XJl£- lander haten moet, is de leugen, het is het kruipen van den wolf in de schaapsvacht, het zich aandienen als godsdienst van wat niet anders is dan belustheid op staatkundigen invloed en materieel overwicht. Een strijd tegen leugen kan nooit domheid zijn, deze strijd kan zijne bezwaren medebrengen hij kan leiden tot dezelfde gevolgen (verguizing, armoede, verdriet) als waartoe de dom heid leidt, maar deze strijd is naar zijn aard een strijd in het licht "om meer licht, hij is de voorwaarde voor iederen vooruitgang op het gebied van kennis of wetenschap, de waarheid wordt alleen gediend en gevonden door wie de leugen haat. En zou het gemis aan naastenliefde zijn, dezen strijd te voeren Ieder die weet hoe ontzaglijk veel er in tallooze r. k. gezinnen geleden is en geleden wordt doordat een deel der r. k. geestelijkheid zich niet beperkt tot haar werk op gods dienstig gebied, hij weet wel beter, hij weet, dat de talrijke r. k. die de persoonlijke vrijheid liefhebben op hunne knieën de protestanten, die strijden voor de vrijheid van geweten moesten danken voor den durf dien zij ten toon hebben ge spreid en spreiden, hij weet dat zonder de voortzetting van dien strijd het in ons land met de persoonlijke vrijheid ge daan is, dat de slappe broeders onder de landgenooten dan zijn opgeschreven voor huichelaars en dat daarna onze volks eenheid en ons vrije volksbestaan ten doode zjjn gedoemd. Met alle waardeering dus voor de gezonde kracht die uit gaat van het roomsch-katholicisme voor zoover het de orde helpt handhaven en de hoogste beginselen van recht en zedelijk heid predikt, achten wij ons en achten wij ieder liberaal blad, neen ieder vrijheidlievend Nederlander verplicht steeds en overal stelling te nemen tegen eiken vorm van clerica- lisme d.i. van het tiranniseeren onzer medeburgers onder gods- dienstigen schijn. Hier maakt niet de toon de muziek, maai de gedachte van vrijheid maakt toon en muziek beiden, en wanneer deze ietwat ruw somtijds klinken in de ooren van hen die slechts kennen het leven dat zich afspeelt binnen de wanden der studeerkamer, dan is dit te wijten aan den clericalen geest van onvrijheid, van onverdraagzaamheid en godsdiensthaat, die waar hij ook opduikt, steeds weer de zuivere liberale gedachte in hare oude en volle kracht als haar tegenvoeter zal in het leven roepen. T. Een mooi »zitje" te Wijk aan Zee. Velen, die in den zomer hun vacantie in een schoone en rustige omgeving willen doorbrengen, kiezen Wijk aan Zee. Geen vermakelijkheden, die zij den geheelen winter en beter hebben kunnen genieten, storen er de rust. De schoone natuur, de zee, het breede strand wegen tegen al deze zoo genaamde kunst op. In Wijk aan Zee vindt men, wat men zoekt: gezondheid of herstel van krachten. De ligging van het dorp, door de duinen geheel beschermd tegen den Noordenwind, draagt er niet weinig toe bij. Vóór een halve eeuw was Wijk aan Zee voor de vacantie- gangers zoo goed als onbekend. Wèl heette het toen reeds badplaats, omdat waar thans het groote hotel en restaurant van »E Pluribus Unum" is, toen een soort herberg stond met kruidenierswinkel en boerderij er naast. Werkelijk was die herberg als een soort badhuis ingerichtzij bevatte zes logeerkamers en twee badkamertjes en had 's zomers een soort badkoetsje aan het strand. Bij het publiek was dit zoogenaamde primitieve badhotel zoo goed als onbekend. Slechts enkele voorname familiën uit de nabijheid, zooals Mevr. Delcourt, de dames Boreel van Hogelanden en Wester hout, Tuyl van Seiooskerken, enz. kwamen er om van het heerlijke der Noordzee te genieten. Dit badhotelletje werd beheerd door vrouw Mietje Geurs, nu al meer dan dertig jaar dood. De erfgenamen verkochten het aan den tuinbaas van jonkheer Boreel van Westerhout, die het enkele jaren later overdeed aan den heer H. Tappen- beek, welke het tot 1881 exploiteerde. Wijk aan Zee was toen, behalve te voet, alleen