die wereld worden zou. Hij heeft het alles doorleden totdat Zijn zaligheid zeker was als het moederoog. De wereld uit het noodlot voortgekomen of uit Gods hart dat wil zeggen: öf onvrede en wanhoop en Mohainedaansche nevel of vrede en weten, dat God met ons is en alle dingen maakt naar Zijn raad, Zijn kracht, Zijn wil, maar Zijn godde lijk hart. Dit is de zekerheid des christens, de vrede dien de wereld niet hebben kan. De wereld heeft den vrede van een varend schip, dat met de vlag in top, als de zon schittert over de watervlakte, bij glorie, zang en mingekoos voortglijdt over de wijde zee. Maar wee, als de stormen komen en het neerwervelen in de diepe, duistere kolken! Dan is er wanhoop en gekrijsch, worsteling en dood. Maar hoe anders, hoe wonderbaar is de vrede die uit God is, die vrede van het kind van God, die doet zegenen met doorboorde handen Dit is het ontroerende immers, dat die vrede is afgevochten van macht, zonde, graf en duisternis, dat de vrede van Christus eerst komt als alles doorgemaakt is. In de herschepping heerscht als in de seh e p ping deze ééne grondtoonGod heeft het alzoo gewild. Hij heeft het gewild opdat de gevallen wereld niet in het noodlot zou staan maar doorgevoerd tot heerlijkheid. God herschept deze wereld uit de diepste van Zijn goddelijk hart, zooals Hij haar voortbracht uit Zijn goddelijk wezen. En Hij doet dat in deze ordening, dat het eerst avond is en dan morgen, eerst duisternis en chaos, dan licht. In Zijn tweede schepping wordt de Zoon te Bethlehem in den nacht geroepen uit de Egyptische duisternis tot verlossing der wereld. En als Hij zal nederkomen, de Heer der heerlijkheid, dan zal het zijn te middernacht, als allen slapen, om hen te verrassen vanwege Zijn heerlijkheid. Zie, riep spr. uit, deze schrift die dit zegt voor den één een fabel, voor den ander een letterlijk te nemen boek is geweldig naar haar autoriteit. Uit den chaos de heerlijkheid, uit den val de herschepping, uit den nacht de zoon Gods. Dat is hetGod heeft de wereld doorgevoerdden vloek der wereld aangedurfd om haar te brengen tot zegen. Hij maakt de doornen tot een koningskroon. Hij voert de zijnen tot de heerlijke, vaste stad, het nieuwe Jeruzalem. Dat is het heil van den vloek. Niet. den tempel van ongekorven hout, het filomee- lengekweel en het geritsel der beekskens van den naturalist zoekt het kind Gods, maar het vaste, in Gods heerlijkheid ge fundeerde Jeruzalem, binnen welks muren wondere ziligheid heerscht. God zegt niet; Weg mee deze wereld. Maar Hij stuwt haar door vloek en doornen, door zweet en kreten, door wan hoop en gebeden heen tot heerlijkheid. God heeft de gevallen wereld aldus gezet, opdat Hij ze zou negeeren. om haar zurück zu legen, zooals de Duitschers het treffend juist uitdrukken. En Gods kinderen, de geloovigeu, de schare van getuigen, van Abel af tot Jezus Christus, den Voleinder desgeloofs, toe, zij zien den Onzienlijke, zij grijpen Hem vast bij Zijn zalig kleed om mee te trekken in den stoet die opgaat naar dat nieuw Jeruzalem, de stad die fundamenten heeft. De schepping staat in de kracht en in de wijsheid Gods. Stof is kracht, stof is geest, is wil Gods. En naast kracht is er in de stoffelijke wereld orde, wet. Alles is gedetermineerd naar den goddelijken wil. Twee zijden worden er dus ook aan het wereldgebeuren gevonden: Gods geest die broedt op de wateren en Gods wijsheid; geest en woord, kracht en wijsheid. Zóó is het ook in de herschepping. Deze was de tweede uitgang uit God. De zoon was in den afgrond van het goddelijk wezen en is uitgegaan in de vleeschwordiug en menschwording Dit is do levenwekkende geest, de tweede Adam; de herschepping is de tweede realiteit geopenbaard op de grondslagen der eerste: de gevallen wereld. Alzoo is de herschepping geen abstractie doch een realiteit, werkelijker nog dan de eerste schepping. En de christen volgt dan ook geen kunstig verdichte fabelen na. Dat de wereld gevallen is, men bewijst het niet, men ervaart het. Zoo staat het ook met herschapen zijn. Alles wat leeft, laat zich niet bewijzen. Een overtuiging beleeft men, bewijst men niet, zeide Fichte. Herschepping