erkan-Boter
TIN.
LE INRICHTING
ïebruikt
FUMERIEËN
ELEN.
APSPELDEN.
nz
en Kunsthandel
381. Haarlem.
J. BAKKER.
EUR en MAGNETISEUR.
NTSTRAAT 8, HOORN.
RAPE E, =-
HOLM's
J. GöPPINGER,
Gebruikt
bijvoegsel van „}(et Jloemenöaalsch Weekblad"
üyt de Vroetschap van Haerlem.
lefoon Bloemendaal
1004
Telephoon 1273.
STEERING IN:
FLACONS, kistjes
EEP enz.
doosjes, Zeepdoo=
tels, Kleerborstels,
Is, enz. enz.
ïn enz.
loolboeken.
seeren en restaureert i
la
Boekverkoopingen, en
t met deze dat hij van af 1
er eenige patiënten te Haar-
behandeling heeft. Mochten
zijn die hier gelijktijdig go-
an wenschen te maken, zc
zij zich schriftelijk aan te mei-
bovengenoemd adres.
1LICHTBESTRALING.
;neeskundig toezicht.
9. OUDE GRACHT 39.
HAARLEM.
KUlïIUljj
e Heihazen, WiUle Dnin-
vogels, Pati'üzen, Braad-
tegen conc prijzen.
Telefoon 156:$.
E.G. a f 1.70, i/4 K.G.
a 0.90, 7+ K.G. a
1.90 en 1.
f 0.90.
icons a 1.
i a 0.50, ƒ0.80 en ƒ3.50.
f 0.50 en 0.90.
0.20.
0.25.
0.15.
f 0.70.
i a 0.25.
■ale Wateren en Verbandstoffen
HARLEM. Tel. 505.
i spoedigste uitgevoerd.
elefoon Bloemendaal
1004.
ran Zaterdag 3 December 1910. No. 48.
XVII.
e Heere Modoo is een
keurigh liefhebber van
regt door Zee te gaen,
yemant die niet met een vos-
senstaert geesselt, en die, z'n
eygen bewust synde gansch
niet toevalligh in de rij dei-
Schepenen neêr te zitten, vaek
te juyster tydt sich op de rol
weet te plaetsen om syn oogh-
wit te laaten mereken. In syn
werek laet hy sich als een
an sien die »met zoo veel levende verwen en hooghsels
len diepsels" (Geeraardt Brandt) maelt dat wij allegaer steets
Let ooghen en ooren vol aendaght beiden naer wa.t'er volgt.
Hem hoorende, so denckt men aen wat Coornhert eens zeide
te weeten dat »de sprake verzelt, vereenicht ende koppelt
>de menschen te zamen met onderlinghe vrundelyckheyd
>ende bedienstigheydwant de tale is een vroedwijf der
zinnen, een tolck des herten ende een schildery der ghe-
dachten, die anders binnen den mensche verborgen ende
jonzichtbaer zijn. De tale dan schildert de verholen gh<"-
dachten zo bevallyck of vruchtbaerlyck voor 't ghehoor
>van anderen, dat men die met lust ofte met nut te recht
bniagii anschouen, zonder ander verwe tot het pinceel der
jtonghen ofte pennen daer toe te behoeven, dan een ver
stal. ighe ende ryeke tale. Verstandigh is zy, als haer woor
den yyn zo duydeliek, dat zij of ten eersten aensien óf
door een waynigh inziens niet anders dan de claere starren
>in d duysteren nacht haer zei ven openbaren ende verklaren."
So
[spree.
Heer.
