Bijvoegsel van „ijet jjloemenöaalsch "Weckblaö" üyt de Vroetschap van Haerlera. v. Posterijen Nieuwjaar. Een praatje over de Bioscoop. van Zaterdag 18 December 1909. et grote spanningh ende jseer begrypelycke nieus- gierigheit was het oogh van Haerlem's Burgerey geves- tigt op deze beraedtslagingh der Vroetschap, zijnde de sitbanken deweleke ten dienste van vreem- delinck ende poirter in de Raedt- sael geplaetst syn, oock wel genoemt „publieke tribune", als tot uytpuylens toe beset. Den een verdrong letterlijck d'ander en wee den swackelingh die sig te midden der dullen van syne met soveel moeyte ende geduld vercreegen plaets verdringhen liet. Reets ten twaelf uuren op ten middagh, zagh men etlyke menschen voor de deuren van 't Prinsenhof met Engelen geduld staen wagten om binnen gelaeten te worden, in de guurheyt van bet koude weeder wel van bun onbe- kropenheyt1) getuigende. Mans en vrouwen, van alle kanten 't saemgestroomt, vulde nae 't binnenlaeten, geheel dit ge deelte van de sael ende de cleyne Suppoost wist in syn goedighe gedienstigheit ten leste niet meer hoe sig uyt dese benarden toestand te redden, tot geluekigh een vendel politie- dienaaren quam om verders orde op saecken te stellen ende een en ander goed te regelen. Hoe quam, hoe gebeurde dit alles so? Vanwaer dese noytgesiene nieuwsgierigheid ende dit wilde gedrangb om tog maer vooral de beraedtslagingh bij te woonen ende persoonlijck sicb te vergewissen hoe de Vroetschap sig in deese van haar taak soude quijten 't Was omdat de ge moederen der Burgerij de laetste weecken verontrust waeren geworden door 't alarm omtrent de Waterleyding en de beraemde stoute plannen om by vrient en buur in te vallen en dese te dwingben de bronnen van haar grond af te staen tot eygen beyl ende laafenis. 'T quam omdat eenighe avon den t'voren eenen Professor groot van naeme en bequaembeyd sig hadt doen hooren ende de verontruste gemoederen yetwat tot bedaeren hadt gebragt, dog de saeck toch oock weer niet naeder tot eenighe oplossing hadt kunnen brengen, omdat, ja, omdat... sooveel hoofden, sooveel sinnen Gby kent sulks. Dus waeren met dit al de geesten van streeck en waer men de voeten set'e, hoorde men van niets als van de Waterleyding. Sodat 't dus ganselyck niet te verwonderen was, dat dese beraedtslagingh soveel drukte ende rumoerig- heydt veroorsaeckte en men de beklemde gemoederen van 't harte wilde strijken. Wie sou in desen de onderleggende party syn? En so, temidden van getier en groot lawaay, con de sitting door den Praesis worden geopend. Dat condt ghy dencken dattet so was, maer in waer- heyt. alles was met den vossenstaert gegeesselt, hetwelck wil segghen dat er geen sweem, geen schaduw bestont van eenighe belangsteliingh. Alleen twee eersaeme joflers die, Joost magghet raeden waerora, op het uyterste hoeckje verkroopen waeren, saten daer en verders geen kint ofte craay die 't den moeyte waardigh badt gevonden oock maer yets der beraetslagingben op te vangben. Egter wist den Raedt self van geen tuylen. 2) De Praesis stack reets dadelyck vaerdigh van wal om te segahen dattet waere standpunt van Burghemeester en Wethouders was welgesindheyd jegens de buuren ende onpartijdigheyt in dese quaestie. Hy sprak lang en toonde sig seer loyaal in de dinghen die des oogenblicks waeren Den Raedt sig lang en by wyle heftiglyck met de waater- saeck besigh houdende gaf nogtans een resultaat, 't welck sooveel woords niet en hadde vereyscht. Den Heere Spoor geluckte het synen sin door te dryfen hetgeen hem wel veel volhardens costte, maer syn eloeckheyt was treflyck en was het oock sleghts simpel met eenen stem, by lagh tog boven en heeft wellictt veel quaed voorkomen. Corbasius magh dencken dat het heele geval u allen zóó bekent is dat hy er niets meer van hoeft te segghen. Maer om u te paayen, s) wil hy aen dit schryven nog byvoeghen, dattet hem hoogeiyck verwondert hebbende dat de Raedt nyet meer naer de so regt verstandelycke