ijwielen
E.N.R.
slechts eenigei.»ss
ONAFHANKELIJK ORGAAN
VOOR NEDERLAND.
0
skaarten.
1. STAVINGA
iSBILJET.
5e jaargang.
ZATERDAG, 22 APRIL 1911.
No. 16.
DEVENTER
fietstochten steeds
iebt. Waarheen ge
rschaffen U grat;
raagt onzen dichts
V «raarne de door
iets.
:ien 4 weken door gebi
ééne dosis van onzen 1
nden Kruidenbjilseni
elieel nieuwe methode ,1
komen garantie, (teen sue- B
geld terug. Ook u sti
d tegen
(ALE VLEKKEN
haaruitval. Zending franec
lieihi verpaktnaontv
i postwissel a f075
tzegels) rembours ff 0 90.
Sestelt ééne dosis en 1
werking zal u verba..' i
lien na liet gebruik In
ees nog niet geheel Ik f
dan leveren wij den Kr:n f
ïbalsem gelleel gratis
t succes volkomen -er-
?gen is.
rIEM. LABORATOR!" M
„HOLLANDIA",
n der Duijnstr. 10. Rolterdam
1
rt dè buitengewone aanbie-
»- van een groote partij Ie kl
Heeren en Dames
fkomstig uit Faillissement.
Idzame lage prijzen
r Keuze uit 80 rijwielen,
VRIJ ENTRÉE.
Kleine Houtstraat 4.
ephoon 2032. HAARLEM
fcit biJbb fc&ii
M
BLOEMENDAAL. I
Telefoon 911.
i?
Bijzondere Pension-
voorwaarden tijdens
de schoonmaak van
'TT
uw huis en
Paasch vacantie.
TWTWT WTT'tVfi
..Het Bloemendaalsch Weekblad
11(ted. )ude Gracht 63. I taariem
Het Bloemendaalsch (deekblo
Prijs per
halfjaar f 1.25
bij vooruitbe-
taling.
Prijs per
nummer f'0.10
Advertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Mededeelingen van allerlei aard aan de hoofdredactie schriftelijk:
Vijverweg 7 te Bloemendaal
Alio medodeelingen de administratie, advertentiön enz. betreflende:
Ged Oude (tracht 63, Haarlem. Telefoon 141.
Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht.
Uit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
Verbetering van ons vorig
hoofdartikel.
Wij ontvingen eenige bewijzen van instemming
net strekking en inhoud van ons hoofdartikel
i 11 stukje geschiedenis der haarlemsche pers
den toezenders zij daarvoor onze dank gebracht,
t gemis aan beschaving, onpartijdigheid en
ui kennis van de plichten van een ontwikkeld
urantier, sedert jaren in liet krantje van liet
Klokhuisplein merkbaar, heeft de ontwikkelde
urgerij van Haarlem en omstreken steeds meer
tot lezers van goed geredigeerde groote dagbladen
111 buiten gemaakt. Xiet alleen de X.Y. Lourens
nster alleen heeft voordeel bij het verval der
lokhuispleinsche krachten.
Keil storende drukfout in ons artikel kunnen
niet beter herstellen dan door herplaatsing
de betrekkelijke zinsneden. Wij betoogden
courant begon te schelden en Spaarnebode-
htig te doen, en vervolgden: Een zucht van
1 lichting zal den heer Peereboom uit de longen
n gevaren. Voor dezen is het thans gewonnen
I. De operatie door de heeren Enschedé onder-
uien, beeft slechts bloed toegevoegd aan zijn
aan. In ons vorig nummer stond abusie-
ijk: slecht bloed. De verlichte lezer zal
fout reeds hebben opgemerkt; met deze
ulkundige verbetering stonden wij er op, de
lachten aan te vullen met de overweging
trent de geregelde toename van lezers, die
groote liberale bladen, gedurende het verval
onoprechte „Opregte", hier hebben gevonden.
T.
ts over de beginselen van bet heden-
daagsch liberalisme.
(Met Thorbecke's narede.)
„I11 meeniugen, die tot een onmiddellijk
„voorafgaand tijdperk ljeiiooren.de betrekkelijke
„waarheid te ontdekken, haar lief te hebben en
„vast te houden, eischt bijzondere geestkracht
„en onafhankelijkheid, die ook alleen bewaren
„kuunen voor bet dwepen met het nieuwe, uit-
Geen vleien van de algemeene opinie of den
geest van den dag. Geen betoog, geen ver
klaring, van wier waarheid hij niet overtuigd
is. Den indruk, dien hij sprekende maakt, zal
niemand onverschillig noemen; maar spreekt hij
enkel voor liet oogenblik? De proef op de som
is, of zijne redenen later nog van eclit metaal,
treffend en beslissend blijken te zijn".
