J. I m Jr. I. FLOHIL, ONAFHANKELIJK ORGAAN VOOR NEDERLAND. D erlitz School randstoffen HUMT 32. STRA (HEID. TEiSr" MG oederen. Koop ofte Huur. /oor het aanleeren van iemde talen vervangt Berlitz School een 'blijf in het buitenland ANO'S ORGELS, vestiyd te HAARLEM: ipperdapark 8, Strijkinrichting it Zn. 4 Haarlem. 22 en 23 MAART, GEVEEN Lzn., .OUIS A. GLASER, rhouden Meubelen, in eene nader te omschrijven. iek Cabinet. Zeldzaam 4 Meter en dito pl.m. lies met Coupes. Oude c geslepen Kristal, eom- n vervoege men zich ten it of gehaald; naar verkiezing. ït HUIS, waarin thans oor wordt gehouden door ris WILDF RVANCK I)K COURT, met tuin, staande relegen aan den Zijhveg te •veen en bevattende beneden kamers en suite, kelder, dkluis, etc. Boven drie ka- i en keuken en op den zolder kamer. Zeer geschikt voor winkelzaak. aanvaarden i April a. s. bevragen aan gemeld kan- of bij den makelaar A. KAKKER te liloemendaal. foou 170.5. 1 Curator in het faillisse- t van l. VAN VELTHOVEN, enmaker en handelaar in enen en lederwaren, wonende iloemendaal, bericht dat de den Heer Rechter-Commis- goedgekeurde Uitdeelings- in genoemden boedel is ■rgelegd ter Griffie van de indissements- Rechtbank te riem, ten einde aldaar ge ilde tien dagen ter inzage erblijven. De Curator dn. P. T.TEENK WILLINK. OVERVEEN. Telef. 1617. "echnisch Bureau semafleiders, huistelefoons, aar,- van alle zwak- en sterkstroom /eren van Acetyleengastoestellen. engas. Alles tegen de meest Teleph. Interc. 1274. i. Vol en zeer geurig, volen. Absoluut zuiver, chemisch onderzoek, j den Heer JAC. PIJL, leweg 84. Bloemendaal. efoon 750. ORCHESTRIONS n allerlei ELECTKISCHE INSTRUMENTEN. W. HECK, 1= voorheen Groet <fc Heek, Oude Gracht 118. - HAARLEM. Telefoon 1338. Rijksveearts. hoek Ripperdastraat). TELEPHOON 2111. - eischen des tijds. Geheel nieuwe VRAAGT PRIJSCOURANT. 5e jaargang. ZATERDAG, 25 MAART 1911. No. 12. Het Bloemendaabdi UeehMml. Prijs per halfjaar f 1.25 vooruitbe taling. Prijs per nummer f'0.10 Advertentiën 10 cents per regel b\j herbaalde plaatsing korting. Mededeelingen van allerlei aard aan de hoofdredactie schriftelijk: Vijverweg 7 te Bloemendaal Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende Ged Oude Gracht 03, Haarlem. Telefoon 141. I Het autenrsrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht. SU— Dit nummer bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Het antwoord op onze jongste, de vijfde prijsvraag. Wij ontvingen tal van antwoorden op onze 5e .(raag, waarvan liet aardigste antwoord door md wordt met eene premie van f 5.terwijl te overige fö.der uitgeloofde f10.be- .'mar houden voor hem of haar onverschillig regeld lezer of abonné zijn van ons blad, elsnog binnen eene maand na heden het twoord schriftelijk bij ons inzendt, daar O iemand het heeft geraden. Het door een ■r uigsche lezeressen Mej. A. v. d. H. inge- antwoord als boven met een premie ver- luidt als volgt: gezin van een bloemistknecht in den jet f7.50 rond moet springen, dan kan zoo denken, dat zoo iemand zich niet pt voor een zeer godsdienstig partijge- i werkgever, die hem fatsoenlijk honger tot lijden. 7 lichting: me voor dat dit zoo iemand is, dien 't vrij erschillig laat of't land schade heeft door ijzen of ratten, en daarom maar stilletjes beestje kijkt, terwijl het zijn plicht was hadelijk te maken." Vuren zijn zorgeloos en slordig en langzaam a'tijd goedhartig, altijd eerlijk, en tegelijk li opgeruimd. Xergens zie je dut nijdige, u-lelijke of stuursche mantrouwen, dat ons in il zoo hindert. Amsterdamschevaart 28 HAARLEM. Van die mooie lotisicootjes. ■_CHT EN van nog meer lieve lootjes, en van WET. nog wat anders. III. Herhaaldelijk is er sprake van geweest, de j aaamde klassikale loten geheel af te schaffen, einde feitelijk de loterij voor