STEUR Jr. ff 6 Co. j I I amfabriek f rlitz School - - I Haarlem. ICHOTERWEG JR Jr. Co. leermakeHj. trlem. Tel. 303. ge Veerstraat 32, jjijvoegsel van „)(et Slocmendaalsch Weekblad" Wed. VOULLAIRE. Telefoon 507. »eroord (N.H.) ER U'S. FOTO-ARTIKELEN J| i. Wasscherij. ider pitten, J] APPEN, enz. enz. f ikel te krijgen. ikelboekjes achter teeds den naam IP 'oor het aanleeren van, nde talen vervangt dn tz School een verblijf in uiitenland. Nouveauté's IS, Mantels lames. van Zaterdag 10 September 1910. No. 36. Recht en Wet. D M wordt INMAAKGLAZEN I APPARATEN voorkeur gegeven ze zijn ik van verouderde systemen an vorm en doelmatig in ge- Bstaande systemen passend. qualiteit. rijs. S ONDER GARANTIE. geïllustreerde Prijscourant! omstreken loniën t, ERNEMAN, ICA enz. J INT. 735. HAARLEM. I ïREKERSTEEG. 129. >mgoederen steeds estrijding der tuberculosi al en Omstreken uit tol aan den Rijksstraatweg1 ig overwaard is. zeer druk bezoek, waai raclitig zal toenemen voo' ag heeft arme tobber5 maken tegen hu» e, waardoor teven5 nschen voorkomen I Zondagmiddag na 2 u«' B 1 i I 000000000&I Onze koloniën en hoe ze bestuurd worden. IV. Bij het regeeringsreglement van 1854, ook weidegrond- wet voor Indië genoemd, werd toch wel iets gedaan om den druk der bevolking zooveel mogelijk te verlichten. Er werd bepaald dat de cultures niet in den weg mochten staan aan de teelt van genoegzame voedingsmiddelen. Ook werd voorgeschreven dat, waar de cultures plaats hadden op gronden, door de inlandsche bevolking voor eigen gebruik ontgonnen, de beschikking over die gronden moest geschieden met billijkheid en met eerbiediging van de bestaande rechten en gebruiken. Zóó trachtte men toestanden te verbeteren, die het meest tot grieven aanleiding hadden gegeven. De bedoeling was om tot eene regeling te komen, steunende op vrijwillige overeenkomsten met de dessa's of dorpen en daardoor later tot een toestand, waarbij de tusschenkomst van het bestuur geheel kon worden ontbeerd. Zóó bereikte men ook den weg om de eereschuld aan Indië af te doen. De millioenen die uit Indië vloeiden, waren uitsluitend aangewend ten bate van het zoogenaamde moederland en om de kosten van 't koloniaal bestuur te bestrijden, maar geenszins ten behoeve van de ontwikkeling en beschaving van Indië zelf. Nu Indië geen bron van inkomsten meer voor ons is, is het dubbel plicht om zich met ijver op die ontwikkeling toe te leggen en daardoor de kolonie en hare bevolking tot hooger staat van welvaart op te voeren. Ge lukkig zijn wij sinds lang dien weg ingeslagen en wordt hij meer en meer gevolgd. Het onderwijs wordt uitgebreid aan de verbetering van gronden en wateren, aan het rechts wezen, aan de uitbreiding der middelen van gemeenschap, wordt veel ten koste gelegd. Wat wij jaarlijks ten behoeve der rolonie uitgeven, is niet van geringe beteekenis en in beginsel is aangenomen dat Indië alleen verplicht is eene lij: tot dekking van die uitgaven te doen, welke feitelijk a! voor onze rekening komen Indische baten strekken niet meer ter voorziening in onze eigene behoeftenwij exploiteeren onze koloniën niet meer. T genover de vele en toenemende uitgaven ten behoeve van het bestuur der verschillende landsinstellingen, het leger, de vloot enz staan talrijke inkomsten, waaronder ook belas- tini. Vroeger hebben wij reeds opgemerkt dat de EngelscheD, toen zij Java en Madoera in hun bezit hadden, bezig waren du..