BRONSTEE
VAN WIJK,
Vmtraal - Tel. 12!
reT
WIEGAN1
Engelsch
Berlitz Sche.
languages, f.
Kiesstr. 33, Haarleif
ig en alleen:
n naammisbriaik
outstr. 153 - Haarlei
vernieuwende leven. In het verleden lag voor hem het
heden, in het nu wat worden zal. Het nieuwere, het betere
te bevorderen, daarvoor heeft hij gestreden. Daarom werd
de maand April voor hem de uitverkorene: »ik kies voor
mij (van alle maanden) AprilAls al het oude valt. En al
rozen en herinneringen, als dorps-dokter slijt. Een mensehen-
leven, mooi gevoeld, mooi weergegeven. Van een karakter
als het hier geschilderde is het zoo begrijpelijk, dat bet
zich niet met den loopbaan van jurist kan vereenigen. 1)
Hij, de teergevoelige dweeper wondt zich al aan mogelijk
onrecht. Fijn geteekend is de groote, reine liefde, die hij
Anna, een superieure vrouw, toedraagt. En hoe zij die hij
lief heeft hem een blik doet slaan in het vrouwenleven, en
hem verandert in een verdediger der vrouw, nu hij het
werkelijk vrouw-zijn leert waardeeren en respecteeren.
Maar geluk is voor hem niet weggelegd. Zijn Anna gaat
voor hem verloren, om zijn vriend te huwen. Ook hier zijn
er geen hartroerende tooneelen, maar alles waarschijnlijk,
eenvoudig, droef. En hij blijft alleen met zijn beroep, waarin
hij veel leed vond en ook kon lenigen, en zijn herinneringen.
Een verhaal van menschenleed, boeiend door eenvoud, mooie
gedachten, en poëtisch waas. Een boekje om te lezen en te
herlezen
Over de lange paletot is het doodvonnis uitgesproken, of
het echtei voltrokken zal worden is een andere questie. In
ieder geval zal men bij het koopen van een nieuw costuum
verstandig doen, den halflangen mantel te kiezen. De rug is
weer aansluitend, aan den mouw is haast geen verandering
gebracht. Wel zijn aan de porijzer modellen de mouwen
zeer lang, zoo lang zelfs, dat ze tot de vingers reiken en
daar door een spang worden vastgehouden. Hierbij moeten
dan geen handschoenen gedragen worden. Een onpractische
modegril
Met een écbarpe van zwart fluweel gevoerd met lichte
liberty-zijde, en met zijden franje afgezet, gracieus gedrapeerd,
maakt de Parisienne haar entree in den schouwburg.
De rokken van de nieuwe modellen zijn aansluitend om
de heupen en nauw tot aan de knieën, om daar in plooien
uit te waaieren. De nieuwe voorjaarsmode herinnert aan
stijl Louis XlII-gepoefde mouwen en puntige tabliers.
Tooneelspeelsters stellen ons al in de gelegenheid het aller
laatste te aanschouwen, en dragen daarbij als onderkleeding
alleen een zeer stijf en vast-geweven zijden tricot, dat het
n Red.
lichaam steunt zonder het in de bewegingen te belemmeren*
Daarover valt dan los en vrij het ongevoerde kleed, in
mooie zachte lijnen. Zacht en souple" zullen in ieder geval
ook weer de naderende mode kenmerken. Zwart en wit, in
ruiten, strepen enz. geldt als het nieuwste.
Mouche.
Z. V. V.Bloemendaal I.
Sport. Zoo is dus de laatste bondswedstrijd
voor B. V. V. gestreden. Velen hoorde
ik zeggen„lest best, hoor 1" Helaas, het is „lest
slecht" geworden want Bloemendaal heeft haar laatsten
strijd verloren. Jammer was 't, en dan de gedachte dat je
aldoor sterker bent, dat Z. V. V. totaal ingesloten was en
slechts aan groot geluk hare overwinning te danken heeft.
Bloemendaal speelt 't eerst met den hevigen wind tegen. Z.
V. V. liep dadelijk hard van stapel en had weldra al een
goaltje door een üard schot, zuiver in den hoek geplaatst.
