e AMSTERDAM.
[EA
BOEKHOUDEN.
BIJVERDIENSTE
Ookalle klassen li.B.S.
B. MATEN.
Dz.,
HAARLEM.
idstoelen, Eigbanken,
WaschReis-, Balie-,
n, enz,, enz.,
M. G. ÜC HTM ANN.
JESTRAAT 31.
ia Wed. VOULLAIRE.
Telefoon 507.
eiseroord (N.H.)
Strijkinrichtin|
g. Aflevering naar eigen ke'
AALEN. Langendijkstraat 3
RT, 071'
STRAAT lil li
i
Telefoon 520»
Huish. artikelen. ,5
Inmaakpotten.
„Veerstraat 36, Haarlem.
M.
arenkokerskade 21 Kaarlet
Leverancier voor
Ie leden van„EigenHulp".
Best vet Winkelvleesch-
eschaafd, ontwikkeld persoon
gijvoegsel van j(et ijloemenöaalsch Weekblaö"
PRINS-POEDEL,
ti-aat 20).
leerlingen gunstige regeling
bij
Soliditeit bekend.
Aanbevelend,
IROM wordt
Xi INHIAAKGLAZEN
APPARATEN
i ile voorkeur gegeven
AT z zijn
ainaak van verouderd* pysteinen.
ch van vorm en doelmatig in ge
bestaande systemen passend,
ima qualiteit.
in prijs.
RING ONDER GARANTIE
T geïllustreerde Prijscourant!
1 en omstreken
Koloniën
Langendijïi»
straat 34.
angeld of gestreken.
^100000000003)
aelle opleid, voor prskti k en examtns.
Leeraar Boekhouden M.O.
Piano-leerares.
Itljj. [tot b. <1. Toonkunst)-
UNEGANG 31, HAARLEM-
Teleph. 1503.
Een der oudste Mij van Levensver
ikering, annex Volksverzekering!
•aagt een
in middelbaren leeftijd voor het
uiten van posten. Gepensionneerde»
zij die een gedeeltelijk bestaan hel1'
;n en over voldoende vrijen tijd kun-
ïn beschikken, genieten de voorkeur-
'ekelijksch voorschot op provisie
ïnevens ophaalloon.
Medewerking van den Inspecteur
ordt toegezegd. Fr. brieven onde
B., Bur. Bloem endaalach W n/'-1'1
van Zaterdag 27 Augustus 1910. No. 34.
Recht en.Wet.
Onze koloniën en ho<
ze bestuurd worden.
III.
Het spreekt van zelf dat de betrekkelijk kort na de ophef
fing der Oost-Indiscbe Compagnie plaats hebbende tijdelijke
ontneming van ons zelfstandig volksbestaan door Frankrijk,
verandering bracht in onze verhouding tot Engeland. De
engelschen beoorloogden niet ons, maar hunne fransche
vijanden; wat voor ons betrekkelijk op hetzelfde neerkwam
ivant Engeland maakte zich spoedig meester van de meeste
onzer bezittingen, die nu fraDsche bezittingen waren ge-
woiden en sommige ervan bleven ons voor altijd ontnomen.
Wat het voornaamste onzer Oost-Indische bezittingen, het
eiland Java, betreft-, dit werd ons na de herstelling van onze
u;;.:bankelijkheid in 1813, al vrij spoedig teruggegeven;
maar de eerlijkheid gebiedt te erkennen, dat dit aan Java
zei- niet ten goede kwam. Het korte engelsehe tusschen-
bes'uur was niet slecht en Engeland zou de koloniën nimmer
uitgemergeld hebben, om de eenvoudige reden dat het niet
i lig was. Het voornemen bestond een beter regeerstelsel
in voeren en de bevolking te ontheffen van de verplichte
ing van producten, die door de compagnie was inge
voeld. De engelsehe regeering gaf er de voorkeur aan om
de volking te laten in de vrije beschikking over den grond,
do. haar daarentegen te gewennen aan het betalen eener
matige belasting.
