MET PENSION- EN WONINGGIDS
Nieuwsblad
voor
AERDENHOUT -
BLOEMENDAAL
- OVERYEEN -
VOGELENZANG
en omliggende
gemeenten
bijvoegsel van „^et Bloemendaalsch Weekblad"
jaargang.
ZATERDAG, 6 NOVEMBER 1909.
No 45.
Het Bloentendoolsch (deekblod.
Prijs per
halfjaar f 1.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer f0.10
Dit Nieuwsblad verschijnt wekelijks onder Redactie van Mr. P. TIDEMAN
te Bloemen daal. .3- -1-
Mededeelingen van allerlei aard aan de red anti a aniimffomir
Advertentiën
10 cents per
regel;
bij herhaalde
plaatsing
korting.
van Zaterdag 23 October 1909.
Fabrieksstad.
Diversen. (Overgenomen uit De Amsterdt' mer).
Vrienden, ik ben er geweest. Ik >cn in
Ancoats geweest, drie volle uren. De eerste twee uren ma i ten
;een grooten indruk op mij. Ik zag de bedompte, vuile straten,
de zwarte, vergiftigende fabrieken, de arme verwaarloosde kin
deren, de bleeke, vergroeide mannen en ik dacht: „Dit ken ik".
Haar toen zag ik een vrouw. Een vrouw, jong als ik. Zij zat
op de stoep van een „model"woning, een van die afschuwelijke,
■revangenisachtige verblijven, w sommigen onzer nogtrotscn
op zijn. Mijn geleider zei: „Zij had ooie vrouw kunnen
zijn", maar ik antwoordde: „ze is vreeselijk, laat ons doorloopen."
Ze was mooi, maar o, die hopelooze, doffe, versufte uitdrukking,
liet was afschuwelijk. Ze was half gekleed, haar hals en borst
waren bloot, haar blouse, een gescheurd vod was niet toege-
knoopt, haar haar hing als uitgerafeld touw langs haar gezicht,
en haar oogen zal ik die ooit vergeten? Ik geloof, dat die
mij mijn heele leven zullen vervolgen. Zoo verwilderd, zoo leven
loos, zoo hongerig. Wat zouden die oogen gezien hebben? Wij
iepen verder door de straten en zagen zulke vrouwen bij
dozijnen, allen hetzelfde, geen leeftijd, geen type, geen sexe. Ik
huiverde. Wat voor hoop is er voor de toekomst, ais zóó de
vrouwen zijn? Als zij slecht waren eti wanhopig, was er kans
op verandering, maar dezen waren hopelóós, versufte machines.
Ze voelen alleen ellende. Ze kennen alleen ellende. Ze maken
den indruk van koude, hartstochtslooze, doffe ellende. De hei
ligheid van den huiselijken haard, de weelde van moederschap,
de gezellige huiskamer, met rosekleurige lampekap, en warme
gordijnen, de netjes-gedekte tafel, de goedige, knappe papa en
vriendelijk-lachende mama, de guitige kleine bengel, die met
schitterende oogen het prentenboek van de varkentjes, die ter
markt gaan, bekijkt! Ja, vooral, de heiligheid van den huise
lijken haard. Laten we eens zien Een kelder, als een vochtige
beschimmelde doos, een ineengedrongen, ongekleed kind, een
versufte, verwilderde moeder, een teringachtige vader en op de
stoep de huisbaas die om de huur komt. Dat is het beeld van
den „huiselijken haard" in „Krottenland". Ik moest Ancoats
gaan zien, maar wat ik gezien heb is „de vrouw", ellendig en
afschuwwekkend. En wat „kan" schooner en lieflijker zijn dan
de vrouw? Ik wilde mij verbergen en schreien, schreien. Ik
heb iets heel kostbaars verloren. Maar ik heb ook wat gekre
gen. Bittere, pijnlijke kennis Het is niet de ongelooflijke afschuw
van het vuil en de stank en de vreeselijke armoede, die mij
het meest drukt. Het is het weten, dat er honderden, duizen
den vrouwen zijn, zooals die, welke ik te Ancoats zag.
Ze zijn niet slecht. Dat kunnen ze niet eens zijn. Voor ik
aaaif Ancoats ging, wist ik, dat er uitgehongerde, zieke, vervuilde,
slechte menschen waren, maar ik wist niet, dat er steden-vol
vrouwen waren, zonder ziel, zonder liefde, zonder bevatting.
Louter „dingen" die hun levens wegsloven en andere te wereld
brengen om hetzelfde te doen. „Kinderen"! Ja, die heb ik ook
gezien, bij honderdtallen, met zware hoofden, lichte lichaampjes,
en zwakke ledematen.
