Bijvoegsel van „ïjet 3loemendaalsch Weekblaö"
van Zaterdag II December 1909.
Het „BLOEMENDAALSCH WEEKBLAD" is a
.10 ct. per exemplaar verkrijgbaar gesteld bij de
1 boekhandelaren:
Te B1 o e in e n d a a 1
P. STINS Pzn.
Te Haarlem:
DE HAAN EN ZOON,
Groote Houtstraat 137.
H. N. MUL,
Kruisstraat 25.
J. M. STAP,
Groote Houtstraat 63.
WILLEM B. VERNOUT Azn.,
Warmoesstraat 10.
Te IJ m u i d e n
C. T. SNOOY,
Kanaalstraat.
Aau het Bureau van ons blad, Gedempte Oude
Gracht 65 te Haarlem, zijn van af heden geen
losse exemplaren meer verkrijgbaar.
Uyt fle Vroetschap van Haerlem.
iv.
Wij hadden in lange nyets
vaD Onzen Vroetschap te
doen gehad, tot nu Woens-
dagh wederomme eene sittingh
was verordonneert, waerover ick
ditmael seer karigh syn sal.
Hoe tog moet ick U schilderen
des Vroetschaps verhooien ge-
dagten, dewelcke so bevallyck
ende nyet geheel onvruchtbaer
werden verborgen gehouden voor
de Burgerijs, toen het den Raedt
in den kop quam den Heere
Ch. van de Poll, die so ghy
weet, voorsitter was van de «Commissie van Toezicht op
het Stedelyck Museum", en als synen tydt verstreecken
synde, wederomme opnieuw gaerne de uytveikoorne wilde
sijn (so ick dit tenminste aen het regte eynde heb?) van
de 29 stemmen, waerop hij reght hadt, maer 16 te ver-
strecken ende 11 aen den Heere Krelage, die, onderweyl
door den Praeses de naamen werden voorgelesen, met eenen
vrient sat te keuvelen, alsof 't hem niet aenbelangde. Ghy
weet het, aengesien de sprake de menschen te zaamen koppelt
en verenigt, ende daer de tale is een vroedwijf der sinnen,
?en tolck des herten ende een schildery der ghedachten,
so moot eenen Vroetschap sig speenen van duisterlyck zijn
meeningh uyt te spreken, maer tier en frank tot heyl der
liurgerije en deszelfs schatten en konstwercken als eene
Openbaringh van Gezag synen wil geliick eene kraftighe
bazuin doen schallen tot ontsettingh en groten schrick der
I half en heel voozen die noyt door een volle openstaende
1 deur naer binnen treeden maer immer ter kiere insluypen.
Waeromme den eenen gecrenckt ende den anderen mishaegt?
Hou ick haest nyet segghen het oude spreekwoort
Dit is van oudts des waerelts staet
Doet ghy my goet, ick doe dy quaedt,
Doetstu my eer, ick doe dy lachter, (oneer)
Zetstu my voor, ick set dy achter.
Egter is metdital de quaestie der schilderyen nog niet ten
eynde ende misschien dat de Vroetschap nog wel eens een,
allicht verguit, pilleken sal te verdouwen hebben. Maerlaet
ons hopen dat dese wortel van soveel twist, vyantschap ende
boosheyt spoedigh uytgetrocken worde. Temeer nu de Heere
Middelkoop syne benoemingh heeft aenvaert, so ghy weet.
In de saeck «Uitbreidingsplan ten Zuiden van de Amster
damsche Vaart" hebben de tonghen sich nog geroert. Was
't de Heere Van Styrum die alles ten beste keerde, 't was
van den Heere Thiel te prijzen sigh by het verstandighe
oordeel syns ambtsgenoots neer te legghen ende niet van
syn ryckdommen van cierlycke woorden tot uytbeeldingh
zijner minder juiste meeningh gebruyck te maecken [om den
Raedt te dwingen hem te volgen. En so was 't den Heere
Breda Kleynenberg eene hertsopluchtingh syn overkropt
gemoet uyt te storten ende de fiolen syner geregte toorn
over het goedighe hoofd des Heeren Lasschuit te kunnen
gieten, die syn woorden allicht nyet so yselick quaed had
bedoeld. Hoe de Heere Spoor parmafoy so verbolgen was
ende bleef?
