veenJ
Firma J. H. KRUL Jr
JS VAN
r
keer
Berlitz School
Brandstoffen;
scheidenheid
Huishoud- eu
Industrieschoo
'I
-ANTAARNS
VERFF Gzn.,
LSTRA
-Jli
STOFFEERDER.
BIJVOEGSEL VAN
.«4
Schneevoogtstr
Haarlem.
i Inschrijving voor de Carsass nil
Strijken
Wasschen
Huishoudkunde
Verstellen en maken
van lijfgoed
Costuumnaaien
Vervaardigen van kant
u
a
e
03
h
z
UJ
Koken
Strijken
Wasschen van wolie
en andere goederr
Knippen en naais
van lijfgoed
Vervaardigen van k^
toenen japonnen
Fröbelen
Zaterdag 18 Februari 1911. No. 7
recht en
WET.
Het eedsvraagstuk en het
noodwetje van minister Regout.
III.
T
leer van liet tweede artikel van het nood-
is dus, dat in twee gevallen voor den eed
lie belofte in de plaats treedt, wel te verstaan
ar liet geldt getuigen in burgerlijke- en straf-
lingen.
biet betrekking tot deze gedingen wordt dus
jstendigd bet thans aan de doopsgezinden toe-
Ie voorrecht, eene bestendiging waarvoor
liter den minister niet zeer dankbaar
lllun zijn.
immers, al was bet alleen maar voor bet straf-
beslist, dat de eed kan worden vervangen
eene belofte door ben die tot een kork-
tscliap belmoren met welks beginselen bet
dzweren in strijd is, juist om dit beginsel vond
uitspraak algemeene toepassing. I)e reden
•t overal gelden, bij alle burgerlijke han
gen.
i nu zal volgens bet artikel niet meer zoo
Behalve waar bet geldt bet afleggen van
igenissen in burgerlijke en strafzaken, zullen
de doopsgezinden in bet vervolg den eed
n af te leggen in alle gevallen van welken
ook. Wij aarzelen niet dit schandelijk on-
k te noemen en wij begrijpen niet dat een
telijk minister dit niet beeft ingezien. Dat
ninister voor zich zelf in den eed lioege-
id geen bezwaar ziet zal wel waar zijn en
urn kan men van hem bezwaarlijk een
n verwachten om bet aantal eeden te ver-
Meren; maar wanneer men den eed niet
gaat oischen zij bet dan in bepaalde
ilen van hen die er bezwaar tegen hebben
i bezwaar kunnen motiveeren, dan bestaat
g veel meer reden om hen, die tot dusver
■delijken grond eene algemeene vrijstelling'
ten, thans weer tot eedsaflegging te nood
den.
vermoeden intusschen, dat de minister
liet doopsgezinde kerkgenootschap niet al
st op de hoogte is; want bij spreekt in zijne
•hting van kerken of kerkgenootschappen,
iet afleggen van den eed verbieden.
ar dan geldt de geheele bepaling ook niet
de doopsgezinden, wier kerkgenootschap
Heggen van den eed niet rerbiedt. Dat zou
envoudig onzin wezen. Ken kerkgenoot-
kan zeer wel iets gebieden of verbieden
1 gebied der eigen huishouding, wat het
ndige, wat de kerk zelve betreftmaar
■t burgerlijk of staatkundig leven heeft bet
:i n leden niets te gebieden of te verbieden.
Verder treedt de belofte in de plaats van den
eed, voor lien die niet tot een kerkgenootschap
belmoren en redelijke gronden opgeven waarom
zij tegen bet afleggen van den eed bezwaar
hebben.
Maar welk zonderling denkbeeld maakt de
minister zich dan toch van een kerk of kerk
genootschap? Iemand die wèl tot een kerkge
nootschap behoort heeft geen bezwaar om een
eed af te leggen
Een fraaie redeneering, inderdaad. Wij zouden
wel eens willen weten, welk verband er bestaat
tusschen liet lidmaat zijn van een kerkgenoot
schap en liet al of niet bezwaar hebben tegen
liet afleggen van een eed. De woorden „niet
behoort tot een kerk of kerkgenootschap" be
lmoren in art. '1b van het ontwerp te vervallen;
anders heeft bet geen zin. Dat een doopsgezinde
geen bezwaar behoeft op te werpen spreekt van
zelf; hier is bet bezwaar in bet lidmaatschap
gelegen; maar alle anderen, lid of geen lid,
moeten bezwaren kunnen opwerpen.
Hiermede zijn wij er echter nog lang niet.
