MET PENSION- EjM WONINGGIDS Nieuwsblad 0 8 voor b AERDENHOUT BLOEMENDAAL 0 OVERVEEN - VOGELENZANG en omliggende 0 gemeenten PRINS-POEDEL, rding wel gewaagt van blazen i neus, maar de bewezen ver laagde steeds die beide bande- ifdoet istandigheid, dat beklaagde de n buiten noodzaak verrichtte, inze eigene wetenschap, dat op Istippen in de gemeente Haar- eskundigeu woonden, in staal tot hen wenden ter genezing a.en einde te behandelen; te onderzoeken valt, of de andeld zooals hierboven is be- ran geneeskundige als bedrijf leen ingeval van bevestigend» rafbaar zal zijn 1 Juni 1865 S. no. 60, regelende zooals die bij latere wetten is uitoefening der geneeskunst nees-, heel- of verloskundigen Ie uitoefening der genees!-"-st rie de bevoegdgeid daartoe vol ets wél onderscheidt tusschen rzitten om de geneeskunst uit ledoelde bevoegdheid missen, id tusschen eene zoogenaamde eene niet officieel-erkende ge- -scheiding dus voor de toepas- mist; et evenmin eene omschrijving eeskundigen raad of bijstand dat begrip valt iedere raad of i voorgewende strekking heeft, i of kwaal te bevorderen; gt, dat het vóór de beantwoor- undige raad of bijstand is ver- 3 grond van welke overtuiging vijze en met welk gevolg raad an de strekking, of de voor- nezing van eene ziekte of kwaal gvaarding ten laste gelegde en tomen handelingen van den kking hadden om de genezing -aan de patiënten verklaarden die handelingen vallen onder j, waar wij tevens van oordeel land en samenhang beschouwde it de erken tenissen van den egde verklaringen der getuigen, zen, dat de ten laste gelegde geneeskundige als bedrijf heeft gestelde vraag bevestigend auzien vau de door beklaagde niet ter uitoefening van een lensehlievendheid heeft gehan- daarom niet afdoende is, omdat erlijke drijfveer voor iemaud's Ie vraag of zeker beroep als tend naar uiterlijke omstandig- et dan ook zeer wel denkbaar lensehlievendheid, maar tevens 3n feiten opleveren8 over laten te zijn tot de uitoefening eene toelating vordert, buiten irzien bij art. 436 Wetboek van 1 Juni 1865 S. no. 60, zooals »d bij de wetten van 13 April no. 64, 21 Juui 1001 S. no. Io7 152. 23 van het Wetboek van de Wet van 15 Januari 1886, leklaagde schuldig aan de hier- lordeelt den beklaagde tot br- vijftig gulden, bij gebreke van a den dag waarop deze uitspraak te vervangen door hechtenis, nis op een dag voor elke boete, e Terechtzitting van het kan drie en twintigsteu Maart 1900 ilv.rechter, in tegenwoordigheid ;riffier en van den Ambtenaar r. S. E. J. M. van Lier. sen gezond lichaam. toegezonden aan ouders en en van de Bloemendaalsche 1 even gehoor vragen g teeken des tijds, dat naast van ons opkomend geslacht lijke opvoeding meer en meer iest en lichaam, in harmonische in den mensch. Waar nu het ui werken om hoofd eq hart inderwijzers in de Gymnastiek, tak ouders en opvoeders, zoo op het nut van 't lichamelijk' rl dat het plan bestaat om met e Schoolvereeniging, in den spanning na den leercursus en zeken militairement" te leven heerlijke dennenbosscher van irtoe bereids de noodige ver- uur is ontvangen, iaden in de Zuiderzee, a&ein- lucht der Veluwe, wedloopen, staan op het programma, enswijze, als levensles bedoeld, in tenten (bij zeer ongunstig lension Van Ingen) zal worden meédeelen dat de heer L A. ereeniging, zijn ingenomenheid te kennis gegeven en gaarne; plan te helpen verwezenlijken', Smit, die ondergeteekende iw ter zijde staat bij het or al wandeltochten, zich bereid ir op te treden, e zonen of pupillen wenschen enoemde excursie" loopenoe n waarvan de kosten begroot vorden beleefd tot eene samen iespreking, op Donderdag lb de Bloemendaalsche Schooi A. J. MEIJERINK, kleeraar Zander-Instituut- 4,- jaargang. ZATERDAG. 