J. I m Jr.
I. FLOHIL,
ONAFHANKELIJK ORGAAN
VOOR NEDERLAND.
D
erlitz School
randstoffen
HUMT 32.
STRA
(HEID. TEiSr"
MG
oederen.
Koop ofte Huur.
/oor het aanleeren van
iemde talen vervangt
Berlitz School een
'blijf in het buitenland
ANO'S ORGELS,
vestiyd te HAARLEM:
ipperdapark 8,
Strijkinrichting
it Zn.
4 Haarlem.
22 en 23 MAART,
GEVEEN Lzn.,
.OUIS A. GLASER,
rhouden Meubelen, in eene
nader te omschrijven.
iek Cabinet. Zeldzaam
4 Meter en dito pl.m.
lies met Coupes. Oude
c geslepen Kristal, eom-
n vervoege men zich ten
it of gehaald; naar verkiezing.
ït HUIS, waarin thans
oor wordt gehouden door
ris WILDF RVANCK I)K
COURT, met tuin, staande
relegen aan den Zijhveg te
•veen en bevattende beneden
kamers en suite, kelder,
dkluis, etc. Boven drie ka-
i en keuken en op den zolder
kamer. Zeer geschikt voor
winkelzaak.
aanvaarden i April a. s.
bevragen aan gemeld kan-
of bij den makelaar A.
KAKKER te liloemendaal.
foou 170.5.
1 Curator in het faillisse-
t van
l. VAN VELTHOVEN,
enmaker en handelaar in
enen en lederwaren, wonende
iloemendaal, bericht dat de
den Heer Rechter-Commis-
goedgekeurde Uitdeelings-
in genoemden boedel is
■rgelegd ter Griffie van de
indissements- Rechtbank te
riem, ten einde aldaar ge
ilde tien dagen ter inzage
erblijven.
De Curator
dn. P. T.TEENK WILLINK.
OVERVEEN.
Telef. 1617.
"echnisch Bureau
semafleiders, huistelefoons, aar,-
van alle zwak- en sterkstroom
/eren van Acetyleengastoestellen.
engas. Alles tegen de meest
Teleph. Interc. 1274.
i. Vol en zeer geurig,
volen. Absoluut zuiver,
chemisch onderzoek,
j den Heer JAC. PIJL,
leweg 84. Bloemendaal.
efoon 750.
ORCHESTRIONS
n allerlei ELECTKISCHE
INSTRUMENTEN.
W. HECK, 1=
voorheen Groet <fc Heek,
Oude Gracht 118. - HAARLEM.
Telefoon 1338.
Rijksveearts.
hoek Ripperdastraat).
TELEPHOON 2111. -
eischen des tijds. Geheel nieuwe
VRAAGT PRIJSCOURANT.
5e jaargang.
ZATERDAG, 25 MAART 1911.
No. 12.
Het Bloemendaabdi UeehMml.
Prijs per
halfjaar f 1.25
vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer f'0.10
Advertentiën
10 cents per
regel
b\j herbaalde
plaatsing
korting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de hoofdredactie schriftelijk:
Vijverweg 7 te Bloemendaal
Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende
Ged Oude Gracht 03, Haarlem. Telefoon 141.
I Het autenrsrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht.
SU—
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
Het antwoord op onze jongste,
de vijfde prijsvraag.
Wij ontvingen tal van antwoorden op onze 5e
.(raag, waarvan liet aardigste antwoord door
md wordt met eene premie van f 5.terwijl
te overige fö.der uitgeloofde f10.be-
.'mar houden voor hem of haar onverschillig
regeld lezer of abonné zijn van ons blad,
elsnog binnen eene maand na heden het
twoord schriftelijk bij ons inzendt, daar
O iemand het heeft geraden. Het door een
■r uigsche lezeressen Mej. A. v. d. H. inge-
antwoord als boven met een premie ver-
luidt als volgt:
gezin van een bloemistknecht in den
jet f7.50 rond moet springen, dan kan
zoo denken, dat zoo iemand zich niet
pt voor een zeer godsdienstig partijge-
i werkgever, die hem fatsoenlijk honger
tot lijden.
