NING n keer itz Schoi JOIN EN MAL" f! TOS ndstoffen ONAFHANKELIJK ORGAAN VOOR NEDERLAND. D 31 iter Pension, j nrichting. SCHOUTEN, STRAAT 41 Tel. 741J ng Dick IJWIELEN. )nderdeelen. HANDEL. TS. Kruisweg 55. woordiger. EGAWT'f* NO-HANDE •GFRICIIT 1854. Houtstraat 153, LEM. Tel. 921 ■n soliedste adres voor: STEMMEN. 'I NO'S IN HUiH R EPA RATI ËN, en* :e geurige la EVERANCIER Telefoon 1541. het aanleeren v e talen verva rlitz School et in het buitenlar EPOSITOBANK. VI A. R. HOOFDDORP rocureur. ndissements Rechtbank in Waveren.te Haarlen. I.E VEVKAMI". 23/4°/O 3% 4% - Vreemd Geld. IteiswisMcls. ETTKN KASTEN. 'Ai (fcAéiüfcfc&d Telefoon 911. R TIJEN. tzending van f ERVEEN. elef. 1617. ANDEN en -VOETEN, klovenenspringeiKle cent. Veel beter, aan- in gebruik dan ir bij alle goede drogisten- smendaal: J.WINDHORST Smederij Boschlaan. AL. ïlen. ringen. HeKwerKen- 5e jaargang. ZATERDAG, 4 MAART 1911. No. 9. Het Bloemendaalsch Weekblad. Prijs per halfjaar f 1.25 bü vooruitbe taling. Prijs per nummer fO.10 Advertentiëu 10 cents per regel bij herhaalde plaatsing horting. Mededeelingen van allerlei aard aan de hoofdredactie aohriftelijk Vijverweg 7 te Bloemendaal Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende: Ged Oude Gracht 68, Haarlem. Telefoon 141. Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het antenrsrecht. pit nummer bestaat uit 4 bladzijden. Het langste woord. AAN ONZE liet is onzen lezeressen en LEZERS. lezers, die zich de moeite hebben getroost uit de advertentiën eau i-ig nummer bet langste nederiandsehe i van één lettergreep te zoeken, niet mogen n dit te vinden. We liebben, uit den aard •:t ik liet meest van jeugdige vriendinnetjes nden, heel wat inzendingen ontvangen. ,iord slechts uit Van Veen's thee-adver- bad liet meest de aandacht getrokken, dan Knrft uit de schouwburgrubriek en verder lichtst bij de waarheid kwam de heer assée Jr. met liet woord jaar. Had genoemde nu in deze lijn wat verder gezocht en de r ook ten opzichte der andere woorden ■1, allicht zou hij dan hebben opgemerkt, de tweede advertentie, waar een gemeubi- zitkamer in de buurt van 't station I wordt, zieli het bewuste woord bevindt, woord buurt ligt tusschen de begin- en ier de afstand van een uur. men moet liet maar weten!" ei de lieer Cassée nu wel niet het bedoelde cevonden heeft, vinden wij zijn oplossing brander gevonden, en liebben wij hem ickwerk toegedacht dat wij hem dezer zullen toezenden. Hij heeft niet geteld, ..cdaclit, daar zit 'm in het geheele leven de Je-soon" is hier iets anders, als het „zelf". is dat mannetje met een naam, ën een jetejaar, een klein puntje \in het al. Maar het de diepere grond van den persoon, onpersoon- eeuwig, algemeen, lijdeloos gedragen door de /)-,■ men. A;ï" (le ingezetenen van Bloemendaal, Schoten en Velsen. Het zui menigeen uwer, t-venals viiis, roffelt hebben, dat de lieer Van der en die destijds het water, bestemd 'i' de waterleiding aan den Doodweg, rzocht en wiens rapport doordehh. 1 Waal Malefijt en Kuipers vervalscht is ■drukt en zonder vermelding van den iin des onderzoekers, blijkens ons vorig i mmer, toeli weder eene vergadering den gemeenteraad van ATelsen zou bben bijgewoond in gezelschap van h.h. De Waal Malefijt en Kuipers zelf'. 