Ancoats is een stad, een stad van 70,000 ellendigen en ik
heb er niet één kind zien lachen of spelen- Zij zaten op de
stoepen en keken bedrukt voor zich uit alsof ze zich afvroegen,
wat zij waren. En geen wonder. Wat zijn ze, als brokjes honger,
ellende, slavernij. En ik probeer dit alles te vertellen, ik die
tot vandaag gedacht heb, dat ik begreep. O, ik was zoo wijs.
Had ik niet gelezen, gedacht en geluisterd. Hoeveel tranen heb
ik niet geschreid om al het „gedrukte" onrecht. En gij hebt
hetzelfde gedaan. Maar gaat gij nu ook naar Ancoats en
kijkt. Proheer niet veel te zien. Loop alleen door de straten en
kijk vooruit. De indrukken zullen u door alle poriën naar
binnen dringen. En uw hart zal zwaar worden van die indrukken.'
En ga dan naar huis en tracht, wat ge gezien hebt, weer te
geven. Ik daag u uit, al zijt ge Rembrandts, Shakespeares of
Beethov us, in woorden, kleuren of klanken de menschen te
laten v alen, wat gij gevoeld hebt. Ge zult het niet kunnen,
ze zitten makkelijk in hun leunstoelen en denken„Wat treurig,
wat slecht, wat afgrijselijk" en misschien gaat een enkele zoover
dat hij zegt: „Wat kunnen we er tegen doen". Maar wetm doen
ze niet Ge moet gaan naar dit land en ge zult er veel wijsheid
opdoen, maar meer hartepijn.
(Naar Winnie Blatchford.)
Aan het verslag over het jaar 1908 van den toestand der Ver-
eeniging tot Opvoeding van half-verweesde-, verwaarloosde-
of verlaten Kinberen, in het Huisgezin, gevestigd te Amsterdam,
Nassaukade 157. ontleenen wij het volgende:
Wederom ging een jaar voorhij en wederom ligt voor uwen
secretaris de taak een verslag op te maken van hetgeen in het
afgeloopen jaar voorviel.
Weinige zijn de lotgevallen der vereeniging geweest in het af
geloopen jaar. De samenstelling van het hoofdbestuur bleef na
genoeg onveranderd. De heer J. H. Numan trad at als penning
meester van het hoofdbestuur, en werd vervangen door den heer
Ch. Nuijs
De leening, die verleden jaar door de algemeene vergadering
werd goedgekeurd heeft niet het succes gehad, dat het hoofd
bestuur hoopte en verwachtte. Slechts een gedeelte der rente-
looze aandeelen is geplaatst en een betrekkelijk groot deel is
nog in portefeuille. Het is zeker geen gemakkelijke taak zulk
een leening onder dak te brengen, maar met eenigen goeden
wil, met eenigen steun van de zijde der afdeelingen hopen wij
toch, dat binnen kort ook het overige deel van de leening een
plaats zal hebben gevonden.
Met de afdeelingen is de samenwerking van het. hoofdbestuur
in den regel zoo aangenaam mogelijk. Het is niet te ontgaan, dat
nu en dan verschillen van opvatting bestaan en kleine wrij
vingen voorkomen. Want de belangen, die te behartigen zijn,
waren iele, en vaak uiteenloopendemaar in den regel is een
bespreking of overlegging voldoende om hetgeen onoplosbaar,
onvereenigbaar scheen, op te lossen en te vereenigen. Op den
duur zullen verschillen van gevoelen steeds minder plaats heb
ben, wanneer de afdeelingsbesturen en het hoofdbestuur door
inniger samenwerking meer in staat zijn eikaars bedoelingen te
hegrijpen, zonder dat lange besprekingen noodig zijn voor het
verduidelijken ervan. Vooral daar allen slechts één doel kunnen
en mogen hebben; het behartigen van de belangen der kinde
ren der pupillen, die aan onze zorgen zijn toevertrouwd.
Het aantal afdeelingen is thans 17 en wel: Alkmaar, Amers
foort, Amsterdam, Arnhem, Assen, Dordrecht, 's-Gravenhage,
Groningen, Haarlem, Hilversum, Meppel, Naarden—Bussum,
Nijmegen, Utrecht, Wageningen, West-Friesland, Zeist.
Ook in het afgeloopen jaar beantwoordde het Doorganshuis
te Bussum ten volle aan zijne bestemming. Groot was het aan
tal kinderen, dat daarin tijdelijk vertoefde om te worden geob
serveerd en om, voor zoover noodig, geschikt gemaakt te worden
voor de opneming in goede en ordelijke gezinnen.
Het gebouw is te bezichtigen op Maandag en Donderdag van
3 tot 4 uur.