<- belastingen in te voeren, onder den naam van land- reiit". een soort van grondbelasting. Deze belasting bestaat nu op het grootste gedeelte van genoemde eilandenter wij: zij ook in de zoogenaamde buitenbezittingen wordt toe: past en uitgebreid. De gronden, welke de inlanders in gebruik hebben, worden in klassen verdeeld, naar mate van de opbrengst en door die opbrengst wordt het bedrag der belasting bepaald. - Een aanslag beeft maar eens in de vijf jaar plaats en wel van een geheel dorp of dessa te gelijk. Daarna heeft de verdeeling plaats over eiken belastingschuldige in het bij.', der. De dorpshoofden en inlandsche ambtenaren zijn tegen belooning met de ontvangst der rente belast. Verder komt in aanmerking de opbrengst der gouverne- inents koffietuinen, welker producten in hoofdzaak naar Nederland worden vervoerd en alhier verkocht. Ook kennen wij de zoutaanmaak. Op Java en Madoera nag geen ander zout worden verkocht, dan dat hetwelk 'vanwege bet gouvernement wordt gemaakt en geleverd een zoogenaamd monopolie dus; bet land beeft den alleen verkoop. O 'k bet beheer der bosscben door onze ambtenaren is een bron van inkomst. Java is voor een groot deel nog niel ontgonnen en naar oostersch recht wordt de souverein, het Nederlandsch gouvernement dns, geacht den grond te bezitten. Vandaar dat de meeste bosschen nog eigendom van dat gouvernement zijn. Op de bezittingen buiten Java en Madoera, de zooge naamde buitenbezittingen, in hoofdzaak op de eilanden Ilanka en Billiton, wordt veel tin gevonden. De mijnen op Banka worden door onzen staat ontgonnenmaar die op Billiton worden aan een particuliere maatschappij verpacht. Behalve de landrente ontmoeten wij ook andere belastin gen maar de inning daarvan gaat geheel anders toe dan bij ons. Sommige middelen worden namelijk in Indië ver- pü'.bt, iets wat ook in Europa vroeger algemeen gebruike lijk was. In zulke uitgestrekte landen kan men er niet zoo gemakkelijk toe komen, om alle belastingen regelmatig en naar vaste wetten t beffen door middel van door het open baar gezag aangestelde ambtenaren. De staat krijgt zijn geld van de pachters en deze vorderen dan de belastingen of in komsten iD, waarbij zij natuurlijk hun rekening vinden. De administratie en het toezicht van den staat worden daar door zeer vergemakkelijkt; maar tegenover dit voordeel staan erkende nadeelener wordt verbazend veel geknoeid en gesmokkeld. In hoofdzaak beeft het pachtstelsel betrekking op den opium. Dit is een bedwelmend middel, uit den papaver of slaapbol getrokken en gerookt in den vorm van bolletjes. Het is voor den inlander ongeveer wat de sterke drank voor andere volken is en deze is er veelal aan verslaafd De opium wordt echter in onze bezittiegen nergens ge teeld en dus uitsluitend ingevoerd en aan ons gouvernement geleverd. Die den hoogsteD prijs biedt verkrijgt de bevoegd heid om opium te verkoopen in een bepaald pachtgebied. Men koopt een vastgestelde hoeveelheid, tegen den geboden prijs, van bet gouvernement. De pachtsommen zijn hoog en de prijs van den opium is dientengevolge nog veel hooger. Vandaar den uitgebreiden smokkelhandel. Verder kennen wij nog het hoofdgeld, eene belasting die geheven wordt van de Cbineezen, welke in grooten getale in onze bezittingen wonen en er voor het grootste deel den handel en de industrie in hunne macht hebben. Er is ook een vergunningsrecht, dat van cbineesche speelhuizen wordt betaald, een recht op bet slachten van rundvee en varkens, een bedrijfsbelasting, die in Batavia geheven wordt van de inlanders en daarmede gelijk gestelden, ook een recht van verkoop van sterke dranken