7 lichting:
me voor dat dit zoo iemand is, dien 't vrij
erschillig laat of't land schade heeft door
ijzen of ratten, en daarom maar stilletjes
beestje kijkt, terwijl het zijn plicht was
hadelijk te maken."
Vuren zijn zorgeloos en slordig en langzaam
a'tijd goedhartig, altijd eerlijk, en tegelijk
li opgeruimd. Xergens zie je dut nijdige,
u-lelijke of stuursche mantrouwen, dat ons in
il zoo hindert.
Amsterdamschevaart 28
HAARLEM.
Van die mooie lotisicootjes.
■_CHT EN van nog meer lieve lootjes, en van
WET. nog wat anders.
III.
Herhaaldelijk is er sprake van geweest, de
j aaamde klassikale loten geheel af te schaffen,
einde feitelijk de loterij voor minvermogenden
ti miten. Over de meerdere of mindere billijk-
van dergelijke maatregelen zijn de gevoelens
vi leeld, maar wij kunnen dit veilig in het
nO ';cn laten, daar zij toch niet tot het beoogde
i: zouden leiden. Immers, men zou meer
i meen loterij -vereenig ing en oprichten, gezel-
ippeu zooals er ook thans reedsvele bestaan.
:m zoodanige afschaffing is dan ook nooit
iets gekomen. Eerst bestond het plan om door
'K-u Staat alleen doorgefourneerde loten te doen
ui; -ven aan de collecteurs, die ze dan per klasse
z< u kunnen verkoopen; maar deze zouden
d;. aarschijnlijk zoo min mogelijk doen, omdat
zij toch zelf het volle bedrag aan den Staat
zi inden moeten afdragen.
hater is nog eens een voorstel gedaan, om niet
Hu i i' dan de helft der loten klassikaal uit te
zeven maar de meerderheid der Tweede Kamer
heeft zich met dit voorstel niet kunnen ver-
1 n. Zij was van meening, dat men de mindere
volksklassen niet van het spel mag uitsluiten,
wel liet stelsel der klassikale loten met het
sinlen door minvermogenden niets te maken
heeft. Immers, men kan hen gemakkelijk in de
gelegenheid stellen om nu eu dan eens mee te
v en, door de loten nog wat meer te splitsen,
lietgi ■eu eenvoudig op een weinig meer admini-
zou neerkomen,
eudien mag men niet uit het oog verliezen,
je klassikale loten betrekkelijk teduurzijn,
s' zijn ze schijnbaar feven duur als de andere.
Ktel b.v. dat iemand in de eerste klasse mee-
- peelt, maar zijn middelen hem niet veroorloven
"in geregeld door te spelen. In de vijfde klasse
doet hij weer mee; maar 't is toch zeer goed
"zelijk, dat hij juist een kans zou gehad hebben
u een der klassen, waarin hij niet meedeed.
Huurom zeggen wij dat ziju lot nu te duur is
ui verhouding tot de waarde.
Er zijn ook prijzen, onder den naam van premie,
aan het vaste aantal prijzen toegevoegd, namelijk
dertig duizend gulden voor den laatst uitkomenden
der zoogenaamde hooge prijzen en drie duizend
gulden voor den houder van het laatst uitko
mende lot.
Be Staat heft 15 procent korting van alle
prijzen van ƒ100 en hooger en 10 procent van
de overigen.
1 leze laatste vormen verreweg de meerderheid
en kunnen wel als een sterk lokaas tot het
■Mpel beschouwd worden. He kans staat ongeveer
als 2 tot 1, dat men zoogenaamd met eigen geld
uitkomt of zijn inleg nagenoeg terugkrijgt. Gelukt
"lit eenige malen achtereen, dan gelooft men
allicht onder een gelukkig gesternte te zijn
geboren en kan geen weerstand meer bieden.
