Zijlstraat 85. Tel. 1057. Joh. M. SCHMIDT Prismakijkers, HAARLEM. van Zeiss, Busch, Goerz, Hensoldt Agenda. BLOEMENDAAL. Zondag X Januari, 21/,—4'/. mir. Hotel Duin en Daal. Matinée. Dinsdag 3 Januari, 8 uur. Concertzaal van „Rust hoek". Korte Kleverlaan hoek Bloemendailsche weg. Bioscoop-voorstelling door Albert-Frères uit Haarlem. ƒ0.75, ƒ0.50. Woensdag 4 Januari, 8 uur Vergaderlokaal „Maranatha", Christelijk Nationale Werkmansbond. Vergadering. Be langstellenden zijn welkom. Donderdag 5 Januari, 8 uur. Concertzaal van „Rust hoek". Soiree-amusant John Donati, met medewerking strijkkwartet „Rap" uit Haarlem f 0.50. HAARLEM. Koloniaal Museum. (Paviljoen.) Dagelijks geopend van 10—4 ure. Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.) Dagelijks geopend van 104 ure. Gemeentelijk Museum. (Stadhuis.) Dagelijks geopend van 103 ure. Toegang 25 cents. Zondags en len Woensdag van de maand kosteloos. Nieuwjaarsdag gesloten. Bisschoppelijk Museum. (Janestraat 79). Geopend behalve Zondags en R.-K. feestdagen van 10—5 ure. Toegang 25 cents. S tad s-Bib 1 io theek. (Prinsenhof). Dagelijks geopend (be halve Zondags) van 104 uur. Groote Kerk. Dinsdags van 1—2 ure, Donderdags "an 23 ure, Orgelbespeling. Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (behalve Zaterdags en Zondags) van 113 ure. De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure. Zaterdag 31 December, 8'/, uur De Kroon. Bioscoop voorstelling Albert-Frères. I 0.75, 0.50. 0 25. Zondag 1 Januari, 8'/4 uur. De Kroon. Bioscoopvoorstel ling Albert-Frères. Boven f0.75, zaal f0.50. van 24 uur: Matinee. Zondag 1 Januari, n.m. 2 uur. Schouwburg Jansweg. Middagvoorstelling door de N.V. Het Tooneel, dir. W. Royaards. Lucifer. Treurspel. Gewone prijzen. Zondag 1 Januari, 7'/. uur. Schouwburg Jansweg. Nederl. Tooneelgezelschap, dir. Frans Hart. (Volksvoor stelling). De Negerhut van. oom Tom. Drama, fl.— 0.75, 0.60, 0.40, 0.30. Dinsdag 3 Januari, 8 uur. Sociëteit Vereeniging. 2de concert Koninkl. Liedertatel „Zang en Vriendschap". Dinsdag 3 Januari, 7'/s uur. Schouwburg Jansweg. Koninklijke Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel". (Abonnementsvoorstelling) Gijsbrecht van Aemstel. Treurspel. Daarna D e Bruiloft van Klorisen Roosje. Kluchtspel. Woensdag 4 Januari, 8 uur. De Kroon. Concert Concert gebouw-Sextet. Vrijdag 6 Januari, 8 uur. Schouwburg Jansweg. N.V. Opera en Operette Rembrandt Theater. Carmen. Opera. f2.50, 2.—, 1.75, 1.50, 1.25, 1.—, 0.60, 0 40. Vrijdag 6 Januari, 8 uur. De Kroon. 3e Liederavond Gerard Zalsman, met medewerking van mevrouw Noor dewier—Reddingius. VOETBAL. BLOEMENDAAL. Zondag 1 Januari. 2 uur. B.V.V. IHaarlem II (Reserve le klasse) (terrein Meerenbergsche weg). HAARLEM. Zondag 1 Januari, 2 uur. H.F.C.Allen Weerbaar (Bussum), (terrein aan de (Spanjaardslaan). zijne goddelijke geboorte dan eerlang zijn voorgesteld van meer ouderwetsch Joodsch voelende zijde, en in meer 'heiden- schen' trant heeft men hem dan van den goddelijken geest laten geboren worden uit eene maagd. Dat in de geboorte verhalen van het ons bekende Evangelie zelfs het Boed dhisme mede voorondersteld is, heeft zijne waarschijnlijkheid juist in verband met den Boeddha is het, dat wij in Azië lezen van eene ster, van een door een rivierbad gevolgd vasten in de woestijn, van eene verzoeking door Mara den booze, van een rondtrekken in armoede zonder huis of hu welijk, om het deerniswekkende menschdom den weg des heils te leeren, en diergelijke meer. En men denke hier nog eens aan de wonderverhalen. Atjvaghosha's Buddha-carita-ka- vyam of epos over het leven van den Buddha, dat in de eerste eeuw onzer jaartelling zal zijn vervaardigd en om trent 425 door den Indiër Dharmaraksha vertaald of liever vrij bewerkt is in het Chineesch, Aqvaghosha's leven van den Buddha laat (Reclam 3418-'20 blz. 201) den laatste over het water wandelen, door muren heengaan, en (blz. "14) in de lucht omhoogstijgen; vuur en water komen eens uit zijn beide zijden, en tegen het einde van zijn le ven verbreidt zich om hem een glans als van de zon. Dat wij hier aan plaatsen als Matth. 