te bereiken door een soort omnibus, die alleen naar Beverwijk reed als men vermoeden kon, dat er bezoekers zouden komen In het jaar 1881 rees het plan om Wijk aan Zee tot een echte badplaats te maken. De oude herberg, boerderij en kiuidenierswinkel werden afgebroken en op de opengekomen plek verrees het Oosterbadhuis. Om een betere en kortere verbinding met het strand te krijgen, werd een zeer hoog duin doorgegraven. Deze weg, feestelijk geopend, werd naar den toenmaligen burgemeester, J. P. Zwaan, genaamd: »De Zwaansweg". Het nieuwe hotel bleek aan het einde van het seizoen al te klein, zoodat er een nieuwe uitbrei ding, een hotel bij kwam dat den naam ontving van Noorderbadhuis. In 1891 kwamen de hotels in eigendom van de Nederlandsche Buffetmaat schappij: »E Pluribus Unum", welke spoedig het Noorder- en Oosterbadhuis tot één maakte en aan het groote thans bestaande hötel van den eersten rang het aanzijn gaf. Van veel belang voor Wijk aan Zee was de openstelling van den straatweg door het duin van Rooswijk naar Beverwijk en Velsen. De mooie ligging, de rust en het gezonde van Wijk aan Zee maakten, dat dokter de Ranitz er een herstellingsoord voor kinderen stichtte, en er een gebouw vervees voor Israëlietische vacantie- kolonies. Ieder jaar neemt het bezoek aan Wijk aan Zee toe. Er komen bij voorkeur vele voorname Duitschers, maar ook Fransehen, Engelschen en Russen, die er in hun vacantie van het hof- en grootsteedsche-leven komen uitrusten en gezond heid opdoen. De begroeide duinen maken Wijk aan Zee bizonder mooi. Aan deze duinen vindt men dan ook vele villa's. Een groot pension op een der duinen aan het strand; een nieuw, lager gelegen, groot restaurant en de vele nieuwe woningen van badgasten, toonen aan dat Wijk aan Zee steeds rneep bezocht wordt. Op de hoogste duinen aan het strand is dit jaar een restaurant gebouwd vanwaar men het prachtigste uitzicht op zee heeft. Daar te zitten, bij ochtend, middag of avond, is een eenig genot. Werkelijk: »een mooi zitje". Wijk aan Zee ontbreekt nog een snellere verbinding met Beverwijk. De paardentram wordt wat voorwereldlijk. En misschien is het juist het voorwereldlijke dat den badgasten en bezoekers behaagt. Het afgelegene van Wijk aan Zee is eerder in het voor- dan in het na-deel. Het blijft er rustig en stil door, en vreemd aan alle gewoel der wereld'. tt Voor het examen handteekenen Lager Plaatselijk llieuws. Onderwijs is te Den Haag geslaagd mej. E. L. M. Stoop te Bloemendaal. Sedert de heer Jorritsma van hotel Duin en Daal" de directie voert, is het daar in levendigheid zeer toegenomen. Door gepaste reclame is algemeen de aandacht gevestigd op dit zoo prachtig gelegen hotel en die reclame komt het geheele dorp ten goede, daar het hotel uit den aard dei- zaak bevolkt is met koopkrachtige gasten. Ook vullen zich steeds meer de terrassen met Haarlemmers en Amsterdam mers, die een dagje buiten zijn, terwijl het onder de - if- - - i - Een mooi zitje te Wijk aan Zee. Bloemendalers mos wordt te gaan luisteren naar de prettige concerten, die des Zondags de gezelligheid er in brengen. Het is ook werkelijk heerlijk zitten aan den vijver met het welriekende hooiland voor zich en den prachtigen boschmuur daarachter, verbergend de zee, wier klachten soms tot u doordringen, als de wind ze verstaanbaar wil maken en over de duinen heendraagt. Op den verjaardag van H. M. de Koningin-Moeder heeft de volijverige directie van hótel «Duin en Daal" den gasten een verrassing bereid door hun een concert aan te bieden van een quartet, dat de nationale liederen ten gehoore bracht en de feeststemming in de met bloemen versierde groote zaal verhoogde. De heer Jorritsma, die vroeger als gérant van hotel „Keizerj-Karei" te Nijmegen van zooveel vorstelijke personen de hospes was, droeg op dien dag een hem indertijd door keizer Wilhelm verleende onderscheiding. Eigenaardigerwijze was ook hoven het. schilderij