r u nog meer aaneen, dooft nog- meer de stem van uw geweten, ontheiligt nog meer het edelste wat de menschheid aan innerlijke godsvrucht heeft bezeten, weest met elkander een strijdende kerk.... in den modder, gij zult dan in dien zelfden modder afgedrukt zien wat uwe calvinis tische bondgenooten een voetstap noemen des Hee- ren het leven van Abraham ICuyper. Voor zoover wij protestanten nog in den modder van laag politiek gedoe en akeligheid steken zullen wij plaats voor u maken, wij protestanten zullen, desnoods elk op ons zelf, eene lijdende eneëne zegevierende kerk zijn boven uw geld- en macht- ziek gewriemel. Maar wanneer wij dan, na een wijle teruggetrokken te zijn geweest op de hoogten Gods, met de geestelijke macht onzer redelijke godsvrucht gewapend, neerdalen om u te bekeeren, (Jan zal geen geld en geen uiterlijkheid in staat zijn om uwe verwereldlijkte ziel te bevei ligen tegen de inwerking van onzen geheiligden geest. Gaat eerst nog maar een wijle zoo door, actie roept op reactie, alles stroomt, ook het roomscli- zijn wordt aangevallen door den stroom van het verkeer en van den tijd, en de roomsehen die op de andersdenkenden aanstormen maken dezen wederom tot in hun diepste ziel bewust waarom zij anders denken en anders willen blijven denken. Het gaat wel goed zoo. liet is wel hard de idealen ter zijde te moeten stellen van één eensgezind Néderlandsch volk bestemd 0111 en bezig aan een beschavings- taak, waarvan de geschiedenis later nog zou kunnen gewagen, maar onze idealen zijn niet Gods gedachten, (tij kleine Van Kessel en uwe broertjes werkt evenzeer mede, ook met uw strijden voor partijdigheid, ook met uw schelden, ook niet het tentoonstellen van uw gemis aan kennis \an den geest van ons volk,-aan het verwerkelijken van de vooraf ons niet bekende bedoelingen Gods. Ga gij zoo door, gij kunt toch niet anders. Ook wij niet. De tijd zal wel uit wijzen wie het onderspit hebben te delven. Dat komt er voor ons niet op aan. Voor u wel. U werkt en strijdt en scheldt en moddert voor uwe toekomstige zaligheid na den dood? Wil ik u eens een geheimpje vertellen? Gij hebt 0111 zalig te worden den dood van anderen en ook uw eigen dood niet noodig. Zalig zijn de reinen van hart want zij zullen God zien, zalig zijn die treuren want zij zullen vertroost worden. Gij kunt het eeuwige in het tijdelijke beleven, begrijpt ge dat geheim? Maar wil ik u daarbij nog eens iets zeggen? Ge hebt daarvoor geen middelaar van noode en zelfs geen kerk van steen en hout en glas en verf, geen „voorwerpen, „die moeten worden afgestoft". Ge hebt daarvoor alleen noodig besef van uwe nietigheid, een eerlijk geweten, oprechtheid jegèns uzelf, plichtsgevoel en een broederlijke gezindheid jegens uw naasten. Meer behoeft gij niet; ge behoeft zelfs niet ge leerd te zijn en niet rijk naar de wereld. E11 wil ik u nog eens een geheimpje zeggen? een ander heeft het mij verteld, maar gij moet het niet aan uwe roomsche vrienden verklap pen, want het zou hun spel, hun staatkun dig spel bederven: een staat is beter inge richt naarmate hij gelegenheid geeft aan meer soorten uiteenloopende menschen om vrij naast elkander te leven. Ons land heette tot dusver een der best ingerichte staten van Europa te herbergen, omdat hier in vriendschappelijken wedijver betrekkelijk los naast elkaar, zonder elkander ieder oogenblik noodig te hebben, ook zonder elkander te haten of ieder oogenblik te bestrijden, konden leven roomsehen en socialisten, katholieken en liberalen, menschen van nuchte- ren werkelijkheidszin, menschen van diepzinnige bespiegeling, bekrompenen en door-denkenden, zachtzinnigen