Overigens is liet zeker waar, dat de meeste
deelnemers in de Staatsloterij spelen met de
hoop op een der groote prijzen; maar het is een
feit dat die groote prijzen voor de gelukkige
winners niet altijd een zegen zijn geweest. Vaak
was het tegendeel het geval. Het is gemakkelijk
genoeg te begrijpen dat betrekkelijk arme lieden,
die do waarde van het geld niet kennen, dien
plotselingen overvloed niet kunnen dragen. Er
zijn tal van voorbeelden van, dat het verkregene
binnen korten tijd weer verdwenen was, zoo al
met op onbehoorlijke wijze doorgebracht, en het
lijdt geen twijfel dat die lieden, die misschien
vroeger tevreden waren, zich later inderdaad
ongelukkig gevoelden en hun arbeidskracht ten
deele hadden verloren.
A elen zijn daarom van meening dat het aan
beveling zon verdienen om de groote prijzen te
splitsen. Op die wijze zou men een betrekkelijk
groot aantal personen in de gelegenheid stellen,
nu en dan eens eenig ofschoon geen groot voor
deel te genieten. Zij zouden dan de waarheid
ondervinden van de oude spreuk, dat een klein
winstje een zoet winstje is.
Ook andere wijzigingen zijn niet ondenkbaar.
Indien men kleine, doorgefourneerde aandeelen
beschikbaar stelde (kleiner dus dan twintigste)
en tevens een groot aantal kleine prijzen liet
vervallen, dan zou aan niemand de gelegenheid
ontnomen zijn om eens een kans te wagen, maar
die speelde zou dan werkelijk weten en be
denken dat het spel was; want zijn kans om te
verliezen zou grooter zijn.
In zooverre hier van volmaaktheid sprake kan
wezen, zou die volmaaktheid eerst worden be
reikt, wanneer de Staat liet lotendebiet zelf in
handen nam. Thans geschiedt dit niet en de
ervaring heeft geleerd dat ook hierin weer eenig
gevaar voor misbruiken kan gelegen zijn.
Nadat de „op de Staatsloterij werkende" in
stellingen begonnen op te komen, aanvankelijk
met vrij wat succes, zoodat zij feitelijk als con
currenten van genoemde loterij beschouwd
kunnen worden en dus met een deel der Staats-
winsten gaan strijken, heeft men de raad gege
ven om telkens het aantal loten in de Staats
loterij te veranderen, zoodat een voortdurend
„werken" daarop niet mogelijk zou zijn.
Veel heil kunnen wij van dien maatregel niet
verwachten. Waarschijnlijk zou men wel een
oogenblikje met de handen in 't haar zitten
maar de ondervinding heeft geleerd dat de
heeren niet voor één gat te vangen zijn en men
mag veilig aannemen dat er spoedig weer iets
anders op zou worden gevonden.
Hoe dit ook zijn moge, waar over de toestan
den op dit gebied veel ontevredenheid heersclit,
daar moet ook een deel der schuld op rekening
van den wetgever worden gebracht, die door
zijn wet tot wering van vreemde en particuliere
loterijen, enkele jaren geleden, geen handige
zet heeft gedaan maar oorzaak is dat de meest on
schuldige vermakelijkheden strafbaar werden
gesteld en ook inderdaad werden vervolgd, ter
wijl aan vermomde loterijen op zeer groote schaal,
gelegenheid werd gegeven om door de mazen
van het net te ontsnappen.
Hierover nog nader in ons slotartikel.
Opmerker.
Wij verstaan elkaar alleen door woorden, aan
duidingen, verhoudingen, vergelijkingen. Wil er dus
verstandhouding zijn, clan moeten er zijn gelijke
begrippen, en daarvoor is noodig: tolerant verge
lijken, overleggen, beschouwen.