van Hobbe Smith i> Koninginnedag" een oranjeversiering aangebracht. Dit mooie doek trok dien dag nog meer dan anders de aandacht. De tentoonstelling van schilderijen en aquarellen van Hobbe Smith in hotel Duin en Daal" is op verzoek nog niet gesloten. Zij blijft ncjg steeds bezoekers trekken, allen bewonderaars, sommigen koopers. Er zijn nog een paar mooie doekjes en paneeltjes in het bezit van kunstvrienden of ver zamelaars overgegaan Men verzoekt ons te willen berichten, dat men zich voor aankoop kan wenden tot de hotel-directie of tot. den heer F. A. L. Lang, Rustenburcherweg 2. telefoon 1627. Concerten 'in Hai tenl u st". Wij willen met enkele" woorden gewag maken van de concerten die van af heden gedurende den zomer eiken Zondag in hotel Hartenlust zullen worden gegeven. De heer Van Breemaat heeft met het dames-orkest, van welks goede qualiteiten we ons hebben kunnen overtuige:., een contract aangegaan om des Zondags een matineé en avond concert te geven. De leiding is toevertrouwd aan mejuffrouw Helena Engelen. Zijn wij goed ingelicht dan zullen de concerten in den achtertuin gegeven worden, waardoor zij een gezelliger en intiemer karakter verkrijgen. Moge nu het weder wat meewerken. Proces-verbaal is opgemaakt: wegens het dragen van een wapen, loopen over verboden grond, vervoeren van wild strikken, rijden over een openbaar voetpad, rijden zonder licht, openbare dronkenschap, rijden door het „Bloemendaal- schebosch," het na sluitingsuur vertoeven in een café en -,a sluitingsuur geopend hebben van een café. Gevonden: een militairen draagband met haak, terug ;e hekomen bij Van Kessel, Rolland; een zilveren kinderarii- band, terug te bekomen bij Oostmeijer; een zilveren broche, terug te bekomen bij de firma Pollen en Z., Leidschestrrit 96, Amsterdam; een zilveren ring, te bekomen bij Hobo. e Overveen; een zilveren vingerhoed, terug te bekomen bij n ■- vrouw Waller, Vijverweg 3 Bloemendaaleen hondenhalsbai 1, terug te bekomen bij P. Schoon, Duin en Daal; 1 bos klei e sleutels, terug te hekomen Bloeraendaalscheweg 18; een pa - sol, hij Van Delden, Potgieterstraat 26 Haarlem; een zweep, hij J. A. Bakker, Zomerzorgerlaauen een ring met sleuteis, bij Cassee Bloemendaalscheweg 28. Verloren: een gouden ring, 1 gouden schakelarmbai l, een gouden zegelring, een portemonaie met inhoud, en e n gouden broche. Kerknieuws. Ned. Herv. Gemeente, Zondag 7 Au Voorm. 10 uur, ds. J. A van Leeuwen. R.-K. Kerk te Overveen. Zondag 7 Aug. Voorm. 7 u 8^ uur Gelezen H. Missen 10 uur Hoogmis 3 uur Vespers, R.-K. Kerk te Vogelenzang. Zondag 7 Aug. Kerkelijk dienst te 7 ij en 10 uur. Arsène Lupin heeft half Haarlem [j Tooneel. stelten gezet 't Is of de mensclien door een Lupin-koorts bevangen ziia. Maar hoe raakt onze vriend Gilhuys hem ook. Hoe prach ig imiteert hij dezen allerbehendigsten inbreker, 't Is een v 1- maakte glorierol voor hem geworden. Echter mogen we ,il kunnen we ditmaal weinig ruimte aan deze rubriek bested- den heer Louis de Vries niet ongenoemd laten. Hij to h was Guerchard, de rechercheur, de koning der reckereheu s, die echter steeds zijn meerdere gevonden had in den koniug der inbrekers Lupin. Wie dezer beiden verdient den eevt- palm? Ik weet het niet. Laten ze hem samen deelen. Hst geweldig succes dezer voorstellingen is aan hen te dankon. En zoodoende begreep de heer Van Gasteren dat hij ziia publiek aan zich verplichtte (en geen klein beetje ook) door nogmaals Arsène Lupin voor het voetlicht te brengen. Aldus wordt het groote spel van inbraak en speurintellect nogmaals gegeven en wel vanavond en morgenavond. En die het uil zien bedenke dat 't vol loopt, hij zij indachtig zich tijdig van een goede plaats te voorzien Als laatste kermisvoorstelling wordt Maandagavond ia den schouwburg Huzarenlcoorts gegeven, hetwelk ook van de week met een enorm succes gegeven werd. Het is een onderhoudend stuk, hetwelk wij kunnen