18 JUNI 1910 No 24. w Prijs per halfjaar f' 1.25 bij vooruitbe taling. Prijs per nummer fO.10 Dit Nieuwsblad verschijnt wekelijks onder Redactie van Mr. P. TIDEMAN -s- te Bloemenilaal. Advertontiën 10 cents per regel bij herbaalde plaatsing korting. Mededeelingen van allerlei aard aan de redactie schriftelijk Vijverweg 7. S3 II El Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende: Ged. Oude Gracht 65, Haarlem. Telefoon 141. liet. auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 12-1) tot regeling van het auteursrecht. Bij dit nummer behoort een bijvoegsel. Agenda. BLOEMENDAAL. Heden en volgende dagen tentoonstelling van schilderijen en aquarellen van C. Breitenstein in hotel „Duin en Daal". Zondag 19 Juni. Hotel „Duinen Daal". 12—2 uurlunch concert; 2J4J uur: matinée; 68 uur: diner-concert. Maandag 20 Juni en 4 volgende dagen. Collecte voor den gewapenden dienst. HAARLEM. Zondag 19 Juni, 's middags 12l/„ uur. Brongebouw Nationale Athletische wedstrijden onder leiding van de Nederlandsche Atbletiek-Unie. Zondag en volgende dagen. M use urn va n Ku n s tn ij ver heid. Tentoonstelling van eene opvolgende reeks van werkstukken, die de bewerking van het drijven voorstelt, benevens een tochtscherm met gebatikte paneelen. Dagelijks geopend: 7—10 uur 's morgens en 3—5 uur 's avonds. Drinkhal Staalbad Haarlem. Idem: Badinrichting Badhuisstraat. Idem: Zwem- en Badinrichting aan de Houtvaart. Zondag 19 Juni, 8 uur. Bronge hou w. Abonnementsconcert door bet Haarlemsch Muziekkorps. Bij gunstig weder in den tuin. Donderdag 23 Juni, 8 uur. Br on ge bouw. Abonnements concert Haarlemsch Muziekkorps. Bij gunstig weder in den tuin. De S t a t e n - v e r k i e z i n g in Velsen. De uitslag der Staten-verkiezing in ons district is voor de anti-revolutionnairen zeer bevredigend. De heer Vermeulen, Onder hen een gezien man, is met eene groote meerderheid herkozen. De katholieken zijn hunnen bondgenooten trouw gebleven ook al is hun gebleken dat die bondgenooten naar het oordeel van den Heiligen Vader de rechtstreeksehe afstammelingen en geestverwanten zijn van hoogmoedige en rebelsche naturen; vijanden van het kruis van Christus; mannen van vleeschelijken zin, met hun buik tot Cod: loochenaars der dogmata; vermeerderaars der wanorde; lieden die voor zich en anderen den vrijen loop lieten aan de teugelloosheid volgers van de hartstochten van de meest verdorven vorsten en volken; verachters van het gezag en van de leiding der kerk; bijna tirannieke vernielers van de leer, de instellingen en de tucht der kerk nabootsers van de boozen lieden die zich hervormers noemden, maar inderdaad oproerig tumult en verderf zoo vangeloof als zeden bedreven in waarheid verdervers zt aiers van verdeeldheid en oorlog; voorbereiders van de rebellie en den afval van den nieuwer- wetschen tijd. 1 Zooals Willem den Zwijger. Men vergetve ons de khinigheid, Het zijn alleen maar uitdrukkingen, gebezigd in 's Pausen Borromeus-encycliek, de onvoorzichtige openbaring van wat schuilt in iedere romaansch clericale ziel, en door welke openbaring de heilige vader, voor zooveel nog noodig, zijne eigen feilbaarheid voor ieder protestant of ongeloovige vol dingend heeft bewezen en voor eeuwig op papier heeft gezet. De roomschen in het district zijn hunnen hierboven nader aangeduiden vrienden trouw gebleven, waarom ook niet? Daar heet men vrienden voor, ook al beschouwt men elkaar als de ware pest des