Ten eenenmale onbewezen en dan ook vol
strekt onbewijsbaar is de stelling van den mi
nister dat, in liet stelsel «uizit wetgeving, de
eed ten nauwste samenhangt met de kerk of
liet kerkgenootschap waartoe men behoort. Om
die stelling eenigszins aannemelijk te maken
zou men moeten aantoonen dat, waar de wet
spreekt van godsdienstige gezindheid, daarmede
kerkgenootschap wordt bedoeld. Tot bet staan
in een kerkdijken band en «Ie verplichting tot
bet afleggen van een eed, bestaat geen verband
hoegenaamd. Daarom is bet waar, dat liet niet
belmoren tot een kerkgenootschap geen grond
oplevert om van den eed vrij te stellen. Allen
moeten worden vrijgesteld die bezwaren hebben-
maar wat bet bezwaren stelsel van den minister
betreft, dit is het ongelukkigste wat men zich
denken kan.
Men moet niet alleen bezwaren hebben, maar
men moet er redelijke gronden voor opgeven.
Dat bewijst dat de minister geen rekening beeft
gehouden met minder ontwikkelde lieden. De
meer ontwikkelden zullen hunne bezwaren wel
weten uiteen te zetten en zullen bet wel winnen
ook; maar met de minder ontwikkelden is bet
anders gesteld en daarom wil bet ons voorkomen
dat de geheele zaak wordt overgelaten aan bet
persoonlijk gevoelen van den rechter, die toe
vallig van de zaak kennis neemt.
We willen nu daarlaten, dat op die wijze den
rechter eene bijzonder groote verantwoordelijk-
beid op de schouders wordt gelegd. Dit punt
kunnen wij echter veilig laten rusten; maar de
beoordeeling der redelijkheid van de geopperde
bezwaren hangt doodeenvoudig af van de vraag,
boe de rechter persoonlijk over den eed denkt;
maar eene discussie over de waarde en de be-
teekenis van den eed behoort in de rechtzaal
niet te buis.
Intusschen staat dit vast: een deel van de
rechterlijke macht loopt, evenmin als wij, hoog
met een eed weg. Vele rechters staan op een
Aangifte Maandag 10-12 uu
Woensdagavond 7-9 uur
van FOTO-ARTIKELEN
arlem, Telef In tere 7
(voor lichtbeelden).
I lantaarnplaten.
ft onze geurige esj
ruiken.
HOFLEVERANCIERS
LEIW. Telefoon 1543,
en -VOETElJ
id, barsten, kloven en Npring-emli
>er doos 1551/2 cent. Veel beter, a. -
bovendien goedkooper in gebruik d...
verkrijgbaar bij alle goede, drogisten
i. voor Bloemendaal1. WINDHORST
ORTE KLEVERLAAN 14
ND A AL.
oud van TUINEN.
»uder der Gemeente.
1 Bloemendaal
DE BUIDING.
Zoo is hot (liep genoeg. Nu zal ik je eon am ore steunen.
(Hahn in De Notenkraker15 Nov. 08).
i Technisch Bureai
bliksemafleiders, huistelefoons, aan
ring van alle zwak- en sterkstroon
et leveren van Acetyleengastoestellen
ityleengas. Alles tegen de mee3
!5 Teleph. Interc. 1274.
OVERVEEN.
Telef. 1617.
-
mÊÊmmEm i»
1
JNX.
Vi
I
At
Voor het aanleeren van|
vreemde talen vervang
de Berlitz School eenj
verblijf in het buitenland
I, de meest volkomen imitatie
gebruikt voor:
en mat-drogend of transparant.
(l\ van Vliet).
(W. Passtoora).
nieuw standpunt en hebben bovendien in de
rechtzaal veel gezien en geboord, dat nu niet
bepaald geschikt is om hunne sympathie met
den eed te verhoogen. Van hunne zijde zal er
wel veel toegevendheid worden gebruikt en zal
men de gronden en geopperde bezwaren allicht
redelijk genoeg vinden. Maar er zijn ook rechters
die er geheel anders over denken en met die
zal bet nog al eens slecht kersen eten zijn. Zij
zullen de geopperde bedenkingen bestrijden, er
bet ongegronde van trachten aan te toonen en
de gegrondheid ten slotte verwerpen, teneinde
den belanghebbende te noodzaken tot het ver
richten van een handeling, waartegen hij inder
daad gegronde bezwaren heeft of waaraan hij
geen de minste waarde hecht. Heerlijk voor de
eenheid van rechtspraak
De regeering verzekert ons, dat deze noodwet
niet wachten kan op den uitslag van bet onder
zoek betreffende bet eedsvraagstuk in zijn alge
meene beteekenis. Nog al glad, zouden wij zeg
gen; daar is bet juist een noodwet voor. Het
eedsvraagstuk zal door dit kabinet niet worden
opgelost en dat is, gezien het ontwerp noodwetje,
maar heel gelukkig ook. 't Zou waarschijnlijk
toch wel een oplossing wezen, waarmee we van
den wal in de sloot waren geholpen.