Lotushioppen van Maart geeft
VAN BOEK- EN een aardige fotografie van leer-
TIJDSCHRIFT. lingen in de plantkunde in de
patio der Raja-Yoga academie,
Santagio de Cubahet vervolg op H. P. Blavats-
ky's artikel Het tweevoudig aspect van wijsheid,
waar de begaafde theosophe in de volgende krasse
bewoordingen te velde trekt tegen de heden-
daagsche wijsgeeren en geleerden
„Terwijl de middeneeuwsche Rozenkruiser, als
„een wijsgeer, en naar het voorbeeld van den
„ouden Socrates, dagelijks herbaalde, dat al wat
„hij wist, was, dat hij niets wist, verkondigt
„zijn moderne, zelfbewuste opvolger uit onze
„dagen door woord en geschrift, dat de geheimen
„der natuur en de verborgen wetten, waarvan
„hij niets weet, nimmer hebben bestaan Nu,
„nu is er om een patent voor wijsheid te ver
krijgen, niets anders meer noodig dan een
„onbeschaamdheid, die geen blikken of blozen
„kent. Een getuigschrift van goddelijke wijsheid
„wordt nu aan een zelf-uitgeroepen Adeptus door
„een stemmenmeerderheid van profane en gemak
kelijk te misleiden sukkels opgesteld en uitge
reikt, terwijl een zwerm eksters, die van het
„dak van den Tempel der Waarheid zijn wegge
jaagd, het op ieder marktplein en iedere kermis
„zullen omroepen". Daar kunnen het onze exa
minatoren en examinandi mee doen. Of deze
eerste „sukkels" echter werkelijk zoo gemak
kelijk te misleiden zijn, ben ik zoo vrij eenigs-
zins in twijfel te trekken.
Verderop in dit overigens zeer lezenswaard
artikel vinden wij het volgende:
„Moet het dan als overdreven worden beschouwd,
„wanneer wij, gesteund door een levenslange
„waarneming en ervaring, onze gedachten eens
„uitspreken over het snelst werkende en meest
„afdoende middel om voor zich zelf de algemeene
„achting der tegenwoordige wereld te verwerven
„en een autoriteit te worden Schenk de meest
„zorgvuldige aandacht aan de likdoorns der
„stokpaardjes van iedere partij, en hied u aan
„als beul van de reputatie van alle personen en
„dingen, die impopulair zijn. Leer, dat het
„grootste geheim om macht te verkrijgen bestaat
„in de kunst aan de algemeene vooroordeelen
„toe te geven en rekening te houden met de
„sympathieën en antipathieën der wereld
„Daarom ziet de Theosoof déar, waar anderen
„de glorie en schoonheid der moderne beschaving
„prijzen, slechts zedelijke wanstaltigheid en de
„luchtsprongen van de clowns der z. g. centra
„van beschaving. Volgens hem is niets zoogoed
„op de moderne fashionable maatschappij van
„toepassing als Sidney Smiths beschrijving van
„Pauselijk vertoon: Pose en bedrog, buiging en
„knieval, buiging naar rechts en links en een
„ontzaglijke massa mannelijk (en nog meer
vrouwelijk) modevertoon".
Voorts geeft dit nummer een Brief uit Cali-
fornië met beschrijving van liet hoofdkwartier
van de Universeele Broederschap en het Theoso-
phisch Genootschap te Point LornaBoro-Boedoer
en Boedhisme, dat sluit met te zeggen: „Wat is
het Boedhisme? Het is een machtige vloedgolf
zooals er vele zijn geweest". (Maar dan toch
zeker een, die nu weer op schijnt te komen als
men de hier en daar opduikende krantenbe
richten leest van nieuw gestichte Boedliistische
kloosters en nederzettingen in Europa). Verder:
Nuttelooze Klachten of Nieuwe Hoop, door
Leerling; Het Theosopisch Forum, met antwoord
op de vraag„Waarom is er zooveel ongelijkheid
in he1 leven? Ik bedoel niet, dat allen gelijk
behoorden te zijn, doch hebben wij niet allen
recht op het leven, op vrijheid en geluk, zoowel
als op vrijheid van geweten? Het is duidelijk,
dat de wetgeving deze niet kan verschaffen.