en krijgshaftige!!, Joden en Eriezen, vreemdelingen en landzaten vrij van elkander en toch in gemeen erband. Wilt gij mede werken 0111 dit sehoone kunststuk te verbrij zelen? Er zijn menschen die medelijden met óns hebben alleen reeds, omdat wij den schijn aan nemen A an te gelooven dat gij roomsehen het zoudt kunnen verbrijzelenhun aantal is niet gering. Zou den zij gelijk hebben? maar hoe moet dan genoemd worden het gevoel van meewarigheid, waarmede zulke menschen u, roomsehen, aan het werk zien, vechtend, als eens Don Quichotte deed tegen windmolens, tegen het ontzettend ingewikkeld en juist daarom zoo elastisch en levenstaai fijn en toch ijzersterk samenstel van de moderne samenleving met den staat als sterk geraamte? Och of gij, roomsehen, wijsheid koost boven hartstochtelijke verdwazing, de geschiedenis raad- pleegdet en de gelijkenis opmerktet tusschen den tijd der Hervorming en dien van nu! Och, of gij ook begreept, dat uwe geestelijkheid daarom door de meest verlichte katholieken wordt gewantrouwd of verlaten of met angst beschouwd, omdat de kerk, omdat de geestelijkheid te kort is gescho ten als beschavende, steunende, helpende macht en zij dit niet erkennen wil! Ziet gij niet hoe overal in Europa de vrije vereenigingen dei- burgers, gesteund door den staat en waar die vereenigingen te kort schieten de staat zelf, het werk der kerk hebben opgevat waar deze het als niet meer tot torsehen in staat heeft laten liggen? En begrijpt gij dan ook niet, dat aan een vooruitgang van het aantal roomsehen hier of ginder weinig waarde voor 11 is te hechten en dat het grijpen van den roomsehen clerus naar de staatsmacht op één lijn te stellen is met een soort gelijke greep der socialisten? Gij zegt dat gij dit niet begrijpt, leer dan begrijpen, neem meer waar, luister naar wat de werklui tot elkander zeggen als de geestelijke adviseur naar huis toe is, hoor 11a den afloop van uw godsdienstoefe ningen naar de zoutelooze taal, de kwade spraak, de onderlinge haat van de geloovigen, vraag katholieken die in zorgen zitten, wie hen beter hielp, de roomsche of de protestantsche buur, vraag waar sociale liefde huist hier of bij u, vraag waarde naastenliefde wordt beoefend niet in de eerste plaats als daad van concurrentie met de. andersdenkenden, en als ge op al clie vragen van geloofsgenooten die de waarheid durven en kunnen spreken antwoord hebt, kom dan terug. Tot dan. Ten slotte dit. Een anti-roonische is niet de netelige erge mensch waarvoor gij 'm houdt, ge nioogt er hem gerust voor houden, dat is uw zaak, en wan neer hij zwijgt of heengaat komt een ander wanneer die, weer een ander en zoo voort. Gij roomsehen toovert door uw doen ons uit den grond; ik weet, dat honderden in Haarlem en om geving met mij eensgezind zijn, ook al zwijgen zij, ik zou ook zwijgen als het roomsche doen in deze streek ons niet tot spreken dwong. Ge wilt misschien niet hooren, ook al goed, dan zult gij moeten voelen. Uwe geestelijkheid door u goed gevoed, gekleed, gedragen op de handen, neen aanbeden troont ongenaakbaar. Ja, gij verafgoodt haar. Aan haar de schuld dan als wij tegenweer bieden aan u, desnoods ook met dezelfde wapenen; hoe men kan slagen in den lagen onaanzienlijken verkiezingsstrijd heeft men aan deze zij van K uyper afgezien, hoe men den win- ae jaargang. keistand kan dwingen redelijker zich te toonen en te uiten leert men ons in Den Haag. Laat dan de nederlandsohe roomsehen over 40 jaren aan hunne geestelijken om 't bedrag der rekening vragen. Want hoewel liever niet, oud-testainentiscli kunnen wij ook zijn als 't moet, doch dan maar openlijk oog om oog en tand om tand. (Een stem uit Buiten-Twist): „of zullen we maar liever vrede sluiten?". Nog niet, zoolang gij slechts den vrede van het kerkhof wilt, en wat gij willen moet per postpakket uit Rome u laat zenden. T. -x- Ilet ingezonden artikel van den lieer Van Kessel, in ons vorig nummer geplaatst, zal, voorzien van kantteekeningen, in het volgend nummer worden opgenomen. liet is het allerflinkgte geen bevrediging door anderen te verhvigen, geen erkenning te begeeren. Concert Joska Szigeti muziek. 