Van al 't andere can ick U nyets belangrycks segghen,
want de sittingh was van eene matighe belangryckheyt,
■hoewel onderweyl het stemmen plaets vond, van eene gesel-
lighen aerd. De Heeren maeckten het sig regt genoeghlyck
ende al keuvelende en suygende aan hun roockstocken
(och, waeromme toch is de Gouwenaer verbannen wert de
tijdt door hen gecort en clonck als het zoemen der nyvere
bijen in hun corf het gepraet in een geroezemoes, waar
doorheen de tussenbeyde yetwat pligtmatig uytgesette stem
van den Praeses hoorbaar was, gelyck het claeteren eens
watervals boven het gemurmel van 't heerlycke beekjen met
lieflycke eentonigheyt uytkomt.
Nademael er geene geheime sittingh was, en de stemmingh
ten eynde syndenyemant verders wat had meede te dee-
len hetwelck de moeyte des beraeds waerdigh geceurd wert,
stond de Praeses op en ging de Vroetschap uyteen.
Corbasiüs.
A.s. Donderdag eene vergadering der Bloe-
Fotografie. mendaalsehe Amateur-fotografen Ver-
eeniging in hotel «Welgelegen". De
leden van «Bloemendaals Bloei" worden geïntroduceerd. De
agenda bevat uitsluitend projection.
Wilt gij eens den slem hooren van
Godsdienst. een christen, een katholiek, maar geen
staatkundig drijver, van een op wien
Verlaine met zijne religieuse verzen zich heeft geïnspireerd
Lees dan hardop voor uzelven dit vers van De Lamartine
Le chrétien mourant. Hij maakte het in 1819 liggende op
zijn ziekbed, gefolterd door een gevaarlijke en langdurige
ziekte. Vergeet niet op den tweeden lettergreep van eiken
regel een klemtoon te leggen en in midden van eiken regel
even op te houden.
Le Chrétien Mourant.
Qu'entends-je? autour de moi l'airain sacré résonne!
Quelle foule pieuse en pleuranb m'environue?
Pour qui ce chant funèbre et ce ptïle flambeau?
O mort! est-ce ta voix qui frappe mon oreille,
I'our la dernière fois? Eh quoi! je me réveille
Sur le bord du tombeau!
O toi, d'un feu divin précieuse étincelle,
De ce corps périssable habitante immortelle,
Dissipe ces terreurs: la mort vient t'affranchir!
Prends ton vol, mon óme, et dépouille tes chaines!
Déposer le fardeau des misères humaines,
Est-ce done la mourir?
Oui, le temps a c.essé de mesurer mes heures.
Messagers rayonnants des célestes demeures,
Dans quels palais nouveaux allez-vous me ravir?
Déjü, déjó je nage en des flots de lumière;
L'espace devant moi s'agrandit, et la terre
Sous mes pieds semble fuir!
Mais qu'entends-je? Au moment oü mon arae s'éveille,
Des soupirs, des sanglots unt frappé mon oreille!
Compagnons de l'exil, quoi! vous pleurez ma mort!
Vous pleurez! et déjiï dans la coupe sacrée
J'ai bu l'oubli des maux, et mon óme enivrée
Entre au céleste port.
Of in het veel minder resoneerende nederlandsch, naar
een gebrekkige vertaling
Eens christen sterven.
Wat hoor ik over mij het hemelsch koper klinken!
Wat droeve lieden waren 't, die weenend mij omringden?
Goidt mij dien doodenzang en 't bleeke brandend licht?
O dood is het uw stem, die fluistert in mijn ooren
Een allerlaatst geluid? Welaan ik wil u hooren,
Mijn graf in het gezicht!
En gij, afschijnsel, vonk van goddelijken geest,
Onsterfelijke, stervend uit afbrokkelende leest,
Verdrijf den schrik, de dood wilde u bevrijden
Mijn ziell Stijg uit en wikkel uit de kluizen
Van menschlijk leed u los en uw benauwde huizing.
Is dit verscheiden?
Ik voel al dat de tijd mijn uren niet meer telt,
Straleude boden uit de woning hooggesteld
In welk nieuw en rijk oord bereidt gij mij genuehten?
Ik schijn alreê te drijven in een groot meer van licht,
Voor mij verruimt de wijdte en de aarde die daar ligt
Schijnt van mijn voet te vluchten.
Wat hoor 'k op 't oogenblik dat mijne ziel ontwaakt,
Is het een zucht en snikken dat mijn oor genaakt?
O broeders daarbeneên, die mijnen dood beweent,
Gij moogt niet weene', ik heb reeds in de heiige schaal
Zalig vergetelheid gedronken van mijn kwaal,
Mij is het heil verleend!
Kerknieuws.
Ned. Herv. Gemeente, Zondag 12 Dec.
Voorm. 10 uur, Ds. J. A. van Leeu
wen. Nam. 7 uur, Ds. J. A. van Leeuwen.
