r
u nog meer aaneen, dooft nog- meer de stem
van uw geweten, ontheiligt nog meer het edelste
wat de menschheid aan innerlijke godsvrucht
heeft bezeten, weest met elkander een strijdende
kerk.... in den modder, gij zult dan in dien
zelfden modder afgedrukt zien wat uwe calvinis
tische bondgenooten een voetstap noemen des Hee-
ren het leven van Abraham ICuyper. Voor zoover
wij protestanten nog in den modder van laag
politiek gedoe en akeligheid steken zullen wij
plaats voor u maken, wij protestanten zullen,
desnoods elk op ons zelf, eene lijdende eneëne
zegevierende kerk zijn boven uw geld- en macht-
ziek gewriemel. Maar wanneer wij dan, na een
wijle teruggetrokken te zijn geweest op de hoogten
Gods, met de geestelijke macht onzer redelijke
godsvrucht gewapend, neerdalen om u te bekeeren,
(Jan zal geen geld en geen uiterlijkheid in
staat zijn om uwe verwereldlijkte ziel te bevei
ligen tegen de inwerking van onzen geheiligden
geest.
Gaat eerst nog maar een wijle zoo door, actie
roept op reactie, alles stroomt, ook het roomscli-
zijn wordt aangevallen door den stroom van
het verkeer en van den tijd, en de roomsehen die
op de andersdenkenden aanstormen maken
dezen wederom tot in hun diepste ziel bewust
waarom zij anders denken en anders willen
blijven denken. Het gaat wel goed zoo. liet
is wel hard de idealen ter zijde te moeten
stellen van één eensgezind Néderlandsch volk
bestemd 0111 en bezig aan een beschavings-
taak, waarvan de geschiedenis later nog zou
kunnen gewagen, maar onze idealen zijn niet
Gods gedachten, (tij kleine Van Kessel en uwe
broertjes werkt evenzeer mede, ook met uw
strijden voor partijdigheid, ook met uw schelden,
ook niet het tentoonstellen van uw gemis aan
kennis \an den geest van ons volk,-aan het
verwerkelijken van de vooraf ons niet bekende
bedoelingen Gods. Ga gij zoo door, gij kunt toch
niet anders. Ook wij niet. De tijd zal wel uit
wijzen wie het onderspit hebben te delven. Dat
komt er voor ons niet op aan. Voor u wel. U
werkt en strijdt en scheldt en moddert voor uwe
toekomstige zaligheid na den dood? Wil ik u
eens een geheimpje vertellen? Gij hebt 0111 zalig
te worden den dood van anderen en ook uw
eigen dood niet noodig. Zalig zijn de reinen
van hart want zij zullen God zien, zalig zijn
die treuren want zij zullen vertroost worden.
Gij kunt het eeuwige in het tijdelijke beleven,
begrijpt ge dat geheim? Maar wil ik u daarbij
nog eens iets zeggen? Ge hebt daarvoor geen
middelaar van noode en zelfs geen kerk van
steen en hout en glas en verf, geen „voorwerpen,
„die moeten worden afgestoft". Ge hebt daarvoor
alleen noodig besef van uwe nietigheid, een eerlijk
geweten, oprechtheid jegèns uzelf, plichtsgevoel
en een broederlijke gezindheid jegens uw naasten.
