ONAFHANKELIJK ORGAAN VOOR NEDERLAND. n De roepstem aan het Nederlandsche volk. 5e jaargang. ZATERDAG, 17 JUNI 1911. No. 24 Het Bloemendaabch Weekblad. Prijs per halfjaar f 1.25 vooruitbe taling. Prijs per nummer ('0.10 Advertentiën 10 cents per regel bjj herhaalde plaatsing korting. Mededeolingon van aller'ei aard aan de hoofdredactie schriftelijk Vijvorweg 7 te Bloemendaal -> Alle mededeelingen de administratie, advortentiön enz. botrefl" ndo Ged Oude Gracht 03, Haarlem Telefoon 141. Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regelinc van het auteursrecht. Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden. Ile raad vergaderde Dinsdag 13 GEMEENTE- Juni 1.1. des voormiddags te 10 BESTUUR. uur. Voorzitter de burgemeester. De wethouder De Waal Malefijt, benevens de heeren C. ,T. Uoozen, Bijvoet, Koolhoven en Bispinck waren afwezig. Na eene langdurige ziekte was de wethouder Van Hooft' heden voor het eerst weder ter vergadering. Na voorlezing der notulen, die onveranderd werden goedgekeurd, heette de voorzitter den lieer Van Hooft' welkom, zijn genoegen te kennen gevende dat deze na een langdurig en pijnlijk ziekbed wederom voor het eerst in den raad zit. Spr. hoopte dat de beterschap van blijvenden aard zal zijn, met welke begroeting en wensch raad door applaus zijne instemming betuigde. De heer Van Hooff sprak zijn dank uit voor ,1c hem betoonde hartelijkheid en belangstelling .(•durende zijn ziekte van den raad ondervonden. Alvorens tot behandeling der agende over te aan bracht de voorzitter eerst nogeenige woor den van waardeering aan den heer Koolhoven, die op zoo flinke en sympathieke manier de auctie van plaatsvervangend-wethouder heeft aargenomen tijdens de ongesteldheid van den •er Van Hooft'. Ook nu weder gaf de raad door pplaus blijken met het gesprokene in te stemmen. Thans werd aan de agenda begonnen. Onder ingekomen stukken bevond zich een schrijven van den heer A. Roezen Sr., waarin deze mede deelde als lid van den raad te bedanken. De voorzitter gaf uiting aan zijn gevoelens door te verklaren dat het hem speet dat de nestor van den raad, die 42 jaren raadslid is geweest, dit besluit heeft genomen; hij eer- liiedigt het echter en wenscht den heer Roozen nog een langdurig leven toe, hem hulde brengende 'or hetgeen hij in den raad voor het belang icr gemeente heeft gedaan. (Applaus). De heer Roozen sprak den voorzitter toe, doch deed dit op zoo'n gedempten toon, dat het voor "iis onverstaanbaar was. Onder de ingekomen stukken bevond zich een -chrijven van de heeren André de La Porte, ter Gast, Joh. G. Heil, A. Koolhoven, A. J. Jleyerink (Instructeur), Jhr. D. F. Reuchlin, 1'. Tideman, Jhr. G. C. Quarles van Ufford, G. D. Uhlenbroek en J. C. Wolterbeek, met verzoek, om gedurende één ochtenduur per week van 7'j..8' uur van het Gemeente Gymnastiek lokaal "te mogen gebruik maken, teneinde onder leiding van den leeraar A. J. Jleyerink gymnastiek en schermkunst te beoefenen. Van het hoofd der school, den heer A. IJzerman, was bericht ingekomen dat er zijnerzijds geen bezwaar bestaat, de gymnastiekzaal voor den gevraagden tijd in gebruik te geven. Echter oordeelde de heer IJzerman het wenschelijk, de schoolschoonmaakster eene extra belooning te doen toekomen, daar zij telkens het lokaal in orde zal moeten brengen voor de gewone gym nastieklessen, die 's morgens om 9 uur beginnen. Op voorstel van B. en W. willigde de raad het verzoek in, met bepaling, dat door adressanten wekelijks een vergoeding zal worden gegeven van f 1.25, waarvan f 0.25 voor de schoon maakster. Van het Provinciaal Bestuur van Noordholland FEUILLETON. 