Over het gedrag der kinderen kunnen wij over het algemeen
tevreden zijn. Dit hebben wij vooral te danken aan onze afdeelings
besturen, die met niet genoeg te waardeeren toewijding hunne
taak vervullen.
In 1908 werden verpleegd 228 jongens en 140 meisjes, welk
aantal na 1 Januari met 29 kinderen is vermeerderd. Het hoog
ste Btamboeknummer is thans 504.
Bloemendaal Z. V. V.
Sport.
Ned. Herv. Gemeente, Zondag 24 Oct.
Keiknieuws. Voorm. 10 uur, Ds. J. A. van Leeuwen.
H. Avondmaal. Nam. 64 uur, Ds. J. A. van Leeuwen.
Dankzegging.
R. K. Kerk te Ovevveen. Zondag 24 October voorm. 7 en
84 uur Gelezen H. Missen; 10 uur Hoogmis8 uur Vespers.
R. K. Kerk te Vogelenzang. Zondag 24 October Kerkelijke
dienst te 74 en 10 uur.
Onder begunstiging van prachtig herfst
weer stelden beide partijen zich op onder
leiding van scheidsrechter Achterberg. Bloemendaal speelt
«au grand complet," terwijl Z.V.V. naar mij medegedeeld
werd, met eenige invallers verscheen. Na den eervollen
nederlaag tegen A.V.V. hoopte ieder, die de Bloemendalers
een goed hart toedraagt, dat dit eene uitzondering op den
regel zou zijn en niet de ongelukkige voorbode van talrijke
nederlagen. Waarlijk zijn ze niet teleurgesteld, daar de
»good old" een spel vertoonden, dat veel voor de toekomst
belooft. Na den aftrap neemt Bloemendaal dadelijk 't spel
in handen, maar toch kan men zien, dat Z.V.V. er alles
op zetten wil, om te wiDnen. 't Duurt echter niet lang of
een mooie voorzet van Van Kessel wordt door Stals benut.
Vooral onze linker-wing liet staaltjes van keurig en door
dacht spel zien. Opeens begaat bloemendaalsch captain een
fout, doch echter minstens 5 meter buiten 't gevreesde
strafschop-gebied. Maar de scheidsrechter geeft penalty. Van
Rietschoten komt hiertegen op, doch om tegen een scheids
rechter te vechten, die niet weet, wanneer 't penalty is,
dat lijkt me nogal lastig. Onder applaus van 't publiek
plaatst G. van Riessen zich tusschen de palende penalty
wordt genomen, toch weet de keeper den bal even te stoppen,
maar 't zij door de nattigheid van den bal, of door effect,
hij draaide in 't net en Van Riessen kon visschen. Stand
dus 1 1. Beide partijen blijven nu doorzwoegen en elk
oogenblik denkt men Bloemendaal te zien doelpunten, maar
Fortuna is niet met haar. Zelfs, toen Q. van Riessen een
prachtig schot loste, werd dit door een wonder gehouden.
Z.V.V. keeper trok toen een verwaand gezicht, net alsof hij
zeggen wilde: »Zag je me redden?" Rust kwam met 1 1.
Na de pauze is Bloemendaal sterker, met 't gevolg dat
Roskam prachtig passeert en onhoudbaar in 't net kogelt.
Steeds is Bloemendaal in de meerderheid, doch hoe Van
Kessel ook langs 't lijntje rent om telkenmale met een
prachtigen voorzet te besluiten, de middenspelers zien geen
kans den bal langs Z.V.V. keeper te jagen. Eindelijk gelukt
dit dan door Stals, die van een voorzet van G. Van Riessen
profiteert. Stand dus 31 voor Bloemendaal. Doch nu ver
toont Bloemendaal een fout en wel hare gewone: als ze
wint, gaat ze verslappen, denkende: »we zijn nu toch
sterker." Dat is eene denkwijze, die bij voetbal totaal niet
te pas komt, want Z.V.V. gaat daar van profiteeren en 't
duurde dan ook niet lang of de stand was 33. Hierin
komt. geene verandering, totdat eindelijk de back van Z.V.V.
„hands" maakt, binnen 't strafschop-gebied. Jan Roskam
blij, want hij mag hem nemen 't Publiek rent naar den
goal, om toch maar alles goed te zien. De scheidsrechter
geeft 't teeken met zijn fluitje. Roskam pilt, de keeper
rilt, 't net trilt en 't publiek gilt. Bloemendaal had dus
de leiding met 43. Maar 't schijnt of die eene penalty
hun nog grooter krachten schenkt. Van Kessel rent weer
maar denkt: »als jullie mijne voorzetten niet benutten wil
len, dan zal ik 't zelf wel doen." Overdoovend was 't gejuich
van 't publiek, toen Van Kessel den vijfden goal maakte.
