SUL JpT
i
EKELERMEER
andel.
laarlem.
arkoop
E,
neente HEI LOO.
:H,
idaal een bestel-
Vleeschwaren,
iwet| 57.
Federmann, Opticien.
iat 70.
:r zaak.
ludelijke- en
de prijzen.
a F R BAKKER.
gijvoegsel van „}(et jjloemendaalsch Weekblad"
maar in het Hotel „DR
TEGAAL" op Woenv.
n 17 Augustus 1910
bod en 24 Augustus
bij afslag en combinatiën,
des voormiddags 9 uur
verstaan van P. J. C.
TOORNENBURGH,
te Alkmaar, van
ide in 5 boerenwoningen
leten, tuinen en uitmun»
weiland aan en bij
er gelegen in de Boeke»
eer en in den Boeke»
ilder, gemeente Iieiloo,
groot 156 Heet. 15 Aren.
vaarding: landerijen 25
mber 1910, gebouwen
9911.
torende tot de nalaten
van Vrouwe Douairière
'AN VLADERACKEN ge-
J E. VAN FOREEST te
m.
tiën met kaart en meerdere
ingen zijn verkrijgbaar bij
itaris J. KOOLHOVEN
arlem en bij voornoem
itaris VAN TOORNEN.
iH.
E T E R D E Weck-
roor sterilisatie van
jnjarige ervaring ten
EMENDAAL (N.H.)
IKWX)
irlem par M. ALFRED
ïT diplömé de l'Univer-
e Paris, Officier d'Aca-
Grammaire, Conver-
Correspondance. Tra-
i, Littérature.
si'; The Berlitz School of Langu-
irlem. Lange Veerstraat 32.
!fiïl en P'nce Nez.
nieuwste modellen
iën wo den dire.t uiigjevoerd.
Houtstraat 37, Haarlem.
I, Tel. No. 1482
stekende en artistieke afwerking,
idags van 10 4 uur.
van Zaterdag 6 Augustus 1910. No. 31.
DERDE BLAD.
Overveensch allerlei.
Plaatselijk Iets, waarover wij Overveners 't waar
Nieuws. schijulijk eens zullen zijn, is 't feit,
dat de nieuwbakken, de zich pas ge
vestigde burger, zoo weinig kans heeft, om er spoedig
ingeburgerd te laken.
t Is hier al net als in zoovele andere dorpen of de
burgerij zich gesplitst heeft in kringen en kringetjes,
waarvan de leden angstvallig voor anderen de grenzen
-esloten houden. En 't doet je eenigszins vreemd aan,
als |r iemands stem zoo terloops eens even op de wande-
;ite hooren krijgt bij zijn informatie, hoe 't bevalt
t Overveen en dan op de klacht, van weinig omgang
t menschen te hebben hem hoort zeggen «ja, dat is nu een-
zoo in Overveen, daar wordt je niet gauw eigen", terwijl
man in kwestie al zelf hebt leeren kennen als iemand,
eigen worden" allesbehalve in de hand werkt. Als
nn dan ook in dit opzicht voor den vreemdeling aantrek-
moest geven, nu, dan zou 't er voor de pensionhouders al
ti',uitzien. Neen, z'n in trek zijn heeft Overveen dan
kei en alleen te danken aan de gulle wijze, waarop
natuur 't dorpje met haar schoon heeft bedeeld,
j ;j .iiars, nog geen vijf minuten bewesten de Dorpsstraat
ver n zich de «blanke toppen der duinen, schitt'rend in
dei negloed", onze mooie duinen, met hun eigenaardige
fau, en flora en veel ander aantrekkelijks, onze eenige
dui die helaas, voor een groot deel voor 't publiek zijn
- en, als gevolg van de schendende handen en voeten
derne Vandalen, die vroeger in groote zwermen over
i en neerstreken en hen, als een zwerm sprinkhanen,
rnieling bedreigden. En waar de duinen nog niet
en zijn, daar werkt rusteloos de zandgraver, om
halen voor nieuw aan te leggen straten en voor
't k,1 heppen van wei- of bouwland in bouwterrein. Villa's
n, waar nog niet lang geleden't duinkonijntje vroolijk
ipelde, alleen bedreigd door 't venijnige koperdraad
n strooper. Zoo is ook nu weer 't groote zandgat
den Militairen weg aan 't verdwijnen. Aan twee
wordt ijverig gewerkt aan 't leggen van een nieuwen
wars door een hoogen duintop. En om 't vervoeren
zand te vergemakkelijken, wordt de nieuwe weg
oestraat. Aldus, aan twee kanten afzandend, zal men
ort, als de laatste, dunne zandmuur ineenvalt, tuis
en tikje voelen van de gewaarwording, die de elkaar