Twee bladzijden verder vangt het gedeelte der
narede, dat wij woordelijk overnemen aan, met
de aanduiding van liet kenmerk van den liberalen
staat en van een liberaal bewind, in deze
woordendat zij de ontwikkeling van zelfstandige
kracht bevorderen, zelfstandige kracht in provincie,
gemeente, vereeniging, individu. Bevorderen, dat
beet, ile algemeene voorwaarden scheppen waar
mede die' ontwikkeling mogelijk wordt.
„Wil dit zeggen", zoo gaat Thorbecke voort,
„dat de Staat voor alles te zorgen, aile kwalen
en gebreken der maatschappij te genezen
liebbe? Willen wij op een omweg terugkeeren
tot den toestand, waarin ieder gezellig werk
leven, wijding en zegel aan de regeering des
Staats scheen te moeten ontleenen? Integen
deel. Eene eerste wet is onthoudingonthouding
van hetgeen zijne roeping als regtsvereeniging
te buiten gaat. Het zijn in wezen, bestemming
en middelen andere levensmagten dan de
Staatsmagt, welke de kerk, liet onderwijs, weten
schap, kunst, maatschappelijk te vormen en te
besturen hebbenmagten in wier sfeer burger
lijk overheidsgebod of dwang niet te pas komt.
Met deze en zoovele andere sociale belangen,
regeling van stoffelijken arbeid en goederenver
keer, in aanraking, van alle kanten gedrongen
door vragers, niet zoozeer 0111 vrijheid, die den
wil 0111 zich zeiven te helpen onderstelt, als otn
bijstand van het gezag, ondervindt de Staat, dat
onthouding soms grooter kunst dan handelen is.
Ook zou hij, op eenmaal zich binnen zijne grenzen
terugtrekkende, leemten in de zamenlevihg doen
ontstaan, die een algemeenen stilstand of achter
uitgang zouden veroorzaken. Intussehen is het
een eiseh van liberale regeering, dat de Staat
hetireen niet tot het uebiecl van het rent behoort
en toe te passen als waren het privaatregten
als kvvame het, gelijk bij de laatste doorgaans,
in de politiek enkel op de vraag aanwat is
mijn regt? en niet vooral op het gebruik dat men
van zijn regt maakt.
in de constitutioneele Monarchie is de Kroon
eene zelfstandige magt, en is de Volksvertegen
woordiging eene zelfstandige magt; maar zelf
standig gelijk in een ligchaam de leden. Verwart
men zelfstandigheid met volstrekte onafhanke
lijkheid, doet elke magt, alsof zij alleen en de
eenige ware, haren wil gelden, dan wordt het
organiek verband en geheel verbroken.
Het is een Koninklijk regt, de Kamers te ont
binden, opdat in buitengewone gevallen eene
nieuwe verkiezing tussclientijds mogelijk zij.
Moet nu dat regt dienen niet om een grooten
■maatregel aan eene nieuwe proef te onderwerpen,
maar als middel van dwang 0111 aan een ver
oordeeld Ministerie, tot persoonlijk behoud, eene
volgzame meerderheid te verschaffen, dan wordt
liet hoogste beroep op het volk de ergste ver
krachting der constitutionele vrijheid.
De Minister kan niet dan in overeenstemming
met het Parlement besturen, en hij is verant
woordelijk aan het Parlement. Wordt dit zoo
begrepen, dat hij dienaar der meerderheid is,
blijft liet niet vaststaan, dat het Gouvernement
dienaar is van de Landswet en het Landsbelang,
geroepen tot uitoefening van de regten en pligten
der Kroon naar eigen begrip en overtuiging, niet
naar de begrippen of den wil van anderen, Vorst
zoo min als partij, dan gaat een der hoofdorganen
en waarborgen der constitutionele Monarchie, en
de ministeriële verantwoordelijkheid zelve te niet.
Beperkt men door vooropstelling van een per
soonlijken wil van den Vorst, de ministeriële
verantwoordelijkheid, dan legt men eene brug
voor autocratie, en tast men het wezen van den
i constitutionelen Staat aan, dat op volle, onver-
deelde aansprakelijkheid van het Bewind berust.