in de buitenbezittingen, enz. De landrente en eenige andere rechten, die in meerdere of mindere mate overeenkomst hebben met onze belastingen, worden niet verpacht. Behalve invoerrechten kent men in Indië ook uitvoer rechten, welke bij ons sinds lang zijn afgeschaft. Voorheen waren bet alleen persoonlijke of zoogenaamde heerendiensten, die op do bevolking waren gelegd en die bestonden in het verrichten van arbeid ten behoeve van het gouvernement, zooals dat eertijds plaats had ten behoeve van de hoofden. Die somtijds zeer drukkende diensten zijn geleidelijk verminderd. Die ten behoeve der inlandsche hoofden zijn afgeschaft en vervangen door een hoofdelijken omslag. Die ten behoeve der dorpsbesturen of zoogenaamde pand jèns- diensten, hebben betrekking op de algemeene veiligheid, b.v. biandweerdiensten en bebooren dus te worden gehand haafd. De heerendiensten ten behoeve van ons gouvernement, zijn bij het regeeringsreglement aan de bijzondere zorg van ons bestuur opgedragen. In elk gewest worden de aard en duur der persoonlijke diensten, waartoe de inboorlingen verplicht zijn, de gevallen waarin en de wijze en voor waarden waarop zij kunnen worden gevorderd, door den gouverneur-genei-aal geregeld in overeenstemming met de bestaande gebruiken, instellingen en behoeften. Langzamer hand en zonder schokkende overgangen, wordt daarin door vijfjaarlijksche herziening vei mindering gebracht, terwijl bedoelde heerendiensten somtijds ook tegen betaling worden gevorderd en vatbaar zijn voor afkoop. Observator. Als ge succes in 'l leven milt behalen, neem dan volharding als me boezemvriend, ervaring als uw raadgever, voorzichtigheid als uw ouderen broeder, en hoop rils urn beschi rmengel mede op reis. Addison. Over ongelukkige paarden. Diversen. Van bevriende zijde wordt ons door een dierenvriend onderstaande ter plaat sing gezonden. In The animals friend las ik onderstaand over den in den laatsten tijd zooveel besproken uitvoer van afgeleefde paarden uit Engeland. Het strekt een natie weinig tot' eer, een zoo pijnlijken handel te drijven. Gelukkig dat eindelijk de oogen open gaan en de oveizeeschen inzien, dat bij ben de fout schuilt en niet bij ons. Er is een request ingediend bij bet Huis hetgeen de aanstelling van een veearts verzoekt, die adviseert of de paarden al dan niet in staat zijn de vermoeienissen der eis te doorstaan. Hierdoor zou al veel lijden voorkomen kunnen worden. Afdoend zou alleen zijn den geheelen handel stop te zetten, maar dat zal wel vooreerst onmogelijk zijn. In Rotterdam zag ik eens de droeve karavaan door de straten trekken. Een droefgeestige stoet, allemaal stakkers en stumperds met een verleden, met melancholieke oogen, alles aan ben personaliseert bun nationaal down" one shivers as they pass. Ik weet wel dat vele menscben zeggen: «zoo lang er nog zooveel menscbelijke ellende is, moet men eerst die lenigen", maar menscbelijk en menschwaardig is, op te komen waar en wanneer men kan, zoowel voor dieren- als voor menschenleed. Twee leden der «Dumb Friends League" verbalen dan van bun bezoek aan Rotterdam als volgt Wij bevonden ons op een stoomboot, waarmee 47 paarden vervoerd werden. Het was een der modernste booten der maatschappij. In bet ruim waar voor 58 paarden plaats was, vonden de paarden een onderkomen. De avond was mooi en de overtocht tamelijk rustig. Elk paard was in een kleine afdeeling gestald, met latten, zooals door the Board of Agriculture Regulations voorgeschreven wordt, op den grond, om ze eenig houvast