levens. Waarom ook niet? Er moet toch orde zijn en we weten het allen: er zijn sociaal-demoeraten die niet anders willen dan som verwerping van al het bestaande'', die »op de puinhoopen van al wat de menschheid aan heilige goederen bezit" eene communistische samenleving willen stichten'', waarin allen gelijk zullen zijn," waarin iedereen alles en niemand iets zal bezitten", waarin sGod eigendom en familie zuilen zijn afgeschaft", waarin »de fakkel der verlichte zonde" »de brand zal steken der anarchie". En we weten het allen, die sociaal-democraten zijn niet- anders dan de kleinkinderen der liberalisten, s wier huichel achtige geveinsdheid" nog gevaarlijker is dan de ruwe democratische diukte der socialisten, omdat die liberalen voor het oog fatsoenlijker en netter zijn, dikwerf rechtvaardig en goedmoedig, en »de afdwalingen huns geestes dragen onder een kleed van voorkomendheid, ja somtijds zelfs van mensch- lievendheid," waardoor de oogen van »den scbuehteren ge- loovige" worden verblind". Ja dat weten we zoogenaamd .allen, doch niet heusch, maar wat wij vrijzinnigen wel allen weten is, dat de politiek van de rechterzijde, zoo bij Roomsch als Protestant, is een schunnig en oneerlijk boeltje, en dat wie meedoet aan die politiek, in de oogen van minstens een derde gedeelte van het nederlandsche volk wordt meegetrokken naar de put der stille verachting, waarin een Kuyper met een Merry del Val en een Ferrari zijn terecht gekomen, omdat elk hunner nu onherstelbaar in de kaart is gekeken, uit welke put hunne orders blijven opstijgen met den stank van bedorven water en met den pestwalm van hun geloofshaat. Deze verkiezing is wederom door de anti-revolutionairen en de roomschen, gesteund door enkele christelijk-historischeD, waaronder in onze gemeente een jonge heer van liberalen huize, tot eene politieke gemaakt. Met den nobelen liberaal Ter Hoffsteede is het begonnen in Overveen en Bloemendaal, in Vogelenzang en Velsen, men kent er geene andere belangen meer dan die van partijdige politiek. Het zij zoo, de gevolgen daarvan komen voor rekening van hen die dit het eerst hebben gewild. Het is misschien ook maar beter zoo, het is misschien maar beter, dat we nu duidelijk weten, dat de romaansche clericalen in de Roomsche Kerk onze onderwerping willen, dat we weten, dat die clericalen onder leiding der Jezuïeten in de Roomsche Kerk de baas zijn, dat de ruilhandel door Kuyper met die hoogst bekwame leden dei Kerk aangevangen door zijne volgelingen en dë christelijk-historischen op denzelfden voet wordt voortgezet. Het is misschien maar beter, dat allen die niet zuiver liberaal zijn en te veel karakter hebben om te bukken voor de aangroeiende geldmacht van dat politieke verbond er de brui aan geven dit kalm aan te zien en zich aansluiten bij de sociaal-democratie of bij de burgerlijke democraten, hare slippendragers, het is misschien veel beter dat de burgeroorlog dan maar uitbreekt. Ontspanning móet er komen. Tusschen de beide uitersten toonen de gematigden en liberalen een lankmoedigheid, die even diep als bedriegelijk is. Hoe dieper zij is des te geweldiger zal de terugslag zijn, als die eenmaal komt. Het gaat wel goed zoo. Het zwarte en het roode gevaar zijn geen gevaren meer, het zijn insnijdingen in ons vleesch de natuurlijke terugslag komt van zelf en met een vuist die niet misslaat, zoodra het vrijheidlievend organisme van het nederlandsche volk gevoelt dat een levensorgaan wordt aangetast. Het is er niet ver meer van af. En wat de sbrandkastiiberaien" betreft, de strijd tusschen uitersten niet