Opmerker.
Onze lezers zullen zich wellicht berinneren
de behandeling van de strafzaak tegen den mag
netiseur It. O. Schooleman, eerst voor bet kan
tongerecht en daarna voor de rechtbank te
Haarlem. In eersten aanleg werd de lieer S. ver
oordeeld tot S boeten van f 5(1.elk en in
hooger beroep tot 3 boeten van f 5.elk.
De heer Schooleman is echter in cassatie ge
gaan. De zaak werd voor den hoogen raad behan
deld op Maandag 2 Januari<le conclusie van
den procureur-generaal luidde op 1(1 Januari
d. a. v. tot vernietiging van liet vonnis en ver
wijzing der zaak naar het gerechtshof te Amsterdam.
Maandag 13 Januari 1.1. deed de hoogc raad
uitspraak, vernietigde bet vonnis der rechtbank
en verwees de zaak naar het Ilof te Amsterdam
Wij laten bieronder «1e overwegingen van liet
arrest van den hoogen raad volgen:
kundige als bedrijf beeft uitgeoefend, door na te
noemen personen, welke zich tot hem gewend
hebben om genezing te bekomen van ziekten of
kwalen waaraan zij opgaven te lijden, te dien
einde te behandelen, welke behandeling telkens
ten opzichte van ieder patiënt bestond in bet op
korten afstand van den patiënt zich plaatsende
en dezen aanhoudend aanziende dicht bij en
langs diens lichaam manipulation te maken in
een of meer richtingen gedurende eenigen tijd,
om den patiënt dusgenaamden magnetisehen in
vloed van hem, requirant, te doen ondergaan,
tot door hem, requirant een slothandeling werd
verricht, bestaande in het blazen in het gelaat
of knijpen in den neus, zijnde aldus behandeld
1. Hendrica van Zonneveld, wonende te Haarlem
in April 1909; 2. Johannes Hendricus Groenen-
daal, wonende te Haarlem in September 1909 en
3. Johannes van den Bosch, wonende te Haarlem
in October en November 1909;
dat die feiten zijn gequaliliceerd en te dier
zake straf is opgelegd, als aan bet hoofd van
dit arrest is vermeld;
O. dat in liet bestreden vonnis' is opgenomen
en tot het bewijs der aanklacht beeft medege
werkt eene opgave van den requirant houdende
onder meer, dat door die behandeling een mag
netische stroom uit beklaagde (thans requirant)
in bet lichaam van den patiënt werd overge
bracht waardoor de ziektekiemen uit diens
lichaam werden gewasemd; dat door het knijpen
in den neus de stroom ontladen werd en bet
blazen diende om den stroom af te laden;
dat die verklaring van den requirant niet loopt
over feiten, die door hem zelf kunnen zijn
waargenomen of verricht, maar uitdrukking geeft
aan zijne meening ten aanzien der werking van
een veronderstelden magnetisehen stroom uit
den requirant in bet lichaam van een ander
overgebracht
dat door die meening van den requirant als
bewijsmiddel te bezigen de rechtbank artikel 391
in verband met artikel 497 aanvang en 4° van
het W. v. Sv. heeft gesehonden, daar ook de
verklaring van een beklaagde slechts dan als be
wijsmiddel mag worden gebezigd, wanneer zij
loopt over feiten door den beklaagde persoonlijk
verricht of waargenomen;
BELOONDE TROUW.
Theo: En nu ook verder zoet zijn, lieve beestjes! (Hahn in De Notenkraker).
Ie II o o g e 11 a a d d er Ne d e r 1 a n d e n.
Op bet beroep van Richard Cornells Scuoole-
max, oud (SI jaren, onder-stationschef bij de
Ilpllandsehe IJzeren Spoorweg Maatschappij, ge
boren te 's-Grcivenhage, wonende te Haarlem,
requirant van cassatie tegen een vonnis Van de
aniondissements-reebtbanl- te Haarlemvan den
23ên Juni 1910 enz.;
O., dat bij bet bestreden vonnis overeenkom
stig de aanklacht met des requirant» schuld
daaraan wettig en overtuigend bewezen is ver
klaard: dat de requirant in de gemeente Haarlem
opj na te melden tijdstippen in 1909 zonder toe
gelaten te zijn tot de uitoefening van de genees
kunst buiten noodzaak bet beroep van genees-
dat derhalve op dezen den vorm betreflen
den grond bet bestreden vonnis ambtshalve be
hoort te worden vernietigd, met bet gevolg dat
een onderzoek der voorgestelde middelen van
cassatie die den grond der zaak betreffen achter
wege moet blijven;
Vernietigt liet vonnis der arrondissomonts-recht-
bank te Haarlem d.d. 23 Juni 1910, doch alleen
voor zoover de requirant daarbij werd veroordeeld
Rechtdoende krachtens artikel 109 wet op de
Rechterlijke organisatie en het Beleid der justitie
'er ie ijst de zaak naar bet gerechtshof te
Amsterdam, ten einde op bet bestaande hooger
beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
Gewezen te 's-Gravenhage enz.