14 25, 17 2, Luc. 24 36. 51 (Hd. 1 9), Joh. 7 38 herinnerd worden, ligt voor de band, en wie met de evangelische leeringen des Buddhas prediking vergelijkt, komt tot dezelfde gevolgtrekkinger is dan ook niets onwaarschijnlijks in het vermoeden, dat te Alexandrië, eens het groote verbindingspunt tusschen Indië en Europa, op de wording onzer evangelieverhalen het Boed dhisme niet zonder invloed is gebleven. Wat niet wegneemt, dat het Evangelie onmiddellijk of aanvankelijk en voorloopig Jóódsch is geweest, theosophisch Joodsch; niemand anders dan een theosophische Jood, om te beginnen, heeft Jezus in JEgypte kunnen laten zeggen Wacht u ervoor, dat ook gij hetzelfde ondervindt als zij, want niet onder de levenden alleen ontvangen de boosdoe ners onder de menschen (hun loon), maar ook zullen zij straf verduren en groote foltering. En hen medenemende leidde hij hen naar de plaats zelve van de reiniging en wandelde in den tempel. Een zekere phariseeër echter, met name Levi, ontmoette hen en zeide tot den HeilandWie heeft u verlof gegeven, om deze plaats van reiniging te betreden en deze heilige voorwerpen te beschouwen, zonder dat gij u hebt gebaad en uwe leerlingen hunne voeten hebben gewasschen? Ongereinigd toch hebt gij deze plaats betreden, die rein is, die door iemand anders niet betreden wordt, tenzij hij zich hebbe gebaad en zijne kleederen verwisseld; en hij waagt het niet, deze heilige voorwerpen aan te zien. De Heiland dan bleef terstond met zijne leerlingen staan en antwoorddeGij dus, die hier in den tempel zijt, zijt rein? En de andere zeide: Ja. Want ik heb mij gebaad in den vijver van David, en ik ben langs de eene trap naar beneden gegaan en langs de ander weder opgeklom men, en ik heb witte en reine kleederen aangedaan, en toen ben ik gekomen en heb deze heilige voorwerpen aan gezien. Maar de Heiland antwoordde zeggende: Wee u blin den, die niet ziet! Gebaad hebt gij u in deze stroomende wateren, waarin des nachts en des daags honden en zwijnen zijn geworpen, en afgewischt en schoongewreven hebt gij uwe huid, die ook de hoeren en fluitspeelsters zalven en wasscben en schoonwrijven en voor de begeerte der menschen aan trekkelijk maken, doch van binnen zijn zij vol schorpioenen en allerlei boosheid. Ik echter en mijne leerlingen, die gij zegt dat zij zich niet gewasschen hebben, wij hebben ons ge doopt in de wateren des eeuwigen levens!" Het lijden en sterven van den Evangelischen Jezus ver toont 'mysterieuze' overeenkomst met de Alexandrijnsche wijsheid van Sap. Sal. 2: 12-20. Cumont echter heeft acta van den H. Dasius uitgegeven, waaruit blijkt, dat Romein- sche soldaten aan de grenzen des rijks nog in 303 het lente feest hebben gevierd met de terdoodbrenging van den spotkoning der Saturnaliën, denzelfden, die doet denken aan den lateren 'roi carnaval' onzer eigene dagen, aan den 'zo- ganes' van het Babylonische Zagmoekfeest in omgekeerde richting. En intocht te Jeruzalem, tempelreiniging, kroning, kruisiging in het Evangelie, ze schijnen tezamen terug te wijzen naar eene antiek wreede zinnebeeldigheid bij dat Zag moekfeest of Sakeeënfeest, het oude-en-nieuwejaarsfeest aller eerst van de Babyloniërsdat de 'Barabbas' of Zoon des Vaders, dien men in het Evangelie vrijlaat, volgens oude overlevering eigenlijk óók Jezus heet, beteekent misschien, dat men van het nieuwe jaar ook toen iets beters hoopte of verwachtte dan het oude had opgeleverd, hetwelk men dan in den persoon van een ter dood veroordeeld misdadi ger zinnebeeldig diende, eerde, hoonde en om het leven bracht. Pariunt desideria non traditos voltüs." Aan Hermes- en Sarapistypen heeft men later des Heilands gelaat ontleend. In Matth. 