23 Maart in de Concertzaal de „De Kroon" aan 't klavier de heer Coronel. Over dezen beroemden [Hongaarschen violist schreef ik reeds uitvoerig na zijn eerste optreden op het vijfde Bach-Concert. Ditmaal meldde het programma werken van Bacli, Handel, Beet hoven, Rubinstein, Sarasate enz., wel een bewijs, dat Szigeti een zeer veelzijdig kunstenaar is, die zich in de zeer verschillende karakters van al die componisten uitspreekt. Daardoor was deze avond zeer rijk aan afwis seling hoewel hij slechts optrad, alleen of met den pianist 'oronel die een waardig partner was voor dezen eersterangs-violist. Wij hopen zeer dat hij niet voor't laatst te Haarlem kwam. Toonkunst-Uitvoering. „Der Vliegende Hollander" van Richard Wagner op Dinsdag 28 Maart 1911 in de Concertzaal der Sociëteit „Vereeniging' Solisten Senta: Mevrouw Noordewier-Reddingius. Mary: Mejuffrouw Marie Bies. Fliegende Hollander: de Heer iZalsman. Erik en Stéuermann: van Sehaik. Daland: Wouterlood. U Rechtse li Stedelijk orkest. Haarlemsche afdeeling, koor. Directeur: de Heer W. Robert. in 1910 gaf onze afdeeling van Toonkunst een uitvoering van Wagner's Vliegende Hollander en „op verzoek" in 1911 reeds weer, met nagenoeg dezelfde solisten, en 't zelfde orkest. De lieer Robert had wederom de directie van 't geheel, waarvoor hem ook nu weer in de eerste plaats veel dank toekomt en alle eer voor de wijze waarop hij deze zware taak vervulde. Het orkest heeft in dit werk een zeer moeielijke partij en verdient voor de uitvoering ten zeerste geprezen te worden. Over den klank van 't geheel, en vooral van de koren, kon ik niet van mijn plaats af een oordeel geven, daar ik bij onder vinding weet, dat van de plaats in de zaal zooveel afhangt. Ik meld dus ditmaal slechts dat er goed gezongen is, wat de noten betreft; er zouden nog heel wat verbeteringen kunnen komen b.y. in de fijne nuances in voordracht maar dan zou ieder koorlid meer geschoold moeten zijnen ook: er meer in zijn en 't werk geheel begrijpen. Zou hier ooit zulk een ideaal-toestand kunnen komen De solisten waren elk in haar en hun vol voortreffelijk. De „Hollander" is voor den heer Zalsman een uitstekende partij, waarmee hij nu weer eens bewezen heeft, wat hij kan en over welke stemmiddelen hij beschikken kan, aan kracht en warmte ontbrak het hem nu niet. Ook de „Daland" was nu aan een goede en aan gename stem toevertrouwd; in de solo gedeelten en ook in het duet met den Hollander viel veel te genieten. De heer van Sehaik vervulde weel de beide rollen van Steuermann en Erik, evenals verleden jaar, zeer goed, van hem noem ik vooral de laatste „Cavatine" als zeer mooi. Mejuffrouw Marie Bies had als Mary niet veel te zingen, doch die kleinere partij vervulde zij heel goed; dat voor zulk een partij toch een soliste als Marie Bies uitgenoodigd werd, is zeker in 't belang van 't geheel geweest. De eigenlijke hoofdpersoon in dit werk is Senta, die vertolkt werd door Mevrouw Noordewier en hoe!? Wag ner zal zeker nooit een hooger, reiner, verhevener, heiliger Senta geweuscht hebben. Stem en voor dracht van Mevrouw Noordewier