•t werkende arbeiders krijgen, als zij bij 't boren
n tunnel door den harden rotsklomp, den laatsten
uur zien versplinteren, waardoor zij elkaar de hand
reiken. Maar met dat al is er voor de kinderen,
vroeger een kostelijk speelterrein vonden, een stukje
ugd verloren gegaan. Dit zien we evenwel meer
Waar de bouwondernemer veld wint, gebeurt dit
koste van het speelterrein der kinderen. En dat,
i |i e leven in de Eeuw van het Kind! Het mooie,
es beheersehende kind, waarom de heele wereld
teg. widig schjjnt te moeten draaien. Of de Overveensehe
't hiermee erg eens zal zijn? 'k Betwijfel 't. Enfin,
ukort zal er nog meer zand verdwijnen en wel uit
n van 't dorp. De schoolspeelplaats zal n.l. begrint
En zoo zal dus de Overveensehe schooljeugd af-
noeten doen van Laar stof-, in natte tijden modder-
eer bekend onder den naam van 't schoolplein. Nu,
den inwoners niet anders dan aangenaam zijn. Reeds
:g hebben zij moeten genieten van de Saharavaansche
s:eiken, die bij droog weer vóór schooltijd of in 't
i; wartiertje hun openstaande ramen inwolken. Er zijn
.is toestanden «onhoudbaar' genoemd, die 't minder
wai.n dan deze. De heer Snel, die nu zijn perceel laat op-
sch leren zou gaarne hebben gezien, dat het begrint.en van
de elplaats al voor 3 maanden had plaats gehad, dan
had 'ii nu tenminste meer kans gehad op mooi schilder-
we tin de moeders zullen ook geen spijt hebben van deze
verbetering, daar er nu meer kans op is, dat zij er wat
lan e eer van hebben, als zij hun kinderen 's maandags
knap en schoon naar school sturen. Nóg meer zand gaat
verdwijnen in Overveen. De nieuwe Prinses Julianaweg
wordt n.l., nu de rioleering gelegd is, bestraat. Een flink
gedeelte is reeds beklinkerd. De jonge iepen langs dezen
weg zijn uitstekend «aangeslagen". Geen enkele is veronge
luk!. 'Jet de nieuwe brug over de Delft, die gemaakt wordt
van wapend beton, wordt flink voortgemaakt. Voor wie
nog -en kennis maakte met deze manier van werken, is
t misschien wel interessant bij dit werk eens een kijkje te
gaan nemen.
I >'len, die thans om de eene of andere reden in Oud-
Ovei veen niet geheel naar hun zin wonen, hebben hun hoop ge
vestigd op dit te verrijzen Nieuw-Overveen. Hier hopen zij
eerlang tegen minder huur mooier woning te vinden. Voor
de huiseigenaren, die nu voor hun huizen abnormaal hooge
huren trekken, en wel moeten trekken, zou dit dan wel eens
een strop kunnen worden, even als het voor den tegen woor-
digen tolgaarder een strop is geworden, dat 't automobi
lisme zoo sterk is toegenomen. Elk tolplichtige, die z'n
equipage voor een auto verwisselt, helpt daarmee des tol
gaarders strop nauwer toehalen, üe man zal dan ook binnen
kort het buisje op den hoek, waarin en waarbuiten hij de
helft van z'n leven gegaard heeft, verlaten. Zelfs de lange
ritsen van Jans Plezier of Jan Plezieren, hoe moet ik 't
zeggen, die de laatste dagen den tol passeeren en moeten
offeren, kunnen den man niet bewegen, te blijven en binnenkort
zullen we dus een vreemd gezicht aan den tol zien. De in
specteur van politie heeft dit gedeelte van Overveen reeds
verlaten en heeft, als wijlen zekere groote staatsman, zijn
heil meer «buitenaf" gezocht. Wie dit misschien geen ver
betering vindt, stel ik direct gerust met het feit, dat des
inspecteurs rechterhand, de politiehond Lida, op de keuring
te Hoorn bevorderd is van «goed politiehond" tot «zeer
goed" politiehond. Dit moest, dunkt mij, den vreemdelingen
zooveel vertrouwen inboezemen, dat ze direct de nog leeg
staande villa's in Kweekduin betrokken of er andere, naar
eigen smaak, lieten bouwen.
