stelling oleurr 4- MET PENSION- WONINGGIDS zoete melk. 'el. 48. Jji ten brood IKOGHT. Nieuwsblad voor AERDFNHOUT - BLOEIYIENDAAL OVERVEEN VOGELENZANG en omliggende b gemeenten atie-Massage. f Co n Toegang f7.\ i niet aan om bet bedrag ■ast te leggen, erkennende afbangen. Het gemeente- tselijke toestanden, staat in it en zal daarom bevoegd i Gedeputeerden, een maxi- »1 bovendien eischen aan de iren bepalen enz., al welke bovengemelde witte bordje, doen denken en wel in cilieren pandbuishouder in o tempora, o mores!" men, op een ander stand- ;enoegen en op de meeste louwen. ;n verbieden moet, is een n wordenmaar die in n geest moet worden op- an vele tot dusver stille n zal bet niet onmogelijk te spoor te bonden. Men sgeven dat de tegenwoor- log geen geschikte vormen lan bevat, en zoolang dat lening bezwaarlijk worden gemeentelijke banken, die en gevonden, aan de alge- n. raai met dit wetsontwerp o. Observator. het 'M VEEN. i G. rif tel ijk te verklaren, boe ;hting ondergaan, waardoor Hartelijke jicbtaandoeninjr, geheel had verlamd. Uw dienstw. van Bussum- ïieuwste methode, iwoordigen tijd voor bij na ïheumatiek. Jicht, Ischias ii Zenuwlijden, Doofheid, •koudheid, Keelontsteking, itaan zijn (en dit is bij da altijd toezicht uitoefenen- li voorloopt? Dinsdag en -handeling ter hennisro»' IAARLEM, d. Oude Gr. 39 o. voor Bloembollencultuur van 23 Maart tot 29 Mej n alleen geldig, indien &D ïn onderteekend H. N. MUL, Kruis- en Firma A. VERNOUL MAAS, Groote Markt 14< IOKKELING, Kruisstraat ireau der Tentoonsti ling- der Algemeene rYet' Haarlem. 4, jaarga ig. ZATERDAG, 12 MAART 1910 No 10. -r- 1 Bloemendaalsch (deekblal Prijs per lfjaar f 1.25 ij vooruitbe taling. Prijs per immer fO.10 <g iür Oit Nieuwsblad verschijnt wekelijks onder Redactie van Nlr. P. TIDEMAN te Bloemendaal. dedeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk Bloemendaalsche weg 227. -> Advertentiën 10 cents per regel; bij herhaalde plaatsing korting. 8 II a Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende G-ed. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141. -:- tirsrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht. |t' i in liet t Pt vee h- h itner bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. BLOEMENDAAL. ■Ui! i. Kennemer Kring. Feestelijke uitreiking der prijzen van kegel- en biljartwedstrijd. Hotel Welgelegen, lag 17 Maart, 8 uur. Bloemend. Amt. Fot Leden vergadering. OVERVEEN. otel van ouds het Raadhuis. 14 Maart, 7£ uur. Afd. Overveen Bloe de Algemeene Vereeniging van Bloembollen- idering. HAARLEM. Schouwburg Jansweg. 13 Maart, 8 uur. Ned. Tooneelgezelschap, (Volksvoorstelling) Oucl-Heidelberg, tooneelspel. g 15 Maart, 8 uur. N. V. Het Tooneel, dir. s. (Abonnementsvoorstelling) De vrouw in 't spel, - dag 19 Maart, 8 uur. Het Rotterdamsch Tooneel- dir. P. D. van Eysden. (Abonnementsvoorstelling) ,'jn, tooneelspel. Brongebouw. 13 Maart, 8 uur'. Specialiteiten-Voorstelling, eijer. De Kroon, ig 12, Zondag 13 en Maandag 14 Maart, scoop-voorstellingen Alberts-Frères. Zondagmiddag matinee. dag 16 Maart, 2 uur. Groote voorstelling lberts-Frères, afdeeling Haarlem den NederI. rische Vereeniging. Wetenschappelijk programma. Sociëteit Vereeniging. •dag 17 Maart, 8 uür. Liederen en Duetten- mevrouw Anna Stronck-Kappel. ig 19 Maart, 8 uur. Concert Weldadigheid -gen". V o e tb al. 13 Maart, 2 uur. H.F.C.Frisia. (Leeuwar- in aan de Spanjaardslaan. Recht en Volk. I. htsleven is een gedeelte van het leven waarvan d bij ons te lande weinig hoort en helaas, tot dus- weinig wenscht te hooren. Terwijl een groot