1,,; onderzoek is ons gebleken, dat die gadering niet is bijgewoond door den h kenden heer Van der Sleen, (N. van der >1' en, de adviseur van de Amsterdamsclie en andere waterleidingen, Ged. Oude i nicht te Haarlem, chemicus en bactorio- :iog), die destijds voor Kuipers het der aan den Doodweg onderzocht en dal water minderwaardig achtte in ver gelijking met dat der bestaande duin waterleidingen, maar door een anderen lieer, zij het dan ook van denzelfden naam; 1/ die dingen, waar we het meest hang voor zijn, •lij moeten we opzoeken om te leeren zien dat het ■oo erg niet is. Geestelijk leven in Haarlem e n o m g e v i n gf. Geestelijk leven zonder predikanten, zoo is b' tvpeeren liet zoo sterk de aandacht en sympathie trekkend optreden van prof. Bolland. lederen Maandagavond tegen half acht ziet men een kleine honderd hoorders het Nuts- gebouw aan de Zijlstraat binnengaan, en daaronder '■en of twee der twintig of dertig predikanten van Haarlem en omgeving. Toch zijn de dingen die hij zegt naar deskundigen oordeelden nieuw, en verbleekt het beste tot dusver over den oorsprong van het christendom gezegde, daarbij. Onze tijd, die weer een beetje tot rust komt, begint weer te beseffen, dat in geen cultuurverschijnsel, in geen wetenschap en geen kunst vooruitgang wordt gebracht dan door lien die de geschied mis van hün vak meester zijn. Maar is dan niet het machtig vraagstuk van den oorsprong des Christendoms, niet alleen voor hem, die een nieuw christendom stichten wil, het vraagstuk dat aller belangstelling móest hebben, in de eerste plaats die der theologen zelf? 01' laten wij maar eens iets aanstippen weten zij allen reeds dat.ons Nieuwe Testament in hoofdzaak afkom stig is uit Kome? dat-het 21e hoofdstuk van het 4de Evangelie zelfs iff Rome daaraan is toegevoegd? dat er achter onze erkende evangeliën een ander te denken is, waarvan de onze de betrekkelijk zeer oneerbiedig vervaardigde concurrenten zijn dat de steller van het Johannes-evangelie, dat jonger is, niet alleen de 3 voorafgaande zgn. synoptische evangeliën, maar ook het daarachter te denken Alexandrijnsche evangelie vóór zich zal hebben gehad? dat de synoptici misschien dtórom den Heiland vóór hij aan het martelhout van het zondekruis het eeuwige leven in gaat, aan het Paasehinaal nog laten eten en drinken, om een dag vrij te krijgen voor het genieten van vleesch en wijn? dat een uit Egypte gekomen fragment te dezen aanzien overeenstemt met liet 4e Evangelie, dat den Heiland aan het kruis laat gaan terwijl de Joden het Pascha nuttigen? dat de Esseenen van het joodsclie land ge lijkenis vertoonen niet de therapenten van Egypte dat evenwel de typische joodsche Messias- verwachting geheel iets anders is dan de ver wachting van den Ziele-redder Christus? dat de asketische vorm van het priesterschap aan Egypte herinnert en in het Nieuwe Testament nog te zien is op den achtergrond? dat men derhalve tot de slotsom moet komen dat de stellers der eerste 3 evangeliën zijn bezig geweest met vervormen en vervalschen, en hunne Christusfiguur eigenlijk is eene besmeurde en bezoedelde gestalte? dat in de doop-formule van Matth. 28 29, hoogst-waarschijnlijk een invoegsel van het eind e der 2e eeuw in Rome, het heele evangelie schuilt? dat Christus als de zoon is: de joodsche ver beelding of voorstelling van de platonische, de goddelijke, zuivere idee onzer menschelijkheid, als het toonbeeld, het voorbeeld van hetgeen wij hebben te benaderen beseffen zij allen dat de zuivere idee onzer menschelijkheid niet is de vergankelijke, die wij ons bij gelegenheid toonen? dat niettegenstaande de vervorming en ver- valsching in de eerste 3 evangelie-verhalen ge pleegd, het nieuwe testament ook wel zal zijn veredeld en verbeterd, vergeleken bij het oer- christendom, zooals liet water zuiverder is in de fontein dan onder in de bron (de oude theosopliie