28 17 zegt het verbaal te Rome, dat toen aan de van Jeruzalem naar Galilea teruggekeerde leerlingen de gektuisigde 'op den berg' verschenen is, sommigen hebben ge twijfeld. En in de tweede eeuw heeft, naar het schijnt, de gnosis openlijk geleerd, dat de opstanding uit de dooden geestelijk moest worden verstaan: »dat vleesch en bloed het Godsrijk niet beërven kunnen", wordt dan ook met zoovele woorden gezegd in 1 Kor. 15:50. «Hetgeen de tegenstan ders," aldus Tertullianus ('over de herrijzing des vleesches' 48), «onmiddellijk het eerst in het debat brengen." «Door alle sectarissen," bericht Irenaeus (5 9. 1), wordt dat voor hunne onzinnigheid bijgebracht." Zoo was dan ook de toe komstverwachting der ingewijden niet kinderlijk Messiaanseh; eigenlijk was ze geene verwachting. «Les oeuvres de Dieu," leert later Zohar I 191 b (vertaling van wijlen Jean de Pauly), «sont pareilles a une roue, oü l'élévation d'une jante cor respond a la descente d'une autre qui est en face d'elle" donker wordt daarbij in het Joodsch theosophische 'Boek der Helderheid' (Zohar I 274 a) te verstaan gegeven, dat de toekomende wereld van de verledene niet verschilt. En in het Alexandrijnsche evangelie werd door den Heiland de persoonlijke zelfversterving geleerd, zonder dat deze op de vraag, wanneer nu het Rijk kwam, iets verblijdenders had te antwoorden, dan dat het komen zoude, wanneer er nie mand meer geboren werdJezus in ^Egypte leerde, dat het rijk der hemelen te zoeken was in onszelven. Hieraan herin nert in onze evangelieverhalen met name nog Luc. 17 20- 21, maar dit beteekent dan, dat tot het aanvankelijke Goede Nieuws Lucas 17 22-37, 21 5 36 met Matth. 24 en Mare. 13 niet is te rekenen; die 'Messiaansche' plaatsen zijn lto- meinsche v'ervalschingen van den oorspronkelijken inhoud, bewerkingen eener openbaring of voorspelling, die zelve wel uit de eerste eeuw afkomstig was, maar tot het theosophische evangelie der Alexandrijnsche 'Hebreeën' niet had behoord. Bij het woord Antichristzullen daarom de ingewijde Jezu- anen wel aan niemand anders hebben gedacht dan den Jood- schen Messias zei ven, met zijn verkeerd koninkrijk des Heeren vol bloedig nationale bekrompenheid wanneer tegen over den door den Vader gezondene maar door Joden ver worpene in Joh. 5 43 'de andere' gesteld wordt, dien de Joden zullen aanvaarden, dan is die andere van zelf als 'verkeerde' Christus de Bellar van 2 Kor. 6:5, de Tegen stander van 2 Thess. 2 4 en het Beest van Openb. 11 7-8, dat is de Messias in eigen persoon. Nadat de Joden, zoo lezen wij in 2 Thess. 2:10-11, niet ontvankelijk zijn ge bleken voor eene heilzame liefde tot de waarheid, zal bun God de Vader?? eene werking van dwaling zenden, opdat ze geloof slaan aan de leugen1)welk wangeloof der Joden echter konde hier met het Joodsche geloof zelf in strijd zijn? De verkeerde Christus treedt in Jeruzalem op, en volgens het geschrift van Hippolytus over den Antichrist komt hij als besnedene de verstrooide natie verzamelen en den tempel van Jeruzalem herstellenhij zal, zegt later in eene uitlegging onzer Johanneïsche Openbaring de Romeinsche rhetor Victorinus, het volk der besnijdenis moeten verleiden, doordat hij optreedt als beschermer der (Joodsche) wet. En 'wat hem tegenhoudt' (2 Thess. 