Ondanks deze gevaren en afwijkingen, die wij
t ij ondervinding leerden kennen, heeft de prak
tijk mij in het geloof aan de constitutionele
bevestip-d.
zwakheid of dyskrasie, aan herstel zoumogen
wanhopen; genegen, de laatste, eer aan ontwik
kelingsziekte, dan aan ontbinding toe te schrijven.
In de schatting van hen, wier eerst en eenig
beginsel is, dat de volkswil onbepaald regere, is
de constitutionele Monarchie eene kunstige be
perking, die voor den drang der republikeinsche
vorderingen weldra wijken moet.
Inderdaad staat deze theorie van den onbe-
perkten volkswil niet minder scherp, dan van
den anderen kant autocratie, tegen het stelsel
der constitutionele Monarchie over.
Is liet alleen de vraag, wat het volk of de
meerderheid wil, dan vervalt de vraag naar het
geen regt, waar, goed en uitvoerbaar is. Met het
feit eener verklaring van den wil des volks is
alles beslist. Geen zelfstandige Vertegenwoordi
ging. Kiest het volk afgevaardigden, hunne rol
is, zich door de kiezers te laten besturen. Het
volk mag niet, zoo oordeelt men volkomen te
regt, werktuig in de hand der Begeering zijn;
maar Regeering en Vertegenwoordiging worden
enkel werktuigen in de handen des volks.
De constitutionele Monarchie kent éénen ab-
soluten wil niet; zij bestaat in een verband van
elkander wederkeerig beperkende organen, aan
gelegd om met vrijheid zamen te werken tot eene
wetgeving en een bestuur, die aan de eischen
van een juist, regtvaardig, nationaal verstand
beantwoorden. Geregeld, beraden initiatief en
overleg van wetten of andere maatregelen, uit
voering en verantwoordelijkheid zijn in den con
stitutioneel monarchistischen Staat beter, dan in
eenigen anderen, verzekerd. Maar is hij niet aan
politieken vooruitgang van de volksmagt, de bron
van hetgeen de Staat worden en scheppen kan,
in den weg? Is hij met gestadige uitbreiding van
het kiesregt, naar gelang van toenemende ver
spreiding van kennis en verhoogden burgerzin,
in strijd In het minst niethoe meer algemeene
deelneming eener verlichte natie aan de regering,
des te sterker Monarchie en Staat.
Het is mijne meening niet kwaad vandeVer-
eenigde Staten van Noordamerica te spreken,
wier republikeinsche instellingen uit hunne ge-
BIJVOEGSEL VAN
van Zaterdag 8 April 1911. No. 14.
Het ..Ingezonden Stuk''-VAN KESSEL.
Volgens onze toezegging- herplaatsen wij Van
Kessel's 2e stuk hier niet onze opmerkingen in
den tekst.
YVnt in het onmiddellijk hierop volgende tus-
schen haakjes staat is dus van ons.
Mijnheer de Redacteur,
Vergun mij s.v.p. nog eenmaal een plaatsje
in uw blad om nog even te antwoorden op het
naschrift, dat de lieer Tideman onder mijn inge
zonden stuk plaatste.
Neen mijnheer T dat is niet het stuk wat ik
inzond beantwoorden. (Daar is u geen toezegging
v;in een antwoord gedaan). Enkele regelen wijden
aan de zaak waar liet om gaat. en vervolgens
op een ander stramien gaan borduren wat mét
de zaak als zoodanig niets te maken heeft. Ik
zal ii daar dan ook niet volgen, omreden dat
u op het gebied van «Ie katli. godsdienst, niet
van een leek als ik ben een meester moet maken,
iDaarom hebben wij gevraagd: laat uw meester
zieli laten zien. doch hij is weggebleven). Maar
ik geef li in 'overweging uw licht eens te gaan
opsteken bij meer onderlegde personen, en dan
verwijs ik u naar de cursus in de kath. geloofs-
en zedenleer, die gehouden wordt Dinsdags- en
1 )onderdagsavond in de St. Bayo, aan de Leidsche-
vaart, waar ook voor anders denkende toegang-
is. en ook uw stellingen tegen het katholisisme
schriftelijk kenbaar te maken, en deze zullen
dan zeker in behandeling komen. (Deeds behan
deld in onze vorige aanteekeningen.)
Wat nu verder de zaak zeil aangaat. V schrijft
wanneer de schoolopziener de bekwaamste
heeft voorgedragen is hem niets te verwijten.