is: Verhef Gij over ons Uw aangezicht, o Heer! In de wolkkolom des daags en inde vuurkolom des nachts. Sprekende over de tweede schepping voert men rumoer in de zielen. Het schijnt een onbestemd iets, een afgetrokkenheid als men daarover spreekt en toch is zij de hoogste realiteit, geen legende, geen mythe. Neen, zij die weet hebben van de herschepping, zij staan in de tweede werkelijkheid Gods, waar geen tweede dood kan komen. Zij zijn kinderen des Vaders en vrienden des Zoons. Nog diepzinniger, nog heerlijker: zij zijn de bruid van den Geest (1 Cor. 6: 17.) Daarom is het christendom dus ook een wereldbeschouwing. En voor spr. was dit alles veel werkelijker dan het oog zijner vrouw, dan de stem van zijn kind, dan het getik van de klok in de stilte van den nacht. Maar wat hem met smart ver vulde dat is, dat zoovele menschenkinderen dit voorbijgaan. Hoe zal men het hun bewijzen? Men kan slechts getuigen en zeggen met het woord van een diepzinnig man: het mensohen- kind wordt tweemaal geboren en sterft tweemaal. Wie het leven zal verliezen om Mijnentwil die zal het vinden. Zij die kinderen Gods zijn weten van deze realiteit, beleven haar. Maar zij die er geen weet van hebben moeten toch met ontroering uitroepen: O, welk een heerlijk land! God is in de Schepping de Alpha, in de Herschepping de Omega, het begin en het einde, die samenvloeien in den god delijken ring, bestemd voor de bruid van Gods liefde. Welk beginsel ligt nu ten grondslag aan de herschepping. Eerst als men dat doorgrond heeft kan er over de heilsopen baring worden gesproken. De herschepping staat in het twee ledig teeken van kracht en wijsheid, van Geest en Woord. Dit is een monumentale waarheid die men met het hart moet veroveren. Wat is het Woord? De Bijbel, meenen velen. Vraagt men het aan de Schrift zelf dan krijgt men dit antwoord: het Woord Gods is Gods scheppende en herscheppende mogendheid. God sprak en het was er. Dit is het. Door het Woord Gods zijn hemel en aarde gemaakt De Schrift laat het u voelen, men- schenkind, dat gij niet, zalig wordt door een denkbeeld maar door de werkelijkheid, door de volheid Gods Het mensohelijk woord tuimelt ter aarde als een dor blad, maar Gods Woord oefent kracht. Niet de gnosis, de kennis, maar de pist is, het geloof geeft den christen rust. Wat Gorki zeide„Wijsheid is geen artsenij voor harteleed", dat beleeft de christen. De gebroken wereld heeft niet genoeg aan een filosofie, hoe schoon ook, maar behoeft een stok, een hand Gods tot redding. Verklaart dit de liefde voor de historie, voor hetgeen geschied is, spr. wilue toch zijn toehoorders vermanen om zich daaraan niet te verhangen, maar te beseffen, dat alleen in Christus heil is, al ware nooit geschied wat gebeurd is. Geen heil zon der de tweede schepping. De eerste Adam was Kaïn, de moorde naar de tweede Adam een vermoorde, wiens bloed betere dingen spreekt dan het bloed van Abel. Men sta niet stil bij de historie alleen en zie niet alleen Bethlehem. Dan gaat het met deze heerlijke dingen als met de passie-spelen te Oberammergau die neergehaald zijn tot een vermaak der wereldlingen. Men wensche zich ook niet, dat Jezus nog op aarde ware. Dat is geen berusten in den raad Gods. Neen, men sta als Christus' Kerk van den aanvang af, in den geest. Alle Schrift is theopneustos, door den geest in gegeven. De wijsheid Gods is uitgedragen in de realiteit. Wie dat verstaat, verstaat de vleeschwording des Woords, die aan schouwt met verrukking den diamant in den diadeem der volkeren die het licht der eeuwigheid afstraalt. De herschep ping heeft noodig kracht en leven, gedachte en bewustzijn. En zoo heeft de kerk van Christus noodig twee dingen Weder geboorte en Schrift, kracht en bewustzijn. Dit is juist het gevaar van de Protestanten tegenover de Katholieke Kerk, dat zij alleen hebben overgehouden de Schrift, niet den geest, niet de traditie. Wie theoloog wil zijn in onzen tijd moet weer de eeuwen doorworstelen en terug tot Gods kracht en Gods wijs heid. Hoe gebrekkig is de kennis van Gods openbaring in onze dagen tegenover die der middeleeuwen, die van een Thomas van Aquino, Bernhardt van Clairvaux