2) door HENRI. De bijzonderheden van De Genestet's huiselijk en familieleven, zijn levensbijzonderheden in 't algemeen, afgescheiden van zijn loopbaan als dichter, zijn bij het tegenwoordig geslacht niet algemeen genoeg bekend, om ze hier niet even te schetsen. Door groote gebeurtenissen, door schitterende daden, heeft dat leven zich niet gekenmerkt. Een groot man, in de beteekenis die men gewoonlijk aan dat woord hecht, was De Genestet niet, noch in Staat, noch in maat schappij, noch in kerk. Het waren de ervaringen, veelal droeve ervaringen, van huiselijken, in 't algemeen van innigen aard, die voor een groot deel de richting van zijn leven, inzonderheid van zijn aan de kunst gewijd leven hebben be paald. Maar het woord kunst moet hier in bijzondere beteekenis worden opgevat; in dien zin namelijk, dat de kunst bij hem geen van de natuur, geen van den menscli afgezonderd bestaan had. Zijn woord„in raads'len wandelt de mensch op aard", scheen overigens wel met zijn levens geschiedenis in overeenstemming. Deze man, die zich geheel gaf aan de zijnen en aan zijn volk, voor wien liefde het hoogste goed was, had nooit een wezenlijk ouderhuis gehad, had heel vroeg zijn moeder verloren, ja zelfs zijn vader nooit gekend. Eeh grootmoeder voedde hem eenigen tijd op. Later kwam hij bij zijn oom en voogd, den bekenden schilder Krüseman te Amsterdam, in wiens gezin hem veel van zijn groot verlies door liefderijke zorg vergoed werd. Hij studeerde aan het toenmalige Athenaeum illustre en, remonstrant, later aan het seminarium der remonstrantsche broederschap. was een missive ingekomen, bevattende de goedkeuring dei- af- en overschrijving op de begrooting van uitgaven voor den dienst van 1910, d d. 4 Mei 1911, in totaal bedragende f 7150.—. Hierna werd een kleine discussie gevoerd, hoofdzakelijk tusschen den voorzitter en den heer Teding van Berkhout als lid der financieele commissie over het aankoopen van een nieuwe archiefkast. Aangezien de heeren het niet eens werden, besloot de raad dit punt tot een volgende zitting aan te houden. Op advies der financieele commissie zullen aan het politiebureau en de daaraan grenzende woning van den gemeentebode Heitlager eenige reparaties worden aangebracht. Voorts was ingekomen een schrijven van de heeren A. Janssen en P. Janssen, bloemisten te Overveen, waarin om ontheffing van een bepaling der bouwverordening werd gevraagd voor het bouwen eener loods tot berging van bloembollen aan den Bloemendaalscheweg, sectie A No. 3322. Hoewel aanvankelijk door B. en TV. ongunstig was geadviseerd, op grond van het uit de rooilijn komen te staan dezer schuur, bleek het argument van den heer Teding van Berkhout, dat latei- als de thans zich daar bevindende' gebouwtjes zullen worden opgeruimd, de loods dit lot ook wel zal deelen, pakkend genoeg om den raad en ook B. en W. het verzoek te doen inwilligen. Van het gemeentebestuur van Alkmaar was een schrijven ingekomen, houdende het voorstel om eene gemeenschappelijke^ regeling aan te gaan, tot toelating van kinderen uit de gemeente Bloemendaal op de openbare scholen te Alkmaar. Aangezien het aangaan eener dergelijke regeling voor Bloemendaal niet noodig werd geacht, be sloot de raad in dezen zin het gemeentebestuur van Alkmaar te antwoorden. Ten slotte behandelde de raad als ingekomen stuk een request van bewoners van Aerdenhout waarin werd gevraagd om een aansluiting op de aiiisterdamsclie waterleiding. Door de heeren Mr. Jacometti, Teding van Berkhout en Van