woorden van den in dit opzicht oock so bequaamen Heer Loomeyer luysterende, soveel stemmen aen den Heere Spoor verstreckte, het hem tog byster genoeghen doet dattet so is gegaen. Als de tydt nu maer leert dat het genomen besluyt alles ten goede keert. Toen alles wat op de Agenda stond, naer eisch en be- hooren was afgedaen, de Heeren Tjeenk Willink en H. D. Kruseman malcauderen aen het lagchen hadden gemaeckt, de vraegers om licht in de Anegang naer hun genoegen sullen worden bedient ('t geen oock wel magh) etc., etc quam de Heere Van der Kamp (die ick, 't zy even tusschen haeckjes door my gesegt, een raedtslid met verstandt 4) vint) met yets aendraegen, waermee hy d'outste courante van Haerlem eenen slegten dienst bewees ende waerdoor alweeder bleeck hoe men tog niet te voorsigtiglyck can te werck gaen ten opzigte der betrouwbaerheyt, van veele berigten van desen aerd als waérvan hier spraeke was. Laeten de maegden in de keucken ende veele achtbaire poirteressen dit tog oock wel bedencken. Den Heere Middelkoop begon als een bequaem speelman de Ouverture van het Halsen-drama vaerdiglyck in te setten. Het naer so veler meening te larg in duysternis gebleeven Rapport De Wildt sal dan eindelyck aen de Leden van den Raedt als Raedtsstuck worden gegheven 'T sal 'velen verfraeyen, 6) daer kunt gy van op aen. C rbasius. i) Onversaagdheid. 2i Talmen. 3) Paayen, van 'tfranche paix, vrede; dus: tevreden stellen. 4) Inzicht, meening. 5) Verheugen. t» ï-i ciA j Van Vrijdag 10 December tot Burgerliike Stand. J Vrijdag 17 December. Bevallen: J. C. HeidweillerWapstra, z. Getrouwd: E. H. R. Lenormand en J. M. Kalff; J. G. Tarenier en T. P. de Jong. Overleden: A. C. van der Mersch 21 j. Overleden te Meerenberg: J. Brink 26 j. Proj ec t ie-a v o n tl. FotOTafle. Donderdagavond hield de Bloemendaal- sche Amateur-Vereeniging hare Deeeni- bervergaderiug die ter wille van de uitnoodiging aan de leden van „Bloemeudaals Bloei" uitsluitend projection op de agenda had. Die uitnoodiging was met een vrij goede opkomst be antwoord. De grooie zaal van Hotel Welgelegen was nagenoeg gevuld, waartoe vooral de dames hadden bijgedragen. De Ver- eeniging, die in den regel iets merkwaardigs en bezienswaardigs weet' te geven, had zich meer dan gewoonlijk ingespannen, had inderdaad haren „beau jour". Reeds dadelijk bij den aan vang van de voordracht van den heer Cool uil Haarlem, een der ijverigste en meest belangs'ellende medewerkers der Ver eeniging, bleek zonneklaar dat ons een niet alledaagsch, superieur werk zou worden vertoond, kieken, gezien met het oog van iemand, die een goed ontwikkelden kunstsmaak bezit, met een snellen, scherpen blik het sohoone in het landschap waarneemt, belichting en tijd juist weet te kiezen, technisch het werk meester is, en aan de uitvoering groote zorg besteedt. Het was voor een kalm waarnemend toeschouwer aardig om te zien en te hooren, hoe de toeschouwers in het algemeen reeds na een paar projectiën gezien, en met eenige zachte uit roepen van bewondering of waardeering begroet te hebben, hun oordeel hadden gevestigd, en dat wel in den meest gun- stigen vorm. Men voelde het, de voordrachtgever had zijn publiek gewonnen. En stijgend bleef die bewondering, toen daarna in vrij snelle opvolging de heerlijke schoonheden van het Noorsch landschap in al zijne eigenaardigheden zich voor ons vertoonden, in een climax, die geen einde scheen te zullen nemen, zoodat men zich wel eens afvroeg: „Zou er nu iets nog mooiers kunnen komen?" Een climax, die zijn einde vond, in een gezicht op het prachtige, schitterende, en toch sobere en grootsche beeld van het ondereinde van een gletscher, waarbij de waardeering voor het zingenot van het oog na een oogenblik van algeheele stilte hare uiting zocht in een daverend applaus. Waarlijk, reizigers, die zóó van hunne reizen aan auderen medegenot weien te schenken, hebben voldoening van hunne tochten Geene betere propaganda voor een ama