H.V
teger:
noei
aen
ruyi
saec
die 1
nenb.
hoog
praei
en c
berg,
hand
werx verknocht, tog eene behoirlyck
voor wat by uytvoerde. Deze
iel dit oock nu weeder op te mereken by de be-
igh over eene vermeerderingh van loon aen den
Boerkool, het Hoofd der »Gemeente-Reiniging."
verhief syne stem als een klok om te waarschouen
o eene volgens hem onbillycke handelwyze, synde ge-
ambtenaer yemant die, hoe oock vol deugden en
-lek deel syns
belooningh genoot
naeekte egter veelen naerstigh in de beoefeningh der
kunst, want, let maer op, naemalcanderen spraecken
ren De Braai, die met overdaed d'ooren stopte, Schram,
scheepstuygh van den Heere Modoo gebruyekte, Kley-
g, die rechtvaerdigh uvt wilde meten, maer yetwat te
het seyl des lofs trock, De Breuk, die met syn ge-
.et onderwerp des gespreks in 'n soet aenschyn bracht
ballans erg ten synent gonste deedt vallen, Slingen-
die, tegen den Praeses praetende, het compas in syn
naerstiglyck bestudeerde, Smit, die ick voor 't eerst
et ghenoegen hoorde, want hij sprak weynigh, doch
soyv en vol goeden olanx, Van der Kamp, die erreg zwaer-
wicb'g den stuurman wilde wyzen waer't roer was en
ten lotte de Heere Thyssen, die ditmael, ick en magk snlx niet
versu men syn waardije te erkennen, eenighe appelen van
suyvr goud in het zilv'ren vat wierp.
Dii was eene saecke van laDghen adem geweest, maer
wat r op volghde, was een nog drocker beseylen vant
groot vaerwater van den Raedt, teweeten het 6e punt:
het g ven van ƒ225.000 voor een nieuw te maeken school
voor ie H. B. S., 'twelck te segghen zooveel is als het vangh-
uet Wijsheidt.
i Al ver gekooraen, schoof de Heere Thiel syn stareken setel
wat a erwaerts, stont plots recht, nam een papier in de lincker-
hand en zeideMijnheer de Voorzitter. Maer hy zeide nog
meer, ij sprack leerzaem, steets stouter en stevigher en hadt de
voldo ingh op te mereken, hoe allen, hun hoofden in de
lucht ieeckende, met smaeck zijn woorden proefden en met
soeten lasmaeck droncken en herdroncken. Maer voorden edelen
Praesi - wast verdrietigh. Want 's Heeren Thiel's openbaeringh
van <].-• misstellinghe, geiijck hij deedt, hadde hij in andere
taele n t' anderer trjds kunnen doen, waerdoor de groot-
heyt *yns personaedjens allicht nog wijder waere uytgestreckt.
En vat hij den armen Heere Kronig op de lippen smeerde,
fas evenmin van soeten smaecke. Egter dese saeck voor
Corb: us vol geheymenissen sittend en, nademael hij sich
niet ve:lig en vast gevoelt om met welgesette ende versche
zinnen hier over te gaen, hij de hoedaenigheyt deser dinghen
goed en weet, so sal bij den gulden regel volgen, en
met
niet van den os op den ezel springhen.
De Praeses, die daer slagh van heeft uyt te monsteren
wat misstaet, betoonde sich gebelgt over de veele vezeltjens
en stofkens door den Heere Thiel opgewaayd. Als ze desen
maer niet in de ooghen vlieghen, zoodat hij laeter den palm-
tack niet en siet.
CoRBASlUS.
cine unaussprechliche GlHckseligke.it, wenn Gesinnungen
limpfindugen zwischen zwei Wesen wechseln, ohne irgend an-
stoszen zvrückgeh alten oder geschreckt zit werden.
Goethe.
Wereldvrede. Christelijk maatschap-
Tan tijdschrift pelijk Maandblad. 2e jaargang, no. 23.
en boek. October 1910.
Inhoud: Waarom er bij de engelen
vreugde is. Hoe ver staan wij van elkander? De Kerk en
r sociale roeping. Vrede door recht. Het volkspetitionement
voor algemeen kiesrecht. Royalisme. Boekaankondiging.
Het artikel over »De Kerk en haar sociale roeping" is
misschien het belangrijkste van dit nummer. Daar het ech
ter een vervolg is, en wij de vorige nummers niet tot onze
beschikking hebben, is het moeilijk er een oordeel over te
vellen. Schrijver is de heer K. Eykman. Hij verwijt de Kerk,
dat zij te kort schiet ten opzichte van haar sociale roeping.