Nauwelijks is de bal weer in 't midden, of scheidsr: writer
Achterberg blaast tijd. Een compliment aan de gebeele
linker-wing, met Roskam aan 't hoofd. Trouwens Van Kessel
edenheid heerschte over wat men zou kunnen noemen
rafrechtelijke politiek van den haarlemscben kanton-
r. Dit feit een enkel ongegrond gerucht te noemen
aiet aan, de straatsteenen spreken er van, de lucht in
snedenlokalen van het rechtsgebouw is er mede ge
ts tal van burgemeesters, tal van politiemannen uit
Jmtrek, tal van stedelijke ambtenaren van Haarlem
>ren dezelfde meeningde heer kantonrechter", (be
is mr. Van der Mersch en niet een zijner plaatsver-
rs) handelt in strafzaken anders dan ter handhaving
orde en gezag mocht worden gewenscht, en wij, daar-
ontevreden, betreuren dit voor de aan onze zorg toe-
ruwde belangen." Niemand zal het euvel opnemen, dat
'eene adressen noemen alwaar men zich omtrent het
in dezer al of niet gerechtvaardigde ontevredenheid
kan vergewissen, ieder is vrij op eigen onderzoek uit
aan, het gerucht is er, het bestaan van het gerucht
t zelfs van de zijde van het kantongerecht (waarover
erkend, en dat is genoeg. Dit gerucht, reeds geruimen
gaande, zou om twee redenen geen stand hebben ge
en, indien het niet een grond van waarheid bevatte,
eer kantonrechter namelijk is een hoogst achtenswaardig
er vaQ Haarlem, een kordaat en werkzaam man, die
oy *r±xKr <ml ia uit iiu ais voorncniing
van het publiek of als verdediging van het strafrechtelijk
beleid des kantonrechters bedoeld
Indien het eerste, dan valt op het afdoende der voor
lichting wel wat aan te merken, indien het tweede, dan
rijst deze vraagof de wijze en de toon der verdediging, be
halve het gewicht van het den kantonrechter vervolgende
gerucht, ook niet het eeniger mate gegrond zijn daarvan be
vestigt
De justitieele statistiek als voorlichting.
Bij de ruim 100 kantongerechten wordt Haarlem met
126 vrijspraken en 8 ontslagen van rechtsvervolging (d.i.
gemiddeld meer dan 2 per week), in aantal slechts over
troffen door Rotterdam 2 met 170 resp. 65; Goes 145
resp. 5 's-Gravenhage met 145 resp. 22 en Eindhoven met
150 resp. 23. Er zijn verschillende kantongerechten met slechts
1 vrijspraak per jaar, terwijl hierbij moet worden opgemerkt,
dat tegen 3866 haarlemsche, 11544 rotterdamsche en 13036
haagsche dagvaardigen staan. Het gemiddelde percentage
van vrijspraken over het geheele land is l9/io der be"
handelde dagvaardingen, waartoe Eindhoven en Goes met
een belachelijk hoog percentage sterk hebben medegewerkt,
terwijl het haarlemsche percentage is Ö1/4, dat is nog al
een verschil.
.uiiiuup vau sieiKen uranK ingetrok
ken. Had hij eene overtreding gepleegd? Neen, B. en W.
van Velsen hadden zijn perceel verkeerd opgemeten en de
drankwet, onzaliger gedachtenis, kent een artikel, dat ook
al is den vergunninghouder zelf niets te verwijten in zoo
danig geval recht op intrekken geeft. De man komt in
hooger beroep. Ged. Staten geven den man gelijk, het be
sluit van B. en W. was om andere redenen onwettig. Was
de vergunning nu weer van kracht? Neen, inplaats van
verheugd te zijn, dat B. en W. van Velsen zich bij hunne
toepassing van eene onrechtvaardige wetsbepaling vergisten,
overschrijden Ged. Staten nu hunne wettelijke bevoegdheid
en trekken ambtshalve 's mans vergunning in, daarbij ge
heel uit het oog verliezende het verschil tusschen hunne
taak als rechtsprekend college, geroepen om enkel het ver
schil tusschen B. en W. en den vergunninghouder te be
rechten en hun taak als bestuurscollege, bevoegd om b.v.
sociëteitsvergunningen in te trekken.
De vergunninghouder had intusschen nog aan den minis
ter ontheffing gevraagd van de bepalingen omtrent de
maten van zijn lokaal. Nog voor dat de man weet wat op
zijn request beslist is, geven Ged. Staten bij hunne on
wettige intrekking zijner vergunning als motief op, dat
geene ontheffing door den minister is verleend, terwijl dus
die zaak in het oog van adressant, nog hangende was.
Eerst 10 dagen na het bericht van Ged. Staten ver
neemt E. dat de minister op zijn request afwijzend heeft
beschikt.