die op haar beurt weer boven het jodendom uitging)? dat de dwang reeds in de 2e eeuw op de geloovigen toegepast om te zweren te gelooven dat de kruisiging van den Heiland onder Pontius Pilatus gebeurd was er op wijst dat er toen reeds waren die het niet geloofden (vergelijk de zooge naamde modernisten-eed in dezen tijd van de roomsch-katholieke priesters geeischt)? dat omstreeks het begin onzer jaartelling een levendig wereldverkeer bestond rondom de Mid- dellandscbe Zee, welke wel werd overgestoken door lieden uit Indië naar Rome trekkende? dat het Boeddhisme in Eng. Indië niet allengs uitgestorven is vóór den '!c'"n of 5d™ eeuw n. C. dat er in onze evangeliën voorstellingen voor komen overeenstemmende met voorstellingen zoowel in Boeddhistische als in Grieksche ver halen voorkomende dat Jezus in Mattheus 10 23 Petrus afstoo- tende met: Satan ga achter mij, den geest van het doldriftig joodsche messianisme van zich stoot, welke den Heiland wil verleiden tot een optreden als machthebber over het aardsche? (verg. Abr. Kuyper's Pro Rege, zijn'hristus is niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard; de brochure-reéks„0111 het roer van den Staat" van zijne volgelingen, waarvan er één, een soort predikant (1909) zeide van Nederland het Israël van liet. westen te willen maken)? dat Petrus als woordvoerder van liet Palestijn- sche Jodendom de booze geest van het messianisme vertegenwoordigende, zich niet kan indenken in de verwachting van een theosophischen Heiland? dat het verhaal der verzoeking van Jezus door den Duivel op den Berg (Mattheus IV) al even zeer den joodschen geest, die Jezus verleiden wil tot wat niet in zijne bestemming ligt, als satan voorstelt? dat hier gedacht kan worden aan het door een jood utiliseeren van eene boeddhistische legende over de „aankomende Boeddha", vastende weer stand biedende in de wildernis aan den boozen geest, die hem tot eten en drinken wilde verleiden en van een Griekscli verhaal, dat Laetantius zegt overgenomen te hebben van Ennius en dat den hemelgod voorstelt, staande op een Imogen berg, de hemelzuil, terwijl Pan, door zijne af- stootelijke gedaante, de schrik der mensclien, hem de geheele wereld rondom toont? Weten zij dit allen, de haarlemsche theologen en schrift- kenners Dat zij dan over de volgende ons welwillend ter plaatsing afgestane stellingen van prof. Bolland nadenken Stellingen. 1. Het Evangelie is ontstaan bij wijze van uitbeelding eener Grieksch Joodsche theosophie. 2. Het Evangelie is afkomstig uit Alexandrië, en de nu voorhandene lezingen zijn latere om werkingen van den oorspronkelijken inhoud. 3. Het eerste en tweede onzer evangeliën zijn waarschijnlijk, en het derde is vermoedelijk, vervaardigd te Rome; het vierde is ontstaan te Ephesus. 4. Het oorspronkelijke Evangelie was geschre ven in de tweede helft der eerste, de nu voor handene evangeliën zijn herhaaldelijk gewijzigde maaksels uit de eerste helft der tweede eeuw. 5. De Vader van den Heer Jezus is niet de Heer der Joden; de vereenzelving van beiden is eene allereerst Romeinsche verduistering der Alexandrijnsche bedoeling. 6. Het Alexandrijnsche evangelie was niet Messiaansch in den zin van de Joden in het Joodsche landde voorhandene Messiaansche evangelieplaatsen zijn van latere redactie. 7. Als afdoend pascha des Vaders voor den lageren Joodschen Heer is de Heer Jezus het einde der Joodsche wet voor eigene getrouwen en allereerst in (lien zin voor hen eene verlos sing geweest. 