Doch waarom lijden zooveel goede menschen,
terwijl de slechten, de boosaardigen, dikwijls
alles hebben wat ze maar kunnen wenschen?"
Een Dichter, door d. H.Officiëele Brief van A.
P. Blavatsky; De Parabel der Tuinslang, door
LeerlingCyclussen, door WHet Mur der kin
deren, met een vrijwel onbegrijpelijke allegorie,
opgevoerd door kinderen van de Groningsche
Lotusgroep op Kerstmis j.l.de noodzakelijkheid
van sympathie bij het bestudeeren der Natuur,
door Leerling.
De Witte Profeet door Hall Caine. Geautori
seerde nederlandsche uitgaaf. (L. J. Veen, Am
sterdam.)
Bij het doorbladeren van dit kloeke boek,
voor ik het las, en overal den naam Gordon
aantreffende, in verband met de namen Khar
toum, Nijl, Egypte, verkeerde ik in den waan
hier te doen te hebben met een geschiedkundigen
roman over den engelschen held, „de witte
Pasja". Reeds in de eerste hoofdstukken werd
het me evenwel duidelijk, dat de Gordon
van dit boek slechts de naamgenoot van dien
grooten man is, maar toch een even sym
pathieke en edelaardige figuur in de egyptische
geschiedenis van dit boek. Het is een knappe,
van het begin tot het einde spannende, boeiende
t 'Uiaiide hoofdfiguren Ishmael Ameer, de
witte profeet Gordon Lord, de jonge kolonel
van het engelsch-epyptische leger, en Helena
Graves, de „Rani", zijn prachtig geteekend en
volgehouden, hun lotgevallen houden den lezer
tot het laatst toe in spanning, en het is met
een zucht van voldoening dat men het boek
terzijde legt.
De uitgave van dezen goedkoopen druk (ingen.
f 1.50, geb. f 1.90) met het mooie papier en de
heldere letter, mag loffelijk genoemd worden.
A. van der MeerBrondgeest.
Wellevendheid is het zich gestadig, den heelen dag
door een beetje moeilijk maken ter wille voor anderen.
Voor wie het kan, is het niet moeilijk meer, maar
onmisbaar, evenals reinheid.
Zesde Bachconcert.
MUZIEK. op Dinsdag 21 Maart 1911. Orkest
van het Concertgebouw te Amster
dam onder leiding van den heer W.
Mengelberg.
Solistde heer S. W. Rachmaninoff,
(pianist).
Met de 3e Syntonic- in F-majeur van Brahms
werd dit concert geopend en door het amster-
damsché orkest heerlijk mooi uitgevoerd. Na de
korte inleiding klinkt het hoofdthema door de
violen zeer krachtig en opgewekt, vervolgens
een nieuw motief, en modulatie van F naar
Des en A. Dit eerste deel is zoo rijk aan mooie
eigenaardige motieven, dat 't mij een onmogelijk
heid is die alle op te sommen. Ook het zangerige
Andante 4/4 is een zeer schoon gedeelte in C
majeurde melodie is lieflijk en eenvoudig en
evenals 't eerste Allegro vol afwisseling, zoowel
motieven als rythmus. In deze Synfonie komt
in plaats van een luchtig Scherzo of Menuet een
eenigszins droevig getint „Poco Allegretto"door
de cellen ingezet, wordt dit motief door de violen
herhaald. De toonsoort C-mineur geeft aan dit
gedeelte een zeer weemoedig karakter, hoewel
de maatverdeeling en dynamische teekens ver
hoeden, dat liet te droevig wordt. Het laatste
deel is kort en bondig gezegd: typisch Brahms!