getemperd door een middenstof van gematigden kost altijd het meest en waar het meeste is wordt het meeste gehaaid, door hunne onthouding in dezen tijd straffen zij zichzelf het meest immers zich in hun liefste goed hun geld en hunne kinderen. De uitslag der stemming is in cijfers deze KIEZERS. GELDIG UITGEBRACHT D. Kr. V. Velsen I. (Velsen) 691 28 174 307 II. (Santpoort) 481 117 104 277 III. (IJmuiden) 1341 113 260 407 IV. (Velseroord) 461 47 51 192 1137 60 248 521 550 5 197 100 1030 22 350 441 1270 97 133 372 136 7 40 39 Wijk-aan-Zee-en-Duin 530 8 97 275 510 1654 2931 Wij zeggen niethierna beter, maar hierna slechter en dan maar zoo spoedig mogelijk. T FEUILLETON. 2) naar het Fransch van EDOUARD LABOULAYE. Nederig, spaarzaam, vredelievend, bestierde de arme koningin haar rijk, zooals eene burgervrouw voor haar huishouden en den put zorgt. Men leefde in vrede met alle na buren, klein en groot, men bedreigde niemand men liet ieder vrijelijk zijn kool planten, zijn wol spinnen, koopen, verkoopen, bidden, han delen en spreken; voorts had men, door een onverdiend geluk, jaarlijks een aanzienlijk overschot dat men echt burgerlijk gebruikte om schulden te betalen en de belasting te verminderen; kan het verwondering baren dat zulk een regeeringsstelsel het grootmoedige volk der Vliegeneters tegen de borst stuitte? Dit edele ros heeft behoefte aan trompetge schal, aan het geroffel der trommen, aan krijgsgedruiseh, aan de stofwolken van den "ircus, aan het geraas en den glans der too- •fieeïvoorstellingen, aan de wisselende kansen der loterij; het is niet bestemd om slaafs van "ziju arbeid te leven, zooals een trekpaard of ',een ploegos. Gelukkig was Hiacint daar; Hiacint, de afgod van het volk en de hoop ..van het hol! De toovergodin van den nacht had haar woord gehouden. Aan de schoonheid, aan de bevalligheid van Apollo, paarde Hiacint de kracht van den jeugdigen Herkules. Reeds in zijne kindsheid was het duidelijk wat hij een- maal worden zou. Op tienjarigen leeftijd had hij twee zijner meesters uit het raam gewor pen; men had hem niet anders tot bedaren kunnen brengen dan door hem tot onderwijzer een kleinen éénoogigen, manken en gebochelden abt te geven, wien het geen moeite kostte hem onder het oog te brengen dat alles hier beneden niet is zooals het moest zijn en dat hij alleen verstandig is die niets bewondert en met me delijden op de menschheid neerziet. Dank zij deze krachtige opvoeding, kende de vijftienjarige Hiacint geen beschroomdheid noch gewetens bezwaren. In de hofkringen bewoog hij zich met het zelfbewustzijn van een wijsgeer die alle zaken tot den bodem heeft doorgrond, en met de ongedwongenheid van een prins die weet dat alles hem veroorloofd is. Met deadvokaten sprak hij over den oorlog, met de financiers over het recht, met de geneesheeren over gods dienst, met de hovelingen over staathuishoud kunde, met de schoone dames over schilderkunst en dat alles op zulk een half ernstigen half spottenden toon, dat hij de stoutmoedigsteu van hun stuk bracht. Door zulk een gedrag zou ieder ander zich gehaat hebben gemaakt, maar Hiacint was het petekind der toovergo- dinnenzij schonken hem aller hart. Daaren boven had hij zulk een slanke, buigzame ge stalte, zulk een fijngevormden voet, zulke fraaie handen, en was zijn blik beurtelings zoo zacht en zoo onbeschaamd, dat er geene vrouw was die hem niet de bekoorlijkste prins der wereld noemdeen in het land der Vliegeneters is de wil der vrouw de wil van God, en ziet een man nooit anders dan door de oogen zijner vrouw. Dit was de reden waarom