R. K. Kerk te Overveen. Zondag 12 December voorm. 7 en
8iy uur Gelezen H. Missen10 uur Hoogmis 3 uur Vespers.
R. K. Kerk te Vogelenzang. Zondag 12 December Kerkelijke
dienst te 7^ en 10 uur.
Lezing Sauveur.
Kunsten en Maandag zal de heer Sauveur, leeraar
Wetenschappen, aan de H. B School, in de bovenzaal
van de Kroon eene fransche causerie
houden over Les Poètes beiges et suisses d'expression
franijaise. De Bredasclie Courant schrijft o a. over de
voordracht
Onze hooggespannen verwachting werd niet teleurgesteld,
het was een genot, een groot feest in de moderne Belgische
poëzie te worden ingewijd en dat op zoo mooie, gevoelvolle
wijze. De verzen klonken als muziek van de lippen van den
conférencier, en welk een gelukkige greep was het uit deu
rijken dichtbundel der Jongeren. Het souvenir van Emile van
Arenberg, le Sonneur en le Posseur d'eau van Emile Verhaeren,
le Passé qui file van Grégoire le Roy en de chansons van
Maurice M eterlinck, om slechts eenige juweeltjes te noemen,
werden meesterlijk voorgedragen.
Hoe heerlijk klonken ons ook in de ooren de verzen van de
Zwitsersche dichters Edouard Tavan, Eugèue Rambert en
Charles Fürster. Hoe aangrijpend was het vers la Douleur du
Tauveau van den eerste en hoe bekoorlijk la petite Hirondelle
en Pour une fleur van de twee andere dichters.
De mooie Fransche taal zoo rijk aan melodie als de klinkers,
zooals gisteren, vol werden uitgesproken, zoo zoetvloeiend door
de stomme, die de woorden laat doorklinken en uitsterven
bracht ons weer onder hare machtige bekoring. De duidelijke
articulatie ook deed ons niets der verzen verloren gaan, zoodat
wij den heer Sauveur aanhoorende, onwillekeurig moesten den
ken aan zijn gestorven leermeester professor A G. van Hamei,
die zoo geestig het genie van de Fransche taal weergeeft ah
hij zegt „Pour bien prononcer le francais, il fout mordre les
consonnes et soupirer les voyelles.
Waar vorm en inhoud dus zoo samen gingen om van deze
voordracht een mooi geheel te maken, daar mogen wij niet
nalaten den conferencier onze hulde en onzen warmen dank
te brengen voor den aan geestelijk genot zoo rijken avond.
Her is teer, blz. 41.
Kuyper. Nog altoos wordt het in onze gerefor
meerde kerken bij het uitgaan van den
kerkeraad zoo schoon gebeden: „Inzonderheid bidden wij U
voor de Overheid, die het U beliefd heeft over ons te stellen.
Geef dat haar gansche regeering daarnaar gericht zij, dat de
Koning aller Koningen over haar en hare onderdanen regeere" I
In gebedsvorm geheel hetzelfde wat in mijn toespraak
heette: Onderwerping van Vorst en Volk aan den Heere
onzen God!
Eer is teer, blz. 46.
Als de Koning rechtsbepalingen omtrent het huwelijk, als
zijnde een contract, maakt, regelt hij deze aangelegenheden,
voorzoover de rechtssfeer dit eischt, maar hij speelt geen zede-
meester. „Zedelijkheid" daarentegen is heel iets anders, want
ze geldt de gezindheid en de gedragingen van de burgerij
buiten den rechtssfeer.
Eer is teerblz. 46.
Eisch toch van alle zedelijk leven, zal het van den echten
stempel zijn, is dat het wortele in persoonlijke verantwoorde
lijkheid, en juist dat karakter van persoonlijke verantwoorde
lijkheid heft deze zedelijke staatsvoogdij op.
Eer is teer, blz. 38.
De Leidsche Hoogleeraar Taco Hajo van den Honert, ook
U niet onbekend, sta hier als mijn getuige, dat zóó eu niet
anders het stelsel ook der oude Protestanten was. Hem noem
ik bij voorkeur, omdat hij een der jongste getuigen is(+ 1740)
en breeder dan de meesten in zijn werk: De veris viis Dei dit
stelsel uitspon (T. H. v. d. Honert, Van de waarachtige wegen
Gods. I, pag. 550). Verdriete het U daarom niet, een oogen
blik uw aandacht te schenken aan deze paragraphen uitzijn werk:
„Daar is onder de Menschen geene Overheid soo groot, dat
„hij Vrijmagtig in syne Regeering is. Sy mag haaren Onderdaan
„niet gebieden, wat haar enkelik lust, en wel gevalt. Neen!