minvermogenden ti miten. Over de meerdere of mindere billijk- van dergelijke maatregelen zijn de gevoelens vi leeld, maar wij kunnen dit veilig in het nO ';cn laten, daar zij toch niet tot het beoogde i: zouden leiden. Immers, men zou meer i meen loterij -vereenig ing en oprichten, gezel- ippeu zooals er ook thans reedsvele bestaan. :m zoodanige afschaffing is dan ook nooit iets gekomen. Eerst bestond het plan om door 'K-u Staat alleen doorgefourneerde loten te doen ui; -ven aan de collecteurs, die ze dan per klasse z< u kunnen verkoopen; maar deze zouden d;. aarschijnlijk zoo min mogelijk doen, omdat zij toch zelf het volle bedrag aan den Staat zi inden moeten afdragen. hater is nog eens een voorstel gedaan, om niet Hu i i' dan de helft der loten klassikaal uit te zeven maar de meerderheid der Tweede Kamer heeft zich met dit voorstel niet kunnen ver- 1 n. Zij was van meening, dat men de mindere volksklassen niet van het spel mag uitsluiten, wel liet stelsel der klassikale loten met het sinlen door minvermogenden niets te maken heeft. Immers, men kan hen gemakkelijk in de gelegenheid stellen om nu eu dan eens mee te v en, door de loten nog wat meer te splitsen, lietgi ■eu eenvoudig op een weinig meer admini- zou neerkomen, eudien mag men niet uit het oog verliezen, je klassikale loten betrekkelijk teduurzijn, s' zijn ze schijnbaar feven duur als de andere. Ktel b.v. dat iemand in de eerste klasse mee- - peelt, maar zijn middelen hem niet veroorloven "in geregeld door te spelen. In de vijfde klasse doet hij weer mee; maar 't is toch zeer goed "zelijk, dat hij juist een kans zou gehad hebben u een der klassen, waarin hij niet meedeed. Huurom zeggen wij dat ziju lot nu te duur is ui verhouding tot de waarde. Er zijn ook prijzen, onder den naam van premie, aan het vaste aantal prijzen toegevoegd, namelijk dertig duizend gulden voor den laatst uitkomenden der zoogenaamde hooge prijzen en drie duizend gulden voor den houder van het laatst uitko mende lot. Be Staat heft 15 procent korting van alle prijzen van ƒ100 en hooger en 10 procent van de overigen. 1 leze laatste vormen verreweg de meerderheid en kunnen wel als een sterk lokaas tot het ■Mpel beschouwd worden. He kans staat ongeveer als 2 tot 1, dat men zoogenaamd met eigen geld uitkomt of zijn inleg nagenoeg terugkrijgt. Gelukt "lit eenige malen achtereen, dan gelooft men allicht onder een gelukkig gesternte te zijn geboren en kan geen weerstand meer bieden. Overigens is liet zeker waar, dat de meeste deelnemers in de Staatsloterij spelen met de hoop op een der groote prijzen; maar het is een feit dat die groote prijzen voor de gelukkige winners niet altijd een zegen zijn geweest. Vaak was het tegendeel het geval. Het is gemakkelijk genoeg te begrijpen dat betrekkelijk arme lieden, die do waarde van het geld niet kennen, dien plotselingen overvloed niet kunnen dragen. Er zijn tal van voorbeelden van, dat het verkregene binnen korten tijd weer verdwenen was, zoo al met op onbehoorlijke wijze doorgebracht, en het lijdt geen twijfel dat die lieden, die misschien vroeger tevreden waren, zich later inderdaad ongelukkig gevoelden en hun arbeidskracht ten deele hadden verloren. A elen zijn daarom van meening dat het aan beveling zon verdienen om de groote prijzen te splitsen. Op die wijze zou men een betrekkelijk groot aantal personen in de gelegenheid stellen, nu en dan eens eenig ofschoon geen groot voor deel te genieten. Zij zouden dan de waarheid ondervinden van de oude spreuk, dat een klein winstje een zoet winstje is. Ook andere wijzigingen zijn niet ondenkbaar. Indien men kleine, doorgefourneerde aandeelen beschikbaar stelde (kleiner dus dan twintigste) en tevens een groot aantal kleine prijzen liet vervallen, dan zou aan niemand de gelegenheid