Hiacint door zijn volk werd vergood, terwijl hij er den spot meê dreef. In het koninklijke huis der Tulpen worden de prinsen op hun zestiende jaar meerderjarig. Wij behoeven niet te zeggen dat men de dagen en uren telde in afwachting van deze heuglijke gebeurtenis. Het ongeduld was des te levendiger, daar de koningin eene manie had gekregen welke nog den weinigen eerbied dien men haar toedroeg verminderde. Zij had zich met groote kosten eene menigte honden van alle grootte en alle kleur aangeschaft en die in de konink lijke vertrekken gehuisvest. De groote vernuften maakten onbarmhartige spotternijen op dezen dwazen inval; de meer toegevende lieden haalden de schouders op en zeiden zachtjes met een veelbeteekenenden glimlach dat oude vrouwen op dieren verzot zijn, bij gebrek aan beter. Een jeugdig wijsgeer, die bezig was naar een stelsel te zoeken, greep de gelegenheid bij de haren aan, en schreef naar aanleiding daarvan een dik boek waarin hij alle zaken met een eukel denkbeeld verklaarde. Met behulp van de ontleedkunde, de natuurkunde en de biologie wees hij door wiskundige redeneeiingen aan, dat dankbaarheid het kenmerk der lagere rassen is, eene ondeugd waarvan men zich losmaakt, naarmate men hooger op de dierlijke ladder stijgt. Terwijl de hond niet naar do rimpels van het gelaat ziet en de dorre hand lekt die hem voedt, is de vrouw minder trouw dan de hond, zijn de mannen zelfzuchtiger dan de vrouwen, de vorsten vergeetachtiger dan ue mannen: een duidelijk bewijs dat onze ware meerderheid boven de overige dieren niets anders is dan de ondankbaarheid. Dit boek, in pikanten stijl geschreven, maakte ontzettend veel opgang, doch slechts zoo lang als de stelsels en de rozen duren; acht dagen later sprak niemand er meer van. Terwijl de onwetende en wufte menigte zich met deze bedekte oproerskreten vermaakte, volvoerde de koningin een groot staatkundig plan. Door eene noodlottige herinnering ge kweld, wilde zij de bedreigingen die zij niet had kunnen afwenden, althans verzachten. Als koningin en moeder verlangde zij dat, zoo de prins haar zoon veroordeeld mocht zijn om een poedel te worden, hij ten minste de koning van het hondengeslacht zou blijven en kamer- heeren en knechten tot zijn dienst zou hebben. In den gang die naar de vertrekken van Hiacint voerde, bewaakten twee reusachtige bulbonden de deur en bielden de bezoekers in ontzag; vier groote hazewinden met een slank lijf en een slangenkop deden dienst in de voorkamer; twee fraaie patrijshonden, met gouden halsbanden versierd, hielden hun ver blijf in de eerste zaal, en in het kabinet van den prins zat op een karmozijn fluweelen kussen een brak die domino speelde. Zoo had de koningin, zonder zich om het ijdel morren van een vermetel volk te bekreunen, met voorbeeldige voorzichtigheid alles in gereed heid gebracht voor de noodlottige gebeurtenis die zij sidderend verbeidde. DERDE HOOFDSTUK. Dq politieke rekenkunde bij de Vliegeneters. Eindelijk kwam dan het plechtig uur, waarop Hiacint door eene jubelende en brooddronken volksmenigte tot koning word uitgeroepen. Niets ontbrak aan deze verheven plechtigheid. Men maakte muziek met kanonschoten en knipte redevoeringen met de schaar, men bekroonde dertig rozemaagden, welke nog denzelfden dag werden uitgehuwelijkt, men besteedde zuigelingen uit, men richtte twintig cocagne-masten op, men trok vijftig loterijen, men deed op de openbare plaatsen alle trom petten, trombonen, en cimbalen, trommels en tamtams losbulderen, welk oorverdoovend r§

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 1