8. De lieer Jezus van het oorspronkelijke Evangelie heeft even weinig van een paaschlam gpgeten, of wijn gedronken, als hij gehuwd was hij was liet zuivere zinnebeeld van liefderijke zelfversterving. 9. De zegsman van het Evangelie, de Simon Petrus, is aanvankelijk Alexandrijnsch gedacht de Paulus der brieven verpersoonlijkt Romein- sehen wedijver van cle eerste helft der tweede eeuw, en de Petrus van de Romeinsche legende is niet ouder dan het midden dier eeuw. 10. De Paulusbrieven zijn aanvankelijk uitin gen eener op matiging bedachte gnosis; tégen de gnosis hebben zij zich gekeerd, toen kort voor het midden der tweede eeuw het Romein sche gemeentebestuur ermede ging breken. 11. Het Romeinseli worden der Petruslegende valt samen met het onbruikbaar worden van Paulus als persoonsverbeelding van liet Romein sche gemeentebestuur. 12. De doopformule van Matth. 28 19 is Romeinseh en gnostiek, de oude lezing 'aposto lische' geloofsbelijdenis eene uitbreiding dier formule tot wéring van het gnosticisme, en als zoodanig afkomstig uit de tweede eeuw. E11 willen zij er meer van weten, dan ver- Wachten wij hen a.s. Maandagavond in het Nut alwaar het comité hen volgaarne zal introduceeren. Gok r.k. geestelijken zijn ons welkom, al zullen zjj misschien nog eens moeten aanhooren, dat Mattheus 10, v. 18:19: Gij zijt Petrus, en op deze petra (rots) zal ik mijne gemeente houwen enz. en: ik zal u geven de sleutelen van het koninkrijk der Hemelen enz. is een invoegsel in het evangelie van tateren tijcl, dat aan den heiligen Irenaeus (bisschop van Lyon 200 n. C.) nog niet bekend is geweest. Het is het aller flinkste geen bevrediging door anderen te verlangen, geen erkenning te hegeeren. Van 11 ij v o e t tot S e li a e p m a 11. I11 den gemeenteraad van Bloemendaal heeft de heer A. F. Bijvoet zich weder verdienstelijk gemaakt, door een zaak van algemeen belang, het benoemen van een hoofd der school te Over- veen, te bezien van het eenzijdig partij-standpunt van den r.-katholieken propagandist. Dit is niet de eerste maal. Te pas of te onpas telkens komt de lieer Bijvoet in den Raad op voor specifiek r.-k. belangen, waarmede de Raad als zoodanig niets te maken heeft en ter behartiging waarvan de heer Bijvoet, die als fatsoenlijk man gemeen lijk ook verschillende protestantsche stemmen op zich vereenigt, niet gekozen is. De heer Bijvoet aldus doende, maakt den indruk van een man, die op een verkeerde schuit is geraakt en die nu, terwijl hij vaart op die schuit, allerlei dingen doet die er niet thuis behooren, ja ongeoorloofd zijn. De lieer Bijvoet wil, hier komt het in dit geval op neer, desnoods een, betrekkelijk gespro ken, onbekwaam persoon aan het hoofd der Overveensche school hebben, als dit hoofd maar behoort tot die kerkelijke vereeniging welke ons land allengs weder onder de heerschappij van Rome wil brengen, een voor slagen niet vatbaar streven, dat dan ook niet anders teweeg bréngt dan verspilling van arbeid en moeite en verstoring van den geregelden gang van zaken. De heer Bijvoet loopt herhaaldelijk op het nederiandsehe schip dat door den gemeenteraad wordt bevaren, met de buitenlandsche pauselijke vlag te zwaaien tot vermaak en ergernis van voor- en tegenstander, maar zonder eenig prak tisch nut voor de gemeente en zelfs niet voor de zaak die hij eenzijdig voorstaat. In de gemeente heeft het zwaaien van de pauselijke vlag allen zin in het volgende jaar op het feest van den heer pastoor te Overveen, althans, inzoover deze het bukken van Nederland onder Rome en de Jezuieten en daarmede den ondergang van ons vrije volksbestaan mocht wenschen. Wat wij niet