Meer behoeft gij niet; ge behoeft zelfs niet ge
leerd te zijn en niet rijk naar de wereld. E11
wil ik u nog eens een geheimpje zeggen? een
ander heeft het mij verteld, maar gij moet
het niet aan uwe roomsche vrienden verklap
pen, want het zou hun spel, hun staatkun
dig spel bederven: een staat is beter inge
richt naarmate hij gelegenheid geeft aan meer
soorten uiteenloopende menschen om vrij naast
elkander te leven. Ons land heette tot dusver
een der best ingerichte staten van Europa te
herbergen, omdat hier in vriendschappelijken
wedijver betrekkelijk los naast elkaar, zonder
elkander ieder oogenblik noodig te hebben, ook
zonder elkander te haten of ieder oogenblik te
bestrijden, konden leven roomsehen en socialisten,
katholieken en liberalen, menschen van nuchte-
ren werkelijkheidszin, menschen van diepzinnige
bespiegeling, bekrompenen en door-denkenden,
zachtzinnigen en krijgshaftige!!, Joden en Eriezen,
vreemdelingen en landzaten vrij van elkander
en toch in gemeen erband. Wilt gij mede
werken 0111 dit sehoone kunststuk te verbrij
zelen? Er zijn menschen die medelijden met óns
hebben alleen reeds, omdat wij den schijn aan
nemen A an te gelooven dat gij roomsehen het zoudt
kunnen verbrijzelenhun aantal is niet gering. Zou
den zij gelijk hebben? maar hoe moet dan genoemd
worden het gevoel van meewarigheid, waarmede
zulke menschen u, roomsehen, aan het werk zien,
vechtend, als eens Don Quichotte deed tegen
windmolens, tegen het ontzettend ingewikkeld
en juist daarom zoo elastisch en levenstaai fijn
en toch ijzersterk samenstel van de moderne
samenleving met den staat als sterk geraamte?
Och of gij, roomsehen, wijsheid koost boven
hartstochtelijke verdwazing, de geschiedenis raad-
pleegdet en de gelijkenis opmerktet tusschen den
tijd der Hervorming en dien van nu! Och, of gij ook
begreept, dat uwe geestelijkheid daarom door de
meest verlichte katholieken wordt gewantrouwd
of verlaten of met angst beschouwd, omdat de
kerk, omdat de geestelijkheid te kort is gescho
ten als beschavende, steunende, helpende macht
en zij dit niet erkennen wil! Ziet gij niet hoe
overal in Europa de vrije vereenigingen dei-
burgers, gesteund door den staat en waar die
vereenigingen te kort schieten de staat zelf, het
werk der kerk hebben opgevat waar deze het
als niet meer tot torsehen in staat heeft laten
liggen? En begrijpt gij dan ook niet, dat aan een
vooruitgang van het aantal roomsehen hier of
ginder weinig waarde voor 11 is te hechten en dat
het grijpen van den roomsehen clerus naar de
staatsmacht op één lijn te stellen is met een soort
gelijke greep der socialisten? Gij zegt dat gij dit
niet begrijpt, leer dan begrijpen, neem meer
waar, luister naar wat de werklui tot elkander
zeggen als de geestelijke adviseur naar huis toe
is, hoor 11a den afloop van uw godsdienstoefe
ningen naar de zoutelooze taal, de kwade spraak,
de onderlinge haat van de geloovigen, vraag
katholieken die in zorgen zitten, wie hen beter
hielp, de roomsche of de protestantsche buur,
vraag waar sociale liefde huist hier of bij u,
vraag waarde naastenliefde wordt beoefend niet in
de eerste plaats als daad van concurrentie met
de. andersdenkenden, en als ge op al clie vragen
van geloofsgenooten die de waarheid durven en
kunnen spreken antwoord hebt, kom dan terug.
Tot dan. Ten slotte dit.
Een anti-roonische is niet de netelige erge
mensch waarvoor gij 'm houdt, ge nioogt er hem
gerust voor houden, dat is uw zaak, en wan
neer hij zwijgt of heengaat komt een ander
wanneer die, weer een ander en zoo voort. Gij
roomsehen toovert door uw doen ons uit den
grond; ik weet, dat honderden in Haarlem en om
geving met mij eensgezind zijn, ook al zwijgen
zij, ik zou ook zwijgen als het roomsche doen
in deze streek ons niet tot spreken dwong. Ge
wilt misschien niet hooren, ook al goed, dan
zult gij moeten voelen. Uwe geestelijkheid door u
goed gevoed, gekleed, gedragen op de handen,
neen aanbeden troont ongenaakbaar. Ja, gij
verafgoodt haar. Aan haar de schuld dan als
wij tegenweer bieden aan u, desnoods ook met
dezelfde wapenen; hoe men kan slagen in den
lagen onaanzienlijken verkiezingsstrijd heeft men
aan deze zij van K uyper afgezien, hoe men den win-
ae
jaargang.