deel mik nog belang stelt in vraagstukken van godge in de 16e eeuw vooral in ons land de vraagstuk- aitnemendheid, een ander zeer groot en steeds d deel aan natuurwetenschappelijke vraagstukken eur geeft, staat bet terrein van het recht et ware inligt tusschen dat der zedekunde en dat imie, terwijl deze drie te zamen inliggen tusschen uen van godgeleerdheid en natuurwetenschappen, van belangstellenden ontbloot. Wij zullen trachten icer aan te toonen, dat dit in het bijzonder land zoo is, dat m. a. w. ook in dit opzicht ons anderen afsteekt en dat dit niet zoo blijven kan, et de aan onze volkseenheid en staatseenheid vijan- hten, die zoowel van buiten als van binnen dreigen, and krijgen over de machten die er naar streven als een eigenaardige eenheid vooruit te brengen, ende het ook nu nog, of beter geze;d na het erk onzer geschiedenis (de gouden eeuw) nu op- ne eigene bestemming in de beschavingsgeschiedenis nieuweren tijd. 'eekenis van het deel eener zaak ligt in de bestem- t doel van dat deel met betrekking tot het geheel, kenis van het rechtsleven ligt in zijn doel met be- tot het organisch samenhangend geheel van levens- elen, dat eene eigenaardige samenleving van men- rtoont. Waartoe leeft dat recht, is dus de vraag vij een antwoord wenschen. Alle menschelijke in- beoogen verhooging van de levenszekerheid der b hetzij met het oog op hunne geestelijke, hetzij oog op hunne tijdelijke bestemming. Maar waar iperkt grondgebied, in het bezit van een beperkte d stoffelijke goederen, een groot aantal individuen oeest uiteenloopenden aanleg en hoeveelheid geest- zatnen wonen en dagelijks met elkander in aan wen, daar vormt zich iederen dag een strijd van 1 allen waarin niet alleen de verliezer wordt teleur- zijne verwachtingen maar ook geprikkeld tot Spanning en waarin de overwinnaar gereede aan leiding vindt tot zelfoverschattibg, waarin dus aan beide zijden hartstochten worden opgewekt die de betere gevoelens overstelpen en ten slotte van het grondgebied een slagveld maken, waarop niet de meest begaafde individuen maar het toeval of de brute kracht of de misleiding, de leugen, de overwinning behalen. Het recht nu heeft ten doel dien strijd van de individuen tegen elkander, der maatschappe- lijken strijd dus, te temperen en te regelen, het toeval, de brute kracht en de leugen als wapenen uit dien strijd zoo veel mogelijk te elimineeren, opdat het volkskarakter dat zich niet alleen door elke nieuwe geboorte maar ook door elke wijziging van individueele karakters een element voor wijziging (ook voor verwording) ziet toegevoerd, van minderwaardige individuen zoo min mogelijk schade, van meerwaardige individuen zooveel mogelijk voordeel ge niete. Het recht heeft dus evenals elke andere menschelijke instelling eén weg tot een ideaal voor oogen en het heeft zijne voelhorens in de meest begaafde staatslieden om te beletten van dien weg af te dwalen, maar het kan zich, evenmin als eenige andere menschelijke instelling, een vast omlijnd ideaal in den zin van toekomstbeeld voorstellen, waartoe het de maatschappij van het heden zou willen en moeten vormen om de eenvoudige reden dat het eene instelling is van menschen, en wij te kortzichtig zijn om van de toekomst iets meer te weten dan het allernaast liggende. Het ideaal van het recht ligt dus niet in het teweegbrengen op aarde van een bepaalden vorm van maat schappij, maar in het zooveel mogelijk op ieder oogenblik van eiken dag aan iedereen laten en géven wat hem gelaten en gegeven kan worden zonder dat aan anderen meer ont nomen wordt dan met den harmonischen groei