te geven. Wij zagen dat zij gevoederd werden voor bun aankomst in Nederland vroeg in den ochtend. Toen wij aankwamen ontving de heer Van Stolk, de hoffe lijke secretaris van de Vereeniging tot Dierenbescherming afd. Rotterdam, ons, heette ons hartelijk welkom, en was ons zeer ter wille. In Rotterdam heeft bij veel invloed verkregen, door op kalme manier de wreedheid aan dieren tegen te gaan, en wordt hij gesteund door den burgemeester en bet geheele politiecorps. De beide hem toegevoegde inspecteurs dragen uniform, en hebben dezelfde bevoegdheid als de politie. Hij is vijftien jaar getuige geweest van de wreed heid in Rotterdam. Voor zooveel mogelijk bezoeken zij ieder schip dat paarden aanbrengt, en bun aanwezigheid oetent een gunstigen invloed op de behandeling der dieren uit. Wij zagen de paarden ontschepen en de beer Van Stolk zeide dat zij in beter conditie waren, dan die somtijds ar riveerden. Dikwijls is het noodig eenige in een ambulance naar het slachthuis te vervoeren, maar nu waren zij allen in staat te loopen. Het waren oude paarden, sommigen zouden nog wat langer in Engeland dienst hebben kunnen doen, maar de meesten waren opgewerkt. Vergezeld door twee politieagenten, die moesten toezien dat zij bet abattoir veilig bereikten, liep de stoet door de straten, een man steeds twee paarden leidende. Wij dienen nog te vermelden, dat vóór de stoet zich in beweging zette, de paarden door een bekwaam veearts onderzocht waren. Ongeveer een half uur later zagen wij ze weer in het abattoir, waar zij gestald waren en volop voedsel en water kregen. Bevoegden deelden ons mee, dat zij volgens de wet binnen acht dagen geslacht moeten worden. De slagers inspecteerden reeds hun koopen. De paarden worden met het scbietmasker of volgens Greenen's methode ter dood getracht. Deze laatste manier wordt nu Dog slechts door twee slagers gevolgd, maar de heer Van Stolk zeide ons, dat zij wel spoedig algemeen zou zijn. Den volgenden dag waren wij er zelf getuigen van hoe twee paarden volgens deze methode ter dood gebracht weiden, en naar onze meening trad de dood onmiddellijk in. Om half vier 's middags bezochten wij nog onder geleide van den beer Van Stolk en zijn inspecteurs een andere boot die van Londen kwam. Het was geen nieuwe boot, slechts een vrachtboot, waarin voor 18 dieren plaats was, nu ver voerde hij 4. Was de overtocht onstuimig geweest, dan hadden wij een herhaling kunnen verwachten van het tooneel zooals de heer Van Stolk ons had verteld, dat hij ontel bare keeren gezien had. De zoldering vlak boven de hoofden der paarden waren scherpe dwarsbalken, waaraan groote dieren zich licht kunnen stooten. Niettegenstaande het vroege uur was de veearts al genoodzaakt licht mede te nemen, om de dieren vóór de ontscheping te onderzoeken. Hij ver telde ons, dat paarden geheel zonder bedekking met de Grimsby-boot arriveerden, en ten gevolge van koude en uit putting dan in allertreurigste conditie zijn. Het valt uit hetgeen wij hoorden in Holland en uit hetgeen wij zelf zagen, niet te betwijfelen dat veel onnoodige wreedheid verbonden is aan het inschepen van oude paarden en het is aan ons, om dit te herstellen. De heer Van Stolk zeide, dat den dag na de schipbreuk van »De Berlin" de paarden in zoo'n vreeselijken toestand aankwamen, dat het dek van bet schip den vloei' van een slachthuis geleek, en de doode dieren in alle richtingen lagen. Veertien dagen geleden nog kwam er een boot aan met 12 paarden, waarvan 5 zwaar verwond en 4 dood waren, slechts