MET PENSION- EN WONINGGIDS Nieuwsblad voor AERDENHOUT - BLOEMENDAAL - OVERVEEN - VOGELENZANG en omliggende gemeenten 3<. jaargang. ZATERDAG, 20 NOVEMBER 1909. No 47. Hei Bloemendaalsch Weekblad. Prijs per halfjaar f 1.25 bij vooruitbe taling. Prijs per nummer f 0.10 Dit Nieuwsblad verschijnt wekelijks onder Redactie van Mr. P. TIDEMAN te Bloemendaal. -j- -t- Advertentiën 10 cents per regel; bij herhaalde plaatsing korting. Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk Bloemendaalsche weg 227. -:- II a Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende: Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141. -:- Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht Hij dit nummer behoort een bijvoegsel. Het „BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD" is a J ct. per exemplaar verkrijgbaar gesteld bij de •ekhandelaren Te Bloemendaal: P. JSTINS Pzn. Te Haarlem: DE HAAN EN ZOON, Groote Houtstraat 137. H. N. MUL, Kruisstraat 25. J. M. STAP, Groote Houtstraat 03. WILLEM B. VERNOUT Azn., Warmoesstraat 10. Aan het Bureau van ons blad, Gedempte Oude -raclit 65 te Haarlem, zijn van af heden geen osse exemplaren meer verkrijgbaar. Bloemendaal. Agenda. Hotel Duin en Daal. Woensdag 24 November, 8 uur. meert door de dames Marie Warnier en Lizzie Wijsmuller, et medewerking van mej. Marie Bies en den heer Willem Andriessen, Woensdag 24 November, 8 uur. Bijeenkomst dei- Jen van de Nederlandsche Natuurhistorische Vereeniging i de school der Bloemendaalsche Schoolvereeniging. (Zie oor agenda Plaatselijk Nieuws.) Zaterdag 20 November, uur. Velddienstoefening in Bloemendaal-Commando. Aantreden bij het station Overveen. Voetbal. We esp. Zondag 21 November, 2 uur. RapiditasB.V.V. Terrein te Weesp. Haarlem. Zondag 21 November, 2 uur. HaarlemAjax. Leiden). Terrein aan den Schoterweg. Zondag 21 November, 2 uur. H F.CII Ouick II. (Den Haag). Terrein aan de Spanjaardslaan. Schouwburg Jansweg. Zondag 21 November, 2 uur. Nieuw Nederlandsch ooneel Ensemble, Kleine Willem, tooneelspel. Zondag 21 November, 8 uur. Voorstelling van Het vroolijke Tooneel". De Dame van den Handschoen, blijspel Tien minuten in een auto, blijspelMevrouw Jansen wil naai en Schouwburg, klucht. Dinsdag 23 November, 8 uur. Nederlaudsch Operette Ensemble, dir. Janmart, Jong Heidelberg, operette. Woensdag 24 November, 8 uur. (Abonnements- voorstelling), De Hagespelers. Een Huwelijk onder Lode- wijl XV, blijspel van Dumas. Concertzaal de Kroon. Zaterdag 20, Zondag 21 en Maandag 22 November, 8 uur. Bioscope-voorstellingen Alberts Fréres. Vrijdag 26 November, 8 uur. 3e Séance voor Kamer muziek, Miss Gertrude Peppercorn, piano; Job. Steenman, viool; mej. Lizzie Wijsmuller, begeleiding. Sociëteit De Vereeniging. Maandag 22 November, 8 uur. Concert Susan Met calfe. Brongebouw. Dinsdag 23 November, 8 uur. Afscheids-liederen- avond van het Amsterdamsch Vokaal Sextet. Het verslag der zitting van den gemeenteraad, benevens eenige verslagen behoorende in de rubrieken Fotografie, Muziek en Tooneel, moesten tot ons leedwezen worden aangehouden. Voorlichting of verdediging? II. In ons eerste artikel betoogden wij het volgende In en rondom Haarlem heerscht ontevredenheid bij hooger en lager geplaatste ambtenaren. Van dit overbekende feit, het bestaan dier ontevredenheid, spreken als het ware denu ja. Wij lieten in het midden of die ontevreo raheid a) dan niet gegrond was. Deze ontevredenheid, dit gerucht moet een grond van waarheid hebben. Juist ten aanzien van een hoogstaand persoon als mr. v. d. M. zou anders een dergelijk gerucht niet zijn ontstaan. Het ter sprake brengen van des kantonrechters beleid is èn hierdoor èn door het groote belang voor Haarlem e. o. bij een goede reehtsbedeeling in strafzaken gerechtvaardigd. Ten slotte gingen wij na of de ingezonden stukken van X of B hetzij dan bedoeld als voorlichting van het publiek hetzij als verdediging van 's kantonrechters