Hij zegt: niet te eischen dat de Kerk partij kieze, doch hij
verlangt dat zij met haar tijd meegaat. Hoe hij zich dat
voorstelt is niet recht d' idelijk. Voor 't naast gelooven wij,
Hut hij 't liefst zou zien, dat de Kerk partij koos voor so
cialisme. Hij zegt: Het eenige wat zij op sociaal gebied
doet is inwendige zending drijven, helpen met heelen, aal"
moezen geven, geen recht eischen." Wij zouden zoo zeggen,
dat is al veel. Wat het recht eischen" aangaat, de schrij
ver schijnt toch wel degelijk de Kerk te willen mengen in
den strijd der partijen, De hemel beware ons ervoor, er
ls al strijd genoeg. Spijtig roept hij uit: sis de Kerk de
groote revolutionaire markt? Integendeel!" En dan: >Haar
leden zijn niet meer de volksberoerders van vroeger". La
ten wij daar blij om zijn. Een Kerk van liefde, een, die
weldoet, is sympathieker dan een, die oproer kraait.
De Klaroen van October heeft het over Reclame-invloed,
beschouwd uit een Christelijk oogpunt. Het stukje behelst
deels aanprijzing van reclame, een betoog van het nut er
van, deels een aantooning van haar schadelijkheid. Nadee-
lig acht de schrijver het, dat de reclame steeds grooter le
vensbehoeften schept en de menschen prikkelt tot het doen
van noodelooze uitgaven. Hij beveelt aansteun van bladen
in eigen (Christelijke) richting. Het andere artikel in de
Klaroen behandelt de tegenstrijdigheid van het in het diakonie-
reglement neergelegde plichtmatige der bedeeling van de armen,
en het ontbreken eener verklaring dat die armen op zoo
danige hulp recht kunnen doen gelden.
Lotusknoppen, maandschrift gewijd aan universeele broeder
schap en de verspreiding der theosofie, onder leiding van
Katheriue Tingley, Point Lorna, Californië, V. S. A. Uit
gave van de Universeele broederschap en het theosofisch
genootschap, Groningen, Oct.
InhoudOcculte of exacte wetenschap (vervolg), H. P.
Blavatsky, Het plan van het leven, De reuzengraven op
Sardinië, Theosofisch forum, De Vrouwen-Liga op Cuba, De
Maya's en de Leeuw, alle door Leerling" vertaald uit
Century Path". Broedersehapslied, gedicht. Het uur dei-
Kinderen (Onze donkere broeders). Voor onze broederschap-
clubs. (Werp uw brood op de wateren. Uit een brief van Prins
Willem I aan de Staten- Generaal).
Over voeding en gezondheid, door Dr. J. de Groot, speciaal-
arts voor maag- en ingewandsziekten te 's Gravenhage. Deel
II. Over de verteerbaarheid van het voedsel. Een en ander
over ziekten in verband met de voeding. Uitgave van J.
Noorduyn Zoon, Gorinchem 1910.