ii laas, de zaken liepen geheel anders en zouden nog vrij
wal rger worden dan voorheen. Na dc teruggaaf paste men
li.1 ude stelsel weer toe, ofschoon dan ook op eene andere
vv Na 1830 braken financieel zeer moeilijke tijden voor
ons tan. De belgisehe opstand wikkelde ons in een zeer
I koi indigen oorlog met een langen nasleep. De onafhanke-
I Hjkkeid van Belgie door de europeesche mogendheden vast-
gt-.-t d, wenschte koning Willem I niet te erkennen. Dit ge-
I scha'de eerst in 1839 en gedurtrde al die jaren leefden wij
op voet van ge wapenden vrede. De daarvoor noodige aan
zie! ike sommen kon men niet beter verkrijgen dan door
de -dische bevolking aan het werk te zetten. Gouverneur-
ge, aal van den Bosch voerde het zoogenaamd cultuur-
stel 1 in dat, met volkomen verwaarloozing van de belangen
de: inlandsche bevolking, ons van den finauciëelen onder
ftiai: moest redden. Van daar dat men, sedert de oogen voor
I .tiie treurigen toestand geopend zijn, zegt dat wij «eene
huid aan Indië hebben". Het cultuurstelsel en zijne
iedenis komen in het kort op 't volgende neer:
5 i e regeeiing verlangde dat, binnen den kortst mogelijken
tijd. het grootst mogelijk aantal stapelproducten uit Indië,
ii ederiand aan de markt zou worden gebracht, om ten
al van de uitgeputte schatkist te verstrekken. Daartoe
yflKlen nederlandsche ondernemers aangespoord om suiker-
•ken op te richten, waartoe zij de noodige voorschotten
,:p vet gouvefnement verkregen. De bevolking in Indië werd
i'gBciv-- igen om tegen een laag plantloon, suikerriet te planten
m" d plantages te onderhouden. De ondernemers moesten
dan :n zeker deel van de op deze wijze verkregen pro-
I üctea tegen een vasten prijs aan de regeering leveien. De
:|]lands"he hoofden werkten tot de toepassing van dit stelsel
|edt ij waren gewoon aan de onderdrukking van het volk
3>i den er trouwens voor betaald. Behalve de suiker-
juitu kwam later ook de cultuur van indigo, thee en
tabak. Ook de staat richtte fabrieken op en toen van liever
lede die ondernemingen vruchten begonnen af te werpen,
yer "g de staat jaarlijks de beschikking over vele milli-
in de geschiedenis bekend onder den naam van
saldo's". Wat Indië voor Nederland afwierp ging
wachting ver te boven, maar men had nooit genoeg
o er een tijd kwam dat de behoefte niet meer zoo
was, deed men toch niets om den druk der bevolking
lichtenIndië was er om door het zoogenaamd moe-
dei d geëxploiteerd te worden. Het cultuurstelsel werd
no >eds uitgebreid en het ging zoo ver, dat de javanen
sou "dwongen werden om al hun gronden voor de gou-
vei ments-ondernemingen af te staan. Om den zwaren van
haa evorderden arbeid te verrichten moest de bevolking
soms zeer groote afstanden afleggen om de gronden te
bereiken die bewerkt moesten worden, wanneer die namelijk
ver verwijderd waren van de dessa's of dorpen. Gelegen
heid om eigen gronden behoorlijk te bewerken, werd niet
gegeven.
Reeds vóór de invoering van het zoogenaamde cultuur
stelsel, bestond de verplichte arbeid in de gouvernements-
koffietu aen. Deze wordt niet tot het eigenlijke cultuurstelsel
gerei, d. De staat dwong de bevolking om de koffietuinen
Of
«b
de
en
gr
te
aan te leggen. De bestaande tuinen werden door haar be
arbeid en de opbrengst werd tegen een vasten prijs aan
t de regeering afgestaan, die ze ten bate der schatkist ver
kocht, grootendeels in Nederland en overigens in Indië zelf.
Dit geschiedt op de algemeen bekende koffieveilingen. Deze
koffiecultuur bestaat dus nog altijd; maar in de behande
ling der bevolking is verbetering gebracht. Anders was dat
in den tijd van het cultuurstelsel. De verplichte arbeid in
de koffietuinen, waarvan de last toen nog niet door ver
schillende maatregelen verlicht werd, moest den uitteraard
reeds zwaren druk van het cultuurstelsel nog aanmerkelijk
verzwaren.