teurfotografen vereeniging dan dergelijke vertooningen I Hierna kwam de voorzitter van de vereeniging met_ eenige reproductiën van historische prenten uit zijne particuliere verzameling, voornamelijk etsen van Jan Luijken, die ons met het oog op de grootte van de zaal, die tot achteraan bezet was, ietwat te klein geprojecteerd werden en daardoor aan duidelijkheid te kort schoten. Een aardige bijzonderheid van onzen nationalen held. den luitenant ter Zee, Van Speyk, die ons als adelborst 2de klasse aan boord van het fregat „de Dageraad" naar een aquarel van Eekhout werd vertoond, werd ons daarbij medegedeeld. De voorzitter verklaarde ons uit de meest betrouwbare bron te kunnen verzekeren, dat de meer malen tegen dien held geuite blaam van doldriftigheid en roekeloosheid wegens het doen springen van zijn schip, waar door zooveleu van zijne bemanning, behalve hijzelf sneuvelden ten eenen male onverdiend en onrechtvaardig is. Het denk beeld zelf tot het verrichten van die daad is niet eens van Van Speyk uitgegaan. Die daad was een gevolg van een krijgs raad der bevelhebbers van de vloot, die toen in de Schelde kruisten, welke krijgsraad door Van Speyk als een der jongste leden in zijn hoedanigheid als bevelhebber van een kanonneer boot was bijgewoond en waarbij op voorstel van kaptein ter zee Voigt was besloten, dat iedere bevelhebber, die door een krijgsongeval of booze weersgesteldheid aan lager wal door de oproerlingen bezet mocht raken en geen anderen uitweg wist om zijn schip te behouden, zich op eerewoord verbonden zou rekenen om in zijn schip het kruid magazijn te doen ontploffen. Tot slot van de gewone projectiën werden ons eenige proe ven vertoond, waaronder een paar goede opnamen van den heer Van den Enden, een goed plaatje als eersteling van een beginnend werker, een kiekje in een bloemenvenster, waarin eene der ter vergadering aanwezige dames werd herkend, en werd de avond besloten met de projectie van een collectie kleurenfoto's van den heer Groote, sommige afkomstig van de firma Lumière fils zeiven, de uitvinders van het simultane driekleurenprocédé, alle welke kleurenfoto's goed, en ver scheidene daarvan zeer schoon waren. De laatst vertoonde oensdag 29 December, 8 uur. De Hagespelers, dit) Ed. Verkade. Hamlet, treurspel. Brongebouw. Zondag 26 December, 2 uur. Matinée en prijsuit- rei ug van den wedstrijd voor solozang. 8 uur. Concert Haarletnsch Muziekkorps. Rolschaatsenbaan. De Kroon. Zondag 2de Kerstdag. Bioscoop-voorstellingen van Alberts-Frères. 's middags en 's avonds. aan dag 27 Dece in ber idem.'s middags en's avonds. De Vereeniging. Zondag 2de Kerstdag, 8 uur. Bioscoop-voorstelling vat Alberts-Frères. Met het oog op den grooten toevloed van poststukken bij de jaarswisseling wordt het publiek verzocht, brieven, briefkaarten en gedrukte stukken, als prentkaarten, visite- jsaa: tjes en circulaires, welke men bij voorkeur op 1 Januari wenscht te doen bestellen, te voorzien van twee elkaar schuin snijdende strepen, getrokken over de geheele adres- liijde en die stukken reeds op 27, 28 of 29 December ter unoio wvmge- vaarten in spookachtige gedaante door het luchtruim en buldert de zee, waarop duizenden het veege lijf wagen in den strijd om het bestaande zee waarop zoo menig drama wordt afgespeeld, zoo menige heldendaad wordt verricht de zee, dat groote tooneel van angsten en lijdendat groote graf met zijn wijden, diepen schoot. Wij zijn menschen, om ook te midden van eigen lief, af te dwalen naar anderer lijden, ook al kunnen wij voor ons zeiven dat lijden niet opheffen of verzachten. Hier Kunnen wij slechts in raadselen wandelen, doch waar wij er ons aan gewennen om bij elke gelegenheid ook het hart te laten spreken, daar zal onze hand wel steeds iets vinden om ie doen en, zeker zullen we dat kunnen waar de lichtjes van den kerstboom worden aangestoken, maar. wellicht nog niet voor allen branden Wanneer in deze dagen alles zoo kleurloos en somber is, als