0
zoekt het Tu be r c u I ose-M u se u m,
Kruisstraat 45, Haarlem.
litz School
keer
ONAFHANKELIJK ORGAAN
VOOR NEDERLAND.
MLJET.
orpulentie
ereetuging
)epositohank
r: fi
k H. van Dijk,
van Dijk;
l e)
f/l
ZATERDAG, 8 APRIL 1911.
No. 14.
FELBESCHUIT.
jgbaar te Bloemendaal
•rveen bijJAC. PIJL,
RUTTE A. G. VAN WIJK.
32.
r het aanleeren van
tie talen vervangt
ïrlitz School een
T in het buitenland
ONTVETTINCiS-
spoedig een slank
Iheid. Prijs f I.
lÉtal 147.
DE CLERCQ.
EMMERMEER (Hoofddorp).
TIE, BUITENLAND.
DISCONTEERING,
IEVEN, REKENING-
te Haarlem.
er. - Hoofddorp, a
de Arrondissements
0
a H. H. van Waveren. L
I.EVEKHAMP.
inland. Belast zich met
Belast zich met
van: 1/16 over A
over nominaal bedrag y
eëel bedrag voor fondsen a
lorden aiagezien niet y
srsle. Opent rekening;-
Opent
prolongation. Neemt
rt safe-lok ot ten tegen
raar in richting- is voor a
an 9—12V" en van 2—4 uur. y
e>€>0<»<0€><0
Vetzeep
F* maakt de huid
it en blank.
sen verkrijgbaar
i cent per stuk.
BIJ
Houtstraat 28.
VER DE ANEGANG).
iRLENI. TEL. 168.
ze geurige en
ra.
EVERANCIERS.
Telefoon 1543.
t Bloemendoabch WeeHWofl.
Prijs per
(.25
by Tcoruitbe-
taling.
Prijs per
nummer f Ö.10
Advertentiëu
10 cents pet-
regel
by herhaalde
plaatsing
korting.
lededeelingen van allerlei aard aan de hoofdredactie sohrlftelijk
Vijverweg 7 te Bloemendaal
Alle mededeelingen de administratie, advertentiön enz. betreffende
Ged Oude Gracht 08, Haarlem. Telefoon 141.
intenrsrecht van den inbond van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Jnni 1881 (Staatsblad 124) tot reeelintr van bet auteursrecht.
umiuer behoort een bijvoegsel.
Onze toetreding tot de zoogenaamde
Berner-conventie.
Zooals bekend is, wordt ten
onzent sinds lang de binnenland-
lige eigendom beschermd, door de
reling van het auteursrecht. In het
.eer der volken werd die eigendom
iet geheel niet beschermdde pro-
et eene land werden, meestal ver-
aangrenzend land, door ingezetenen
ui, door den druk gemeen gemaakt
tk tot klachten aanleiding. De duit-
hebben zich in dit opzicht menig-
s beklaagd en reeds Von Bismarck
d in die zaak gemoeid; maar die
aan zijn zalmtractaat en dacht ci
ter wille van een belang van den
lerden rang, de vriendschappelijke
met een naburig rijk in gevaar te
■isschen eenige staten te Bern eene
i, tot onderlinge bescherming van
L'selen op letterkundig, wetenschap
sgebied en op 13 November 1908
lie conventie herzien, waarbij ook
gedelegeerden tegenwoordig waren,
■of echter tot dusver aan de con-
l de Staten-Generaal ingediend en
Tweede Kamer aangenomen, een
ut toetreding, zoowel voor Neder-
;oloniën, met voorbehoud der be-
r soortgelijke verdragen.
■en twijfel of al dergelijke onder-
,ii het onderling- recht tusschen
eer en meer worden opgenomen.