„De overheid moet eerst, volgens het bewijs-vestigde van 't
„Xde Hoofdstuk deeses Ilden Boeks 40 in haar gemoed over
tuigt syn, dat God, haar Wesendlik Heer, wil, dat sy, als Gods
Wesendliken Onderdaanhaaren Onderhoorigen Burgers sulks
„van Gods wegen gebiede. Agtervolgens deese haare verpligting
„moet sy haare regeering stipt waarnemen. Gebiedendenooytiets,
„dat sy niet voor af, door een klaar en onderscheiden begrip,
„wete, haar van God, om het haaren Ondersaten te gebieden,
„opgelegt te syn".
Waarom wij deze woorden van dr. Kuyper aanhalen?
Omdat zij belangrijk zijn. Zij leeren ons, dat volgens de
moderne calvinistische leer de overheid zich niet onder
dwang van menschen heeft te stellen, dus ook niet onder
de dwang van menschen al dragen zij een geestelijk kleed.
L.l. Zondag trokken we met een stevig
Sport. elftal naar Zaandam, doch daar aange
komen, hoorden we, dat 't veld onbe
speelbaar was. We pakten vlug den gereedstaanden trein, die
ons weer naar Bloemendaal terugvoerde.
A.s. Zondag 12 December zal A.V.V. op bezoek komen.
B.V.V. heeft kans om kampioen te worden. Maar helaas
wij vreezen dat de talrjjke toeschouwers zullen verknoeien
wat de B.V.V. leden uit 't 1ste elftal met inspanning en
ausdauer haast verkregen hebben. Ze maken misschien dat
B.V.V. geschorst zal worden, doordat de enthousiasten veel
ie enthousiast zijn. In hun zenuwachtigheid schelden ze op
de tegenspelers endat is nog 't ergsteop den
scheidsrechter. De N.V.B. ziet dat heel goed in en stuurt
een 1ste klas scheidsrechter genaamd Meerum Terwogt. Ik
beloof u, toeschouwers als gij één woord zegt dat hem niet
bevalt, 't zij over de spelers of over hem zelf, gij
onmiddellijk 't veld zult moeten verlaten. Dus nog eens:
bederft 't niet voor uwe club, houdt uw mond stijf dicht
anders loopt 't er nog op uit dat B V.V. geschorst zal
worden. Gij zijt toeschouwers en blijft dat dan ook. Meerum
Terwogt is vast niet mis, hoor
Een belanghebbende.
Van alle handwerken is het zeker het
Voor onze Dames, borduren, dat het meest voorkomt. Men
kan haast geen japon zien, zonder een
dergelijke versiering.
Op de eenvoudige wollen japon brengt men soutache aan,
meest kleur op kleur, of smalle geborduurde randjes met
gekleurde zijde. Op zijden toiletten borduurt men met kunst
zijde. Door de teekening eerst zeer sterk met borduurkatoen
op te vullen, krijgt men een fraai effect De Singer naai
machine maakt deze huiskunst veel minder tijdroovend, maar
het fijnste blijft toch een geheel uit de hand geborduurde
japon. Om de teekening zuiver te houden, moet men in
moezen vooral niet te veel steken doen, dan blijven zij
mooi rond.
Ouderwetsche hoeden met lage bollen kan men op een
voudige manier moderniseeren, door de bollen te verhoogen.
Men knipt den rand met ongeveer 2 cM. van de bol rond
om af, zóó dat men twee deelen krijgt, hecht op dien rand
een stevig stuk gaas, ongeveer 10 cM hoog, waarna de
bol op de aangebrachte verhooging wordt genaaid. Nu hecht
men eerst een kapje in. Zacht gaas drapeert men vervolgens
om den hoed, waarover een zijden garneering met onzichtbare
steken genaaid wordt.
Door een paar druppels eau de cologne en een kleiu
scheutje waterstof superoxyde in een glas water te doen,
krijgt men een goedkoop en frisch mondwater. Waterstof
superoxyde moet vooral versch zijn daar zij anders niet
schuimt.
Langdurige ondervinding leerde me, dat men dit artikel
het beste bij de firma Veen, Gr. Houtstraat, Haarlem
betrekt.
Mouche.
Nieuwtjes, vragen Deze week zult ge de lantaarn van
en antwoorden. uw rijwiel ten 4.14 ure aansteken.
Volgens De Auto zijn thans in St. Petersburg 700 auto
mobielen in omloop.
Toilet.
Op het ziekbed geteekend door Albert Hann.
„Het boetekleed ontsiert den man niet."
{De Notenkraker)