het haast geen dag meer wordt en we tobben met onzen arbeid, dan stemt dat wel eens tot droefgeestigheid. En bovendien, het zijn niet altijd blijde gedachten die ons ver vullen, wanneer, bij het naderend einde van een jaarkring, in de dagen van het vredefeest, we wat meer plaats inrui men aan den ernst des levens. Er is zooveel om ons heen, dat niet bevredigt en niet voldoet. Vaak is het ons, alsof de menschen wereld in een worstelperk vertoeft, waar alleen sprake is van winnen of verliezen. Zelfzucht is altijd de booze geest der menschheid geweest, die alleen maar van tijd tot tijd van costuum verwisselt, zij is de ware moeder van den oorlog, met zijn jammeren en gruwelen; zelfzucht moeten op de reis door de levenswoestijn Op die groene plekjes is het vrede, te midden van een groot tooneel van wrijving en strijd. Er is een vrede in't groot; en is er ook een in 't klein. De vrede in 't groot is een illusie. Een volkomen haimonisch samengaan van de menschen en de dingen in 't algemeen, is slechts denkbaar in een toestand van volmaking, dien wij ons niet kunnen voorstellen en die kennelijk met de natuur van al het ge schapene in strijd is. Maar er is ook, zeiden wij, een vrede in 't klein, die minder besproken en minder bezongen wordt, waarover men geen congressen houdt en waarvoor men geen paleizen sticht. Ze is misschien een beetje eenvoudig en nuchter, bovenal practiseh, enfin heel gewoon en volgens sommigen het aan kijken niet waard; maar de ondervinding leert toch, dat het de moeite loont eens kennis te maken. En die dien kleinen vrede kennen wil, die doe eens zijn best om een klein beetje vriendelijk en voorkomend te wezen, een ander ook wat te gunnen, iemand eens te helpen en te steunen, de hand dei- verzoening toe te steken, zijns broeders hoeder te zijn en dat alles vooral ook dan te doen, als de kleine, zwarte demon hem inblaast om precies andersom te handelen. En dan lette hij eens wat nauwkeuriger op zijn gemoeds toestand, na het betrachten van een of meer dier eenvoudige en toch soms zoo ontzaglijk moeilijke dingen. Hij zal ervaren in dien strijd want ook het streven naar vrede is strijd eene overwinning te hebben behaald, die wellicht meer vol doening schenkt dan het bewustzijn van een grootsch wapen feit te hebben volbracht. 't Zijn kleinigheden, inderdaad; maar een leven, uit zulke FEUILLETON. i. Wij leven in een merkwaardigen tijd. Niet alleen dat we de wonderen der electriciteit mogen meemaken, en telegraaf iffi telefoon ons zelfs weder verouderd schijnen, doch ce tustelooze, immer zoekende geest des menschen is onver moeid bezig met de oplossing van nienwe wetenschappelijke problemen. Het luchtvaartvraagstuk houdt de knapste kop pen bezien al vergelijkt men nu zoo gaarne de op dit terrein bereikte resultaten met eerste kinderschreden, men nag toch toegeven, dat deze stappen voorspoedig en met even-mijls-laarzen geschied zijn. Zoo ook met de bioscoop. Reeds zijn onze verwende oogen gewoon geraakt aan de wonderen der levende beelden Op het doek en met dezelfde werktuiglijkheid waarmee men üicli van de telefoon bedient, aanschouwt men de resultaten van die verwonderlijke scherpzinnigheid toegepast op dit Werktuig des vermaaks en tevens van zooveel onafwijsbaar nut ten dienste der wetenschap. Toch zal het de meesten Onzer lezers niet ongevallig zijn, dunkt ons, eens iets naders omtrent de geheimen, als we het zoo mogen noemen, der bioscoop te vernemen. Menig beeld immers is het wandelende raadsel gelijk. Zoo bijv. de beweeglijke lijn-teekeningen. ij kennen ze allen. De projectie begint met een streep, fan deze streep komt een tweede, dan een derde, vierde, vijfde, een zesde en de hoekige vormen van een poppetje zijn ge reed. Plotseling ontstaat er beweging in de teekening en tot allir verbazing begint het figuur te loopen, tot een gril van den teekenaar de lijnen verlengt, ombuigt en aanvult en de P°p ziendeweg gemetamorphoseerd wordt in, laten wij