te loochenen, dat men er feitelijk
/en wordt, ook dan wanneer de
ie er zich tegen verzet. Ten aanzien
r conventie was dat in de hoogste
al. Wij gevoelen te veel voor onze
handelen, om die gaarne te Willen
n' belangen, die in eik geval toch
'qemeene belangen van eèn naburige
eering beweert dat dit verzet thans
- en de zaak-rjjp is geworden .onder
van zekere organen der pers. Wij
er aan te twijfelen en gelooven veel
.1 zich eenvoudig bij de zaak heeft
zeer goed wetende wat het einde
reding tot de conventie is voor ons
clang.de bepaling ervan, dat de tot
len van het verbond behoorende
nne rechtverkrijgenden, in de andere
litsluitend recht genieten om ver
nier werken te maken of toestem
vertaling te verleenen, tijdens den
ur van hun recht op het oorspronke-
Hat uitsluitend vertaalrecht houdt
ie bestaan, wanneer de auteur daar-
•hruik heeft gemaakt binnen een
an tien jaren van af de eerste uit-
oorsprónkelijke werk, door in een
landen eene vertaling te doen uit
laai waarvoorde bescherming wordt
ede Kamer is er de aandacht op
kleine bladen in groote moeilijk-
komen, omdat zij niet meer vrij
n. Het bezwaar zit niet zoo zeer
jkë, maar in de moeilijkheid om
•tons te bekomen. Wellicht dat
el zal zijn voor nederlandscbe
-h meer op geschikte dramatische
en lioog zedelijk gehalte toe te
onsterflijk werk is het eerst in
verschenen,
wees er op dat, wat dit bezwaar
een literatuur bestaat van landen,
de Berner conventie zijn aan-
it kan men overnemen en ook uit
ie meer dan tien jaar oud is. Tot
nden belmoren Rusland. Turkije,
•garijë en Portugal. Rijke bronnen
vormen zij niet. Op de werken
i eftijd bereikt hebben zal het dus
wel aankomen,
neming, in den oorspronkelijken
dd. van als feuilleton geplaatste
•vellen in dagbladen of tijdschriften
I' rbondslnnden, is dus toestemming
uwuns ook voor andere artikelen
of tijdschriften, als de schrijvers
1 overneming verboden hebben
d is niet toepasselijk op artikelen
strekking, op nieuwstijdingen of
hten.
moet er dus op worden gewezen,
cteuren geen boeken van jonger
n jaar meer zullen kunnen koopen
len, om als feuilleton geplaatst te
k geene feuilletons zrllen mogen
uit buitenlandsche bladen oftijd-
1 issen wij ons niet, dan besparen
de moeite van bet vertalen en
nemen eenvoudig van anderen over, ónder een
anderen titel en misschien min of meer gewijzigd.
In ieder geval is voor de bedoelde overneming
uit buitenlandsche bladen of tijdschriften in het
vervolg toestemming noodig.
Wat uitgevers betreft, wanneer deze een ver
taling van een buitenlandscb werk bet licht
willen doen zien, moeten zij ook over het ver-
talingsrecht onderhandelen. In vroeger tijd ver
schenen van hetzelfde buitenlandsche werk
meermalen vertalingen bij verschillende neder-
landsche uitgevers te gelijk. Door onderlinge
samenwerking is daaraan thans een einde ge
maakt. Wat wij hierboven omtrent oude feuille
tons opmerkten en omtrent die uit niet tot de
conventie toegetreden staten, geldt ook van
romans en andere buitenlandsche werken.
Omgekeerd zullen nederlandscbe schrijvers
gaarne hunne rechten in liet buitenland gewaar
borgd zien. Naar wij vernemen bereidt de Neder
landsche Yereeniging van letterkundigen de op
lichting voor van een bureau van auteursrecht,
welks raad en steun de nederlandsche auteurs
kunnen inroepen, wanneer zij er belang bij
hebben te weten, ofliet vertalingsrecht van zeker
werk nog te bekomen is, of wanneer zij behoefte
hebben om zich met de buitenlandsche recht
hebbenden in verbinding te stellen.
De aansluiting bij de Berner-conventie maakt
ook weer eenige veranderingen noodzakelijk in
de bestaande wet op het auteursrecht. Wij ver
nemen trouwens dat deze wijzigingswet reeds
in ontwerp haar voltooiing nadert. Mocht, wat
niet twijfelachtig is, de Eerste Kamer zich met
het ontwerp-toetredingswet' vereenigen, dan zal
de regeering zich onmiddellijk bij de conventie
aansluiten.
Opmerker.
De toeleg moet zijn innerlijke en niet uiterlijke
hoogheid en positie.
Sjacheren met bet heilige.
DIVERSEN. De Blijde Wereld van 17 dezer
schrijft
In een Limbtrrgsch blad lazen wij de Vosten-
wet voor het Bisdom Roermond. Wij pikken een
paar artikeltjes uit deze wet.
Het gebruik van gesmolten vet en gesmolten
spek, eieren en melkspijzen, (melk, boter en
kaas) is aan allen, ook bij de collatie, toegestaan
op alle dagen des jaars, uitgenomen op Goeden
Vrijdag.
Onder gesmolten vet en gesmolten spek worden
nochtans vleeschsoep, vleeschnat (jus) en vleesch-
extract niet begrepen; deze blijven verboden,
wanneer vleescli verboden is.