drie waren in staat naar het slachthuis te loopen. Twee jaar geleden ongeveer kwamen 120 paarden alle dood aan. Verschillende nederlandsche heeren verklaarden nadruk kelijk, dat het aan ons was dit te verhelpen. In ieder ge val wordt in Nederland paardenvleesch een gezond voedsel geacht, zij mogen niet verkocht worden om te werken en die den korten afstand naar het abattoir niet kunnen afleggen worden in ambulances getransporteerd. De heer Van Stolk raadde bij onstuimig weer het gebruik van zeelen sterk aan, hetgeen, zooals hij grif toegaf, geen waarborg is dat een oud en zwak dier niet heen en weer gegooid wordt. FEUILLETON. PRINS-POEDEL, 14) naar het Franscli van EDOUARD LABOULAYE. Wetsontwerp betrekkelijk de ver betering en de veredeling van het hondenras. „Hiacint, bij de gratie van het lot en de bescherming uer toovergodinnen, enz., enz. „Overwegende dat volgens de jongste ont dekkingen der wetenschap, de keuring het natuurlijke middel is om de rassen te verbeteren en te veredelen „Overwegende dat, zoo men nog geene methode gevonden heeft om dit op het menscbe lijk geslacht toe te passen, het des te nood zakelijker is er op het hondenras de proef van te nemen „Overwegende dat het land der Vliegeneters sinds langen tijd vermaard is om de honden soorten die het bezit, dat men er de fraaiste typen van jachthonden, staande honden, wacht honden, brakken, herdershonden, smousjes, schoothondjes, enz. vindt „Overwegende dat het noodzakelijk is niet langer de vermenging te dulden waardoor de zuiverheid der typen bedorven wordt en ver bastert; „Bevelen dat van den dag af waarop deze wet zal worden afgekondigd, de politie op admi nistratieve wijze gevangen neme en uit den weg ruime de oproerige en lompe rassen, de mindere of halfslachtige soorten, zooals de kees honden, bulhonden, doggen, poedels, mopsen, enz., gelijk mede eiken hond van twijfelachtig haar die de zuiverheid van zijn bloed en den adel van zijn geslacht niet zal kunnen be wijzen". „Sire, voegde de minister er bij, aan dezen maatregel ligt een staatkundig denkbeeld ten grondslag dat Uwe Majesteit zeker niet zal zijn ontgaan. Wanneer wij de Keuring op de hon den, paarden, ezels, koeien, geiten, schapen, kippen, duiven, eenden, kalkoenen en ganzen hebben toegepast, wanneer er in uwe straten niet anders meer dan fijne, aristocratische, sierlijke en gedweeë rassen worden gevonden, zal dit heerlijke schouwspel bij de Vliegeneters het bewustzijn doen ontwaken dat eene vader lijke regeering zich niet enkel tot de dieren moet bepalen en dat zij ook de menschelijke eckt.verbindtenissen behoort te regelen, ten einde in het geheele rijk de zuiverheid en den adel van het bloed te bewaren. Eenmaal zoo ver, zullen wij waarlijk het eerste volk der aarde zijn, de waardige onderdanen van een vorst wien, als petekind der toovergodinnen, beval ligheid en schoonheid ten deel is gevallen." Na deze welsprekende tirade hield Bemoeial vol zelfvoldoening op en waehte de welver diende hulde voor zulk eene nieuwe en diep zinnige staatkunde. Hiacint bleef stom, hij was bleek, zijne lippen trilden. „Mijnheer, sprak hij eindelijk op snijdenden toon, ik wil wel gelooven dat uwe taal ernstig gemeend is. De manie om alles te reglemen teeren belet u het hatelijke en belachelijke van dit ontwerp in te zien. Gij hebt zoo dikwerf naar willekeur over de menscken beschikt, dat het u niet meer dan natuurlijk voorkomt op dezelfde wijze met het overige gedeelte dei- schepping te werk te gaan. Met welk recht veroordeelt