keistand kan dwingen redelijker zich te toonen en
te uiten leert men ons in Den Haag. Laat dan
de nederlandsohe roomsehen over 40 jaren aan
hunne geestelijken om 't bedrag der rekening
vragen. Want hoewel liever niet, oud-testainentiscli
kunnen wij ook zijn als 't moet, doch dan maar
openlijk oog om oog en tand om tand.
(Een stem uit Buiten-Twist): „of zullen we
maar liever vrede sluiten?".
Nog niet, zoolang gij slechts den vrede van
het kerkhof wilt, en wat gij willen moet per
postpakket uit Rome u laat zenden. T.
-x-
Ilet ingezonden artikel van den lieer Van
Kessel, in ons vorig nummer geplaatst, zal,
voorzien van kantteekeningen, in het volgend
nummer worden opgenomen.
liet is het allerflinkgte geen bevrediging door
anderen te verhvigen, geen erkenning te begeeren.
Concert Joska Szigeti
muziek. 23 Maart in de Concertzaal
de „De Kroon" aan 't klavier
de heer Coronel.
Over dezen beroemden [Hongaarschen violist
schreef ik reeds uitvoerig na zijn eerste optreden
op het vijfde Bach-Concert. Ditmaal meldde het
programma werken van Bacli, Handel, Beet
hoven, Rubinstein, Sarasate enz., wel een bewijs,
dat Szigeti een zeer veelzijdig kunstenaar is, die
zich in de zeer verschillende karakters van al
die componisten uitspreekt.
Daardoor was deze avond zeer rijk aan afwis
seling hoewel hij slechts optrad, alleen of met
den pianist 'oronel die een waardig partner
was voor dezen eersterangs-violist. Wij hopen
zeer dat hij niet voor't laatst te Haarlem kwam.
Toonkunst-Uitvoering.
„Der Vliegende Hollander" van Richard
Wagner op Dinsdag 28 Maart 1911 in de
Concertzaal der Sociëteit „Vereeniging'
Solisten
Senta: Mevrouw Noordewier-Reddingius.
Mary: Mejuffrouw Marie Bies.
Fliegende Hollander: de Heer iZalsman.
Erik en Stéuermann: van Sehaik.
Daland: Wouterlood.
U Rechtse li Stedelijk orkest.
Haarlemsche afdeeling, koor.
Directeur: de Heer W. Robert.
in 1910 gaf onze afdeeling van Toonkunst een
uitvoering van Wagner's Vliegende Hollander en
„op verzoek" in 1911 reeds weer, met nagenoeg
dezelfde solisten, en 't zelfde orkest. De lieer
Robert had wederom de directie van 't geheel,
waarvoor hem ook nu weer in de eerste plaats
veel dank toekomt en alle eer voor de wijze
waarop hij deze zware taak vervulde. Het orkest
heeft in dit werk een zeer moeielijke partij en
verdient voor de uitvoering ten zeerste geprezen
te worden. Over den klank van 't geheel, en
vooral van de koren, kon ik niet van mijn
plaats af een oordeel geven, daar ik bij onder
vinding weet, dat van de plaats in de zaal zooveel
afhangt. Ik meld dus ditmaal slechts dat er goed
gezongen is, wat de noten betreft; er zouden
nog heel wat verbeteringen kunnen komen b.y.
in de fijne nuances in voordracht maar dan zou
ieder koorlid meer geschoold moeten zijnen ook:
er meer in zijn en 't werk geheel begrijpen. Zou
hier ooit zulk een ideaal-toestand kunnen komen
De solisten waren elk in haar en hun vol
voortreffelijk. De „Hollander" is voor den heer
Zalsman een uitstekende partij, waarmee hij nu
weer eens bewezen heeft, wat hij kan en over
welke stemmiddelen hij beschikken kan, aan
kracht en warmte ontbrak het hem nu niet.