Op Goeden Vrijdag is voor allen voor wie het
vleesch verboden is, ook het gebruik van ge
smolten vet en gesmolten spek, eieren en melk
spijzen verboden, zelfs als deze met andere spijzen
of dranken vermengd zijn; brood of gebak met
melk toebereid is echter toegestaan.
Marechaussees,- machinisten, reizigers enz. kun
nen dispensatie (vrijstelling) krijgen. De bisschop
beveelt toch
aan al onze onderhoorige geloovigen, welke
gedurende de Veertiendaagsche Vasten van bo
vengenoemde dispensation betreffende het nutti
gen van vleesch en vleesehspijzen, gesmolten vet
en gesmolten spek, eieren en melkspijzen gebruik
maken, eiken dag, waarop zij daarvan gebruik
maken, driemaal het Onze Vader en het Wees
gegroet en eens de akten van Geloof, Hoop,
Liefde en Berouw te bidden.
Zij zullen zich echter van deze verplichting
kunnen vrijmaken door éénmaal voor de geheele
Vasten een aalmoes te geven in een daarvoor
aangewezen offerblok. Die aalmoes is bepaald op
een halven gulden per hoofd voor bemiddelde
personen en op 13 cents voor anderen.
Men moet vasten doch kan daarvan in som
mige gevallen tegen een aantal gebeden vrijge
steld worden en eindelijk kan men nog de ge
beden afkoopen tegen den gebruikelijken prijs.
Misselijker gesjacher met het heilige is niet denk
baar.
Dan heeft men nog respect voor de Farizeërs,
even groote vorinenslaven als deze roomschen,
maar die droegen ten minste den heeleii last
van hun wet en gooiden het niet op een accoordje
met lmn God.
Zoolang ":e. Schepper en schepping niet kunnen
loven, zijn wij niet waar Hij ons hebben wil.
Iets over liet vasten.
Volgens een engelschman, wiens opvattingen
onder den titel „Vasten en purgeeren" in liet
Medisch Weekblad onlangs een plaats vonden
(Zie de N. R. Ct. van 25 Maart 1911, Avondblad A)
is zoo nu en dan vasten, maar dan echt flink
vasten, gepaard aan schoon schip maken een
vereischte tot liet behoud der gezondheid.
Voedselopname is z. i. allereerst nuttig om de
vergiften die zich in onze ingewanden vormen
vast te leggen en mede af te voeren, eerst in
de tweede plaats komt het voedsel in aanmer-
kiitg tot vervanging van verbruikte lichaams-
stoüën. liet vasten heeft dus zijn nut.
Alle voor groote massa's geloovige maar onwe
tende menschen bestemde godsdiensten hebben
zekere gebruiken gekend (men denke b.v. aan
verschillende joodsche voorschriften) die bestemd
waren de gezondheid en levenskracht en de
zindelijkheid der geloovigen te bevorderen.
Een godsdienstig karakter keilden de voor
mannen van zulk een geloovig maar onwetend
volk aan die gebruiken en voorschriften toe, omdat
onontwikkelde niet zelf nadenkende mensclien
alleen tot liet opvolgen dier voorschriften te
brengen waren, wanneer ze liun werden opgelegd
als afkomstig van eene lioogere geestelijke
unicht. Bij de roomschen is dit aanvankelijk
niet anders geweest. Het roomsch-katholicisme
is geen godsdienst voor nadenkende menschen,
radar voor die massa menschen, die geen tijd,
geen lust of geen moed hebben om zelf na te
denken en bun eigen weg te kiezen. De voor
schriften van liet vasten in de roomsclie kerk
zijn oorspronkelijk met de bedoelde joodsche
voorschriften op één lijn te stellen.
Een ongezonde geest is niet ontvankelijk voor
verheven indrukken, alleen in een gezond lichaam
kan een gezonde geest wonen, de lichamelijke
gezondheid is dus ook liet voorwerp van de
moederlijke zorg der R.-Kerk over hare kinderen
tiet het oog op hun geestelijk belang.
De r.-k. vasten-Voorschriften schijnen dan even
wel niet streng genoeg. Toch hebben de vasten-
voorschriften nog dit nut, dat zij den menscli
die zich eraan onderwerpt, ook al is tegenwoordig
de lichamelijke uitwerking van het vasten op
den geloovige gering, aan zijn geloof bindt
door een daad of door een opzettelijk nalaten
zielkundig is dit, zooals zoo veel, door de r.-k.
geestelijkheid zeer goed gezien. Het geloof-wordt
bet r onderhouden door één daad van de geloo
vig zelf in de richting van dat geloof en die
oni er de leus van dat geloof wordt voorgeschreven
dai door honderd preeken. Het is en blijft
dri suur den vrijen man onwaardig, maar het
ro msch-katbolicisme is immers volgens room
schen zelf in hoofdzaak „een zedelijke politie"?