Omstreeks het midden der 19e eeuw behoorde de nood
van de schatkist tot het verledene, maar steeds bleven de
millioenen toestroomen en werden nu aangewend tot af
doening van staatsschuld. Alleen in 1863 trokken wij veer
tig milüoen uit Indië. Honderdvijftig millioen is met
de opbrengst van den arbeid der indische bevolking besteed
aan den aanleg van spoorwegenterwijl niets gedaan werd
om het belastingwezen te hervormen en biunenlandsche
bronnen 7an inkomst te versterken.
In beginsel was echter reeds een betere tijd aangebrokeu
dat beginsel wachtte slechts op toepassing. Na de grond
wet van 1848 verkregen wij een veiantwoordelijk ministerie
en weldra ook een meer werkelijke volksvertegenwoordiging.
De bekendheid met indische toestanden werd grooter. Stem
men begonnen op te gaan, die op verandering van koers
aandrongen en toen kwam in 1854 het zoogenaamde indische
regeeringsreglement. Bij die wet werden bepaalde regelen
gesteld, volgens welke Indië namens dun koning moest wor
den bestuurd. Willekeur was voortaan uitgesloten. Ook
konden de zaken niet meer in het verborgen worden be
handeld en aan het oog der volksvertegenwoordiging ont
trokken.
Toch kwam verbetering eerst zeer langzaam, omdat men
de opbrengst der cultures zoo dadelijk maar niet missen
kon en in het regeeringsreglement werd dan ook uitdruk
kelijk gezegd dat door ons gouvernement ingevoerde cul
tures zooveel mogelijk in stand moesten worden gehouden.
Observator.
De Sporttentoonstelling in het Brongebouw.
Nadat j.l. Zaterdagmiddag de opening met de hierbij
behoorende officieele plechtigheid heeft plaats gehad, heeft
de tentoonstelling tot heden een prettig, succesvol en regel
matig verloop gehad.
Zooals wij in het laatste nummer reeds opmerkten, bevat
zij vele belangrijke bezienswaardigheden en fraaie inzen
dingen. Van verschillende zijden vernamen we de meest
ondubbelzinnige betuigingen van tevredenheid. En de ten
toonstelling verdient dit dan ook ten volle. Trouwens,
moeite noch kosten zijn gespaard dit geheel te verkrijgen.
Optische instrumenten. Joh. M. Smidt.
Wanneer wij enkele inzendingen eens wat nader be
schouwen en ons begeven naar het bijzaaltje, wordt onze
aandacht aldaar getrokken door twee vitrines waarin de
heeren Joh. M. Schmidt en Willem P. Andréa hun artikelen
geplaatst hebben. Bij den heer Schmidt, den bekenden opti
cien uit Haarlem, is het vooral de Schrubmachine die,
vooral als zij werkt, heel wat kijkers lokt. En 't is de keer
Schmidt zelf, die zijne duidelijke en bevattelijke verklaringen
aan het vertoonde toevoegt. De Schrubmachine dan is het
werktuig waarop onze brille- en kijkerglazen geslepen worden.
Dit op focus, wil zeggen brandpunt, slijpen geschiedt zoo men
misschieq weet, door de glazen eerst met zand, dan met
amaril en vervolgens met rood op zulke schijven te slijpen,
dat ze geschikt zijn voor ver- of bijzienden.
Maar interessanter nog is ongetwijfeld een nieuws uit
vinding op het gebied der jacktsport, die wel in staat is
menig jagershart sneller te doen kloppen, n.l. een jackt-
ltijker. De jachtkijker van Busch. Men kan dit nuttige en
fraaie instrument op elk geweer bevestigen. In den kijker
is een verticaal pijltje aangbracht, hetwelk de jager in het
gezichtsveld met het te schieten voorwerp in aanraking
brengt, waarna hij aftrekt. Korrel en vizier zijn dus ver
vallen. Aangezien de kijker de voorwerpen 10 maal dichter
bijtrekt kan hot schot bijna immer raak zijn. Wee het haasje dat
denkt op 600 meters veilig te zitten de kijker decimeert
de afstand tot 60; wat is 60 meter voor een jager?
De kijker zal ongetwijfd zijn weg wel vinden. Hij is voor
den jager van een onschatbaar nut en voor slechte schutters
een niet genoeg te waardeeren aanwinst.
Een andere merkwaardigheid van den stand is de prisma
kijker, spiciaal voor den heer Schmidt vervaardigd. Behalve
eene buitengewone lichtsterkte, eiken anderen kijker verre
overtreffend, is hij beduidend goedkooper, te weten f 20.
waardoor de prijs van 85 op 65 gulden gebracht is.