beleid, in staat waren de ongegrondheid van bet gerucht aan te toonen. Wij kwamen tot de uitkomst dat X of B's voorlichting niet in staat kon zijn het publiek volkomen gerust te stellen. Thans willen wij de vraag onder de oogen zien of B's mededeelingen, indien ze bedoeld zijn als verdediging van des kantonrechters beleid, ons zouden voldoen. Dat statistieken slechts betrekkelijk waarde hebben is bekend, er kan mede gewerkt maar er kan ook mede ge goocheld worden. Vele statistieke opgaven zijn bruikbaar ter verdediging van tweeërlei tegenovergesteld standpunt. Bovendien tusschen vrijspreken en te geringe straf opleggen is vaak slechts een gradueel geen principieel verschil. Wie dit inziet zal erkennen, dat de in ons vorig artikel aangehaalde statistieken eerder in de richting van beves tiging dan van ontkenning van de juistheid van het gerucht zijn aan te wenden. De cjjfers der vrijspraken wijzen niet uit of, waar straffen onvermijdelijk was, voldoende is gestraft. Om dieper in te gaan op de zoogenaamde beschuldigingen" tegen den haarlemschen kantonrechter diende dit vooraf te gaan. Nu de vraag: of er van beschuldigingen" sprake is. De lezer van goeden wil zal in het door ons geciteerde raadsverslag (met uitzondering van de letters »z. i." die wij in onderstaande zinsnede, zie de noot, voor rekening laten van den verslaggever en welke in het zinsverband ook niet passen en zal ook in ons eerste artikel niet anders zien dan dat wij, wat men noemt, ons tot den tolk heb ben gemaakt van een gerucht. Men schuift ons in de schoenen, dat wij „beschuldigingen" hebben geuit. Wanneer men daarmee meent, dat wij een toestand hebben geschetst, waarvan wij de schuld (de oorzaak) op meerdere plaatsen meenen te vinden o.a. bij het haarlemsche kanton gerecht, dan willen wij ons met die meening vereenigen. Wanneer men evenwel daarmede betuigen wil, dat wij om een verkeerden toestand te helpen verbeteren, den kanton rechter als den schuldige daarvan hebben willen hekelen, dan antwoorden wijgij publicist of ander type, die wel licht en belaas uw bestaan moet vinden in bet verkoopen van grollen, gij tracht personen tegen elkander op te zetten, terwijl het gaat om zaken, uw kennis van die zaken is misschien gering, maar uw ernst die zou kunnen blijken uit uw omzichtigheid bij bet bespreken van personen, is geheel afwezig En aan andei-en die kunnen luisteren geven wij het vol gende ter overdenking. dat in zake de verordeningen op den vleeschvervoer en de vleeschkeuring te Haarlem (Zie 't Jaarverslag) in 1908 6 vrijspraken zijn gegeven op 21 dagvaardingen; dat de straffen in die belangrijke materie nooit anders dan 10. in één geval waarin voor den tweeden keer mis dreven werd, f 25.boete waren? dat bet is voorgekomen, dat een slagersjongen een zoo geringe straf kreeg na vervoer van ongekeurd vleesch. dat zijne 2 kornuiten van hun getuigengeld hem de boete konden betalen, waarna de heeren samen op de gezondheid der justitie een potje bier gingen drinken van de rest dei- duiten dat ontwikkelde ambtenaren van een der groote gemeente lijke bureaux hebben verklaard, niet meer naar het haar- lemsch kantongerecht te willen omdat niet de beklaagde maar zij als overtreders werden toegesproken en behandeld dat soortgelijke klachten zijn vernomen op betrokken politiebureaux dat de hoofdambtenaar van een der groote takken van dienst in een der gemeenten van het kanton beeft te kennen N. R. „Mr Tideman giecp da laatsttraak aai: om tieh den tolk us malm van het gerucht dat de haarkraecbe kaïrnni-eehtcr z,i. lijdt artnens." gegeven, dat het gerucht volkomen gegrond was en dat alleen zijn ambtsgeheim hem weerhield tal van bewijzen daarvoor bij te brengen dat de burgemeester van een der gemeenten, ondervraagd naar de oorzaak van bet bij voortduring vervuild zijn der wegen in zijne gemeente door overtreding van bestaande verordeningen, de schuld gaf aan de geringe