De schuld of onschuld van een evenmenscli raakt
ons niet. Wij hebben niemand te straffen, maar ook
niemand te ontzien als wij weten recht te gaan.
MUZIEK.
Koninklijke L i e d e r t a f e 1
„Zang en Vriendschap"
Vocaal Concert op Maandag 3April 1911,
inde Muziekzaal der „Sociëteit Vereeniging".
Solisten: Mejuffrouw Harry Hus, (viool);
Hermine Scholten,
(zang).
Begeleiding: de lieer Henk van Bremen.
Het concert van Maandag 3 April is een zeer.
bijzonder concert geweest, doordat de bescherm
heer Z. K. H. de Prins der Nederlanden, Hertog
van Mecklenburg, tegenwoordig was. De zaal
zag er anders uit, daar van het voorste gedeelte
de gewone zetels verwijderd wn en vervangen
door statige blauwe stoelen, (d in halven cirkel
geplaatst waren) en waarop i e Prins en het
hooge gezelschap plaats nam": verder stonden
er eenige sierlijke tafeltjes, waarop o. a. de
medailles van Zang en Vriendschap en het boek
waarin later de Prins en gevolg hun namen
schreven.
Om even over achten begon het koor met:
„Lentelied" van Joh. J. H. Verhulst, waarvan
vooral de laatste regels der be'de coupletten
flink en krachtig klonken.
Daarna speelde de violiste, mejuffrouw IIus,
drie stukken van Marius Kerrebijn, a Elegie
<1. i. treur- of klaagzang) een zeer melodieuse,
eenvoudige en gevoelvolle compositie, die ook
dito werd voorgedragen; hierin viel vooral de
mooie, volle klank van de lage tonen zeer te
bewonderen, b Legende, gedragen, langzaam in
't begin, het tusschendeel grilliger en vlugger,
en 't einde weer langzaam, c Mazurka in vlug
tempo, waarbij mejuffrouw Hus bewees, dat zij
't technisch ver gebracht heeft. In de drie stukken
was gelegenheid genoeg om te hoeren dat mu
zikaal, fijn gevoel in hooge mate het spel aan
genaam maakt om te hooren; daarbij doodeen
voudig en zonder 't minste effectbejag. Na haar
optreden was de spanning groot want de deuren
gingen wijd open om „de Vorstelijke stoet" door
te laten. Onder het zingen van 't „Wilhelmus"
i dat door allen staande werd aangehoord) kwamen
zij en zetten zich neder. Daarna zong het koor
„Het slot" van W. Robert, later „de Ruïne" van
L. F. Brandts Buys, „Ónze Duinen" van Pb.
Loots, „Hymne aan de Haarlemmerhout"
van M. II. van 't Kruys, en „Het Spaarne" van
Leon C. Bonman, tezamen vormende „Het Ge
denkboek"' Van al deze vond ik „de Ruïne"
en „Onze Duinen" 't mooist om te hooren. Van
de vier liederen die Mejuffrouw Hermine Seholten
vervolgens voordroeg was het tweede zacht en
humoristisch; de overige meer ernstig; vooral
„Mijn Eerstevan B. Zweers was zeer in overeen
stemming met haar timbre van stem en volgens
mijn opvatting ook zuiver muzikaal beschouwd
het mooiste als lied en als uitvoering. In de
pauze werden de componisten, de dichter en de
directeur aan Z. K. H. voorgesteld, die zich met
elk afzonderlijk onderhield. Intusschen werd
ook aan den Prins en gevolg thee aangeboden.
Met den president van Zang en Vriendschap
voerde de Prins een geamineerd gesprek en onder
diens geleide werden het vaandel en de medailles
door den Prins bezichtigd. Na de pauze nog
meer koorgezang, n.l. „Onze Duinen" en „Hymne
aan de Haarlemmerhout". Ik blijf erbij, dat de
klank der lage stemmen mooier en aangenamer
is dan die onnatuurlijk „hooge piepstemmen"
falset) die vooral in het allerlaatste koor bij den
regel „Mengeling van kleur" onwelluidend en
geknepen klonken. In liet Adagio van Ph. Loots
bad de violiste nog eens gelegenheid haar buiten
gewoon welluidende lage tonen te doen bewonde
ren; 't was een zacht, lieflijk, zangerig stuk. In de
„Charakteristische Tanzweise" van W. Kes, kwa
men weer andere eigenschappen op den voorgrond,
n.l. vlugheid, luchtigheid en bevalligheid. Die Tanz
weise herinnert iets aan een Ungarische Tanz
van Brahms. Vóór de pauze zong de zangeres
van verschillende nederlandsche componisten,
na de pauze alleen van Ph. Loots, die zelf de
begeleiding op zich had genomen. Het eerste
van de Vier liederen „Wer geliebt, kann nie
vergessen", klonk eenvoudig en mooi, „ln de
Lente" werd met klimmende warmte gezongen
hierbij is ook een levendige begeleiding.