zijn hier zoo één mét de Sentaeigenlijk kan ik niet be schrijven welke gewaarwordingen liaar zingen deze beide avonden (uitvoering en repetitie) ge wekt lieeft bij degenen, die 't gevoeld en begrepen hebben. Want aangrijpend is dit werk en vooral haar partij en manier van zingen in de aller hoogste mate en daarbij leent voor deze verheven partij haar stem zich buitengewoon. Tot het einde toe bleef haar stem even helder, de liooge b van „Treu dir bis zum Tod" was hemelsch en zij stond aan 't einde ook als een „Engel", los van alle aardschheid. Van zulke personen als Senta, en zóó vertolkt, moet een machtige invloed uitgaan. Voor allen, die in dit werk iets meer gehoord hebben dan de „Klanken" zal deze uitvoering ook zeer zeker onvergetelijk blijven, ook wegens de diepere beteekenis van deze groot- sche schepping van Wagner. Aan Wagner wordt wel eens verweten, dat zijn werken te lang zijn. Hij zegt zelf, dat waar Hij voor het maken van zijn scheppingen zoo veel dagen, weken, maanden in andere hoogcre sfeer moest zijn, de hoorders zich ook wel eens een paar uur kunnen inspannen om zich in die sfeer te ver plaatsen. Zou men 't hier ooit leeren zijn eigen kleine zeurdingetjes te vergeten voor een lioogere gedachte? eenige uren slechts vraagt Wagner! Nauwelijks was 't laatste woord gezongen of de onrust begon, en Senta stond onbeweegelijk, 'opgeheven in hooger sfeer, zoolang het naspel duurde. Wat voelt en begrijpt men toch treurig weinig van zulke kunstwerken, waar de componist toch zoo oneindig veel geeft, wat veredelend kan werken en ook stellig als opheffend gedacht en bedoeld is. Wagner geeft hier zooveel bewijzen van zijn Ideliastisch-Realisme, b.v. in de naboot sing van den stormwind (chromatische vlugge loopjes) 't snorren van het spinnewiel enz. om slechts enkele voorbeelden te noemenhet zou te lang worden, als ik uitvoeriger alles ging be spreken, doch. gegevens zijn er in overvloed; of iedereen ze opmerkt kan ik niet zeggen. Ook Wagner componeerde niet voor iedereen; de Ingewijden kennen en begrijpen hemzelf en zijn scheppingen. Oplossingen der Raadsels in No. 12. 1. Vrei. 2. Schütz. ,3. l Kind. 4. S Weber. jde dichter. ?de componist. The key-note of good manners is B(e) natural. O Wij ontvingen van een onzer lezers, den heer II., liet volgende antwoord op het raadsel, voor komende in de rubriek Muziek van ons vorig nummer Der schöpe Artikel int Bloemendaalsch Weekblad iiber den Componist Carl Maria von Weber interessierte mich sehr insofern, als ich die Musilc von dein selben in der Küninglichen Oper in Dresden mehrfach hörte, an seinem Denkmale und an seinem Grabe aufdem Kathol. Kirchliofe in Dresden oft gestanden babe. Die Auflösung des Rathsel's soil wold sein „Freischiitz". -ia „Vrei" das mócht ein Jeder sein Ein „Schütz" der streift durch Feld und Hain 1 nd Vriedrich Kind den Text ersonnen Von Weber mit Musik umsponnen. Percy Grainger. Ten derde male een klavieravond van dezen groeten pianist in een kort tijdsbestek. Is er beter aanbeveling noodig? Percy Grainger heeft met zijn vorige 2 concerten in de Kroon getoond, welk een enorm pianist hij is; veel over hem nu te zeggen lijkt ons onnut; zijn roem als één der grootste pianisten van onzen tijd is gevestigd en wij kunnen alleen hun aanraden, die nog niet met zijn kunst kennis maakten, om op April vooral niet te verzuimen, de' gelegenheid, om van zijn grootscli spel te genieten, aan te grijpen. Of moraal bf wetenschap zijn de groote stand vastige dingen, die de menschheid heeft gebouwd, en waaraan wij ons allen te houden hebben. handel en nijverheid. volgende Het bestuur der