Voorts heeft de heer Schmidt zijn collectie met de fraaiste
voorwerpen op optisch gebied uit zijn zaak aangevuld, zoo
dat zijn «stand'' gevoegelijk als een der belangrijkste kan
worden geacht.
Graveeren ciseleerwerk. Willem F. Andréi.
Ook deze inzending trekt door het bijzondere van zijn
kunst de blikken van elk die de hijzaal betreedt. Zij be
staat uit eene elegante vitrine, waarin de heer Andréa mot
den beul aangeboren kunstsmaak eenige proeven van graveer-
en emailleerkunst voor goud- en zilverwerken beeft tentoon
gesteld. In liet bijzonder vragen de belangstelling twee
zilveren plaquets, van een waarvan we een reproductie onze
lezers bier aanbieden. Zooals men ziet, werd het hierop
voorkomende gebouw gegraveerd; met bet in renaissance
stijl ontworpen geciseleerde ornament vormt het een artistiek
geheel. (Zie de illustraties op de volgende bladzijde)
De andere plaquet vertoont de gebouwen eener te Haarlem
goed bekende cacaofabriek, omlijst met eene ornaraentale
versiering van de cacaoplant. Deze plaquet werd vervaardigd
bij gelegenheid van een jubileum van een der firmanten
dier fabriek.
Bovendien stelt de beer Andréa eene keur-collectie lak
afdrukken van wapens en monogrammen, door kern
gegraveerd in cachetten en in zegelringen. Dit stempel-
graveerwerk munt uit door een teere en zorgvuldige af
werking, zooals uit achterstaande afbeelding blijkt.
Ook de in ons land weinig beoefende emailleerkunst is
vertegenwoordigd door een paar uitstekende proeven.
De heer Andréa heeft zich laten kennen als een vaardig,
beschaafd kunstenaar. Zijn werk onderscheidt zich door eene
elegantie, die bewondering afdwingt. De graveerkunst is
eene zeer moeilijke en hetzij men haar van de zijde van
haar nut en versiering, of van die der moeilijkheid van
haar uitvoering beschouwt, men zal altijd moeten toestemmen,
dat zij in elk opzicht een voornamen rang onder de schoonc
kunsten verdient.
Niet alleen te Haarlem, maar door geheel ons land is dc
heer Willem F. Andréa als een der eersten van zijn vak
bekend. Zijn kunstproducten vinden overal een goede markt
en zijn zeer gezocht. Als leeraar aan de school van kunst
nijverheid te Haarlem bekleedt hij eene eervolle positie,
waar zijne talenten op prijs gesteld worden
Er valt natuurlijk over de andere inzendingen ook heel
wat te schrijven. Maar dit stuk, toch al lijvig, mag niet
te lang worden. Daarom over enkele andere artikelen uit
de zaal iets in de volgende courant. De tentoonstelling duurt
nog lang genoeg om een en ander nog eens afzonderlijk te
behandelen. Gaan we daarom nu naar buiten en brengen
we een bezoek aan
Japan.
Kick ivat wils.
In het japansche dorp is het eiken dag, ten minste
's avonds, feest. Duizenden bezoekers hebben het pittoreske
plekje achter het Brongebouw reeds bezocht, hebben volop
van de muziek van Kriens, Hofmeester en Heuweke-
meijer genoten, hebben smakelijk, al naar de appetit was,
poffers bij de weduwe Koppen gegeten, hebben de Cbain-
pagne-Pilz de eer bewezen die dien schuimenden drank
toekomt, hebben bet potteke bier niet versmaad hetwelk
ruimschoots overal verkrijgbaar is, hebben bun collectie
prentbriefkaarten met de fraaie kiekjes der geisha's en
huisjes bij den heer Risema aangevuld, hebben rolschaatsen
gereden, hebben gedanst, hebben rondgewandeld te midden
van en onder honderden lampions, hebben het kranige ja
pansche trio bewonderd en toegejuicht, hebben eensdeels
met verwonderde, anderdeels met «critische" blikken den
schaarkunstenaar zijn silhouetten uit bet zwarte papier te
voorschijn zien tooveren, hebben zich gezellig om en nabij
de sterk bezette dameskapel gegroepeerd om geen toon te
missen, hebben bet paalgebouw boven den Laube beklommen,
om bier in kooger sferen de feestvreugde gade te slaan,
hebben wat gebakjes bij Franken gesnoept, hebben in zes
gooien een flesck lekkers willen verschalkenin bet
kort dusduizenden hebben reeds geprofiteerd van dit dooi
de heeren Van Gasteren en Chabot zoo kranig in elkaar
gezette, zoo werkelijk fraai uitgevoerde ornament der sport
tentoonstelling, door de Vox Populi als «Japan" gedoopt.