Aan doortrekkende-vreemde ingen heeft Overveen geen
gebrek. Behalve de vele groepjes schoolkinderen, die met
den trein Overveen passeeren, om eens een dagje in
Zandvoort te gaan doorbrengen, stappen er bijna even zoo
vele te Overveen uit, om de genietingen van «Kraantje lek"
te smaken, of om een vvandeling naar 't Rloemendaal-
sche bosch te maken. Maar, tussehen twee haakjes,
doet men daar in Overveen niet aan? Is daar geen lief
hebberij of ontbreekt 't aan de ziel van het schoolreisje,
de noodige contanten? Of wordt dat misschien uitgesteld
tot na de vacantie? Als dan de aardigheid er bij de
onderwijzers maar niet af is, ais ze hun zomerreis naar
Zwitserland, de Rivièra, of 't Zuiden van Bunnik achter
den rug hebben en zoodoende voor het schoon van den
vaderlandschen bodem geen oog meer hebben. Zoo ben ik
ook erg bang, dat die kinderen, die nu met vrijaf land-
of tuinbouw arbeid verrichten in de stoffige bollen
schuur, welke arbeid bestaat in 't bollenpellen, geen of
weinig aanpassingsvermogen aan de schoolorde en -tucht
zullen bezitten, als zij na weken van afwezigheid, hun plaatsje
op de schoolbanken weer zullen innemen. En daarmee doet
zich meteen de vraag op, of 't wel de bedoeling van den
wetgever zal geweest zijn, dat b.v. een kind van een
kruidenier of een schoenmaker, welke beide nuttige leden
der maatschappij aan land- en tuinbouwerij weinig meer
annex zijn, dan dat ze behooren tot de aardappel- en krop
sla consumenten, verlof krijgen voor dergelijke land of
tuinbouwwerkzaamheden. 't Is waar, die ouders sturen hun
kinderen, die nog op de schoolbanken thuis hooren, niet
voor hun plezier naar de bollenschuur. Hier is de ijzeren
noodzakelijkheid bij in 't spel. En als die er bij te pas
komt, dan getroost je je al wat. Anders ging b v. de
assistent van 't station Overveen Zondags ook naar Zandvoort,
inpiaats van zich tot 's nachts laat in 't zweet te loopen
om al de treinen en extra-treinen te bedienen. Een assistee-
rend-assistent zou hier waarachtig geen overdadige weelde
zijn, zoomin als een tweemaal zoolang perron als 't tegen
woordige, zoodat reizigers voor Overveen 's Zondags, als
de treinen langer zijn dan gewoonlijk, niet tussehen den
overweg en Haarlem behoeven uit te stappen. Eu dat is
voor een bejaard of gebrekkig persoon heusch geen klei
nigheid, nog afgezien van andere minder pleizierige dingen,
die er 't gevolg van kunnen zijn. Een kleine waarschuwing
aan 't station te Haarlem aan de reizigers voor Overveen,
om vooraan in te stappen, zou hier al een sleine verbetering
in brengen.