van het geheel strookt. De Romeinen, die in het organiseeren, het regelen van den maatschappelijken strijd door het recht tot dusver de meesters zijn geweest van alle ons bekende be schaafde volkeren, drukten dit kort aldus uit: jus est neminem laedere, suum cuique tribuere, hetgeen vrij aldus zou kunnen worden weergegeven: Recht is eene regeling der maatschappij waardoor niemand wordt gekwetst of belemmerd in datgene wat voor anderen geen waarde heeft en waarbij van datgene wat voor anderen wel waarde heeft aan elkeen zooveel wordt gegeven oj gelaten als alleen door hem ten meesten bate van de geheele samenleving kan worden gebruikt. Wij kunnen hetzelfde samen vatten in dezen regelhet recht is die regeling van den maatschap pelijken strijd, waardoor de samenlevinghet volk als geheel, zich in de individuen en door de individuen het beste naar lichaam, naar karakter en naar geestesgaven als eene harmonische eenheid ontwikkelteenerzijdsindijking van het kwaad, anderzijds openen van de bronnen van het goede, eenerzijds dus be- heerschen, anderzijdsleiden naar ontwikkeling (prof. Krabbe). Het tweezijdig beschouwen, het maathouden, het in niets te veel afwijken naar eene zijde, het juist afwegen, men denke aan het bekende teeken ,,de weegschaal", is een ken merk van het ware recht. Van de uiteenzetting van het doel van het recht zijn we zoo vanzelf tot het eigenaardig kenmerk gekomen, dat het recht onderscheidt van andere menschelijke instellingen Terwijl de godgeleerdheid en als haar maatschappelijk tehuis de kerk juist haar kracht zoekt in éénzijdigheidhet wijzen van den mensch op wat niet tijdelijk is, het aftrekken van zijn aandacht van de beslommeringen van het dagelijksch leven en zijne lichamelijke behoeften, terwijl de natuurwetenschappen en hare maatschappelijke toepassingen in de techniek den mensch juist éénzijdig van het onzienlijke aftrekken en hem stellen voor het tastbare om dit dienstbaar te maken aan zijne dagelijksche behoeften, strekt bet recht zijne werking uit naar beide zijden van het menschelijk leven, het geestelijke en het lichamelijke; op zedelijke en op economische over wegingen grondt het zijn regelingen van beide zijden, neen van alle zijden van het gemeenschapsleven. Want de waar heid is dat het recht de gemeenschap nadert op alle gebied waar strijd is en waar dus de mogelijkheid bestaat dat het toeval, de brute kracht of de leugen tot overwinning komen, m.a.w. bet rechtslezen is overal waar zoodanig gemeenschaps leven is, waar de samenleving zich georganiseerd heeft tot eene eenheid die zich wil handhaven. Zoo is tevens het ontstaan van het recht verklaard uit de eerste behoeften eener begrensde maatschappij om zich zelf te handhaven en zich te ontwikkelen, d. w. z. aan zijne zedelijke bestemming te naderen. Vroeger was het terrein dier maatschappij be perkt tot de familie of het geslacht, die zich met elkander verplaatste (naar gelang de menschen zieh meer een vaste woonplaats kozen, had tusschen de familiën meer uitwisseling van personeel plaats), tegenwoordig beheerscht het recht hoofdzakelijk de op een bepaald grondgebied wonenden die niet allen met elkander in verwantschap staan, hoogstens allen ééne taal sprekenhet laat zich denken dat in de naaste toekomst elk stuk der aarde in het rechtsleven van een of ander volk betrokken zal worden en dat eenmaal het grondgebied van verschillende werelddeelen gerekend zal worden onder het rechtsleven van even zoovele rijken, tenzij het verkeer door de lucht de komende maatschappe lijke organisatiën onafhankelijk zal maken van een