Tienhoven was een schriftelijk voorstel ingediend, waarbij B. en TV. werden uitgenoodigd vóór 1 Juli a. s. mededeeling te doen of de amster- damsche waterleiding genegen was een zoodanige overeenkomst aan te gaan. De heer Van Tienhoven lichtte liet adres eenigs- zins uitvoerig toe. Spr. was van meening dat het een tijdelijke maatregel zoude zijn. Als de gemeente later zelf een leiding aanlegt, kunnen de buizen waarvoor de kosten op f20.000 geschat worden, weder gebruikt worden. Nu Velsen zich van het gemeenschappelijke plan heeft uitgeschakeld, heeft dit bij adressanten den doorslag gegeven het request in te dienen. Uit de berekening blijkt dat de gemeente zonder finantieele offers het verzoek zou kunnen inwilligen. Erzullen noodig zijn 6000 M. buis a f 2.50 per strekkenden Meter, maaktj met diverse onkosten die geraamd worden op f5000.een bedrag van f 20.000. Neemt men 60 bewoners, die elk 100 M3. water gebruiken 4 25 ct. per M3., dan bedragen deze inkomsten flöOO.uit welk bedrag de rente en aflossing, zijnde 6van f20.000, f1200.waar bij komt 6000 MA watera 6ct., f360.|in totaal dus f1560.bestreden kun nen worden. De lieer Teding van Berkhout acht het niet gewenscht dat, mocht dit plan verwezenlijkt Tiele heeft van hem getuigd, dat liij nooit een echte theoloog is geweest. Dat kwam waar schijnlijk daardoor dat hij, natuurmensch en gevoelsmenseh in de eerste plaats, vóór alles oprecht en waar, zich niet kon verbroederen met de dorre vormen, waarin de wetenschap, vooral de theologische wetenschap dier dagen zich placht te kleeden. Die dorre vormen konden zijne ergernis opwekken, tot onbillijk wordens toe. Die vormen, het verwaande, ongenaakbare standpunt der theologen, de buiten natuur en waarheid omgaande preektoon hinderden hem geweldig; meermalen stelde bij ze onbarmhartig aan de kaaken toch was hij een echte remon strant, in zooverre als hij verdraagzaam was in de hoogste mate. Op 23 jarigen leeftijd werd De Genestet propo nent en is toen als predikant der remonstrantsche broederschap werkzaam geweest, eerst te Moor drecht, later te Delft, een werkkring die, opgevat zooals hij dat deed, voor zijn zwak en zenuw achtig gestel veel te zwaar was. Zijn kanselrede nen moeten voor eenvoudige menschen minder geschikt zijn geweesthet waren meesterwerken in hun soort. Hij wilde alleen uitstekend werk leveren. Had hij zich bepaald tot een hartelijk gemoedelijk woord, zooals hij zich als dichter zoo vaak gaf, dan zou het evangelie, zooals hij dat begreep, misschien nog meer zijn weg tot de harten hebben gevondennu smaakte hij vooral de voldoening om de kleine Delftsclie gemeente tijdelijk tot grooten bloei te brengen en al wat ontwikkeld was of naar ontwikkeling streefde, om zich heen te vereenigen. In hetzelfde jaar waarin hij het openbare loven intrad, was De Genestet te Bloemendaal ge trouwd niet Ilenriëtte Bienfait, eene verstandige en hoogst ontwikkelde vrouw, die in zooverre een contrast met onzen beweeglijken dichter, met zijn niet kalm gestel, vormde en hem toch de zeven gelukkigste jaren van zijn leven schonk. Het moet een heerlijke gedachte voor liem zijn ge weest, daar met haar te worden vereenigd, waar zijn plekje op aarde was, hem boven alles dier baar dat plekje, waar hij zoo gaarne had willen blijven en den vrede zoeken waarnaar zijn hart zoo vurig verlangde, waarheen zijn drooinen hem worden, de nieter bij het pompstation komt, doch wil deze liever geplaatst hebben op een hem behoorend stukje grond aan den Zandvoortschen straatweg bij de Leidschevaart, hetgeen hij hier voor