Gezelligheid.
Welnu, ook wij hebben met genoegen eenige avonden in
de Bron doorgebracht, 't Is er ook zoo gezellig. Heeft men
genoeg van het vele dat de tentoonstelling biedt, hebben
de prachtige voorwerpen van Verwegen Kok, de rijke
collectie der firma Eylers Co., de fijn bewerkte werry
van de Vlies Lentsch, het prachtige motorjacht van Tkie-
bout, de reuzenvoetbal van De Pont-Mannaerts, de keurige
collectie wapenen van De Jager, de auto van Darracq, de
FEUILLETON.
.12)
naar het Fransch van
EDOUARD LABOULAYE.
Zou ik hem niet liever in de watten leggen
vroeg de smid. Laat hij, zooals ik, zijn brood
met werken verdienen. Als er geen rust meel
is voor de meuschen, is er ook geen voor de
honden, Voort, luiaard,'of ik ransel er op"
Hiaemt liet zich dit geen tweemaal zeggen;
Bij hep en liep onafgebroken voort, doch de
wijze en treurige raadgevingen van Arlekijn
kwamen hem telkens voor den geest; en al
draaiende dacht bij bij zich zeiven dat hij beter
had gedaan op zijn mesthoop te blijven dan de
schoone Nagelbloem te volgen.
Na verloop van een uur gaf men hem zijn
vrijheid weder. Maar zes maal daags zette de
onvermoeibare Hamer hem weer in de ver-
wenschte kooide arme poedel kon niet meer
°P zijne pooten staan toen het uur van bet
avondeten aanbrak.
He spijkersmid nam een groot brood en
sneed er een boterham af, doch in plaats van
te eten stak hij zijn mes in bet brood, dronk
een glas water en zeide terwijl hij zijne dochter
aankeek:
i,Komaan, kind, het wordt tijd over zaken
te spreken. Ik heb van ochtend mijnheer Wolf
gezien."
Nagelbloem antwoordde niets; maar Hiacint,
dien zij streelde, voelde dat hare hand beefde.
nik heb hem gesproken, hervatte Hamer;
het is een machtig man die invloedrijke ken
nissen beeft. Hij heeft mij beloofd dat ik con
cierge op het kasteel zou worden.
Gij in livrei, vader, gij die altijd uw eigen
meester zijt geweest?
Daarover, kindlief, kunt ge mij niets zeg
gen wat ik mij niet al zelf voor oogen heb
gehouden. Op mijn leeftijd begint men niet
gaarne den rug te buigen. Maar wat te doen!
ik ben vijftig jaar, waarvan ik twee en veertig
heb gewerkt, en hoe ver ben ik nu daarmee
gekomen? Met veel moeite heb ik u groot ge
bracht, ik heb niets kunnen besparen, de be
lasting zuigt mij uit, het leger neemt mij mijn
leerjongen weg, de jaren komen en het voor
uitzicht is alles behalve aanlokkelijk. Ik ben
moede, ik verlang naar rust. Natuurlijk zou ik
liever rentenier zijn als ik er de vereischten
voor had; maar bij gebrek aan beter is die
betrekking van hofportier nog zoo onaanneme
lijk niet. Denk eens aantwaalf honderd francs
traktement, zonder nog van de fooien of nieuw-
jaarsgelden te spreken, vrij woning, vuur en
licht, en niets te doen te hebben! Noem mij
één ambacht op waarmede men, als men zich
van 's morgens tot 's avonds in het zweet werkt,
zooveel verdient."