Alle menschen hebben een stokpaardje. Alle huis- of
tuinmenschen wel te verstaan, want natuurlijk loopen er
op onzen gebenedijden aardbol ook hoogstaande wezens rond,
wien niets in het bijzonder belang inboezemt, zich vast vlijtig
oefenend in dien toekomstigen staat van superieure onver
schilligheid, welke zij zich als Nirwana voorstellen, een
eigenaardigen suf-toestand, die me steeds het dichtje van
Vondel voor den geest roept van «Constantijntje, cherubijn
tje. de ijdelheden hier beneden, uitlacht met een Lodder
oog". O, menschen, dat lodderoog! Als ik nog denk, hoe
we daarover plachten te stikken op de schoolbanken. Denk
toch eens aan, zoo'n zaligheid met een lodderig oog. Och,
zwijg toch, ik weet 't wel, dat onze grootste der dichters
dat niet bedoelde met zijn kernachtig woord, maar
mij is dat altijd zoo bijgebleven die twee ideeën onafscheidelijk
verbonden: Nirwana—lodderoog. »De ijdelheden hier be
neden" Stokpaardjesmenschen, nu, zijn daar nog lang
niet aan toe. Stel je voor, dat je je héélemaal nergens meer
druk over maakt, kunt maken. Dat 't stokpaardje bij uit
nemendheid eten en drinken, je volstrekt niet meer intereseert,
datje als huisvrouw nóóit meer 's morgens, nog nauwelijks
uit de veeren, behoeft te beraadslagen met de keukenmeid
sWat zullen we vandaag eten?" Dat je nimmer aan den
middagdisch in de rats behoeft te zitten of de lievelingssoep
van den heer des huizes wel goed is uitgevallen, indachtig
aan de vrome spreukdat het hart van den man alleen
bereikbaar is door den maag. Dat de liefde daar, in dat
Nirwana suprème, triomfantelijk zegeviert, nademaal daar
geen magen zijnO gelukzaligheid
Daar zijn menschen, wien eten en drinken, lékker eten
en drinken natuurlijk, het hoogste goed toeschijnt. Voor
dezulken behoort een apart Nirwana te worden uitgedacht,
waar ze, ook met lodderoogen aan lange tafels aanliggen,
waar voordurend tafeltje-dek-u-wonderen zich afspelen.
Waar ze naar hartelust kunnen redeneeren over ideaal-voedsel,
over al- of niet verteerbaarheid, met dit verschil dat zij
zich daar nooit ongerust behoeven te maken over het juiste
percentage van de godenspijs, over ziekten of ongemakken
na den overvloedigen maaltijddaar geen vrees voor op
roerige of stakende ingewanden, voor een onwillige maag.
»De ijdelheden hier beneden uitlacht met een lodderoog",
in afwachting van die zaligheid verdiepen de berijders van
het maag-stokpaardje zich in questies als waar dit boekje van
dr. De Groot over handelt. En 't is merkwaardig hoe velen
van die berijders er zijn. Hier zijn we nog niet zoover
gekomen als bij onze naburen in Engeland, waar het woord
maag te noemen al hoogst shocking is, laat staan er verder
over te spreken, waar bijnaampjes verzonnen worden als
„Tummy" en little Mary" voor de enkele helaas niet te
vermijden gevallen dat het vreeselijke moet worden genoemd.
Hier bij ons praat men allerlustigst over dien afgod van
eten- en drinkenliefhebbers. En het is met een ware wellust, dat
zij zich verdiepen in alle bijzondere onderdeelen van dit thema.
Voor dezulken nu is dit boekje no. 2 uit een reeks van
drie, waarvan het eerste bevatWaarmede en hoe moeten wij
ons voeden Waartoe dient ons voedsel en het derde zal han
delen over: De beteekenis van het eiwit voor de stofwisseling.
De onderlinge verhouding van eiwit, vet en koolhydraten in ons
voedsel. Nog een en ander daarover. Over het gebruik van vruch
ten. Iets over koffie, thee en cacao, voor dezulken zeg ik, is
dit boekje kostelijke lectuur. Vooral het hoofdstuk over de
ziekten zal hun belang inboezemen, het griezelige toch trekt met
een geheimzinnige kracht. Je krijgt bepaald kippevel bij het
aandachtig lezen over lintworm, trichinen, vleesch- en worst
vergiften, die zelfs blindheid en verlamming ten gevolge
kunnen hebben, en je haren rijzen ten slotte te berge bij
het lezen over kanker. Je zoudt haast angst krijgen, die
stapels ongerechtigheden welke zich listiglijk verschuilen in
de heerlijkst uitziende schoteltjes, naar binnen te werken,
en je zoudt er bijna toe komen nooit oftenimmer meer
jezelf te vergasten op een lekker maaltje bij Kras, daar je
immers niet weet, hoe 't er in de keukens toegaat
Tenzij je de meening bent toegedaan gevat in twee goede neder-
landsche gezegden: »Wat niet weet, wat niet deert," en,
vieze varkens worden niet vet." Ik heb wel eens hooren
beweren, en van bevoegde zijde, dat de maag zijn eigen
dokter is, en in de meeste gevallen zelf wel raad weet met
den vijand en dat slechts die magen, welke van nature
al niet richtig zijn, om den haverklap kapsies vertoonen.