Ik heb het tegendeel niet beweerd, maar daar
naast kunt u mij ook niet de verzekering-geven,
dat het de bekwaamste waren welke zijn voor
gedragen. (Wie iets beweert moet bewijzen, en
goede trouw wordt verondersteld. Het was dus
aan dé tegenstanders van een protestant als
hoofd der school te Overveen om te bewijzen,
dat de schoolopziener niet te goeder trouw was
of de bekwaamsten niet had voorgedragen. Plet
spreekt voorts van zelf dat bekwame r.-k. onder
wijzers met de hoofdakte zich niet beschikbaar
stellen voor het openbaar lager onderwijs, dooi
den paus een „pestilentie" genoemd, of beter
gezegd, dat de zoodanigen niet eens beschikbaar
zijnomdat dezen in de r.-k. bijzondere scholen
hun plaats hebben gekregen, waar zij dan on
gestoord op Willem van Oranje kunnen afgeven).
Vervolgens heeft de raad zich in deze toch niet af
te vragen, wat er in de toekomst bij de kath. op
gebied van het onderwijs zal gebeuren. De voor
spellingen die daarover gemaakt worden komen
meer van de zijde der niet kath., dan van de
kath. zelf. (Neen die voorspellingen en met name
deze: dat, wanneer een r.-k. hoofd benoemd werd
er te Overveen geen r.-k. bijzondere jongens
school zou wordén opgericht komen van de r.-k.
zijde. O. i. zijn het voorspiegelingen zonder eenige
waarde. Niet de heeren Roozen of Bijvoet zelfs
niet de pastoor te Overveen bepalen of er een
r.-k. bijzondere school nu of later zal komen
maar de r.-k. bisschop doet dit, die zijn tijd
afwacht). Dus volgens den inzender van dat
ingezonden stuk, waar u het mede eens zijt
(Wij hebben met belangstelling in het ingezonden
stuk, w aarop Van Kessel doelt, gelezen, dat het
aantal protestantsc.be kinderen dat der r.-k. te
Overveen overtrof. Wij hebben naar dat stuk
verwezen, het latende voor verantwoordelijkheid
van den inzender. Heel duidelijk is de door
Van Kessel gebezigde zin niet), mag men dit
argument waar of onwaar, maar alvast in de
toekomst gebruiken.
Dat u in het maatschappelijk leven niet veel
knappe katholieke mannen ontmoet, och daar
leent u werkkring zich misschien niet best voor,
maar dat u niet twijfelt dat ze er zijn, doet mij
genoegen. (Onze werkkring brengt ons in aan
raking met alle rangen, alle standen, alle be
drijven; dat de ontwikkeling onder de r.-k. over
het algemeen te wenschen overlaat, dat b.v. de
volksontwikkeling' in Brabant en Limburg ver
geleken bij die in de Zaanstreek of in Groningen
en Friesland gering is, wordt algemeen erkend
en ligt voor liet grijpen. Het is ook zoo begrijpelijk.
De r.-k. geestelijkheid heeft destijds gezegd, dat
op de lagere scholen bidden en godsdienst
onderwijs den hoofdschotel moesten vormen,
welnu de gevolgen daarvan kunnen niet uit
blijven. Dit is ook de reden waarom sommigen
de toekomst van ons volk nog niet zoo donker
inzien. De kostbaarste zaken komen ten slotte
altijd in handen van degenen, die het meeste
betalen. De meest bedreven jongens komen
daarom op den duur op de beste plaatsen.
Zoolang niet vaststaat dat le r.-k. zedelijk hooger
staan dan de protestanten komen dus de meest
bedreven werkkrachten uit die scholen en huis
gezinnen waar, niet het bidden, maar het leeren
hoofdzaak is; de jongens afkomstig uit huis
gezinnen waar eene gepaste mate van vrijheid
heerscht, afkomstig van de openbare en niet al
te dweeperige bijzondere scholen, zullen dus in
het dingen om plaatsen op kantoren en werk
plaatsen de r.-k. voorbijstreven. Van v-k. meisjes
gewagen wij in liet geheel maar niet; wat
dezen weten is buitengewoon weinig, en de
klachten van ontwikkelde r.k. dat zij in hun
eigen stand zoo weinig r.-k. meisjes vinden waar
dig hun echtgenoote te worden zijn niet nieuw.
Geestelijke ontwikkeling en lichamelijke bedre
venheid vereischen beide nadenken en nadenken
leert alleen degeen, die in staat is vele dingen
onderling te vergelijken.