Vereeniging van Broodbakkerspatroons uit de Luxe-, Gemengde- en Midden bedrijven, gevestigd te Haarlem, verzoekt ons plaatsing van liet Open brief aan het Nal. Comité voor afschaffing van den nach tarbeid in broodbakkerijen te Amsterdam. Mijne Ileeren! Thans staan wij aan den vooravond van den dag, waarop in de Tweede Kamer der Staten- Generaal beslist zal worden over het wel en wee onzer bedrijven. Een legio bezwaren zijn door ons, tegenstanders van de afschaffing van den nachtarbeid in broodbakkerijen, tegen de ont worpen wettelijke regeling te berde gebracht. Tal van voorbeelden, aan de praetijk ontleend, zijn genoemd, waarin de Uitvoering van dit wets voorstel onmogelijk bleek zonder de belangen der bedrijven te verwaarloozen en te vernietigen, en uw antwoord? Uw antwoord was steeds het zelfde wat de minister gaf „het bedrijf moet zich maar aanpassen". Nocli de heer Elhorst, vroeger broodbakkerspatroon en thans lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, noch de heeren Slagt te Beverwijk, Bokhorst te Kampen enz. hebben ooit geantwoord op de vraag: hoe zal liet bedrijf bij afschaffing van den nacht arbeid worden ingericht? liet Bakkers-Comité, hetwelk evenals onze vereeniging, met onvermoeiden ijver tegen de wettelijke bepalingen ageert, vroeg u reeds een jaar geleden vijf malen, telkens met de tusschen- poozen van een maand, per open br ef een volledig technisch uitgewerkt plan te geven van de verdeeling van den arbeid in broodbakkerijen, wanneer liet aanhangig wetsontwerp tot afschaffing- van den nachtarbeid een voldongen feit mocht worden. Nimmer is dat technisch uitgewerkt plan door u gegeven. Sinds is het wetsontwerp nog zoodanig gewijzigd, dat wij daarin eene hoogst onpraetische regeling van den arbeidsduur hebben gekregen. Uw comité publiceerde een besluit, waarbij werd te kennen gegeven, dat uw comité liet wetsontwerp aanneembaar achtte. Op welke gronden berustte dat besluit? Waren de patroons, die in het Nat, Comité voor afschaffing van den nachtarbeid zitting hebben, liet daarmede geheel eens? Hoe denkt uw comité verder, dat zoowel in fabrieken als in grootere en kleinere bakkerijen de arbeid zal worden verdeeld? Hoe zal de arbeid op den Zaterdag en Maandag, zoowel in liet groot-, midden- en kleinbedrijf worden ingericht en hoe zal de broodbezorging worden geregeld? Acht gij het verder mogelijk, dat een inspecteur van den arbeid, zelfs al was hij vakman, in staat is naar uw genoegen de arbeidsregeling te maken Acht gij uitbreiding van werkruimte, alsmede bijplaatsen van ovens in bakkerijen, die met 2 of meer gezellen werken, niet noodzakelijk? Zullen door deze meerdere onkosten en het in dienst nemen van meer los personeel, zonder dat de totale hoeveelheid afgeleverd brood wordt vermeerderd, er niet talrijke patroons zijn, die het loon van den bakkersgezel wel zullen moeten verlagen Slechts enkele vragen worden aan u gedaan. Wij hopen, dat uw comité daarop van antwoord zal dienen. Hoogachtend, Het bestuur der „Vereeniging van Broodbakkers- patroons uit de Luxe-, Gemengde- en M iddenhedrijven". II. Franken Jr.,-Voorzitter, II. Axouiimax, Bestuurslid, N. Brans, •I. Cn.uuis Bueuer, C. Dekkers Broos, W. Duykers, F. Haalebos, A. vax* Haeringen, ii. Haoedoorn, A. C. iiomoet, Tevnis de Jager, G. II. Kuneman, Hex-ri Kui.tpers, Jac. Peters, D. Poli, Jonker, J. H. Prinsen, S. Reindersma, W. Renout Jr, Jac. van Rijn W. F. sliijling, .1. F. II. Wilmink, G. Pool, Penningmeester, G. H. Japikse, Secretaris, Haarlem. Beerta. (Gr.) Amsterdam. Roermond. Roozendaal. (N.-B.) Amsterdam. Leiden. Coevorden. Almelo. Amsterdam. Breukelen. Rotterdam. 