medewerking van het kantongerecht te Haarlem dat twee andere burgemeesters uit het kanton huune moedeloosheid hebben geklaagd op eene plaats die wij niet kunnen noemen zonder eenige onnoodige beroering te weeg te brengen dat inmiddels den invoer van bedorven althans ongekeurd vleesch in Haarlem vooral uit Haarlemmermeer ongestoord immers zoo goed als ongestraft, voortgaat, als een winst gevend bedrijf; dat de bedrijvers daarvan lachen om des kantonrechters boetetjes omdat zij tusschen den tijd van gevonnisd worden en betalen, met hun smokkelen drie maal zooveel ver dienen als de boete bedraagt, al is die ƒ10.of een en kele maal, bij herhaling, f 25. dat door ernstige menschen die van de zaak verstand hebben meermalen met instemming deze uitspraak omtrent den kantonrechter is vernomen, dat hij is: fortiter in modo, suaviter in re dat een der hoogstgeplaatste ambtenaren van een dei- gemeenten uit het kanton tot schrijver dezes zeide: gij zegt het, maar wij denken en wij weten hot dat maar waartoe nog meer koren gedragen op eigen molen Het is wel, vooral omdat de zaak zich niet tot de zucht om vrij te spreken, naar wij meenen, uit 's kantonrechters goed hart voortspruitende, bepaalt. Dat vrijspreken is zelfs misschien niet de belangrijkste factor in dit geval; maar 's kantonrechters spreekwoordelijk geworden clementie jegens beklaagden en het in de openbare zitting vaak droevig ont haal dat verbaliseerende ambtenaren en getuigen ontvangen, zij zijn teekenen van een gemis aan het juiste verband tusschen 's kantonrechters goeden wil en sommige dringende behoeften der maatschappij. Deze verkeert naar veler over tuiging in een toestand van vervorming, die te langzaam gaat voor hen die lijden, omdat er niet hard genoeg en niet genoeg met voordacht en studie van het werkelijke leven gewerkt wordt door hen die het materieel goed hebben. Ook des kantonrechters overtuiging verkeert onder den invloed van dien toestand, maar zij spreekt, het zij met blijven- den eerbied voor zijn persoon gezegd, uit hem niet altijd op de wijze als zij tot ons heeft te spreken uit den modernen rechter. Voor dezen blijft de gestrenge gerechtigheid meesteres, de wil des wetgevers het eenig gebod, het eenige richtsnoer. Is hij overtuigd, dat de wet is onpraktisch, dat ze zelfs is vexatoir, dan heeft hij toch haar toe te passen zooals de wetgever ze wezenlijk heeft bedoeld. Heeft iemand eene over treding begaan strafbaar gesteld bij de arbeids-of veiligheids wet, dan komt bet in den modernen rechter niet op tegen over den overtreder den wetgever als het ware in het aan gezicht te slaan door publice van zijn rechterszetel tot den beklaagden te zeggen dat hij rechter in zijn, beklaagde's plaats, juist zoo zou hebben gedaan. De moderne rechter blijft zich op de hoogte houden van alle maatregelen, die de in nog veel grooter moeilijkheden dan hij verkeerende moderne wetgever beraamd heeft en doordringt zich van diens geest en bedoeling, en dien overeen komstig, dus niet als waren die moderne wetten een last, maar als van noodzakelijk nut, past hij ze toe. Laat de ont wikkeling van het volk z. i. niet toe dat naleving van al die wetten algemeen kan worden gevorderd, dan blijft niet te min de wet, wet en als strafrecht van dwingende kracht, zoodat het de beklaagden zijn, die het daaruit voortsprui tende leed alleen en in vollen omvang hebben te dragen, maar daarnaast zal hij dan indachtig zijn dat ook het meeren- deel der verbaliseerende ambtenaren eenvoudige volkszonen zijn, in wier kring hij de meest heillooze verwarringen, in wier karakter hij moedeloosheid brengt door elk hard woord zonder noodzaaic in het openbaar tot hen gezegd door elk partij kiezen tegen hen en voor den overtreder. De moderne rechter zal voorts, in vereenigingen, in ge schriften, in zijn omgang met standgenooten of andere

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1909 | | pagina 1