aanbevelen te bezoeken. Burgerlijke Geboren Ondertr Getrouw een arme-zondaarsgezicht, wil toch mijne ver ontschuldigingen aannemen en wees verzekerd dat de administratie, op mijn rapport, dengenen streng zal straffen die zich vermeten heeft den hond van een kapitein gevangen te nemen. Toen de officier vertrokken was loosde de cipier een diepen zucht. „Mijnheer de dokter, sprak hij, gij ziet of mijne taak gemakkelijk is. Honderdmaal liever zou ik minister willen zijn. Met zet vijftig burgers in de gevangenis, iedereen zwijgt, nie mand komt er tegen op, en als iemand het waagt te spreken, dan wordt hij met de anderen opgesloten; terwijl ik, voor een ellendige hond die op wettige wijze gevangen is genomen, scheldwoorden en bedreigingen moet verduren. Ochl hoeveel gemakkelijker is het toch men- schen teadministreeren dan honden teregeeren 1" Nauwelijks had Zoetelijn deze verzuchting geëindigd, of hij voelde zich hard op den schouder kloppen Over deze gemeenzaamheid gebelgd, keerde hij zich om, doch eensklaps nam zijn gelaat zijn liefsten glimlach aan. Voor hem stond een groote lakei, in hoflivrei, rood en goud. „Vriendje, sprak de lakei op beschermenden toon, hebt gij hier een grijs hazewindje met een fluweelen manteltje om? Mijnheer het is zoo even aangekomen, zeide de cipier buigend. Wat noemt gij zoo even? vroeg de trotsche knecht. Nog geen tien minuten geleden, mijnheer. Tien minuten 1 hervatte de man in het rood en goud; hoe komt het dat de hazewind niet al vóór vijf minuten op het ministerie was? Op het ministeriel riep Zoetelijn, terwijl hij zich bijna tot op den grond nederboog; maar, mijnheer, ik heb nog geen tijd gehad, deze karrevracht na te zien. Dan hadt ge u tijd moeten maken, hernam de knecht, die intusschen het windhondje tot zich riep. Verwart gij dit edele dier met al dat gespuis? Kunt gij niet lezen, ziet gij niet wat er op dien halsband geschreven staat? Vergiffenis, sprak de cipier stotterend, er staat„Ik ben Mirza, Jonquille behoort mij toe Maar, mijnheer, wie is Jonquille? Zoo! gij kent juffrouw Jonquille niet., de eerste kamervrouw van freule Tamaris, dochter van Zijne Excellentie den heere graaf Bemoeial! Zool gij neemt het windhondje van de kamer vrouw van de dochter van den eersten minister gevangen en brengt het niet dadelijk naar het ministerie terug? Goed zoo vriendje, men zal u ledigen tijd bezorgen om geschiedenis en aardrijkskunde te kunnen leeren. Maar mijnheer, het is eene wettige aan houding, ik heb alleen de wet ten uitvoer gelegd. De Wet? zeide de lakei met minachtend gebaar, verbeeldt gij li dat die voor de honden der regeering gemaakt is? Nog heden avond zal men u leeren meer eerbied voor het bewind te hebben; gij hebt dat wel noodig, manneke. En terwijl hij het hondje in zijn armen nam ging de gepurperde knecht met majesteit heen. „Die onbeschaamde kerel I sprak degeneesheer. Ik zou lust hebben zijn schedel te openen om te zien of er in die hersenkast iets anders dan windis. Och! mijnheer, hij heeft maar al te zeer gelijk, riep Zoetelijn uit. Uw bezoek is mijn verderf geweest. Zonder u was mijn fortuin gemaakt. Ik had dit edele dier herkend, ik bracht het aan freule Jonquille terug. Freule Jonquille beheerscht hare schoone meesteres, de schoone meesteres beheerscht haren vader die den prins en den staat beheerscht; ik zou met gunsten overstelpt zijn geworden. En nu heb ik alles verloren door mijne onkunde én mijne domheid. Nog niet, sprak de dokter, ik ken die Jonquille een beetje, daar ik haar vroeger eens onder behandeling heb gehad, ik zal de zaken wel in orde brengen. Met de degelijke hoedanigheden die gij, mijn waarde, bezit, moet een man als gij ten slotte altijd zijn weg bij de administratie maken. Over eenige jaren zult gij mij op uwe beurt in bescherming nemen. Zend intusschen heden avond dezen poedel naar mijn laboratorium in het paleis van justi tie. Hij ziet er zoo goedaardig uit, dat