zeg gen, een trekpot of iets dergelijks. Hoe geschiedt dit nu? Betrekkelijk eenvoudig, doch zeer tijdroovend. De eerste lijn is geteekend en het fotografisch toestel staat gereed. Eene opname geschiedt met een snelheid van 1/20 seconde en het eerste beeld is gevormd. Een enkel streepje, meer niet. Dan wordt het tweede geteekend en gefotografeerd daarna het derde, vierde, vijfde en zoo vervolgens tot het beeld voltooid is. Laten we aannemen dat hiervoor 250 opnamen noodig zijn, aangezien de ronde lijn van het hoofd uit wol 20 ot meer flauw gebogen streepjes bestaat. Nu begint het beeld te leven, d. w. z. de teekenaar wischt het eene been weg en teekent het in iets vooruitgestrekte houding, een millimeter slechts vooruitgeschoven, de opname volgt, weer het been iets vooruit en zoo door tot de stand vol tooid is. Dan volgt de beweging van het andere been, maar onderwijl heeft de teekenaar het geheele lichaam eenige andere standen, behoorende bij het loopen, moeten geven. En zoo herhaalt deze manipulatie zich zoo dikwijls als noodig is. Hetzelfde proces wordt gevolgd bij het veranderen van het poppetje in een ander voorwerp. Streepje vooi streepje wordt met jobsgeduld verwisseld, tot eindelijk de geheele voorstelling gereed is. Het is begrijpelijk dat, om slechts enkele ininuteD te kunnen projecteeren, men uren, soms dagen, met de vervaardiging der negatieven bezig is. Een andere niet minder belangwekkende projectie is o. m. de voorstelling van een betooverden trein die onder water rijdt, hoewel ze van eenvoudiger samenstelling is. Dit ge heim bestaat alleen hierin dat er twee negatieven worden gemaakt, een van een in beweging zijnd beschilderd doek, waarop water met visschen en de andere van het inwendige van een coupé. Te zamen afgedrukt, vormen ze de illusie, die trouwens volkomen is, van een reisje onder water per trein. Het schijnbaar derailleeren van een trein of een griezelige val in een kloof, geschiedt in werkelijkheid met speelgoed, handig, soms zelfs geniaal, nagebootst. Het, aan de meesten onzer lezers waarschijnlijk niet on bekende, verwisselen van bloemen of bouquetten in bijv. danseressen is eveneens een interessant fotografisch kunst stukje. 't Komt door het langzaam vernauwen der lens waardoor 't beeld ongemerkt verdwijnt terwijl het andere door langzame verwijding der lens ongemerkt naar voren komt. Ook het verkrijgen der beweging van leveulooze voorwerpen, laten we zeggen een geldstuk op een bord, is een geduldswerk, tenminste bij de aanvangsbewegingen. Nadat het geldstuk in eersten stand, liggende, gefotografeerd is, wordt het met een nagenoeg onzichtbaar ijzerdraad een millimeter, of nog min der, aan eene zijde omhooggehouden voor de tweede opname. Weer een hal ven milimeter hooger, weer een opname, en zoo voort, tot het staat. Moet het nu in deze houding naast andere geldstukken gebracht worden, dan gaat dit ook weder stapje voor stapje, doch mag het rollen of draaien, zoo krijgt het de vereischte beweging en deze wordt dan in natura door den fotograaf genomen. Dezelfde handeling wordt toegepast op het beweeglijke potlood en moet het onzichtbaar bestuurde mes het van een punt voorzien, dan kost deze handeling verscheidene uren van ingespannen arbeid. Van snellere bewerking is bijv. het volgende. Op het doek wordt een muziekblad geprojecteerd. Dan, enorm vergroot, een gedeelte hiervan, bijv een of twee maten, waarin oen tiental noten voorkomen. Plotseling verschijnt in elke noot een figuur danseres, dirigent, clown, of iets dergeljjks, maar beweeglijk. Verbazing bij ieder. De oplossing echter is zeer eenvoudig: De noten zijn feitelijk gaten met zwarten achtergrond en op eenigen afstand bevindt zich de levende figuur die gefotografeerd wordt op de in de noot passende grootte. En zoodoende zijn de aan te brengen variaties onuit puttelijk. Van het een komt men op 't ander. Aardig is

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1909 | | pagina 5