Nu ik 't toch over verbeteringen heb, zou ik.... maar
neen, nu er in Overveen kolnt een gesticht voor ouden van
dagen nu heb ik alle hoop, dat de school te Overveen eens
flink onder handen genomen zal worden, zóó flink, dat de
schoolcommissie in een volgend verslag eens in vleiender
bewoordingen over haar rapporteeren kan, zoó flink, dat er
bij een volgende zomervacantie niet meer behoeft gemompeld
te worden: «als ze in Bloemendaal 5 weken vaeantie krijgen,
dan mogen ze in Overveen, waar de onderwijzers in slecht
geventileerde lokalen, met grooter klassen, die bovendien
nog dubbelklassen zijn, en onder 't, genot van straat- en
spoorlawaai moeten werken, er minstens wel 7 hebben in
plaats van 3.
En als ik dan eindig met een
Quousque tandemdan neb ik minder 't oog op die
aetalsverandering, dan wel op de gewensehte reorganisatie
van het lager onderwijs te Overveen.
Diversen.
Een waarschuwend voorbeelc
uit het verleden.
In de Nieuwe Courant heeft een feuilleton gestaan van
Hoynck van Papendrecht, over Hollands inlijving bij Frankrijk,
waarvan wij hier het belangwekkende, beteekenisvolle slot
in het kort overnemen
Als ge een klein vo k zijt, zoo zegt de schrijver, en men
zoekt uw verderf, dan kunt ge zeker zijn dat u het daartoe
noodige incident wel verschaft zal worden. De vijand zelf
zal u valstrikken leggen, hst toeval wil wel eens een handje
heipen of anders schuilt er in u zelf wel een ongeluksvogel,
die op het gevaarlijke oogenblik een onhandigheid begaat.
Oe hebt toch ministers, gezanten, havenmeesters, tolbeambten,
dagbladschrijvers ge hebt toch smokkelaars, strandroovers
en een straatpubliek. Tussehen die allen, schuilen, behalve
de kwaadwilligen, ook ongeluksvogels, ijdeltuiten en tact-
loozen, waarvan er zich nu en dan eens een boven het
alledaagscbe peil moet verheffen. Of het nu Nisero, Goejan-
verweilesluis of Keizerbrief heet, uw incident zult ge hebben,
maak u daarover niet bezorgd.
Zoo ging het in den tijd van de inlijving van Holland
bij Frankrijk ook. De aanleidende oorzaak, het incident,
was, dat op zekeren Zondag in 1810 een fransche lakei op
straat werd beleedigd en mishandeld door hei gepeupel.
Gezant Verhuell kreeg zijn paspoort, en Napoleon eischte,
dat zijn troepen met vliegende vaandels en slaande trom
Amsterdam zouden binnentrekken. Koning Lodewijk zocht
tevergeefs raad bij zijn ministers en eindigde met afstand
te doen van de regeering, terwijl 9 Juli het inlijvingsdecreet
door Napoleon werd uitgevaardigd.
Engeland was Frankrijks grootste vijand en het doel van
alle maatregelen was Engeland tot den vrede te doen over
hellen, wat niet gelukte. Napoleons decreten waren geweldige
slagen, maar slagen in de lucht wat Engeland betrol. In
dien oorlog, die gedeeltelijk over ons hoofd heen werd
gevoerd, konden zoowel Engeland als Frankrijk ons land wel
kwaad doen, maar geen van beiden kon ons tegen den
ander beschermen. De een kon onzen handel aan banden
leggen en ons inlijven, de ander deed invallen in ons land,
maar dat alles gebeurde zonder dat de tegenpartij die slagen
kon afwenden.
Slechts werd ons land door den luchtdruk van een dier
slagen in het voorbijgaan weggevaagd. Dat was alles. En een
gelijk lot dreigt steeds de volkendie weerloos zijn als zij
tussehen sterke buren in het gedrang komen.
Nederlandsche
I)at doet goed. ondernemingsgeest.
In het nummer van Februari j 1.
van Wetenschappelijke Bladen komt onder den titel «Petroleum-
leiding door de landengte van Panama" op blz. 312 een
vertaling voor van een artikeltje uit het tijdschrift Prometheus,
geteekend door v. O Daarbij wordt opgemerkt dat de Union
Oil Company of California een petroleumbuisleiding door de
landengte van Panama heeft aangelegd, die de beide Oceanen
verbindt «en tevens de eerste groote pipe line, die onder
de keerkringen tot stand gekomen is". De leiding is lang
77 K.M., heeft een middellijn van 20,3 centimeter en werd
in 1906 binnen zes maanden aangelegd, terwijl zij sedert
aanhoudend in gebruik is geweest.