Ook de „Daland" was nu aan een goede en aan
gename stem toevertrouwd; in de solo gedeelten
en ook in het duet met den Hollander viel veel
te genieten. De heer van Sehaik vervulde weel
de beide rollen van Steuermann en Erik, evenals
verleden jaar, zeer goed, van hem noem ik vooral
de laatste „Cavatine" als zeer mooi.
Mejuffrouw Marie Bies had als Mary niet
veel te zingen, doch die kleinere partij vervulde
zij heel goed; dat voor zulk een partij toch een
soliste als Marie Bies uitgenoodigd werd, is zeker
in 't belang van 't geheel geweest. De eigenlijke
hoofdpersoon in dit werk is Senta, die vertolkt
werd door Mevrouw Noordewier en hoe!? Wag
ner zal zeker nooit een hooger, reiner, verhevener,
heiliger Senta geweuscht hebben. Stem en voor
dracht van Mevrouw Noordewier zijn hier zoo
één mét de Sentaeigenlijk kan ik niet be
schrijven welke gewaarwordingen liaar zingen
deze beide avonden (uitvoering en repetitie) ge
wekt lieeft bij degenen, die 't gevoeld en begrepen
hebben. Want aangrijpend is dit werk en vooral
haar partij en manier van zingen in de aller
hoogste mate en daarbij leent voor deze verheven
partij haar stem zich buitengewoon. Tot het
einde toe bleef haar stem even helder, de liooge
b van „Treu dir bis zum Tod" was hemelsch
en zij stond aan 't einde ook als een „Engel",
los van alle aardschheid. Van zulke personen
als Senta, en zóó vertolkt, moet een machtige
invloed uitgaan. Voor allen, die in dit werk iets
meer gehoord hebben dan de „Klanken" zal deze
uitvoering ook zeer zeker onvergetelijk blijven,
ook wegens de diepere beteekenis van deze groot-
sche schepping van Wagner. Aan Wagner
wordt wel eens verweten, dat zijn werken
te lang zijn. Hij zegt zelf, dat waar Hij voor
het maken van zijn scheppingen zoo veel dagen,
weken, maanden in andere hoogcre sfeer moest
zijn, de hoorders zich ook wel eens een paar uur
kunnen inspannen om zich in die sfeer te ver
plaatsen. Zou men 't hier ooit leeren zijn eigen
kleine zeurdingetjes te vergeten voor een lioogere
gedachte? eenige uren slechts vraagt Wagner!
Nauwelijks was 't laatste woord gezongen of de
onrust begon, en Senta stond onbeweegelijk,
'opgeheven in hooger sfeer, zoolang het naspel
duurde. Wat voelt en begrijpt men toch treurig
weinig van zulke kunstwerken, waar de componist
toch zoo oneindig veel geeft, wat veredelend kan
werken en ook stellig als opheffend gedacht en
bedoeld is. Wagner geeft hier zooveel bewijzen
van zijn Ideliastisch-Realisme, b.v. in de naboot
sing van den stormwind (chromatische vlugge
loopjes) 't snorren van het spinnewiel enz. om
slechts enkele voorbeelden te noemenhet zou
te lang worden, als ik uitvoeriger alles ging be
spreken, doch. gegevens zijn er in overvloed; of
iedereen ze opmerkt kan ik niet zeggen. Ook
Wagner componeerde niet voor iedereen; de
Ingewijden kennen en begrijpen hemzelf en zijn
scheppingen.
Oplossingen der Raadsels in No. 12.
1. Vrei. 2. Schütz. ,3. l Kind. 4. S Weber.
jde dichter. ?de componist.
The key-note of good manners is B(e) natural.