Het tegenwoordig stelsel alles wat r.-k. is in
éen groote goudvisschenkoni tezamen te brengen
en de overige deelen der samenleving aldus met
een vasten wand van de room schcn af te scheiden,
maakt voor dezen het denken, immers het met
kennis van zaken vergelijken, moeilijker. Knappe
roomsche mannen en vrouwen zullen dus in
de toekomst nóg meer tot de uitzonderingen
behooren).
Gaarne vernam ik van den lieer T. eens het
verschil tusschen katholiek en roomsch-katholiek,
omdat dit verschil voor mij niet bestaat. (De vorige
maal is reeds het een en ander hierover gezegd
het woord katholiek beteekentalgemeen, en onder
katholiek kan men verstaan: algemeen chris
telijk; roomsch-katholiek is in elk geval het
lid* van dat speciale kerkgenootschap dat den
opvolger van den bisschop te Rome als heerscher
over deze wereld, als president van onzen aard
bol heeft uitgeroepen en die zich door of
namens hem niet alleen alles laat zeggen en
bevelen, maar om diens bevelen op te volgen
hij alle andere handelingen zou nalaten.) Dat
iemand die de pauselijke vlag uithangt daarmede
afstand doet van de nationale, geloof ik niet.
(Dit is geen vraag van geloof, maar van weten;
wanneer in de meeting gehouden in het Paleis
voor Volksvlijt te Amsterdam zonder protest uit,
integendeel met bijval van de vergadering, door
een of' ander voorman der roomschen dezen op
het hart wordt gebonden den paus veel geld en
wereldlijke macht te verschaffen en altijd te ge
hoorzamen, dan geeft dit den voorrang aan een
pauselijk bend boren elk ander en doet degeen die
zich daaraan bij voorbaat onderw erpt afstand van
zijne onder den wil en onder de bescherming
van onze grondwet en andere wetten gestelde
nationaliteit. De eerste minister van Italië heeft
eergisteren gezegd wat ieder mail, die den teggM-
wöordigen tijd verstaat, op dit gebied denkt.
Hij kondigde als program der regeering het
volgende aan: In de betrekkingen tusschen Staat
en. Kerk zullen wij, gehoorzamende aan het
beginsel van de ruimste vrijheid en alle gods
dienstige gevoelens eerbiedigend, krachtig in alle
regeeringsdaden vasthouden aan de onschendbaar
heid van de sourereine rechten van den Staat en
aan de handhaving van de wetten.) F schijnt
slecht o]) de hoogte te zijn. Als wij katholieken
een pauselijk feest vieren, dan steken wij de
nationale vlag uit en verbinden tevens aan
den stok den geel-witten wimpel eii niemand
maakt er ook bezwaar tegen behalve de lieer
T. (Wij maken daartegen geen bezwaar; wij
kunnen die feiten niet veranderen, wij ergeren
er ons zelfs niet aan, w ij constateeren en karak-
teriseeren slechts. In het kort komt onze karak
teristiek van de nationale vlag met den pause
lijken wimpel hierop neer, dat zij beduidt:
voor ons roomsch-katholieke nedeiianders is
niet de koningin maar een vreemd heerscher
daar ergens in het zuiden de eerste persoonlijk
heid, aan wien wij gehoorzaamheid verschuldigd
zijn en genegenheid en liefde toedragen hoven
elk ander) eerst daarna erkennen wij ook neder-
landers te zijn, als Nederland ons roept zullen
wij alvorens op te trekken afwachten of de paus
ons daartoe toestemming geeft; het lot van Ne
derland ligt dus nog voor 2 5 in 's pausen hand.)
Dat de heer T. in den raad nooit zijn stem
heeft gegeven niet het oogmerk op partijbelang, hier
van neem ik goede nota. Voor die benoemingen
welke ik op liet oog had, sla de heer T. de
raadsverslagen maar eens op. Dan zal hij wel
zoo'n benoeming tegen komen welke zooveel
opzien baarde. (De inzender blijft hier even
duister als te voren, of doelt de inzender hier op de
benoeming van den gemeente-secretaris, den heer
Van der Flier? In aanmerking genomen de om
standigheden, als menseh en als ambtenaar, lieefl
de heer Van der Flier destijds het stem men -
aantal van de meerderheid van den raad op
zich vereenigd, niettegenstaande de geestelijkheid
te Overveen heeft getracht op een niet altijd
aan haar leiband loopend lid persoonlijken invloed
te oefenen in roomsche richting.)