Langzamerhand ontpopte zich bij de onzen een mooi samen
spel. Maar de hevige wind deed veel afbreuk aan 't spel
en zoo kwam 't ook dat alle schoten er naast of er over
gingen. De achterhoede van Bloemendaal kreeg echter veel
te doen. Corners werden op ons doel genomen, de laatste
met 't ongelukkig toeval, dat een der Bloemendalers den
bal op den rug krijgt en zoo in 't net sprong en Z. V. V.
leidde met 20. Maar nu krijgt Z. V. V.'s achterhoede
handen vol werk en onze middenvoor G. van Riessen bracht
met behulp van Roskam en van Kessel den keeper hevig
in gevaar. Eindelijk moest deze bezwijken voor een mooi
schot van Van Kessel. Tot de rust werd de stand 21
gehouden. Na de pauze speelt Bloemendaal met den wind
mee. Z. V. V. is nu totaal ingesloten. Maar door groote
wanboffen werd de stand maar niet anders. Het leek wel
of de bal er niet in mocht. Voor open doel werd steeds op
de lat of op de palen geschoten. Uit een corner kwam
eindelijk een goal, die er ineens inging, maar daar de bal
niet aangeraakt was werd dat doelpunt ongeldig verklaard.
Dus alweer pech. Even later kopte Roskam den bal handig
in 't net, maar ook deze goal mocht niet gelden daar R.
offside stond. De stand bleef dus zooals hij was en verloor
B. V. V. tegen een veel zwakkere club met 21. De stand
E. Fel. 1790
P(ijnapcl) van ]letj
^ezondheidsmelk"
ïoe langer hoe meer
3, gelukkig, verrijzen,
owat van maken, oiri
naam, en men dient
ien men gaat.
r de plaatselijke pers,
melk van Bronsteê
raar de natuur een
m moet hier wel den
ie verkoopen voorzat
tekendste bereiken."
innen niet nalaten
en over deze onder-
de allerbeste van ons
Hij (de bezoeker)
ideaal-instelling."
jks te bezichii.
!Vo uur.
jvoegsel van „Ijet ïjloemenöaalsch Weekblad"
,an Zaterdag 26 Februari 1910. No. 8.
Als de jonge wijn bloeit.
Björnstjerne Björnson.
(Zie de illustratie
(fat Rössing schrijft in het Nieuws van den Dag
denietend van en geheel rakend onder de bekoring van
dichterlijke werk, dwaalden onze gedachten af naar
h schrijver, te Parijs liggend op het ziekbed, de macht
den dood betwistend. We dachten hoeveel hij geweest
TOor het Noorsche volk, dat nu tot hem opziet, maar
i eens heeft verguisd, zoodat hij in de straten van
jristiania niet veilig gaan kon.
ju thans: méér dan de Koning van Noorwegen is hij!
opninisme heeft Björnson doen overwinnen. Zonne-
lijD er steeds van hem uitgegaan. „Zonheuvel" was
eerste werk, een werk dat omkeer bracht in de Noor-
Kantoor:
rELEI'HOON 748.
|as
s, Jjrikettr
LE SOORTEN VAN
IDSTOFFEN.
i: Brouwersvaart 106/
je lel-eren.
[Steeds heeft Björnson zich één gevoeld met zijn volk,
de dichter, de ziener, de profeet van Noorwegen,
oud en het nieuwe Noorwegen leeft in hem, den
■ijdet voor en overwinnaar van „de reine Noorsche
(g' en van uit het nieuwe ziet hij, eerend het goede
der het nieuwere, ziet hij de toekomst.
In studententijd zat hij op een avond te spreken
vaderland en zijne uitverkorenen, en toen het
jprek p Asbjörnson, den sprookjesdichter viel, wien
Nors;. juist gedachten, stelde hij voor, hoe Iaat het
k i: den avond was, den grijzen dichter een avond-
■t i brengen. Drommen studenten trokken met muziek
'licht de stad uit en hieven, bij het verblijf van
r gekomen, Björnson's lied aan, het latere
volkslied: „Ja, wij hebben dat land lief" en
spreekt van „Nora's veste, Nora's burcht, en
rots". Björnson hield een geestdriftige rede
i zich den geboren redenaar voor. Een Hunen-
..riwegelijk gelaat, oogen die vonken schieten,
a gebaar, en dan sprekend met vuur en gloed en
ie, den sprookjesdichter dank zeggend voor zijne
is, voor het openen der volksziel, om te eindigen
centenis en den dank voor wat Asbjörnson's
:s voor hem zelf geweest waren„God weet wat
n.ij geworden ware zonder uwe sprookjes!"
rijk dichterleven ligt sinds dien tijd achter Björn-
en leven gewijd aan zijn vaderland, aan zijn volk.