be paalden bodem. Wordt vervolgd). Verzameling D. C. Meijer Jr. In vroegeren tijd was bij de Amsterdammers de liefde voor hun stad grooter dan thans. Er was maar één stad voor hen, en die stad was Amsterdam! In de geschiedenis der stad en al wat de stad betrof, stelden zij belang en gingen op alles prat. De kostbare geschiedbeschrijvingen der stad door Commelin en Wagenaar gaven zij een plaats naast den familiebijbel. Verzamelingen van stadsgezichten, van ge bouwen, van voorname personen, van predikanten, professoren enz. legden zij aan, en lieten die in de winteravonden be zichtigen. Tot lang in de voorgaande eeuw hield de liefde voor verzamelen aan. In en na de helft dier eeuw werd die geprikkeld door de gezellige werkjes en werken, die Jan ter Gouw over Amsterdam schreef. Er waren toen drie jongelui, die de oude goede gewoonte gingen volgen. Ze vingen met verzamelen aan toen zij misschien nog op school waren Zij hadden een neus om te speuren wat belangrijk was en wat belangrijk zou worden. Een jongen of een jonkman die thans begint met afbeeldingen en voorwerpen bijeen te brengen, die geen beteekenis schijnen te hebben, zal o er tien jaar reeds eene belangrijke en waardevolle verzameling hebben. Zoo deden in hun jongen tijd de toemalige Amsterdam mertjes Th. Hartkamp, D. C. Meijer Jr., R. W. P. de Vries en de reeds sedert lang verscheiden, beminnelijke mr. A. de Vries Az. en mr. N. de Roever, de een geworden onder-direc teur van 's-Rijksprentenkabinet, de ander archivaris van Am sterdam. Met Th. Hartkamp behooren D. C. Meyer Jr. en R. W. P. de Vries tot de oudste verzamelaars. Zij liepen alle verkoo- pingen af, bij Weddepohl, Bom en anderen. In hun jongen tijd kon men platen, prenten, boeken en curiosa nog goed koop koopen, vooral portefeuiles, waarin van alles en nog iets zat, en vaak zeer zeldzame exemplaren, 't Was hun grootste genoegen 's avonds op zoo'n boekverkooping te zitten tusschen de boekenjoden, welke in die dagen met hun stalletjes stonden op de Botermarkt, het Rembrandtsplein van thans, tusschen de Lobo's, de Penha's en- de Smit's, die altijd er een grap tusschen door gooiden. En men wil wel weten dat geen thee hun ooit lekkerder smaakte dan die zij uit groote schoft-kommen dronken in de zaal der verkoopingen, waar men bijna stikte van de rook der sigaren en pijpen, vermengd met duffe boekenlucht. Een andere vreugd der verkoopingen gaf de afslager, de deurwaarder Piet Overeem, vertrouwelijker Pietje Overeem, die op alles een vers maakte. Hij, een geweldig rederijker, heeft ook het geheele nederlandsche wetboek op rijm gebracht. Zoo hebben R. W. P. de Vries en D. C. Meijer Jr. en Th. Hartkamp binnen een halve eeuw een collectie gekregen van groote intellectueele en stoffelijke waarde. Het is der moeite waard om Zondag 13 of Maandag 14 en Dinsdag 15 Maart bij R. W. P. de Vries te Amsterdam op den Singel 146 eens de nagelaten verzameling van prenten, De Buitensingel bij de Haarlemmerpoort te Amsterdam, in 1754, door W. Writs. plaatwerken, penningen en plattegronden van Amsterdam te bezichtigen door D C. Meijer Jr. nagelaten, want deze ver zamelaar is in 1908 overleden. Zijn vriend R. W. P. de Vries heeft alles gecatalogiseeid, om dit na de kijkdagen te verkoopen. Van Meijer's groote verzameling, behalve de munten en penningen meer dan 3200 nommers, komt eerst de Atlas van Amsterdam in veiling. Om op eene afdeeling daarvan de aandacht te vestigen zij b.v. gewezen op ai wat betrek king heeft op de „Oude Buitensingel", thans Stadhouders-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 1