Hoe dit zij, boekjes als van dr. De Groot hebben
hun nut, zeker. Ze verdienen gelezen te worden, omdat er
altijd wat uit geleerd kan worden. Door menschen met
k zwakke magen" omdat ze dan te weten komen hoe ze zich
zouden kunnen menageeren," en door hen met een gezonden
eetlust, wijl ze hieruit leeren kunnen, hoever ze mogen gaan.
A. van der MeerBrondgeest.
Naar men ons mededeelt, zal 't Oranjeboekje, liederen voor
Janmaat en Soldaat, voor School en Volk, begin Januari
het licht zien.
Het weekblad Buiten (uitgave van Scheltema en Holkema's
Boekhandel te Amsterdam) bevat de reproducties der drie
foto's door H.M. de Koningin te Uddel bij eikschillers ge
nomen, over welke gebeurtenis een verhaal eene wandeling
door de pers gemaakt heeft.
Ontvangen en nog te besprekenE. Violletle Due.
Geschiedenis van een Teekenaar. Jan Godefroy. De Empire-stijl
en zijn ontstaan. Amsterdam. Wed. J. Ahrend Zoon's
Uitgevers-Maatschappij.
No. 36 van het geïllustreerde weekblad Pak me mee, dat
deze week verschijnt, bevat als voorplaat een reproductie van
het portret van H. M. de Koningin naar de schilderij van
mevrouw Therèse van Duyl—Schwartze zoomede het nieuwste
portret ten voeten uit van H. M. de Koningin-Moeder, vooris
portretten van prof. Hugo de Vries en prof. mr. G. A. van
Hamel. Een geheele pagina is gewijd aan het gouden jubileum
van Louis Bouwmeester met twaalf foto's, den grooten acteur
in verschillende rollen voorstellende, met foto van het hulde
betoon te Amsterdam. Voorts verschillende illustraties en
een achttal portretten van bekende persoonlijkheden, afgewis
seld door lectuur. Verder is een wedstrijd in het blad open
gesteld voor alle kinderen van abonné's, waarbij zij uitgenoodigd
worden ijsmutsjes te vervaardigen, ten bate voor arme kinde
ren als een welkom kerstgeschenk, aan welken wedstrijd ook
de ouders der kinderen buiten mededinging kunnen inzenden.
Wenn der Kopf weisz, was er will, und. das ITerz nicht nötig hal
ausheimisch zu sein, dasz es ilun wohl wefde, so geilt!» ja wohl.
Goethe.
Het bont dat verleden jaar zoo in zwang
Tan opschik was viert ook nu weer triumphen. Als
en inenting. nieuw brengt de pelsmode ons mantels
van paardenvellen gemaakt, die behalve
zeer mooi glanzend, warm en bizonder licht, betrekkelijk goed
koop zijn. Zij zullen wel grooten aftrek vinden, temeer daar deze
huiden niet, zooals bij veel ander bont wel het geval is, op gruw
zame wijze zijn verkregen. Bij een paardenhuidenmantel" be
hoort een rok met een rand huid bezet. Tezamen maken zij den
indruk van een tot op den grond reikende mantel, men
moet ze gezien hebben, om te gelooven, hoe goed en slank
een dergelijk costuum kleedt. Pelsmantels worden met schei-
afstekende gekleurde zijde gevoerd, korenblauw, kersrood,
russisch groen en niet te vergeten witDeze voering wordt
zoo aangebracht dat zij langs de randen één centimeter
zichtbaar is. Om een effectvol geheel te krijgen kiest men
dan dezelfde kleur voor den platten reuzenmof.