hopen, doch vreezen. I11 den gemeenteraad moet de heer Bijvoet den geel-witten zakdoek opbergen. Het algemeen belang is gediend niet goed onderwijs en dat weten katholieke ouders, vooral de min-gegoeden, ook wel; niet iedere'katholieke jongen kan koster worden van een roomsche kerkmet een opge smukt getuigschrift van een geloofs-genoot- onderwijzer kan de katholieke jongen wel als 12-, 13-jarige naar betrekkingen dingen, maar wanneer hij zijne zaken niet inderdaad verstaat, kan hij zich op den duur daarin toch niet hand haven. Zoo straft het kwaad van den een de onderdanigheid van den ander, totdat liet katholieke volk zelf wijzer wordt enhet voor duizenden hunner te laat is. Wat zal 111 die katholieke gezinnen, wier jongens door die der gewone scholen met de bekwaamste onder wijskrachten in de maatschappij opzij geduwd en overvleugeld worden, wat zal daar dan het zwaaien met de pauselijke vlag geprezen worden De lieer Bijvoet, die zich met lieel gewone, laag bij de grondsche dweepershartstoclit in den Raad werpt op de propaganda voor de vermeer dering van zuiver rooinsclien invloed, alleen omdat deze roomscli is, kijkc toch wat beter uit zijne oogen. Een bloembol ziet niet anders dan zijne kornuiten en meent, dat ieder levend en groeiend wezen een bloembol is. Wie als menscli zicli begraaft als een bol in het bollenveld (en de roomsche geestelijkheid, te wier opzichte de katholieken eene onderdanigheid betrachten, die bespottelijk is, willen dat de roomscli -katholieken dit doen) begrijpt van het beloop .des levens niets. De maatschappij is geen bloembollenveld, de bolletjes die daar zoo rustig en lustig kunnen bloeien, zijn niet de eenige Nederiandsehe ge wassen, er zijn er zelfs nog meer oorspronkelijke. Onze goede raad is in den regel duur, maar al hebben wij liem hier te geef, de heer Bijvoet zal er, naar wij vreezen, niet naar luisteren. Overveen is altijd eigenwijs geweest. Dat dit deel van het dorp langzamerhand afsterft van het verkeer heeft het aan zijne eigen inwoners te wijten. I11 plaats van hunne denk beelden en voorstellingen te toetsen aan en te verfrisschen met die van anderen, lessen te put ten uit de geschiedenis, tijdig zich zelf en hunne instellingen te herzien en te hervormen, te trachten andersdenkenden te begrijpen en van hen te leeren, wisten de Overveners het zelf altijd beter, bleven zij in een kliekje op elkaar huizen, was hun hoogste eerzucht zoons te leveren aan den geestelijken stand, die alle geestelijk leven tot zich wil opzuigen 0111 het onder de geloovigen in hongersnood-portietjes te kunnen uitdeelen. De Overveners gingen, zienderoogen, in uiterlijke vormen in mannelijkheid tegenover geloofsge- nooten, die hen klein wilden houden achteruit. Daar zitten ze nu zouder tram, zonder nieuw raad huis, zonder onderling geestelijk verkeer, zonder bloemendaalsch weekblad ten prooi aan liet ongerechtvaardigd gevoel, dat ze worden gefopt en verlaten, terwijl ze zich zelf foppen door op aanstoken van hunne dwepers en ij veraars hunne „andersdenkende" landgenooten te verlaten ter meerdere eereRampolla's. Van een ruimer uitzieht bezien vertoont deze gang van zaken te Overveen ons eène vóórspie geling, een toekomstbeeld van dé roomsche gemeenschap in haar geheel. Door bemiddeling van Kuyper, die toeli eigenlijk niet anders is geweest dan een eerzuchtige oud testamentische jood, tot staatkundige doeleinden gebruikt door den veel hooger staanden Schaepman, zijn thans, staatkundig gesproken, in ons land hooge invoerrechten en accijnzen geheven op alle andere