Nagelbloem gaf geen antwoord. Hamer at
eene bete broods en dronk een tweede glas
water. Zijn keel was toegenepen en bij kon
haast niet slikken
„Natuurlijk, vervolgde bij zijue dochter aan
ziende, zal mijnheer Wolf niet om mijne schoone
oogen zijn invloed aanwenden. Alles hangt van
u af en, gelijk hij mij nog van ochtend heeft
herhaald, kan ik op hem rekenen zoodra hij
mijn schoonzoon is.
Dat wordt hij nooit, sprak Nagelbloem.
Waarom niet? vroeg Hamer met de tanden
op elkaar.
Omdat ik hem niet bemin.
Zeg liever omdat gij een ander bemint,
zelfzuchtig schepsel dat ge zijt. Voor Narcis
moet ik opgeofferd worden.
Ik heb nooit gezegd dat ik Narcis beminde.
Neen maar de geheele wereld heeft bot
gezien; ik het eerst van allen. Ik zeide niets.
Narcis is een knap werkman; met ons beiden
hadden we de zaak wel kunnen ophouden
maar nu is hij soldaat. Dat is zoo goed als
eeu dood man. Het wordt tijd redelijk te zijn,
zoowel voor u als voor mij."
Nagelbloem zweeg; dat zwijgen maakte
Hamers gramschap gaande. Hij sloeg met de
vuist op tafel en riep:
„Zult gij antwoorden? Gij zijt even koppig
als uw moeder was; maar ik heb baar gehoor
zaamheid geleerd en zal u ook wel doen buk
ken. Gij wordt mevrouw Wolf, ik wil het!
Nooit! sprak Nagelbloem oprijzende.
Nooit! brulde Hamer, terwijl hij opsprong
en haar de gebalde vuist liet zien. Herhaal
dat woord eens als gij durft! Ik zal u leeren
hoe men mij trotseert. Ik zeg u dat gij mijn
beer Wolf zult trouwen en dat nog wel over
veertien dageu.
Nooit! sprak Nagelbloem.
Bleek van toorn naderde de smid zijne dochter
en hief de hand op. Het meisje bleef onbeweeg
lijk staan en sprak met vaste stem
„Ik ben de dochter van mijn vader; ik beu
niet bang; sla eene vrouw als gij durft."
De cycloop liet het hoofd zakken, zijne armen
zonken neder, hij keek naar den grond als een
dronken man en ongelukkig viel zijn blik op
den armen poedel.
„Monster 1 schreeuwde hij, moet ge mij altijd
onder de voeten loopen."
En met een schop wierp hij hem wel tien
passen van zich af.
I Wanhopig had Hiacint in de armen zijner
meesteres eene toevlucht gezocht; Hamer had
zich op zijn stoel laten neervallen. Somber en
sprakeloos hakte hij met zijn mes stukken uit
zijn brood, toen de deur zachtkens open ging.
Een man, een soldaat, kwam op zijne teenen
binnen en groette op krijgmanswijze; het was
Narcis in volle uniform.
„Goeden avond saam" zeide hij. Ik doe im
mers geen belet? Hoe vaart gij juffrouw Nagel
bloem En gij vader Hamer, altijd vroolijk en
grappig als een jonge kerel
Ga zitten, mijnbeer Narcis, zeide Nagel
bloem.
Dank u, juffrouw, doe geen moeite. Zoo,
gij hebt een hondhebt gij hem present gekregen?
Neen, ik heb hem van morgen voor de
deur gevonden.
Wacht eens, ik herken hem, zeide Narcis,
terwijl hij naar Nagelbloem toetrad. Twee dagen
geleden heb ik aan net zulk een poedel het
leven gered door hein in mijn wachthuisje te
verbergen. Zelfs heb ik woorden over hem ge
had met
Hij bleef steken.
Met wien? vroeg Nagelbloem.
Met niemand, hernam Narcis en beet zich
op de lippen. Maar kijk eens, juffrouw, het is
wel degelijk mijn beschermeling; zie toch eens
hoe hij mijne hand lekt. Ja! de honden zijn
niet ondankbaar!
Dat is braaf van u dat ge dit arme diertje
hebt gered, sprak Nagelbloem. Kom hiei Fidel,
laat ik je eens kussen.
Fidel, een mooie naam, zei Narcis met
een zucht.
Wel zoo! wat komt ge hier uitrichten?
vroeg de smid op zijn knorrigsten toon.
Ik kom om het genoegen te hebben u te
zien en ook om afscheid van u te nemen.