Hiertegenover, schrijft K. A. James uit Koeta Radja aan
Neerlandia, kunnen andere Nederlandsche cijfers gesteld
worden. Tot ontginning van het petroleumveld «Noord
Perlak" ter Atjehsch Oostkust werd door de «Koninklijke"
Nederlandsche Maatschappij tot exploitatie van petroleura-
bronnen in Nederlandsch-Indië, gevestigd te 's-Gravenhage,
in 1899 begonnen met den aanleg van een buisleiding van
Rantan Panjang (in het terrein Noord Perlak) naar Pangkalan
Brandan (residentie Sumatra's Oostkust (Langkat), waar de
aardolie geraffineerd moest worden. Deze leiding is lang
160 K.M., heeft een middellijn van 12 c.M. en werd in
één jaar tijds voltooid. De kosten bedroegen 11/2 millioen
gulden en de leiding is tot heden steeds in gebruik.
Per etmaal wordt ruim 1 millioen liter ruwe petroleum
naar Pangkalan Brandan opgepompt. Thans wordt een nieuwe
leiding van ongeveer 80 kilometer aangelegd met een
middellijn van 14.5 centimeter, welke de ruwe olie afvoert
naar de haven Birim ter Atjesch Oostkust bij Langsa, om
van daar per tankschepen naar Pangkalan Brandan vervoerd
te worden. De oude pijpleiding wordt dan benut voor aan
voer van gassen, die op het boorterrein van Perlak uit den
grond komen, welke gassen als stookmateriaal aangewend
woiden om de distilleerketels te Pangkalan Brandan te
verwarmen.
Een aardige gasleiding van 160 K.M.
De «Koninklijke" te Brandan is thans omgezet in de
«Bataafscbe Petroleum Maatschappij". Wanneer men in
aanmerking neemt dat de aanleg dezer eerste leiding in een
vijandig land plaats vond en er van wegen toen geen sprake
was, doch men zich een pad moest banen door oerbosch op
verschillende plaatsen, dan is het werk hier door Nederlanders
verricht, heel wat kraniger, dan dat door de Amerikanen
in Panama tot stand gebracht.
Nog een tweede reuzenleiding voor petroleumopvoer is op
Sumatra door Nederlanders aangelegd n.l. de Moesi Ilir
pijplijn van Belani bij de Diambigrens tot Bagoes Goening
bij de hoofdplaats Palembang. Zij is lang 166 kilometer,
dus langer dan de Perlakleiding en werd na 1902 aan
gelegd, doch vóór 1906 beëindigd. (Het juiste jaar kan ik
niet opgeven).
Wij hebben dus onder de keerkringen vóór de Amerikanen
twee leidingen aangelegd, die elk meer dan tweemaal zoo
lang waren dan de Panamaleiding.
Als de heer v. O. nu eens op inlichting uitging bij de
verschillende directies der petroleum-maatschappijen in ons
land Hij zou heel veel merkwaardigs vernemen en dit kun
nen publiceeren in het in hoofde dezes genoemde maandblad.
Op initiatief en onder voorzitterschap
Uit andere van Dl'. Th. H. van de Velde, had
Gemeenten. dezer dagen te Haarlem de constituee-
rende vergadering plaats der Vereeniging
«Kraambescherming door Kraam verzekering."
Deze vereeniging is de eerste in ons land die wil trachten,
door het openen van de gelegenheid tot vi-ijwillige kraam-
verzekering, de vronwen, die slechts over een klein inkomen
hebben te beschikken, tegemoet te komen in het bestrijden
der uitgaven, die de geboorte van een kind met zich mede
brengt. De bedoelde uitgaven zijn voor vele gezinnen moei
lijk te dragen, geven mede aanleiding tot onvoldoende rust
en onvoldoende voeding in het kraambed en noodzaken niet
zelden het onafhankelijke gezin tot het inroepen van lief
dadigheid. Om dit te voorkomen, het «knappe gezin", dat
gaarne voor zich zelf zorgt, in staat te stellen zich door de
geregelde betaling eener kleine contributie van eene uit-
keering bij bevalling te verzekeren, daardoor de moeder van
zorg te ontlasten en haar de gelegenheid te geven, tot een
volledig herstel van krachten, is in hoofdzaak het doei dezer
vereeniging.