Wie de Synfonie begrepen heeft en eenige Brahms
eigenschappen kent, weet wat dit zeggen wil.
Melodie, rythmus, accenten enz. enz. waardoor
de muziek van Bralims zoozeer „leeft" en „be
geestert" voor degenen die hem verstaan, maar
voor anderen zoo zwaar, raadselachtig enz. is en
blijft. Met een zucht zei iemand achter mij „nog
altijd Brahms" en dat van zulk een vertolking
van dit prachtwerk!
I)e russische pianist Rachmaninoff' droeg zijn
Concert No. 3 voor en hoe!! In één woord prach
tig. Hoe geheel gaat deze kunstenaar op in zijn
kunst. Groote bewondering moet men hebben
voor zijn compositie, zijn techniek en zijn voor
dracht, de groote eenheid met 't orkest. Aan
veel kracht bij de forsche accoorden-gedeelten
paart hij een hoogst „fijne" aanslag bij de vlugge
loopjes. De compositie is boeiend van az, veel
afwisseling en mooi geïnstrumenteerd. Geen won
der dat zijn spel de algemeene bewondering
wekte en toehoorders en orkest hem luid toe
juichten.
Na de pauze gaf 't orkest ons nog de Suite
in C-majeur van J. S. Bacli te genieten, want
een waar genot was 't voor allen, die van Bach-
muziek houden. De inleiding „Grave" klonk
breed en plechtigna de echte Bachsche trillers
sluiten alle zinnen zoo rotsvast met den grond
toon. Als tegenstelling op het Grave volgde het
„Vivace" in fuga-vorm, daarna de „Courante"
(oude, ernstige Fransche dans) uiet plechtige
melodievervolgens de „Gavotte" (afkomstig
van de Gavots uit Zuid-Frankrijk) in 4/4 begin
in mineur, dan majeur, een luchtiger tusschendeel
en nog eens herhaald mineur en majeur gedeelte
tot slot. De „Forlana" of „Fortana" is een ver
ouderde venetiaansche gondeliers-dans in 6/a maat,
stamt uit Friaul, klinkt lieflijk. „Minuetto" en
trio, met herhaling van „Minuetto" is rijk aan
trillers en afwisselend f en p (als echo) trio rus
tiger en lichter. „Bourrée" is een vroolijke Fran
sche dans in 2/4 maat met een middendeel in
mineur. Deze Suite van fransche dansen eindigt
weer Grave met langzame trillers en grondtoon
dus C-majeur.
Als laatste nummer van het laatste Bachcon
cert van dit seizoen hoorden we nog een mees
terlijke uitvoering van „les Préludes" van Fr.
Liszt, een waar meesterwerk van instrumentatie
waarover ik reeds na het le Bachconcert schreef
en dus niet weer behoef te herhalen. Wij zullen
zeker allen met groote dankbaarheid vervuld
zijn voor het vele verheven kunstgenot dat wij
in dit concert-seizoen door de Bachvereeniging
deelachtig werden en niet liet minst aan den
grooten leider van het orkest en natuurlijk aan
het bestuur, dat voor de concerten ook voor
treffelijke solisten uitnoodigde.
Vierde Liederenavond
te geven door Gerard Zalsman met mede
werking van Mevrouw Lenore, (sopraan)
den Heer P. de Waardt, (piano) Mejuffrouw
Ré Levie (begeleiding) en den Heer J.
van Kempen (tenor) in de concertzaal
„de Kroon", op Maandag 20 Maart 1911.