ontnomen zijn om eens een kans te wagen, maar die speelde zou dan werkelijk weten en be denken dat het spel was; want zijn kans om te verliezen zou grooter zijn. In zooverre hier van volmaaktheid sprake kan wezen, zou die volmaaktheid eerst worden be reikt, wanneer de Staat liet lotendebiet zelf in handen nam. Thans geschiedt dit niet en de ervaring heeft geleerd dat ook hierin weer eenig gevaar voor misbruiken kan gelegen zijn. Nadat de „op de Staatsloterij werkende" in stellingen begonnen op te komen, aanvankelijk met vrij wat succes, zoodat zij feitelijk als con currenten van genoemde loterij beschouwd kunnen worden en dus met een deel der Staats- winsten gaan strijken, heeft men de raad gege ven om telkens het aantal loten in de Staats loterij te veranderen, zoodat een voortdurend „werken" daarop niet mogelijk zou zijn. Veel heil kunnen wij van dien maatregel niet verwachten. Waarschijnlijk zou men wel een oogenblikje met de handen in 't haar zitten maar de ondervinding heeft geleerd dat de heeren niet voor één gat te vangen zijn en men mag veilig aannemen dat er spoedig weer iets anders op zou worden gevonden. Hoe dit ook zijn moge, waar over de toestan den op dit gebied veel ontevredenheid heersclit, daar moet ook een deel der schuld op rekening van den wetgever worden gebracht, die door zijn wet tot wering van vreemde en particuliere loterijen, enkele jaren geleden, geen handige zet heeft gedaan maar oorzaak is dat de meest on schuldige vermakelijkheden strafbaar werden gesteld en ook inderdaad werden vervolgd, ter wijl aan vermomde loterijen op zeer groote schaal, gelegenheid werd gegeven om door de mazen van het net te ontsnappen. Hierover nog nader in ons slotartikel. Opmerker. Wij verstaan elkaar alleen door woorden, aan duidingen, verhoudingen, vergelijkingen. Wil er dus verstandhouding zijn, clan moeten er zijn gelijke begrippen, en daarvoor is noodig: tolerant verge lijken, overleggen, beschouwen. Lotushioppen van Maart geeft VAN BOEK- EN een aardige fotografie van leer- TIJDSCHRIFT. lingen in de plantkunde in de patio der Raja-Yoga academie, Santagio de Cubahet vervolg op H. P. Blavats- ky's artikel Het tweevoudig aspect van wijsheid, waar de begaafde theosophe in de volgende krasse bewoordingen te velde trekt tegen de heden- daagsche wijsgeeren en geleerden „Terwijl de middeneeuwsche Rozenkruiser, als „een wijsgeer, en naar het voorbeeld van den „ouden Socrates, dagelijks herbaalde, dat al wat „hij wist, was, dat hij niets wist, verkondigt „zijn moderne, zelfbewuste opvolger uit onze „dagen door woord en geschrift, dat de geheimen „der natuur en de verborgen wetten, waarvan „hij niets weet, nimmer hebben bestaan Nu, „nu is er om een patent voor wijsheid te ver krijgen, niets anders meer noodig dan een „onbeschaamdheid, die geen blikken of blozen „kent. Een getuigschrift van goddelijke wijsheid „wordt nu aan een zelf-uitgeroepen Adeptus door „een stemmenmeerderheid van profane en gemak kelijk te misleiden sukkels opgesteld en uitge reikt, terwijl een zwerm eksters, die van het „dak van den Tempel der Waarheid zijn wegge jaagd, het op ieder marktplein en iedere kermis „zullen omroepen". Daar kunnen het onze exa minatoren en examinandi mee doen. Of deze eerste „sukkels" echter werkelijk zoo gemak kelijk te misleiden zijn, ben ik zoo vrij eenigs- zins in twijfel te trekken. Verderop in dit overigens zeer lezenswaard artikel vinden wij het volgende: „Moet het dan als overdreven worden beschouwd, „wanneer wij, gesteund door een levenslange „waarneming en ervaring, onze gedachten eens „uitspreken over het snelst werkende en meest „afdoende middel om voor zich zelf de algemeene „achting der tegenwoordige wereld te verwerven „en een autoriteit te worden Schenk de meest „zorgvuldige aandacht