beschikbaar stelt. Hierna besluit de raad met algemeene stem men B. en W. te machtigen de noodige stappen in deze te doen. De ingekomen stukken afgehandeld zijnde ging de raad aan punt 2 der agenda: „Aanvulling van den rooster van aftreding der leden van den raad", en nam het besluit dat liet aantal raadsleden, dat af moet treden in 1913 en vol gende jaren bedraagt 4, in 1915 en volgende jaren 4 en in 1917 en volgende jaren bedraagt 5. Bij punt 3 benoemde de raad de volgende leden en plaatsvervangende leden der stem- bureaux voor de eventueele a.s. periodieke ge meenteraadsverkiezingen. Ie District. A. Koolhoven, Voorzitter. 2. Mr. A. W. Jaco metti. 3. I. L. J. Bispinck. 4de lid Jhr. B. de Jonge van Dampens Nieuwland. Plaatsvervangende leden. 1. W. F. van Hooft'. 2. P. Asjes. 3. Mr. C. P. Donker. 4. A. A. G. de Petit. 5. G. H. J. Desandré. 6. II. M. Heeren. 7. II. Hogenbirk. 8. F. J. van Baars. 2e District. Jhr. A. Bas Backer, Voorzitter, ambtshalve. 2. A. F. Bijvoet. 3. C. J. van Tieuhoven. 4de lid A. J. van der Flier. Plaatsvervangende leden. 1. C. J. Roozen. 2. L. G. Prins. 3. J. B. Bos. 4. F. W. baron Van Tuyll van Serooskerken. 5. II. W. van Delden. 6. E. C. van Son. 7. A. J. Bijvoet. 8. Mr. II. P. Berdenis van Berlekom. 3e Disti-ict. A. van der Hulst, Voorzitter. 2. Jhr. Mr P. Teding van Berkhout. 3. W. J. de Wild. 4de lid J. van Snippenberg. Plaatsvervangende leden. 1. A. J. de Waal Malefijt. 2. P. W. Voet. 3. P. A. Roozen. 4. F. J. Eldering. 5. Jhr. J. E. van Panhuys. 6. A. H. Holdert. 7. J. C. Bunge. 8. Dr. D. J. Bierens de Haau. Vervolgens keurde de raad bij het 5e punt goed de volgende „Verordening tot wijziging van de verordening op de heffing van een hoofde- lijken omslag in de gemeente Bloemendaal". Artikel 1. Artikel 1 van de „Verordening tot hefting van een lioofdelijken omslag in de gemeente Bloemendaal", vastgesteld den 22sten Augustus 1901, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 3 Maart 1902 No. 51 en gewijzigd bij raads besluiten van 13 October 1904 en 7 Mei 1908, welke wijzigingen respectievelijk goedgekeurd werden bij de koninklijke besluiten van 23 Decem ber 1904 No. 8 en 13 Juli 1908 No. 65, wordt gelezen als volgt: Te beginnen niet den lsten Januari 1902 zal ten behoeve der gemeente jaarlijks worden geheven een hoofdelijke omslag, tot een maxi mum van 50.000. Elk jaar zal bij de vaststelling van het kohier het percentage worden bepaald, dat van het inkomen der belastingplichtigen zal geheven worden. Artikel 2. De verordening op de invordering dreven met stille liefde en trouw; dat plekje waarvan hij zong: „Waar rijzen zoeter geuren? Waar mengelt de avondstond Zoo vriendelijke kleuren, Zoo lieflijk bruin en blond? Ik weet geen lentedreven Zoo rijk aan melodij Waar had ook 't jonge leven Een blijder glans voor mij? Wat ons in die dagen, De Genestet's weelde- dagen, het meest in hem aantrekt dat is dat hij, te midden van zijn groot geluk, bij de liefde van vrouw en kinderen, bij zijn niet ongezegenden arbeid in den dienst van het evangelie, nooit vergat te denken aan het gemis en het lijden van anderen, aan het kruis, dat overal, ook te midden van een lentegaarde rijst. Daarvan getuigt zijn gedachte aan het arme moedertje, dat zoo alleen en zoo bedroefd en zoo zwaar beproefd was; aan het moedertje dat staarde in 't verlaten wiegje, op 't nog in 't rond zwervende speelgoed van het doode kindje, wiens popje ze kuste met bleek bestorven mond. En dan daartegenover geschilderd dat lieve vrouwtje, slank en schoon, dat Vrouwtje dat rijk en jong is en