O
Wij ontvingen van een onzer lezers, den heer
II., liet volgende antwoord op het raadsel, voor
komende in de rubriek Muziek van ons vorig
nummer
Der schöpe Artikel int Bloemendaalsch Weekblad
iiber den Componist Carl Maria von Weber
interessierte mich sehr insofern, als ich die Musilc
von dein selben in der Küninglichen Oper in
Dresden mehrfach hörte, an seinem Denkmale
und an seinem Grabe aufdem Kathol. Kirchliofe
in Dresden oft gestanden babe.
Die Auflösung des Rathsel's soil wold sein
„Freischiitz".
-ia „Vrei" das mócht ein Jeder sein
Ein „Schütz" der streift durch Feld und Hain
1 nd Vriedrich Kind den Text ersonnen
Von Weber mit Musik umsponnen.
Percy Grainger.
Ten derde male een klavieravond van dezen
groeten pianist in een kort tijdsbestek. Is er
beter aanbeveling noodig? Percy Grainger heeft
met zijn vorige 2 concerten in de Kroon getoond,
welk een enorm pianist hij is; veel over hem
nu te zeggen lijkt ons onnut; zijn roem als één
der grootste pianisten van onzen tijd is gevestigd
en wij kunnen alleen hun aanraden, die nog
niet met zijn kunst kennis maakten, om op
April vooral niet te verzuimen, de' gelegenheid,
om van zijn grootscli spel te genieten, aan te
grijpen.
Of moraal bf wetenschap zijn de groote stand
vastige dingen, die de menschheid heeft gebouwd, en
waaraan wij ons allen te houden hebben.
handel
en
nijverheid.
volgende
Het bestuur der Vereeniging
van Broodbakkerspatroons uit
de Luxe-, Gemengde- en Midden
bedrijven, gevestigd te Haarlem,
verzoekt ons plaatsing van liet
Open brief aan het Nal. Comité
voor afschaffing van den nach tarbeid
in broodbakkerijen te Amsterdam.
Mijne Ileeren!
Thans staan wij aan den vooravond van den
dag, waarop in de Tweede Kamer der Staten-
Generaal beslist zal worden over het wel en wee
onzer bedrijven. Een legio bezwaren zijn door
ons, tegenstanders van de afschaffing van den
nachtarbeid in broodbakkerijen, tegen de ont
worpen wettelijke regeling te berde gebracht.
Tal van voorbeelden, aan de praetijk ontleend,
zijn genoemd, waarin de Uitvoering van dit wets
voorstel onmogelijk bleek zonder de belangen
der bedrijven te verwaarloozen en te vernietigen,
en uw antwoord? Uw antwoord was steeds het
zelfde wat de minister gaf „het bedrijf moet
zich maar aanpassen". Nocli de heer Elhorst,
vroeger broodbakkerspatroon en thans lid van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal, noch
de heeren Slagt te Beverwijk, Bokhorst te Kampen
enz. hebben ooit geantwoord op de vraag: hoe
zal liet bedrijf bij afschaffing van den nacht
arbeid worden ingericht?
liet Bakkers-Comité, hetwelk evenals onze
vereeniging, met onvermoeiden ijver tegen de
wettelijke bepalingen ageert, vroeg u reeds een
jaar geleden vijf malen, telkens met de tusschen-
poozen van een maand, per open br ef een
volledig technisch uitgewerkt plan te geven van
de verdeeling van den arbeid in broodbakkerijen,
wanneer liet aanhangig wetsontwerp tot afschaffing-
van den nachtarbeid een voldongen feit mocht
worden.
Nimmer is dat technisch uitgewerkt plan door
u gegeven.
Sinds is het wetsontwerp nog zoodanig gewijzigd,
dat wij daarin eene hoogst onpraetische regeling
van den arbeidsduur hebben gekregen.
Uw comité publiceerde een besluit, waarbij
werd te kennen gegeven, dat uw comité liet
wetsontwerp aanneembaar achtte.
Op welke gronden berustte dat besluit?