aan de likdoorns der „stokpaardjes van iedere partij, en hied u aan „als beul van de reputatie van alle personen en „dingen, die impopulair zijn. Leer, dat het „grootste geheim om macht te verkrijgen bestaat „in de kunst aan de algemeene vooroordeelen „toe te geven en rekening te houden met de „sympathieën en antipathieën der wereld „Daarom ziet de Theosoof déar, waar anderen „de glorie en schoonheid der moderne beschaving „prijzen, slechts zedelijke wanstaltigheid en de „luchtsprongen van de clowns der z. g. centra „van beschaving. Volgens hem is niets zoogoed „op de moderne fashionable maatschappij van „toepassing als Sidney Smiths beschrijving van „Pauselijk vertoon: Pose en bedrog, buiging en „knieval, buiging naar rechts en links en een „ontzaglijke massa mannelijk (en nog meer vrouwelijk) modevertoon". Voorts geeft dit nummer een Brief uit Cali- fornië met beschrijving van liet hoofdkwartier van de Universeele Broederschap en het Theoso- phisch Genootschap te Point LornaBoro-Boedoer en Boedhisme, dat sluit met te zeggen: „Wat is het Boedhisme? Het is een machtige vloedgolf zooals er vele zijn geweest". (Maar dan toch zeker een, die nu weer op schijnt te komen als men de hier en daar opduikende krantenbe richten leest van nieuw gestichte Boedliistische kloosters en nederzettingen in Europa). Verder: Nuttelooze Klachten of Nieuwe Hoop, door Leerling; Het Theosopisch Forum, met antwoord op de vraag„Waarom is er zooveel ongelijkheid in he1 leven? Ik bedoel niet, dat allen gelijk behoorden te zijn, doch hebben wij niet allen recht op het leven, op vrijheid en geluk, zoowel als op vrijheid van geweten? Het is duidelijk, dat de wetgeving deze niet kan verschaffen. Doch waarom lijden zooveel goede menschen, terwijl de slechten, de boosaardigen, dikwijls alles hebben wat ze maar kunnen wenschen?" Een Dichter, door d. H.Officiëele Brief van A. P. Blavatsky; De Parabel der Tuinslang, door LeerlingCyclussen, door WHet Mur der kin deren, met een vrijwel onbegrijpelijke allegorie, opgevoerd door kinderen van de Groningsche Lotusgroep op Kerstmis j.l.de noodzakelijkheid van sympathie bij het bestudeeren der Natuur, door Leerling. De Witte Profeet door Hall Caine. Geautori seerde nederlandsche uitgaaf. (L. J. Veen, Am sterdam.) Bij het doorbladeren van dit kloeke boek, voor ik het las, en overal den naam Gordon aantreffende, in verband met de namen Khar toum, Nijl, Egypte, verkeerde ik in den waan hier te doen te hebben met een geschiedkundigen roman over den engelschen held, „de witte Pasja". Reeds in de eerste hoofdstukken werd het me evenwel duidelijk, dat de Gordon van dit boek slechts de naamgenoot van dien grooten man is, maar toch een even sym pathieke en edelaardige figuur in de egyptische geschiedenis van dit boek. Het is een knappe, van het begin tot het einde spannende, boeiende t 'Uiaiide hoofdfiguren Ishmael Ameer, de witte profeet Gordon Lord, de jonge kolonel van het engelsch-epyptische leger, en Helena Graves, de „Rani", zijn prachtig geteekend en volgehouden, hun lotgevallen houden den lezer tot het laatst toe in spanning, en het is met een zucht van voldoening dat men het boek terzijde legt. De uitgave van dezen goedkoopen druk (ingen. f 1.50, geb. f 1.90) met het mooie papier en de heldere letter, mag loffelijk genoemd worden. A. van der MeerBrondgeest. Wellevendheid is het zich gestadig, den heelen dag door een beetje moeilijk maken ter wille voor anderen. Voor wie het kan, is het niet moeilijk meer, maar onmisbaar, evenals reinheid. Zesde Bachconcert. MUZIEK. op Dinsdag 21 Maart 1911. Orkest van het Concertgebouw te Amster dam onder leiding van den heer W. Mengelberg. Solistde heer S. W. Rachmaninoff, (pianist). Met de 3e Syntonic- in F-majeur van Brahms werd dit concert geopend en door