Bij „Het Liedje van den Bergenaar" gaf de
begeleiding de „golfbeweging zeer mooi weer.
Het allermeest voldeed wel „In 't Woud",
waarbij zangeres en begeleider zooveel gloed en
bezieling gavenDat was werkelijk het glans
punt van alle zangnummersGeen wonder dat
hierop een luid applaus volgde. Na het laatste
koor vertrok de Prins weer met hetzelfde gezel
schap, wederom onder de tonen van 't Wilhelmus,
en daarna vertrokken de overige bezoekers van
dit concert.
Nog rest mij den directeur en den begeleiders
dank en hulde te brengen, voor 't geen zij heden
avond bijdroegen tot het welslagen van dit echt
„Nationaal Concert", en dat was zeer veel.
Ef' is altijd twijfel mogelijk. En dan beslist de
liefde ten goede, de haat ten kwade.
Neerlands Indïè (Elsevier) afl.
VAN BOEK 6 geeft het slot van Bezemers
EN Maatschappelijke toestanden en
TIJDSCHRIFT, instellingen: Hoofdstuk V. De
bestaansmiddelen der inlandsche
bevolking, door J. E. Jasper, met enkele ware
juweeltjes van illustraties. Belangwekkend vooral
is het gedeelte over de indische kunstnijverheid,
het vlechten en weven; eenige mooie motieven
van weefsels zijn in beeld weergegeven.
Belang en Recht, maandblad onder redactie van
Henriëtte Goudsmit. Orgaan der vereeniging
„Thugatêr".
Armelui's Onderwijs I, door C. H. de Jong
behandelt voornamelijk de vereischten voor een
goed onderwijzer, die zijn klasse verstandig wil
leiden, waardoor samen spelen even heilzaam
wordt als samen werken, en na een half jaar
schooldressuur reeds een groei van wil bij het
kind valt waar te nemen. In het artikel De
Petitionnementen voor Algemeen Kiesrecht van
vrouwenstandpunt bekeken, zet H. G. uiteen,
waarom het den voorstandsters van vrouwen
kiesrecht past zich van medewerking ter ver
krijging van z. g. algemeen kiesrecht, d. w. z.
algemeen mcmmmkiesrecht, te onthouden. Hen-
drika van Tussenbroek komt in een artikel
Waarom wordt de akte Zangonderwijs voor Be-
waar- en Lagere Scholen niet gesalarieerd? op
voor beter zangonderwijs. Verder geeft het num
mer Tooneellcroniek, Op den Uitkijk en Corres-
pondentie.
Lntusknoppen van April geeft een portret van
William Q. Judge met een artikel over dezen
vriend van II. P. Blavatsky overgenomen uit
The Mysteries of the Heart Doctrine. Uit het
daarop volgende mooie artikeltje van Judge zelf
nemen wij met instemming dit over:
„Ofschoon er voortdurend philantliropische in
stellingen en plannen door goede en edele man-
„nen en vrouwen op touw worden gezet, schij-
„nen ondeugd, zelfzucht, dierlijkheid en de ellende
„die er het gevolg van is, niet te verminderen.
„Dit alles wijst onomstooteljjk op het bestaan
„van een cardinale fout. Het toont aan, dat het
„genezen van het uiterlijke alleen, door den
„moordenaar op te hangen of door gevangenissen,
„kranzinnigengestichten of asylums te bouwen,
„nimmer het aantal misdadigers zal verminderen,
„noch de borden van kinderen, die geboren
„worden en opgroeien in de broeikassen der on-
„deugd. Wat noodig is, is ware kennis van
,,'s menschen geestelijken aard, van zijn doel en
„lotsbestemming".
De tlieosophie als een kracht in ons dagelijksch
leven is bet onderwerp van een rede gehouden
door den lieer F. Schorteineyor op 2G December
j.l. in de zaal van de Universeele Broederschap
tloemendaalsch Weekblad'
Oude Gracht 03. Haar 1