Waren de patroons, die in het Nat, Comité
voor afschaffing van den nachtarbeid zitting
hebben, liet daarmede geheel eens?
Hoe denkt uw comité verder, dat zoowel in
fabrieken als in grootere en kleinere bakkerijen
de arbeid zal worden verdeeld?
Hoe zal de arbeid op den Zaterdag en Maandag,
zoowel in liet groot-, midden- en kleinbedrijf
worden ingericht en hoe zal de broodbezorging
worden geregeld?
Acht gij het verder mogelijk, dat een inspecteur
van den arbeid, zelfs al was hij vakman, in
staat is naar uw genoegen de arbeidsregeling te
maken
Acht gij uitbreiding van werkruimte, alsmede
bijplaatsen van ovens in bakkerijen, die met 2
of meer gezellen werken, niet noodzakelijk?
Zullen door deze meerdere onkosten en het
in dienst nemen van meer los personeel, zonder
dat de totale hoeveelheid afgeleverd brood wordt
vermeerderd, er niet talrijke patroons zijn, die
het loon van den bakkersgezel wel zullen moeten
verlagen
Slechts enkele vragen worden aan u gedaan.
Wij hopen, dat uw comité daarop van antwoord
zal dienen.
Hoogachtend,
Het bestuur der „Vereeniging van Broodbakkers-
patroons uit de Luxe-, Gemengde- en
M iddenhedrijven".
II. Franken Jr.,-Voorzitter,
II. Axouiimax, Bestuurslid,
N. Brans,
•I. Cn.uuis Bueuer,
C. Dekkers Broos,
W. Duykers,
F. Haalebos,
A. vax* Haeringen,
ii. Haoedoorn,
A. C. iiomoet,
Tevnis de Jager,
G. II. Kuneman,
Hex-ri Kui.tpers,
Jac. Peters,
D. Poli, Jonker,
J. H. Prinsen,
S. Reindersma,
W. Renout Jr,
Jac. van Rijn
W. F. sliijling,
.1. F. II. Wilmink,
G. Pool, Penningmeester,
G. H. Japikse, Secretaris,
Haarlem.
Beerta. (Gr.)
Amsterdam.
Roermond.
Roozendaal. (N.-B.)
Amsterdam.
Leiden.
Coevorden.
Almelo.
Amsterdam.
Breukelen.
Rotterdam.
's-Hertogenbóseh
Amsterdam.
Deventer.
Winterswijk.
Dragten.
Amsterdam.
Schiedam.
's-IIertogenboscli.
Amsterdam.
Amsterdam.
Haarlem, Schachel-
straat No. 11.
Overdreven vrees voor vernedering en overdreven
vrees van schuld berusten op een te groot gewicht
hechten aan het eigen ik. Ven zeker gewicht moet
er natuurlijk aan gehecht worden, maar het even
wicht mag er niet door verbroken worden.
Anneke en he
voor de heele krentenbrood
kleintjes. Anneke is vier jaar en u.
zegt: „Wil je een krentc
gaan halen, lief Anneke, een kerstbrood bi
bakker?" En moeder geeft Anneke een d
zoen.
„Ja, ja, kerstbrood halen," juicht An
„ja, ja, bij den bakker!"
De bakker woont aan 't eind van de
straat.
„Daar kleine Anneke daar is je gt
houd liet papiertje goed vast hoor, en g
lieele papiertje zóó aan den bakker."
„Ja, ja, moesje papiertje aan den bn
geven, Anneke zal 't mooi doen."
Huppelde ze weg, klein blond Annekt
moesje kijkt haar na totdat ze bij den bak!
Toen gaat moesje weer aan haar werk.
vrouw van den bakker zal haar wel weer
brengen dat doet ze altijd.
Klein Anneke huppelt tot voor de deur.
staat een groote, groote hond net zoo
als Anneke. Anneke kijkt naar den hom
hond kijkt naar Anneke. Zij kijken naar e
de bakker en de vrouw van den bakker k
naar beide en lachen.