Zij vormt te zamen met het te Haarlem reeds sedert 5
jaren werkende «Fonds tot behartiging der belangen van
hulpbehoevende kraamvrouwen" en met den «Raad van
bescherming voor den zuigeling" een thans volledig complex
van instellingen voor kraam- en zuigelingen-bescherming.
Hoewel het de bedoeling is het beginsel der self-help"
(helpt-u-zelven) zooveel mogelijk tot zijn recht te doen komen,
zal de nieuwe vereeniging den steun der in haar streven
belangstellenden niet kunnen ontberen. Zij heeft dezen steun
en belangstelling reeds ondervonden door de toezegging van
eenige gelden, die den grondslag zullen vormen voor een
te stichten waarborgfonds. De vereeniging stelt zich nu voor,
om naast hen, die tot het lidmaatschap toetreden ter wille
van de uitkeering, ook diegenen tot deelneming op te wekken,
die niet voor uitkeering bij bevalling in aanmerking kunnen of
wenschen te komen. Wanneer ook de vrouwen, die tot de
laatst genoemde groepen behooren, in een voldoend aantal
toetreden, zullen de «slechte risico's", n.l. zij die dikwijls
hun recht op uitkeering doen gelden, en de «goede risico's",
n.l. zij die op geen uitkeering aanspraak maken, tegen elkander
opwegen. Op deze wijze kan eene «mutualité maternelle"
(wederkeerig hulpbetoon tussehen moeders) totstandkomen,
waarin de vrouwen elkander steunen.
Nadere bizondei heden omtrent de wijze van werken, toe
treding tot het lidmaatschap, het bedrag der contributie en
der uitkeering, zullen worden bekend gemaakt, wanneer de
aangevraagde koninklijke goedkeui'ing op de statuten zal
zijn verkregen.
Het voorbereidend Comité bestaande uit: Dr. Th. H. van de
Velde, Baronesse van Lijnden-Teding van Berkhout (Haarlem) en
Mevrouw Waller-Hintzen (Overveen), werd tot bestuur gekozen.
Als voorzitter, vice-voorzitter en secretaris van den Alge-
meenen Raad een lichaam dat naast mede-leidende, voor»
namelijk contröleerende functies vervult zullen respec
tievelijk optreden de heeren J. L. E. J. Breda Kleynenberg,
H. A. Waller en P. S. Prank arts, allen te Haarlem, terwijl
verder als leden van dezen Raad zijn toegetreden Mevrouw
G. Haitsma-Muiier en dr. L. C. Kersbergen.
Uitslag der veiling van onroerende goederen
in het „Algemeen Verkooplokaal" aan de
Nieuwe Gracht te Haarlem,
op Maandag 1 Aug. 1.1.
1—13. Het onroerend goed, genaamd „Veelzicht" te Schoten,
als: 1, 2, 3. Wei- of hooiland. 4. Een huis, schuur, erf, wei-
of hooiland en gedeelte trambaan. 5. Een perceel bouwterrein
en gedeelte schuur. 6, 7, 8, 9, 10, 11. Bouwterrein. 12,13. Wei-
of hooiland. M. Verdel, 10050. De pereeelen 1 en 2 gecombineerd,
familie Evelijn, f 27000. De pereeelen 3 en 4, gecombineerd,
J. Jak, ƒ26400. De pereeelen 5 tot en met 12 gecombineerd,
Kouwensen, f 23180. 1418. Het onroerend genaamd „Spaarn-
hoven" te Schoten, als: 14. Tuingrond en weg. 15, 16, 17, 18.
Een huis, schuur, hooiberg, erf en wei- of hooiland. 19—20.
Het onroerend goed, genaamd „Spaarnzieht" te Schoten, als
19, 20. Wei- of hooiland. De pereeelen 14 tot en met 20 ge
combineerd, familie Evelijn, ƒ39110.