In deze groote moffen zijn om de dames, volhandig als
zij het reeds met die enorme exemplaren hebben, van noode-
loozen ballast te ontheffen, zeer practische zakken aangebracht,
zoodat men het handtaschje thuis kan laten.
De zijden echarpen worden door dito bonten, van hermelijn,
sealskin, otter enz. vervangen. Bij al de gangbare modellen
van hoeden, die de damesschare dezen winter tentoon draagt,
vragen ook die van bont vervaardigd, een aparte vermel
ding. Ook de avondmantels doen aan de bontrage mee. Had
men vroeger een laken avondmantel met bont gevoerd, thans
wordt het bont naar buiten gedragen en de binnenkant
geheel bedekt met zijde en kant enz.
Baltoiletten, blousen, japonnen, zijn met kralen zeer origi
neel versierd. Ik zag een baltoilet van ragfijne witte tule,
benaaid met witte roDde en langwerpige steenen kraaltjes,
die een sierlijk bloemenmotief vormden. Hierbij behoorde
een ivoorkleurig liberty zijden onderkleed, verder op een
zwarte tule kleed, ornamenten van korenblauwe kralen,
waarbij dan een korenblauw onderkleed gedragen werd en een
snoezige blouse van wit laken die door zwarte kralen in
strepen ingedeeld werd. Vlijtige handen maak ik in 't bizon
der op dit kralenwerk, als welkome afwisseling, attent, vooral
de steenen kralen zijn van hoogst decoratieve werking, zoo
dat dit werk, ook als randjes aangebracht, veel voldoening
schenkt.
De aandacht op het vaccinatie-vraagstuk wordt weer ge
vestigd door het door Murk Balt te Ede geschreven boekje
Uw persoonlijk belang.
Hierin haalt de schrijver vele uitspraken van professoren
en doktoren aan, doet het onhygiënische en onnatuurlijke
der koepokinenting uitkomen. De schrijver gaat zelfs zoover
dat hij zegt niet alleen ons persoonlijk belang met dit boekje
voor te staan, maar ook het belang der ziel: »daar waar
gedurende het leven de ziel in nauw verband met, en zeer
onder den invloed van uw lichaam staat."
Murk Balt geeft ons waar hij schrijft: Immers alle
autoriteiten bekennen rondweg, dat ze heelemaalniet weten wat
eigenlijk de ziektekiem by de pokzielcte is, en dus ook niet,
waar men ze vangen kan, bovendien verklaren deze ge-
leerden, dat ze ook niet kennen het eigenlijke voorbehoedende
bestanddeel van de vaccine of koepokstofal voldoende recht,
dat wij ons van de vaccinatieduian^ wenschen ontheven te
zien. Dr. Bilfinger zoekt in de koepokinenting de oorzaak
tot de toename der tuberculose. Persoonlijk als leek, kan ik
mij het beste met de uitspraak van dr. Maijntzer vereenigen.
Hij noemt het inenten »de grootste belastering van onze
»eeuw van hygiëne en antiseptiek, welke de gezondheid
>tracht te behouden, en iedere, ook de kleinste verettering
»en bloedvergiftiging op zijn strengst en zorgvuldig zoekt
»te vermijden."
Mijn lezeressen durf ik de nadere kennismaking met het
boekje gerust aanbevelen. Wil men de zaak nader tot haar
doel brengen, dan kan men zich als lid van den Bond tegen
Vaccinedwang opgeven.
Mouche.
Es ist audi im kleinen interessant zu sehen, wie der Mensch sich
wendet und dreht und sein Geschick geiten 'macht.
Goethe.
Onlangs is te Hasselt een katholiek
Hoe de Paus vereenigingslokaal geopend voor mili-
tairen, zoo lezen wij in het Hdbl. De
regeert. directeur, pastoor Delvoie, heeft den
garnizoenscommandant.kolonel De Schep
per, verzocht den troep vergunning te verleenen deze club te
bezoeken. Als antwoord heeft de kolonel bij garnizoensorder
het bezoek van het lokaal aan de militairen verboden.
De Indépendance is van oordeel, dat de zienswijze van den