het amster- damsché orkest heerlijk mooi uitgevoerd. Na de korte inleiding klinkt het hoofdthema door de violen zeer krachtig en opgewekt, vervolgens een nieuw motief, en modulatie van F naar Des en A. Dit eerste deel is zoo rijk aan mooie eigenaardige motieven, dat 't mij een onmogelijk heid is die alle op te sommen. Ook het zangerige Andante 4/4 is een zeer schoon gedeelte in C majeurde melodie is lieflijk en eenvoudig en evenals 't eerste Allegro vol afwisseling, zoowel motieven als rythmus. In deze Synfonie komt in plaats van een luchtig Scherzo of Menuet een eenigszins droevig getint „Poco Allegretto"door de cellen ingezet, wordt dit motief door de violen herhaald. De toonsoort C-mineur geeft aan dit gedeelte een zeer weemoedig karakter, hoewel de maatverdeeling en dynamische teekens ver hoeden, dat liet te droevig wordt. Het laatste deel is kort en bondig gezegd: typisch Brahms! Wie de Synfonie begrepen heeft en eenige Brahms eigenschappen kent, weet wat dit zeggen wil. Melodie, rythmus, accenten enz. enz. waardoor de muziek van Bralims zoozeer „leeft" en „be geestert" voor degenen die hem verstaan, maar voor anderen zoo zwaar, raadselachtig enz. is en blijft. Met een zucht zei iemand achter mij „nog altijd Brahms" en dat van zulk een vertolking van dit prachtwerk! I)e russische pianist Rachmaninoff' droeg zijn Concert No. 3 voor en hoe!! In één woord prach tig. Hoe geheel gaat deze kunstenaar op in zijn kunst. Groote bewondering moet men hebben voor zijn compositie, zijn techniek en zijn voor dracht, de groote eenheid met 't orkest. Aan veel kracht bij de forsche accoorden-gedeelten paart hij een hoogst „fijne" aanslag bij de vlugge loopjes. De compositie is boeiend van az, veel afwisseling en mooi geïnstrumenteerd. Geen won der dat zijn spel de algemeene bewondering wekte en toehoorders en orkest hem luid toe juichten. Na de pauze gaf 't orkest ons nog de Suite in C-majeur van J. S. Bacli te genieten, want een waar genot was 't voor allen, die van Bach- muziek houden. De inleiding „Grave" klonk breed en plechtigna de echte Bachsche trillers sluiten alle zinnen zoo rotsvast met den grond toon. Als tegenstelling op het Grave volgde het „Vivace" in fuga-vorm, daarna de „Courante" (oude, ernstige Fransche dans) uiet plechtige melodievervolgens de „Gavotte" (afkomstig van de Gavots uit Zuid-Frankrijk) in 4/4 begin in mineur, dan majeur, een luchtiger tusschendeel en nog eens herhaald mineur en majeur gedeelte tot slot. De „Forlana" of „Fortana" is een ver ouderde venetiaansche gondeliers-dans in 6/a maat, stamt uit Friaul, klinkt lieflijk. „Minuetto" en trio, met herhaling van „Minuetto" is rijk aan trillers en afwisselend f en p (als echo) trio rus tiger en lichter. „Bourrée" is een vroolijke Fran sche dans in 2/4 maat met een middendeel in mineur. Deze Suite van fransche dansen eindigt weer Grave met langzame trillers en grondtoon dus C-majeur. Als laatste nummer van het laatste Bachcon cert van dit seizoen hoorden we nog een mees terlijke uitvoering van „les Préludes" van Fr. Liszt, een waar meesterwerk van instrumentatie waarover ik reeds na het le Bachconcert schreef en dus niet weer behoef te herhalen. Wij zullen zeker allen met groote dankbaarheid vervuld zijn voor het vele verheven kunstgenot dat wij in dit concert-seizoen door de Bachvereeniging deelachtig werden en niet liet minst aan den grooten leider van het orkest en natuurlijk aan het bestuur, dat voor de concerten ook voor treffelijke solisten uitnoodigde. Vierde Liederenavond te geven door Gerard Zalsman met mede werking van Mevrouw Lenore, (sopraan) den Heer P. de Waardt, (piano) Mejuffrouw Ré Levie (begeleiding) en den Heer J. van Kempen (tenor) in de concertzaal „de Kroon", op Maandag 20 Maart 1911. Deze Liederenavond werd