2 6) heet dienovereen komstig bij Tertullianus (Apol. 32), die hier weer eens erf genaam blijkt van niet meer door hemzelven begrepene ge dachten, het Romeinsche rijk; «wij weten," zegt hij, «dat het einde onzer orde van zaken, dat met ontzettende rampen dreigt, alleen door het voortbestaan van het Romeinsche rijk wordt vertraagd." En nog Cyrillus van Jeruzalem (Catech. 15 11) herhaalt: «De Antichrist komt, wanneer de dagen van het Romeinsche rijk geteld zijn." Het Evangelie wortelt niet in Messiaansche verwachtingen van het Joodsche land, maar in de heilsbehoefte van Helle nistische Joden. En de oudste vereerders van den evan gelischen Heiland hebben den 'verkeerden Christus in den echten Joods-chen Messias zeiven gezien. Muziek. l) Te Leipzig heeft in 1910 de rechtbank den uitgever van het tijdschrift Hammer wegens godslastering tot eene week hechtenis veroordeeld, ter zake van de volgende zinsnede: „De Joden zullen nooit Duitsche staatsbur gers worden, zoolang ze niet. hunne Talmoedische geschriften en hunne synagoges afbreken, zoolang ze den god Jahwe, het kwaad, en den leugeu, vereeren." Zohar I 169 b: „De geest des kwaads heerscht in de wereld!" Tilly K o enen-con cert o p 29 Dec- Aan den vleugel Paul Aron. Tilly K. begon met 2 liederen van L. v. Beethoven: le „die Ehre Gottes aus der Natur", waarbij al dadelijk de kracht harer donkere altstem uit kwam en 2e. in het sombere: „In questa Tomba oscura" waarbij haar lage tonen 't mooist klonken. „Ah se tu dormi" is een meer lieflijk italiaansch lied van Bassani en in „la Zingarella" van Poësiello kon zij haar vroolijke, grappige voordrachtskunst eens uiten. De „Vier ernste Gesiinge" van Brahms bevatten een schat van schoonheden, zoowel voor de zangstem als voor de begeleiding. Want hoeveel verschillende stemmingen komen in den tekst voor en hoe geheel in overeenstemming daarmee is de muziek van Brahms Hoe sober en edel zijn de toonschakee- ringen en harmonieën. Ook de vlugge gedeelten der begeleiding blijven toch in den vromen, ernstigen stijl. Of de zangeres in het laatste deel bij de woorden: Glaube, Hofl'nung, Liebe, dit woord „Liebe" zong volgens de opvatting die Paulus van de „Liebe" had, durf ik niet zeggen. Doch dit neemt niet weg, dat deze „vier Gesiinge" en vooral het slot over 1 Coriuthen 13 een van de verhevenste, vroomste scheppingen van Brahms zijn De vier liedjes van Cath. van Rennes vielen bij het grootste deel van 't weinig talrijke publiek zóó in den smaak, dat er luid geklapt werd en de zangeres nog een dansliedje van de zelfde componiste toegaf. Over smaak valt ook hier niet te twisten De twee liederen van R. Strausz: „Ieh trage meine Minne" en „Wiegenlied" (dit laatste met zachte, vlugge begeleiding) zijn wel mooi, maar Strausz is niet eenvoudig en begrijpelijk voor iedereen. Maar deze twee liederen waren nog dóódsimpel vergeleken bij de twee van H. Wolff die nu volgden: a „die Zigeunerin" (Tilly K. ziet ei uit of zij daar veel voor voelt) en b. „Trunken mussen wir allen sein". Dat zijn zeker heel won derlijke liederen, zoowel muziek als tekst. De zonderlingste klanken en accoorden komen daarin voor! Mij dunkt zij had uit de l'ederen van H. Wolff wel een andere keuze kunnen doen, meer in overeenstemming met de stem van een dame. De begeleider Paul Aron vervulde zijn taak zeer goed, want zijn partij was verre van gemakkelijk. Ook in zijn solo nummers toonde hij veel muzikaliteit, liet o.a. mooi de melodie „zingen" op zijn instrument en hij heeft veel technische vaardigheid. Vroeger heb ik Tilly K. hier wel eens hooren zingen waar van ik een veel aangenamer en gunstiger indruk had dan hedenavond. Voor de bezoekers van het concert van de Koninklijke Lieder tafel Zang en Vriendschap op as. Dinsdag 3 Jan 1911 is 't misschien aangenaam iets te lezen over 't geen zij zullen hooren. No. 1 van 't programma is „Magnificat" voor