's-Hertogenbóseh Amsterdam. Deventer. Winterswijk. Dragten. Amsterdam. Schiedam. 's-IIertogenboscli. Amsterdam. Amsterdam. Haarlem, Schachel- straat No. 11. Overdreven vrees voor vernedering en overdreven vrees van schuld berusten op een te groot gewicht hechten aan het eigen ik. Ven zeker gewicht moet er natuurlijk aan gehecht worden, maar het even wicht mag er niet door verbroken worden. Anneke en he voor de heele krentenbrood kleintjes. Anneke is vier jaar en u. zegt: „Wil je een krentc gaan halen, lief Anneke, een kerstbrood bi bakker?" En moeder geeft Anneke een d zoen. „Ja, ja, kerstbrood halen," juicht An „ja, ja, bij den bakker!" De bakker woont aan 't eind van de straat. „Daar kleine Anneke daar is je gt houd liet papiertje goed vast hoor, en g lieele papiertje zóó aan den bakker." „Ja, ja, moesje papiertje aan den bn geven, Anneke zal 't mooi doen." Huppelde ze weg, klein blond Annekt moesje kijkt haar na totdat ze bij den bak! Toen gaat moesje weer aan haar werk. vrouw van den bakker zal haar wel weer brengen dat doet ze altijd. Klein Anneke huppelt tot voor de deur. staat een groote, groote hond net zoo als Anneke. Anneke kijkt naar den hom hond kijkt naar Anneke. Zij kijken naar e de bakker en de vrouw van den bakker k naar beide en lachen. „Mooie lieve hond" zegt Anneke en héél groot maar zet geen stapje verder. 't Handje strekt ze uit maar wil voorzil aaien handje gaat open papiertje va: dubbeltjes rollen over de steenen Groote hond kijkt kindje aan en si met zijn staarten zijn pooten spelen nil dubbeltjes. Anneke blijft staan kijkt verschrikt 't leege papiertje. „Ga maar naar binnen Anneke ik zal oprapen." „Zoo'n groote hond," zegt Anneke, „i hond „Hond doet geen kwaad De bakkersvrouw neemt Anneke bij de li en zóó gaat ze naar binnen. „Kerstbrood, voor moeder asjeblieft bakk Bakker weet er alles van, doet mooi kerstbrood in een grooten zak en onder Ann^ arm. „Voorzichtig hoor, niet laten vallen." Bakkers vrouw blijft aan de deur staan, ze Anneke thuis weet kan niet weg van winkel. Klein Anneke loopt heel voorzichtig. „Zwa zegt ze en legt even 't brood op een vens bank. De zak scheurt. O, wee, als ze 't optilt, valt 't brood oji steenen. O, wee. Ze raapt 't weer op 't is vui O, wee, o, wee lekkere kerstkrentjes vuil. Gauw afvegen met schoon schortje. Schoon nieuw schortje vuil. O, wee, o, wee. Schortje onder de pomp \j schen, o, ja, o, ja. Kerstbrood op de steenen leggen, en ondei dorpspomp even 't schortje wasschen. KI straaltje druipt er altijd uit. Hoe knap kan 't wasschen! Kijk, héél schortje nu kletsnat knap Anneke. Nu kerstbrood weer onder den arm. Hè, zwaarWacht, in 't schortje dragen. 't Natte schortje 0111 't kerstbrood zoo, d: knap, nu is 't niet zwaar meerZe druk brood tegen 't jurkje aan, 't natte schortje i 't brood tegen 't sclioone jurkje. O, wee, o, wee, blauw nieuw jurkje nat Gauw afdrogen met mooi zakdoekje t handje losbrood valt w eer. 1 londje komtruikt er aan. „Zoo zwaar", zegt Anneke, „Wil je een stukji Ze laat hondje korstje even likken." Zelf - klein kruimpje proeven lekker lekker Nu gauw weg Kerstbrood 'maar weer onder 't armpje, loopen, moesje wacht... Ze valt over een plas O, wee, o, wee, kerstbrood in plas, Anne in plas. Huilen. Moesje komt „Kom aan, lief klein Anneke „Kerstbrood zoo zwaar" huilt Anneke kerstbrood nat en vuil, schortje nat, jurkje zakdoekje nat Anneke gevallen..." „En geen pijn gedaan, schat „Neen moes Anneke groote meid, niet hnilei „Knap hoor", zegt moes, en neemt haar kit kindje op den arm, en 't brood in de hand, kijkt achterom. Bakker en bakkers vrouw staan