geopend door den pianist die als eerste nummer a Impromptu van Schubert voordroeg, n.l. No. 4 in As dur; de aanvang as moll (mineur) vervolgens As Majeur; middendeel in cis-mineur, Cis-majeur cis-mineur, vervolgens een moduleerend deel en ten slotte weer als 't begin eerst as-mineur om te eindigen in As-majeur. „impromptu'1 of „Improvisatie is Fantasie. In dit stuk is zeer veel afwisseling in de klanksterkte, pp, f, p, ff, accenten (klemtoon) crescendo's en decrescendo's enz. alles te zamen „dynamische teekens" genaamd. Met uitzondering van twee kleine tusscliengedeelten waar „triolen" voorkomen, blijft de „rythmische" beweging regelmatig. De „melodie" komt afwisselend voor in de boven- of onder stem, (discant- of bas). It Caprice van Chr. Sinding een geheel verschil lend soort stuk en Ic een etude van Gottschalk weer een gansch andere muziek; het begin had heel veel overeenkomst met het begin van de begeleiding van „Erlkönig" van Schubert. De Heer de Waardt deed zich kennen als een zeer verdienstelijk solist en later als dito begeleider. De heer J. van Kempen zong eerst twee mooie ernstige liederen van H. Wolft', geboren 1860 te Windischgratz in Stiermarken, werd in 1897 krankzinnig en stierf in 1903 te Weenen, (over H. Wolff' later meer), een der grootste lieder- componisten uit de vorige eeuw. Het lied van Smulders werd heel gevoelvol voorgedragen en ook het lied van W. Landré voldeed zeer. De stem van den heer van Kempen leent zicli uit stekend voor zulk soort liederen waarbij ook zijn warme, fijngevoelige voordracht volkomen past. De begeleiding had mejuffrouw Ré I.evie op zich genomen, die zich van deze taak kweet op de wijze, die bekend is van haar; gemakkelijk was die taak niet, want veel liederen eischen heel wat technische vaardigheid. De sopraan-zangeres zong vier liederen, van welke mij de beide van Hildach 't beste voldeden, daar zij geen sterk geluid heeft en 't bij deze twee liederen minder op kracht dan wel op 't luchtige van de voordracht aankomt. Voor een lied als „Meine Harfe" van L. Materna, wordt bepaald een veel sterker stem vereischtde tegen stellingen kwamen nu niet genoeg uit en het „falsches Weib" klonk te zoet en te lief en dat moet toch niet. Het eerste lied herinnert iets aan Grieg. De concertgever zong een achttal liederen van Ilullebroeck, waarvau de beide eerste heel plechtig klonken, vooral de koraal achtige aceoorden-begeleiding klonk zeer goed en was geheel in overeenstemming met den tekst tussehen 't eerste en tweede couplet komen eenige modulaties voor. In „Adeste" kon de heer Zalsman zijn stem eens in haar volle kracht doen uitkomen, en in de „grappige" liederen bewees de zanger, dat hij voor den humor van dergelijke muziek den juisten toon vat. In was vooral de begeleiding ook zeer geestig, een aardige nabootsing van de „klosjes", en het laatste h werd met overtuiging gezongen, zoodat de heer Zalsman met deze liederen een groot succes had. Tot mijn leedwezen kon ik wegens andere muzikale plichten, slechts het eerste gedeelte bijwonen. Van „bevoegde zijden" werd mij mee gedeeld door A, dat het tweede deel heel mooi wasdoor B, dat het heel matig wasdoor C weer iets anders. Wat is nu 't juiste oordeel, en waren b.v. A, B en C „bevoegd" tot oor- deelen Is het noodig op te wekken de uitvoering of algemeene repetitie te gaan hooren van Wagner's „Fliegende Hollander" Wie nog niet in het bezit is van een tekstboekje, zal verstandig doen eerst den tekst eens te lezen en vooral ook de beschrijvende gedeelten, waardoor men het geheel beter zal begrijpen. Als men 't verhaal thuis eerst leest, kan men in de zaal met meer aandacht naar de muziek luisteren. De mooiste en be kendste deelen zijn o. a. de „Ballade", te zingen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 1