artikelen dan bloembollen. Fin daar staan ze nu allen naast elkaar netjes op een rij, onze roomsche landgenooten, ze zijn somtijds, samen, een pracht voor de oogen, een genot voor den neus, elk hunner is met zorg gekweekt. Zij worden geëxporteerd, maar tegenwoordig nog meer van uit het Zuiden geïmporteerd, maar wij vragen u, waar de voordeelen, die zij afwerpen, slechts komen in de zakken van limine geestelijke vaders of verzorgers, wat heeft het land er aan? Als wij oorlog krijgen of hongersnood, dijkbreuk of hagelslag? In den ernst van den strijd tegen dood en ziekte, zonde en misdaad, leelijkheid en schijn- besohaving, bangheid, domheid en eenzijdigheid, hebben wij Nederlanders aan de zich als bloem bollen op een veld te zamen pakkende roomsche landgenooten, zij mogen dan Overveners heeten of ICatwijkianen, niets. En de heer A. F. Bijvoet, die in een plaats als Bloemendaal, scharlaken rood van hartstocht, middenuit het bloemenveld te pas en te onpas roept dat het bloembollen-stand punt is het eenige standpunt, verwekt niet anders dan een meewarig kreunen der oude wijze boomen in de buurt en een schaterlachen van de bladen der heesters, waardoor de wind der vrijheid speelt Neen warempel, de mensch leeft niet bij bloem bollen alleen. We moeten vaststaan in de waarheid, maar uiterst fijn onderscheiden of we niet bijgeval voor ons zelf inplaats van voor de waarheid vechten. De Jonge Vrijzi 11 nigen te Haarlem. Zij, voor wie politiseeren nog iets anders is dan het uitzien naar middelen om kiezers te lokken op bepaalde personen te stemmen, zullen in haarlemsche bladen niet zonder genoegen hebben gelezen, dat niet velen dezer dagen gehoor gaven aan de uitnoodiging van de Jonge Vrijzinnige propaganda-club „Haarlem" 0111 den lieer D. van Ernbden, die voorzitter is der Afd. Amsterdam van den Vrijz.-dem. Bond, te hooren over wat spreker waagde te noemen Een nieuwe Scheidingslijn tusschen rechts en links, niet langer geloof tegen ongeloof, maar Conservatisme tegen Democratie. We heer Van Embden is hoogleeraar te Amster dam en voorzoover dit iemand recht geeft allerlei boute beweringen ongestraft te uiten heeft hij daarvan ruimschoots gebruik gemaakt. Van eenige nieuwheid dier zoogenaamde nieuwe scheidings lijn is in de eerste plaats niets te bespeuren. Jaar aan jaar hebben de vrijzinnig-democratische woordvoerders ook in dit opzicht der Sociaal democratische als van op een afstand 11a spre kende in Tweede Kamer, in meetings, in geschrif ten, bijzonderlijk in tijdschriftoverzichten en verkiezingslectuur den goedhartigen nederland- schen kiezer trachten wijs te maken dat er een andere scheidingslijn dan nu tusschen rechts en links loopt moet komen, en dat deze grenslijn die van overgang tusschen ziekelijke althans zelf zuchtige behoudzucht en onzelfzuchtige hervor mingsgezindheid, samen viel met de lijn die voor- en tegenstanders en algemeen kiesrecht scheidtomdat men bij dit zich volkomen imagi- neeren van een grenslijn toch iets werkelijks moest hebben 0111 tegen te vechten, werd dan de partij der minst vrijzinnig-democratisch gezinde libera'en, die der vrije liberalen tot mikpunt van hatelijkheden en geestigheden gekozen als waarop ook thans de haarlemsche Jonge Vrijzinnigen door den heer Van Embden zijn vergast. Wij hebben er niets geen bezwaar tegen, dat ook de heer Van Embden de jeugdige haar lemsche vrijzinnigen op zijne hoogst eenzijdige onaangename immers insinueerende en intimi.! deerende wijze komt suggereeren van het libe.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 1