„Mooie lieve hond" zegt Anneke en
héél groot maar zet geen stapje verder.
't Handje strekt ze uit maar wil voorzil
aaien handje gaat open papiertje va:
dubbeltjes rollen over de steenen
Groote hond kijkt kindje aan en si
met zijn staarten zijn pooten spelen nil
dubbeltjes.
Anneke blijft staan kijkt verschrikt
't leege papiertje.
„Ga maar naar binnen Anneke ik zal
oprapen."
„Zoo'n groote hond," zegt Anneke, „i
hond
„Hond doet geen kwaad
De bakkersvrouw neemt Anneke bij de li
en zóó gaat ze naar binnen.
„Kerstbrood, voor moeder asjeblieft bakk
Bakker weet er alles van, doet mooi
kerstbrood in een grooten zak en onder Ann^
arm. „Voorzichtig hoor, niet laten vallen."
Bakkers vrouw blijft aan de deur staan,
ze Anneke thuis weet kan niet weg van
winkel.
Klein Anneke loopt heel voorzichtig. „Zwa
zegt ze en legt even 't brood op een vens
bank. De zak scheurt.
O, wee, als ze 't optilt, valt 't brood oji
steenen. O, wee. Ze raapt 't weer op 't is vui
O, wee, o, wee lekkere kerstkrentjes vuil.
Gauw afvegen met schoon schortje.
Schoon nieuw schortje vuil.
O, wee, o, wee. Schortje onder de pomp \j
schen, o, ja, o, ja.
Kerstbrood op de steenen leggen, en ondei
dorpspomp even 't schortje wasschen. KI
straaltje druipt er altijd uit. Hoe knap kan
't wasschen! Kijk, héél schortje nu kletsnat
knap Anneke.
Nu kerstbrood weer onder den arm. Hè,
zwaarWacht, in 't schortje dragen.
't Natte schortje 0111 't kerstbrood zoo, d:
knap, nu is 't niet zwaar meerZe druk
brood tegen 't jurkje aan, 't natte schortje i
't brood tegen 't sclioone jurkje.
O, wee, o, wee, blauw nieuw jurkje nat
Gauw afdrogen met mooi zakdoekje t
handje losbrood valt w eer.
1 londje komtruikt er aan.
„Zoo zwaar", zegt Anneke, „Wil je een stukji
Ze laat hondje korstje even likken." Zelf -
klein kruimpje proeven lekker lekker
Nu gauw weg
Kerstbrood 'maar weer onder 't armpje,
loopen, moesje wacht...
Ze valt over een plas
O, wee, o, wee, kerstbrood in plas, Anne
in plas.
Huilen.
Moesje komt
„Kom aan, lief klein Anneke
„Kerstbrood zoo zwaar" huilt Anneke
kerstbrood nat en vuil, schortje nat, jurkje
zakdoekje nat Anneke gevallen..."
„En geen pijn gedaan, schat
„Neen moes Anneke groote meid, niet hnilei
„Knap hoor", zegt moes, en neemt haar kit
kindje op den arm, en 't brood in de hand,
kijkt achterom.
Bakker en bakkers vrouw staan aan de de
en lachen, lachen,
En bakker hondt een mooi brood in de hoogte
,,'t Was te grappig", lacht Hij.
En moeder zegt: „Groot Anneke is nog
klein om kerstbrood te gaan halen".
Uit „Mijn blaadje.'
Oprecht zijn is niet iets dat iedereen terstond k
als hij maar wil. Ieder is drie menschende mem
die 'hij toont te zijn, de mensch die hij meent
zijn, de mensch die hij werkelijk is.
Speelgoed en boeken vo
liefdadigheid. zwakke kinderen.
De Schoonmaak nadert!
In tal van gezinnen zullen weer veel kind'
boeken en speelgoed voor den dag komen, i
niet meer gebruikt worden.