Deze Liederenavond werd geopend door den
pianist die als eerste nummer a Impromptu van
Schubert voordroeg, n.l. No. 4 in As dur; de
aanvang as moll (mineur) vervolgens As Majeur;
middendeel in cis-mineur, Cis-majeur cis-mineur,
vervolgens een moduleerend deel en ten slotte
weer als 't begin eerst as-mineur om te eindigen
in As-majeur. „impromptu'1 of „Improvisatie is
Fantasie. In dit stuk is zeer veel afwisseling in
de klanksterkte, pp, f, p, ff, accenten (klemtoon)
crescendo's en decrescendo's enz. alles te zamen
„dynamische teekens" genaamd. Met uitzondering
van twee kleine tusscliengedeelten waar „triolen"
voorkomen, blijft de „rythmische" beweging
regelmatig. De „melodie" komt afwisselend voor
in de boven- of onder stem, (discant- of bas).
It Caprice van Chr. Sinding een geheel verschil
lend soort stuk en Ic een etude van Gottschalk
weer een gansch andere muziek; het begin had
heel veel overeenkomst met het begin van de
begeleiding van „Erlkönig" van Schubert. De
Heer de Waardt deed zich kennen als een zeer
verdienstelijk solist en later als dito begeleider.
De heer J. van Kempen zong eerst twee mooie
ernstige liederen van H. Wolft', geboren 1860 te
Windischgratz in Stiermarken, werd in 1897
krankzinnig en stierf in 1903 te Weenen, (over
H. Wolff' later meer), een der grootste lieder-
componisten uit de vorige eeuw. Het lied van
Smulders werd heel gevoelvol voorgedragen en
ook het lied van W. Landré voldeed zeer. De
stem van den heer van Kempen leent zicli uit
stekend voor zulk soort liederen waarbij ook
zijn warme, fijngevoelige voordracht volkomen
past. De begeleiding had mejuffrouw Ré I.evie
op zich genomen, die zich van deze taak kweet
op de wijze, die bekend is van haar; gemakkelijk
was die taak niet, want veel liederen eischen
heel wat technische vaardigheid.
De sopraan-zangeres zong vier liederen, van
welke mij de beide van Hildach 't beste voldeden,
daar zij geen sterk geluid heeft en 't bij deze
twee liederen minder op kracht dan wel op 't
luchtige van de voordracht aankomt. Voor een
lied als „Meine Harfe" van L. Materna, wordt
bepaald een veel sterker stem vereischtde tegen
stellingen kwamen nu niet genoeg uit en het
„falsches Weib" klonk te zoet en te lief en dat
moet toch niet. Het eerste lied herinnert iets
aan Grieg. De concertgever zong een achttal
liederen van Ilullebroeck, waarvau de beide
eerste heel plechtig klonken, vooral de koraal
achtige aceoorden-begeleiding klonk zeer goed
en was geheel in overeenstemming met den tekst
tussehen 't eerste en tweede couplet komen eenige
modulaties voor. In „Adeste" kon de heer Zalsman
zijn stem eens in haar volle kracht doen uitkomen,
en in de „grappige" liederen bewees de zanger, dat
hij voor den humor van dergelijke muziek den
juisten toon vat. In was vooral de begeleiding
ook zeer geestig, een aardige nabootsing van de
„klosjes", en het laatste h werd met overtuiging
gezongen, zoodat de heer Zalsman met deze
liederen een groot succes had.
Tot mijn leedwezen kon ik wegens andere
muzikale plichten, slechts het eerste gedeelte
bijwonen. Van „bevoegde zijden" werd mij mee
gedeeld door A, dat het tweede deel heel mooi
wasdoor B, dat het heel matig wasdoor C
weer iets anders. Wat is nu 't juiste oordeel,
en waren b.v. A, B en C „bevoegd" tot oor-
deelen
Is het noodig op te wekken de uitvoering of
algemeene repetitie te gaan hooren van Wagner's
„Fliegende Hollander" Wie nog niet in het
bezit is van een tekstboekje, zal verstandig doen
eerst den tekst eens te lezen en vooral ook de
beschrijvende gedeelten, waardoor men het geheel
beter zal begrijpen. Als men 't verhaal thuis eerst
leest, kan men in de zaal met meer aandacht
naar de muziek luisteren. De mooiste en be
kendste deelen zijn o. a. de „Ballade", te zingen