Dat er in Schoten katholieke ouders zijn die
weigeren hun kinderen af te halen van het school
te Bloemendaal en ze te plaatsen op de roomsch-
katholieke school aldaar, op bevel, het zal wel
op aanraden geweest zijn, (dat zal wel niet, en is
ook niet zoo, de kapelaans of pastoors komen
bij de eenvoudige lieden gewoonlijk met, deze
woorden: denk je er om er is nu een roomsche
school enz. Dit denk je er om houdt ook in:
herinner je je niet meer die en die preek, waar
in het schrikkelijke lot der ouders werd geschil
derd die hunne kinderen noodeloos aan de „pes
tilentie" van het openbare onderwijs bloot durf
den stellen?) van de geestelijkheid. Ik kan hier
niet over oordeelen (wij wel). Verschillende om
standigheden kunnen er zijn, die daartoe mede
werken o.a. schoolgeld en dan de ouders wisten
bij ondervinding hoe het onderwijs op Bloemen
daal was, wat ze op de roomsch-katholieke school
in Schoten nog niet wisten. Ziedaar al eenige
redenen, maar de heer T. deelt geen bijzonder
heden mede. (Wij zullen ons daarvan onD
houden, want- het lot der betrokken ouders zou
zeker niet heel vroolijk zijn, wannéér hunne
namen aldus werden prijsgegeven aan de open
baarheid en den haat der gelijkdenkenden.) Ik
stel daartegenover, u moet maar eens onderzoeken
hoeveel roomsch-katholieke meisjes te Overveen
nog gebruik maken van de openbare school.
(Natuurlijk zijn daar weinig- roomsch-katholieke
meisjes. De gemeente-school te Overveen was tot
dusver van den tweeden snit. Het hoofd was goed
om in verkiezingstijden voor de roomsch-katholieke
overveners braaf te werken, maar men liet hem
overigens liggen aan de linker zij. Trouwens wat
jaren geleden aan die school gebeurd is, moedigde
de ouders niet aan er hunne meisjes te bren
gen, en er was een zuster-school.) liet gaat
ten slotte toch niet om de enkeling maar om
de groote massa. (Bij u misschien, hij ons niet.
Bij u mogen de mensehen worden gesteld bij
het pond, liet vat of per kudde, hij ons pro
testanten gaat het om eiken enkeling afzonder
lijk, want naar onze overtuiging draagt ieder
enkeling Gods beeld in zich en eene oneindige
mogelijkheid van ontwikkeling en deugd, wij
vragen dan ook naar de qualiteit, meer dan
naar de hoeveelheid.)
Ten slotte zegt uhaat tegen de katholieken
koesteren wij niet. Maar u geeft toch den schijn.
(Dan moet gij uwen geestelijken raadsman het
onderscheid eens vragen 1 usschen schijn en wer
kelijkheid, tusschen schijn en wezen; waar onze
actie u aan doet denken is uwe zaak, wanneer
gij maar niet denkt, dat liet ons „nergens om
te doen is", deze woorden zijn door ons nooit
gebezigd, en met beuzelingen die nergens toe
dienstig zijn houden wij ons niet op. liet is ons
onder meer er om te doen onzen tijd, onze
medeinenschen, onze geschiedenis te begrijpen
en aan anderen begrijpelijk te maken. Het is
ons onder meer er om te doen daarbij niet de
vraag te stellen of wij er Jan een genoegen
mede doen of Piet. Het is ons onder meer er
om te doen kennis, inzicht, begrip te vergaren
en te verspreidenomdat kennis en inzicht is
macht over natuur en zonde. Het is er ons om te
doen aldus mede te werken dat de door een
afschuwelijk elericalisme bedorven atmosfeer
in ons vaderland langzamerhand worde gezui
verd. Wij verzoeken den inzender een volgend
maal zakelijker en beleefder te zijn dan aan
dit slot:) Het doet mij zoo denken aan den wolf,
die geregeld om den schaapstal loopt te huilen
en toch zegt het is mij nergens om te doen.
I' dankend voor de verleende plaatsruimte
teeken ik mij, J.G. van Kessel.
Wij willen onze polemiek niet den heer Van
Kessel sluiten met eene aanhaling uit de rede
door prof. P. J. Muller bij de oprichting van den
christelijk-historischen kiezersbond (toen die nog
niet aan den leiband van Kuyper liep) gehouden,
waarin hij zeide: „Overal waar Rome de baas
wordt komt vroeg of laat revolutie", eene uit-
spraak sedert door het gebeurde in Frankrijk,
Portugal en Spanje en door het uitblijven eener
revolutie in Italië schitterend gestaafd.