Evenals vorige jaren kom ik dien voorna
vragen voor het zwakke kind. In de zeven kn
nieliuizen van het Centraal Genootschap zuil
dit seizoen achttienhonderd, en misschien mee-
kinderen herstel van gezondheid zoeken.
üp regendagen en in liet najaar bij lan
avonden zijn speelgoed en boeken onmisba;
Wie helpt, om de regendagen voor onze kolom
huizen tot zonnige te maken?
Mevr. B. te Bi-uminen zond reeds een bijzone
keurig en waardevol geschenk voor de speelgoi
kast.
Mogen velen volgen
Egmond aan Zee. A. C. Bos.
Maart 1911.
Afdeelingen van het Centraal Genootscli
voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies zij
opgericht te Bloeniendaal, Delden, Naaldwijk
Oosterbeek.
Op de navolgende data worden de kolon
huizen van liet Centraal Genootschap geopei
„Zwartendijk" te Egmond aan Zee: 13 Mei.
„Kerdijk" en „Zeehuis" te Egmond aan 7a
20 Mei.
„Noordwijk" te Noordwijk aan Zee 19 11
„Weezenkas" en „Kinderhuis" te NunspeC
12 Mei.
„ZonneheuvéT'
Prijs pe
halfjaar f
bij vooruit
taling.
Prijs pe
nummer f
ffededeelinge
lint auteursrecht
Bij die uuuiiuer foeiioo
aan onze
lezers.
Reeds
leden hel
opgevat v
j-,-abonneerden en lez
np te organiseeren
ieken haarlemsch
[liivsmans.
;j volstaan thans
u: -dedeeling, dat de
doorgaat en naar onze
ers helooft te w
a den loop dezer wee
hp,} het gezonde wei
'•hen 25-jarige te zien
ii ankomend man
n mooidoenerij, wie
oren hij hoore: hel
nJan, die medeleeft ni
maar die met zijn volle
seho gevoel medeleeft
-lizelf in het gescha]
liefde wedervindt.
De stand der
Onze gemeenteraad
waarvan 6 r.-k. De
-i iiid bij zijne benoem
bladen als r.-k. geboi
7 r.-k. zijn, maar voc
was at een abuis.
Juni van dit ja
e'.reden de heeren Ig
a. Koolhoven en Ant
wij! de raad met twee
-„"tien uitgebreid.
Volgons een r.-k. b
zou ongeveer l/3 gede
onzer gemeente r.-k. 2
Dit kan wel ongeve
De kiezerslijst wijs
tien gemeenteraad aai
Provinciale Staten en
Van de 971 ge mee:
35(i r.-k., 599 pr. en
gezindte.
Van de 1183 state:
zijn 412 r.-k., C»l»l pr
f kende gezindte.
De gemeenteraad
zou er 1 raadslid zij
74 - j0 kiezer.
In geval door op eer
tot evenredige verte
worden overgegaan
druk op het knopje
raadsleden in den
o Sjj.'j, anderen.
te Hoeven (N. B.): 12 Juli.
Te snel beleedigd voelen beduidt, een te veel
den voorgrond tredend ikgevoel, dat dus makkei
te treffen is.
Een half
Een stukje geschiedenis
V mineer men dooi
is 0:1 de man ligt
m 1 daarin iets van
tigheid van het lot,
1 huis voorbij.
Wij zijn voornemei
de haar het sterven na
van de Oprechte Haar
acuut wordt, dat
beterschap ten eenen
Zoolang de kindei
venkoorts en de vooz
dat orgaan van
in officieel sterven
gaan, is het voor
wellicht leerzaam,
'iet ziekte-proces te
De nude ,,Opregt<
«en familiestuk dei
óm trots' op te zij
stuk van heel Haarl
landwat thans on
kinderachtig, hoogst
doet, heeft ook een
geestig althans gees
mg met grof mate
le „Opregte"
schillende gegevens
ui et. ceel zaaks zij
('uzer vaderen voor
sen. Dr. Chr. Ha
eenige gegevens in
toekomstige
.zelis eenige tijdperke