siij schepsels ter dood die God u to' metgezellen heeft gegeven en die hij, omdat ze zich niet kunnen verdedigen, aan uw mede lijden heeft toevertrouwd? Hoe! om de proef met een stelsel te nemen, zult gij onbarmhartig het bloed der rampzaligen vergieten? Mijn hart zegt mij dat dit geen regeeren is. De eerste plicht, van een vorst is alles wat hem omringt te eerbiedigen, te ontzien, hij moet laten leven. Doof de fakkel niet uit die gij niet weder kunt ontsteken. Wat hebben die arme dieren voor kwaad gedaan? Dat ze leelijk zijn? Dit is geene overtreding. Dat ze trouw zijn? Dit is geen misdaad. Hindert u misschien hunne onafhan kelijkheid? Hclit gij de menscben zoodanig onder het juk gebracht, dat de vrijheid der honden u thans zelfs een doren in het oog wordt? Uitmuntend! riep Blindevink opstaande, uitmuntendWanneer ik op de étiquette in breuk maak, verzoek ik Uwe Majesteit om ver giffenis. Ik onderzoek nooit de zaken op zich zelve, dat is mij vrij onverschillig, maar de vorm, maar de gloed, maar de keus der woor den, maar de bijtende spot! O sire, liet is een geluk voor ons dat gij koning zijt; gij zoudt alle advocaten in de schaduw hebben gesteld Bemoeial die de geestdrift van Blindevink niet deelde, wierp een koelen blik op den vorst en sprak op hoogwijzen toon „Sire, wij kunnen de grootmoedige gevoelens Uwer Majesteit slechts toejuichen. Op uwen leeftijd, sire, zou het te betreuren zijn wanneer uw hart niet van dat heilig vuur blaakte. Doch de ervaring zal deze bedriegelijke droombeel den wijzigen; Uwe Majesteit zal leeren dat staatkunde en menschlievendheid niets met elkander gemeen hebben. Door het goud en bloed der volkeren niet te sparen, hebben uwe voorouders groote dingen verricht; de klein zonen bewonderen hen die hunne grootvaders in den dood hebben gezonden. Het nageslacht aanbidt alleen de veroveraars. Men moet zich niet door een verkeerd medelijden laten mis leiden; de volkeren zijn geschapen om aan den leiband te loopen; zij bijten de hand die hen streelt, zij lekken de hand die hen verplettert; de geschiedenis is dfL&r om het te getuigen. „Laten wij dus die ijdele gewetensbezwaren ter zijde. In de staatkunde evenals in de ge neeskunde ontstelt men als men voor het eerst bloed laat vloeien, maar hij alleen is een groot staatsman en een groot geneesheer, wiens hart zich niet door het lijden van anderen laat vermurwen en die enkel het doel ziet dat hij voor oogen heeft. „Om thans tot de wet te komen die Uwe Majesteit zooveel schrik aanjaagt. De natuur behulpzaam te zijn door het wegruimen van eenige individu's ten einde de soort te vol maken, de hoogste denkbeelden der heden- daagsche wijsbegeerte te verwezenlijken, dat mishaagt Uwe Majesteit: zij vreest de toepas sing van stelsels. Welnu, het zij zoo, wij zullen laag bij den grond blijven en ons alleen om de belangen van het heden bekommeren. Er bestaat eene beslissende reden om een held haftig besluit te nemen; die reden is de vol gende „Indien het Uwe Majesteit behagen mocht deze stukken te doorloopeu, dan zal het haar blijken'dat de politie eene verfoeielijke samen zwering heeft ontdekt. Lieden die niets ontzien, hebben zich verbonden de stad aan vijanden van de ergste soort over te leveren. De hof waarin de zwervende en slecht befaamde hon den worden opgesloten, is ondermijnd; men heeft deze boosdoeners op de vreedzame bur gers losgelaten. Alom heerscht schrik en ont steltenis. Gelukkig waakt de politie en is men

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 5