koor van F. Riga Magnificat beteekent: lofzang van Maria, waarmee zij den groet van Elisabeth beantwoordt (Dr. H. Riemann). No. 2 meldt drie liederen van Joh. Brahms, a. der Tod, das ist die kühle Nacht (onlangs door Joh Messchaert hier gezongen interessant om te vergelijken sopraan en basstem) b Sapphische ode (ode islied, gezang) en c Am Son tag Morgen. No. 3 Rhapsodie op. 79 No. 1 van Joh. Brahms en Ballade op. 47 van Fr. Chopin voor piano. Rhapsodie Verbinding van brokstukken van gezangen. Wie goed oplet, zal hooren, dat die brokstukken zeer verschillend zijn van karakter, toonsoort enz. Ballade Ballata Danslied. (Dansen is in 't Italiaansch Ballare). In den lateren tijd beteekent het: episch-lyrisch ge dicht in muzikalen vorm. No. 4. „De Ruine", voor koor, van L. F. Brandts Buys. No. 5. „Hymne", Hymne-lofzang aan den Haarlemmerhout, voor koor, van M. H. van 't Kruys. Deze beide composities zijn aan de Liedertafel opgedragen en de gedichten zijn ver vaardigd door den heer J. van Breemen, bibliothecaris. Hij maakte vijf gedichten, ontleend aan haarlemsche gegevens en samen een gedenkboek vormend, aangeboden 20 Februari 1910 bij 't tachtigjarig bestaan van Z. en V. No. 6. Concert-étude des dur van Fr. Liszt en Airs de Ballet van Widor voor piano. Ballet danspantomime met muziek theatrale dans, meestal met dramatische behandeling. No. 7. Vier liederen. No. 8. „Pilgerchor" uit Tannhauser van R. Wagner, dat be halve voor koor zeker door velen ook veel gehoord werd als instrumentale muziek, maar Wagner heeft het oorspronkelijk als pelgrim's koor bedoeld als Tannhauser met de overige pel grims weer in zijn vade. land terugkeert, nadat hij boete gedaai: heeft voor zijn zonde. Het is een mooi en plechtig koor om te hooren, en voor degenen die Tannhauser ook sagen, zal 't zeker weer een schoone herinnering aan dat gedeelte van Wagner's werk zijn. Op den derden liederenavond te geven door den heer Geran Zalsman, op Vrijdag 6 Januari a.s. in de concertzaal „De Kroon te Haarlem, waarbij mevrouw A. NoordewierReddingius, sopraan, hare medewerking zal verleenen, wordt het volgende programma uitgevoerd: la. Stille Thrunen; b. Der Nussbaum; c. Er ist's: d. Rüselein: e, Mondnach' Rob. Schumann. Te zingen door Mevrouw A. NoordewierReddingius. Begeleiding: mejuffi M. Jannette "Walen. 11 Fünf Gedichte. Rich. Wagner. Te zingen door den Heer Gerard Zalsman. Begeleiding: de heer Willem Andriessen. lila. Invocatis Amoris; b Maanlicht, Bern. Zweers. Te zingen door Mevt. A. Noordewier—Reddingius. Begeleiding: Mejufii M. Jannette Walen. IVa. Lentedagb. Hei met de wolken zoo witc. Zomer. Willem Andriessen. Te zingen door den Heer Gerard Zalsman. Begeleiding- de Heer Willem Andriessen. Va. Sie wissen's nichtb. Freundliche Visionc. Das Geheimnissd. Wiegen lied. Rich. Strauss. Te zingen door Mevr. A. NoordewierReddingius. Begeleiding. Mejuff' Jannette Walen. Vla. Nachtgang6. Befreit: c Heimliche Aufforderungd. Caecilie. Riet. Strauss. Te zingen door den Heer Gerard Zalsman. Begeleidingde Heer Willeto Andriessen. Concertgebou wS e x t e t. Op Woensdag 4 Januari zal in de concertzaal De Kroon een concert worden gegeven door bet Concertgebouw- Sextet uit Amsterdam, bestaande uit de heeren Evert Cor nells, dirigent van het concertgebouw-orkest, piano; Nic. Klasen, fluit; G. Blanchard, bobo; P. Swager,'clarinet; H. Tak, hoorn; I. S. de Groen, fagot; met medewerking der heeren Johan Herbschleb, viool; Johan Kerkhof!', alt; Tb. de Mare, violoncelS. Blazer, contrabasallen leden van het Concertgebouw-orkest, en van mevr. Veth Prince, sopraan. Op het programma staat o. a. het zoo zelden ge- ia ruime sirteering voorradig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1910 | | pagina 2