aan de de en lachen, lachen, En bakker hondt een mooi brood in de hoogte ,,'t Was te grappig", lacht Hij. En moeder zegt: „Groot Anneke is nog klein om kerstbrood te gaan halen". Uit „Mijn blaadje.' Oprecht zijn is niet iets dat iedereen terstond k als hij maar wil. Ieder is drie menschende mem die 'hij toont te zijn, de mensch die hij meent zijn, de mensch die hij werkelijk is. Speelgoed en boeken vo liefdadigheid. zwakke kinderen. De Schoonmaak nadert! In tal van gezinnen zullen weer veel kind' boeken en speelgoed voor den dag komen, i niet meer gebruikt worden. Evenals vorige jaren kom ik dien voorna vragen voor het zwakke kind. In de zeven kn nieliuizen van het Centraal Genootschap zuil dit seizoen achttienhonderd, en misschien mee- kinderen herstel van gezondheid zoeken. üp regendagen en in liet najaar bij lan avonden zijn speelgoed en boeken onmisba; Wie helpt, om de regendagen voor onze kolom huizen tot zonnige te maken? Mevr. B. te Bi-uminen zond reeds een bijzone keurig en waardevol geschenk voor de speelgoi kast. Mogen velen volgen Egmond aan Zee. A. C. Bos. Maart 1911. Afdeelingen van het Centraal Genootscli voor Kinderherstellings- en Vacantiekolonies zij opgericht te Bloeniendaal, Delden, Naaldwijk Oosterbeek. Op de navolgende data worden de kolon huizen van liet Centraal Genootschap geopei „Zwartendijk" te Egmond aan Zee: 13 Mei. „Kerdijk" en „Zeehuis" te Egmond aan 7a 20 Mei. „Noordwijk" te Noordwijk aan Zee 19 11 „Weezenkas" en „Kinderhuis" te NunspeC 12 Mei. „ZonneheuvéT' Prijs pe halfjaar f bij vooruit taling. Prijs pe nummer f ffededeelinge lint auteursrecht Bij die uuuiiuer foeiioo aan onze lezers. Reeds leden hel opgevat v j-,-abonneerden en lez np te organiseeren ieken haarlemsch [liivsmans. ;j volstaan thans u: -dedeeling, dat de doorgaat en naar onze ers helooft te w a den loop dezer wee hp,} het gezonde wei '•hen 25-jarige te zien ii ankomend man n mooidoenerij, wie oren hij hoore: hel nJan, die medeleeft ni maar die met zijn volle seho gevoel medeleeft -lizelf in het gescha] liefde wedervindt. De stand der Onze gemeenteraad waarvan 6 r.-k. De -i iiid bij zijne benoem bladen als r.-k. geboi 7 r.-k. zijn, maar voc was at een abuis. Juni van dit ja e'.reden de heeren Ig a. Koolhoven en Ant wij! de raad met twee -„"tien uitgebreid. Volgons een r.-k. b zou ongeveer l/3 gede onzer gemeente r.-k. 2 Dit kan wel ongeve De kiezerslijst wijs tien gemeenteraad aai Provinciale Staten en Van de 971 ge mee: 35(i r.-k., 599 pr. en gezindte. Van de 1183 state: zijn 412 r.-k., C»l»l pr f kende gezindte. De gemeenteraad zou er 1 raadslid zij 74 - j0 kiezer. In geval door op eer tot evenredige verte worden overgegaan druk op het knopje raadsleden in den o Sjj.'j, anderen. te Hoeven (N. B.): 12 Juli. Te snel beleedigd voelen beduidt, een te veel den voorgrond tredend ikgevoel, dat dus makkei te treffen is. Een half Een stukje geschiedenis V mineer men dooi is 0:1 de man ligt m 1 daarin iets van tigheid van het lot, 1 huis voorbij. Wij zijn voornemei de haar het sterven na van de Oprechte Haar acuut wordt, dat beterschap ten eenen Zoolang de kindei venkoorts en de vooz dat orgaan van in officieel sterven gaan, is het voor wellicht leerzaam, 'iet ziekte-proces te De nude ,,Opregt< «en familiestuk dei óm trots' op te zij stuk van heel Haarl landwat thans on kinderachtig, hoogst doet, heeft ook een geestig althans gees mg met grof mate le „Opregte" schillende gegevens ui et. ceel zaaks zij ('uzer vaderen voor sen. Dr. Chr. Ha eenige gegevens in toekomstige .zelis eenige tijdperke

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 4