ik niet wil dat hij als een gemeene landlooper wordt opgehangen. Wij hebben een hoogst belangrijk onderzoek tc doen; er is dezer dagen een vrouw gestorven, sommigen willen door vergif, anderen door verworging. Morgen zullen wij daarover uitspraak kunnen doen; ik zal dit goede dier eerst vergeven en dan verworgen. Hel zal eene allerbelangrijkste proefneming zijn. En gij zult mijne voorspraak zijn bij freule Jonquil e? vroeg de cipier zuchtend. Denk er aan mijnheer de dokter, dat ik haast niet meer weet waar mijn hoofd staat. Als de wet niet toepasselijk is noch op de wetenschap, noch op het leger, noch op de kamervrouwen, noch op de knechts, noch op de honden der regee ring, op wie is zij dan van toepassing? Op hen die dom genoeg zijn zich'te laten vangen en dwaas genoeg zich te laten hangen, sprak de geneesheer lachend, terwijl hij den verbluften cipier liet staan. NEGENDE HOOFDSTUK. Waarin men ken n is maakt met Arlekijn. Pas twee dagen koning zijn, zich jong, schoon, bemind weten, en plotseling, door een gril van het noodlot, in een hond veranderen en niets anders te wachten te hebben dan het oogenblik waarop men, terwille van vrouw Themis, ver giftigd en verwurgd zal worden, waarlijk die slag was al te zwaar voor een zestienjarig gemoed. Hiacint kroop in een hoek van dea hof weg en liet een aanhoudend gekerm hooren, nog meer van woede dan van smart. Op dal geluid opende een beslijkte bulhond die op den grond lag te te slapen, zijne oogen, stak den kop op en bromde terwijl hij Hiacint van ter zijde aankeek „Waarlijk, men zou zeggen dat hier niemand anders dan mijnheer opgehangen moet worden Stoor mij niet in mijn elaap". Een beetje inschikkelijkheid, kameraad, sprak nu een groote hond; gij ziet immers dat het een kind is dat huiltKom hier, kleine, ik wil eens met u praten". Hiacint zag den spreker aan. Het was een bulhond. Zijn bloederige oogen, zijn afgesneden ooren, zijn breede zwarte snoet, zijn groote stompneus en schuimende bek gaven hem allesbehalve het voorkomen van een groot heer maar er was zoo iets goedigs in die grove stem dat prins-poedel zijn nieuwen vriend vol ver trouwen naderde en naast hem ging liggen. „Kleine, sprak nu de oude hond, naar ut< geschoren haar en uw zindelijk uiterlijk te oordeelen, moet ge een meesteres hebben, de eene of andere oude markiezin of rijke burger vrouw, hoe komt het dan dat men u niet is komen terughalen?" Ik heb geen meester, zeide Hiacint op fleren toon, en ik zal nooit aan iemand toe- behooren; daarom zullen die beulsknechten mij ook ter dood breDgen. Wordt vervolgd). Uit andei gemeente heer B. Gossr mevrouw wordt heus gezelschap de groote dit flinke schamen. Jongejuffr van hoog mv die we van ha: dat het voor wat ze op routine bewi zoo weinig /ezelschap. De heer was 't miss zijn liedje even frisch als de an blijkbaar m als 't ware Onder de over den he je welste sentimenteel en bezit bove ders bezitten toch is hij zou zijn aan de nabootsing Inderdaad uitstapje naa Tot slot vogelvlucht gieren, 't wien hinder typen zijn sleept. En liever gezegi mama meene Aangezien memoreeren tot en met verdient hel ook telefoni Het Muse durende de de aan het plaatwerken leen afgestas Gedurende lessen van worden her. De tentoo museum vai groot aantal stukken van De tentoo zichtigd doo van kunster seur der regi Het mubc gankelijk. Aller worden, wa Overaas. Op zekeri kamer van hij, „en ik „Finn, werden gei uit het dor „Is er De boer gedoopt w week?" nog niet boer draait Toen stond „Dit nog hand greep kind u ten Zestien j „Je houdt verauderinj Hierop „Waarom zoon, die jongen." - vragen op „Hij st tien." Tbord aan Weer v< dag een kwamen zag op i avond me huwelijk i met Karei staat." zeggen ze, zijn hand dachten, h en de m op de taf kant. ik wo het geld. komt, The deed zijn nen volgd Veertier stil weer spreken, en stond blik gleet uit, geeft

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 2