e. d.l Een eenvoudige grondwerker zeide het tot spr. eens zoo juist: de mensehen kennen de woestijn Gods niet. Zij vergeten dat de historie vrucht der eeuwigheid is en niet omgekeerd de eeuwigheid vrucht der historie. De hoorders lachten vrij algemeen om dit gezegde, waarin spr. aanleiding vond om uit te roepenlacht niet, het is niet om te lachen maar om te huilen. De christen heseiï'e, dat Gods wil begin en einde is van Schepping en Herschepping, dal alles orgauissch samenhangt. Leven, geest, wedergeboorte, wijsheid, Woord, Schrift dat heeft hij noodig. Heerlijk is daarom de pareilel dezer twee banden: het bloed, dat voortgedragen wordt van mensch op mensch door de navel streng die de draad des levens is, dat ritselt in ons hart van eeuwen her en de taal, waarin rusten al de zangen en klachten van het voorgeslacht, waarin de gedachten zijn vereeuwigd van hen die gestorven zijn. Leven en Wijsheid, Geest en Schrift, zij behooren bij elkander. Daarom zeide Luther, dat men het Woord Gods moest laten staan, de Schrift handhaven. Er zijn er tegenwoordig die beweren durven, dat onze tijd over het bewustzijn der Schrift heen, boven het bewustzijn van Jezus uit is. Verbeeldt u, riep spr. uit, over deze ontzaglijke realiteit heen! Onder dit gezichtspunt bloed en gedachte leze men, zeide spr., 1 Corinthe 15: 4549 eens. Dan zal men leeren verstaan wat de wedergeboorte beteekent, de gelijkenis met den eersten Adam naast dien met den Zoon Gods. Dan zal men de diepte beseffen van het woord van het oude vrouwtje, dat zeide, dat zij tegenwoordig zoo weinig wedergeboren gezich ten zag. Dan zal men ook verstaan de christelijke vertroosting van de leer der Drieëenheid: Vader, Zoon en Geest. De Moham medaan heeft zijn strakken hemel en een onbewogen God, den moderne is de Drieëenheid een dwaasheid. Doch de Christen heeft een bewogen God. De Zoon Gods is bewogen vanwege degenen die Hij zocht. Dit is het fundament, aldus besloot spr., van de herschepping gelijk er een bodem is in de schepping gelegen in Jezus Christus den Gekruisigde, opdat Zijn genade, majesteit en geest bij de zijnen blijven tot aan de voleinding der wereld. Verbetering van de Kiezerslijst- Ambtelijke Burgemeester en wethouders der gemeente mededeelingen. Bloemendaal brengen hiermede ter open bare kennis: dat van heden af tot en met den 21st,en April a.s., vooreen ieder op de secretarie der gemeente ter inzage nedergelegd en in afschrift, tegen betaling der kosten, verkrijgbaar zijn gesteld de verzoeken om v rbetering van de vastgestelde kiezerslijst, met de bijgevoegde bewijsstukken, ingediend door J M. G. Bekker, A. Donker, J. P. Faase Pzn., J. Feun en P. en Th. Verdegaal. Een ieder is tot tegenspraak van die verzoeken bevoegd. De tegenspraak moet schriftelijk (op ongezegeld papier) en uiterlijk den 23sten April a.s. aan het gemeentebestuur wor den ingediend Bloemendaal, den 16 April 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd De Secretaris, A. Bas Backer. A. J. van dee Flier. Toen acht maanden geleden in het oude Buitenland. Ottomaansche rijk het wonder der staat kundige hervorming plaats had en het autocratische Turkije als door een tooverwoord veranderde in een zgn. modernen staat met zijn geheelen nasleep, waren de meeningen over het algemeen zeer verdeeld omtrent den afloop dezer omwenteling zonder bloedstorting. De meesten waren pessimistisch gestemd omtrent de stevigte van het nieuwe stelsel, 't Lag voor de hand om uit alles de con- clussie te trekken dat zij die voordeel hadden genoten van het oude regime en ook zij die niet tevreden waren met de wijze waarop het nieuwe bewind werd gevoerd, nog wel eens een poging zouden wagen om dezen den voet eens flink dwars te zetten en, zoo mogelijk, het oude stelsel weer in te voeren. En zie, ze hebben gelijk gehad, het is aldus geschied. Op dit oogenblik is het revolutie in Constantinopel en de belangstelling, die zoo langen tijd op Servië gericht was, heeft zich thans verplaatst naar zijn zieken buurman. De opstand heeft reeds dadelijk succes gehad. De jong-turksche

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1909 | | pagina 1