iederlandsche dichter, de jong gestorven Honig,
hem in zijn woonplaats te Aulestadt een bezoek,
■agen nadat hij zijn 25-jarig dicbterjubileum had
!vn Uit alle deelen van Noorwegen, Zweden en Dene
maar ook uit andere landen, zelfs uit Amerika,
velen hem in zijn stil verblijf geluk komen wenschen
dunken voor het schoone, wat hij geschonken had. Het
noei ien alles overtreffende hulde geweest zijn. Toen Honig
Ir oogenblikken alleen zat met Björnson's oude moeder,
irlnlde zij van dien voor haar zoon zoo heerlijken dag en
leed
irn
e:
iV'
I v
Ee»
bi!
rar
Ini-
ische-,
luitsche-,
4DELSTAA1
611 fl. 3 60 per maan juinde: „Dien dag had ik mijn leven wel willen be-
Hoe velen hebben Björnson in zijne ruime woning te
Sul- tadt niet bezocht, een woning, gastvrij voor een
ide waar hij steeds een kring vrienden en vriendinnen
Jn zich had en waar muziek en zang en blijde lach
feci)1 zwegen voor opgewekten kout. Alles was daar
Iveii en zonneschijn. Zóó heeft een Noorsch/ 'schilder
Jjomson geschilderd, zittend met een schaar jonge meis-
jonge vrouwen om hem, vol verheerlijking naar
Jeir. luisterend. Is dat niet hetzelfde tafereel, waarmede
I gewaarschuwd! jonge wijn bloeit. aanvangt? Een schaar jolige,
ich-zelf bewuste moderne meisjes dartelt daar om
n 'evenslustigen dominéé in de Noorsche letteren
el de dominée's een rol en zijn het niet eens met
at l'.iulus over het huwelijk zegt en de uitlegging en
B ei 'iien van den predikant voor kinderen aan hun ouders.
Iteri gaan ze in haar moderne overdrijving en overdreven
pdernisme.
Vernieuwing, gisting.... dat heeft Björnson steeds aan-
iken. Het leven, het voortschrijdende, zich telkens
IPOEIHCHT 1854.
TELEFOON 921.
'oordiger en Agentuur van:
a, Thurmer,
dt, Knauss, en:
ano's te huur.
ïlen.
HSÊfifET?.
.MnDcnssHdlU
f: BROCHEER
inRicmiriG
PARTICULIER
BlfWERK
iGEMBOEKETi
:ehz^ehz:
De jongste aflevering van het fraai ge-
Tooneel. drukte tijdschrift Op de hoogte bevat
onder een groot getal keurig geslaagde
Illustraties ook het welgelijkend portret van den heer G. J.
fan Gasteren, den voorzitter der Koninklijke Letterlievende
yereeniging »J. J. Cremer", van welke vereeniging hij,
zooals de heer Rössing
in het artikel »Van en
op de planken" zoo te-
recht getuigde, »de ziel
is, bekend om zijn mees
terschap in het voor
dragen".
Wij zijn zoo vrij ge
weest dit portret over
te nemen. Wie onzer kent
den heer Van Gasteren
niet, dien gemoedelijken
vader van den haar-
lemschen Schouwburg,
altijd voorkomend, be
leefd en oprecht. Een
man van den goeden,
ouden stempel, wiens
woord is standvastiglijk
gelijk een rots!
Moge hij als directeur
van Thalia's tempel en
als voorzitter van »Cre-
nog vele jaren de
ÏÏN6RDEKen2
ffiNfl5TEK4JjSr
G. J* VAN GASTEREN,
oorzitter der Koninklijke Letterlievende
ereeniging »J. j. Cremer", te Haarlem.
51fJ''langen van ons nationale tooneel en deszelfs beoefenaren
e Haarlem behartigen, 't Is hem" goed toevertrouwd.
C.
De wereldbibliotheek brengt ons weer
«oor onze Dames. e Rozendokter, van
m Fincke, vertaald door (mevrouw Van
Oienïng ®I| °!'en' ',jen boekske, naïef, eenvoudig,![teer-poëtisch. Geen
oeiende roman, geen meeslepende gebeurtenissen, maar een
evensverhaal van een man, zijn jeugd, zijn studietijd, geluk
n eed, en latere jaren, die bij alleen, met zijn viool, zijn
r.
het nieuwe opstaatDat maakt wel wat spektakel Maar
rust is niet het beste. Het beste is dat men iets wil!"
Zou de oude dichter wiens laatste werk zoo jong en
jeugdig, zoo vol gisting en wordende is, de door hem ge
prezen maand April nog beleven?"
BJÖRNSTJERNE BJÖRNSON.