THEO.
Eraxs Netsciier weet telkens
wat prettigs en pittigs te beden
ken, bij behoort tot dè gezelligste
journalisten, niet dat wat bij
zegt altijd zoet is of gezellig in
den zin van leuterbekkig, wel
neen, maar 't boeit al blijft bij
ook nog zoo aan de oppervlakte.
Hij rent met' zijn pen als een
vlug poolsch paard in gestrekten
draf over bet blad papier, wie
naar hem kijkt vergeet een oogen-
blik zijn werk en zijn zorg, bij
wordt echt afgeleid en al beklijft
er van de denkbeelden die hij
geeft misschien minder dan de
schrijver zou wensehen, dat is geen
schade en geen schande, journa
listiek moet voor zoover ze niet
zuiver zakelijk constateert slechts
afleiden en opwekken, bet is nik
keren met spiegelliebtjes, en dan
is bet weer uit en gaan wij weer
aan ons gewone werk.
Theo is, gevat in grooten boek
vorm (met den sprekenden kop
van minister Heemskerk gc-
teekend door Hahn op bet titel
blad) een korte levensbeschrij
ving van mr. Theodoor Heems
kerk, eene beschrijving ernstig
bedoeld en ernstig gehouden van
bet begin tot bet eind, waarin
Netscher gebruik makende van
wat bij hier en daar, blijkbaar
van bevoegde personen en goede
kennissen omtrent „Theo" ver
nam, onbekende en wetenswaar
dige dingen omtrent 1 Ieemskerk's
jeugd en jongelingsjaren vertelt,
waarop hij een overzicht laat
volgen van zijn staatkundige
loopbaan, een overzicht dat van
zelf is geworden, een stukje staat
kundige geschiedenis van den
laatsten tijden al verzakt Net
scher daarbij niet in drójgie zake
lijkheid en verheft bij zich veel
min, wat trouwens niet bedoeld
is, tot ijle beschouwing, toch was
bet een goede gedachte van hem
bet geschrevene af te wisselen
met een reeks politieke spotpren
ten, meestal aan Hahn en de
Notenkraker ontleend, en waar
van de uitgevers, de beeren
Sebelteus en Giltay zoo vriende
lijk waren ons een drietal ter
weergeving af te staan. De platen
houden met Netscher's tekst
geen verband, ze spreken overi
gens van zichzelf, ze vormen bet
zout op de spijs zooals zoo vaak
vooral sociaal-democratische spot
en kritiek bet zout is op de staat
kundige schotels.
Het boek kost niet meer dan
f 0.99.
Het is ongeoorloofd voor dien
prijs aan eenig boek hoogere
eisehen te stellen dan dit boek
ten volle bevredigt.
De onderdeelen dragen deze
opschriften: Het„Torentje"Het
torentje van Thorbecke„Zijn jeugdomgeving"
Het clubje van prins Alexander; Zijn overgang
(Heemskerk was aanvankelijk liberaal); De beer
Heemskerk als wethouder van Amsterdam; Nog
eens Heemskerk's merkwaardige stellingen; Mr.
Heemskerk als redenaar; Zijn offleieele betrek
kingen; Zijn „pech"; Een handig, vlug werker;
Voorzitter der antirevolutionaire kamerclub; Hoe
hij minister werd; De eerste ontmoeting met de
H A M LET-H EEMSKERK
(het hoofd van Dr. Kcyper beschouwend, zegt Hamlet na:)
„Ik heb hem gekend. Een kerel niet een onuitputtelijke luim,
van alleruitnemendste ingevingen. En nu, hoe afgrijselijk in mijn
verbeelding is liet, mijn hart keert in mij om.
(Hahn in De Noten kraker).
Tweede Kamer; en Zijne „joligheid". Volgens
den zegsman van Netscher op dit laatste punt,
wij vermoeden een te Haarlem welbekend lid van
de Tweede Kamer, is Heemskerk wel van ander
maaksel dan Kuvpor, maar is bij beiden de ernst
even groot. Het is dan misschien maar beter bij
Heemskerk van humor te spreken, de ondergrond'
van humor is ernst. Krans Netscher beeft uit zijne
beschrijving weten te weren eigen (vrijzinnig-demo
cratische) richting, zoodat men niet uit vrees voor
bet tegendeel aan dit boek behoeft voorbij te gaan,