bemind wordt; dat vrouwtje dat door een arm, in lompen gekleed moedertje om een aalmoesje gevraagd wordt voor het zieklijk wichtje in haar armen; het rijke vrouwtje, dat dan in vertwijfeling uitroept„Ben ik dan rijk? Mijn God, ik heb immers niets, zij schatten in haar armen?" Daarvan getuigt dat heerlijke „Op uit uw armstoel, naar het stroodak in de verte 1 Der armen Heiland roept in guren winternacht. Op, uit uw blij gezin, naar 't eenzaam huis der smarte Ween met die weenen, trouw en zacht. Getuige ook dat innige woord uit een lied van lijden „O God, waar hier op aard wel 't innigst wordt gestreden Aan 't kinderziekbed, HeerDaar buigt ook 't twijflend hoofd, van een hoofdelijken omslag, vastgesteld bij raadsbesluit van 22 Augustus 1901, wordt onver anderd mede op de gewijzigde verordening van toepassing verklaard. Artikel 3. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden den lsten Januari 1911. Verzoeken om ontheffing van bepalingen dei- Bouwverordening waren ingekomen van: den heer G. J. van der Vliet, te Overveen, voorliet bouwen eener serre ter breedte van 2 M. binnen den afstand van 10 meter van den Nieuwen Zijlweg, aan het perceel kad. Sectie B, No. 2258 den lieer II. C. Reinders Folmer, directeur der N. V. Maatschappij „Veenduin", voor het bouwen eener houten serre aan liet perceel gelegen aan den straatweg en Donkerelaan, kad. Sectie A, No. 5961. Op beide aanvragen beschikte de raad afwijzend. Voorts van den heer G. W. Vinke, koopman, Jan Luykenstraat 52, Amsterdam, voor het bouwen van een villa op een terrein kad. Sectie A, No. 6193 aan den Parkweg te Bloeinendaal. Op ad vies van den gemeente-architect besloot de raad vast te stellen den afstand tusschen de te bouwen villa en de grens van liet belendend terrein te bepalen op 8 meter. Hierna keurde de raad, op advies der finan tieele commissie, goed bij punt 7. Af- en overschrijving dienst 1910. In totaal ƒ8566,835 punt 8. Suppletoire begrooting dienst 1910. Inkomsten ƒ1250. U itgaven 1250.— jiunt 9. Betalingen uit den post voor on voorziene uitgaven. Totaal ƒ2660.94 Bij punt 10 nam de raad het besluit om voor de som van één gulden van de Eerste Kennemer Bouw-Maatscliappij in eigendom over te nemen den Prof. van Vlotenweg en den verbindingsweg tusschen dezen laatsten en de Korte Kleverlaan, met de daarbij behoorende voetpaden en trap en de daarin gelegen kunstwerken, zoomede de op die wegen aanwezige beplanting. Omtrent de overname van wegen van den lieer jhr. mr. P. Teding van Berkhout zal door B. en W. advies worden uitgebracht. Met blijkbare voldoening ontving de raad van den voorzitter de mededeeling dat de lieer mr. H. Enschedé aan de gemeente eenige beplante strooken grond langs de Zuidlaan ten geschenke aanbood. De schenking werd dankbaar aange nomen terwijl de goedkeuring van ged. staten zal worden aangevraagd om de gronden te aanvaarden. Bij de rondvraag bracht de heer Van Tien hoven het gebroken putdeksel op den Bloemen daalscheweg ter sprake, waardoor groote onge lukken hadden kunnen ontstaan. Ook wees spr. op het ongerief, vooral voor rijtuigen, ver oorzaakt door het openliggen der straat bij de rioleeringswerken aldaar en drong er op aan dat dergelijke werken voortaan zoo spoedig mogelijk worden gedicht. Tijdens de drukte der beide Pinksterdagen was de toestand ellendig. De voorzitter deelde mede dat blijkens een door den gemeente-architect ingeleverd rapport aan niemand schuld ten aanzien van het deksel was te wijten. Door de zwaarte der stoomwals was liet deksel geknapt. Op een vraag van den heer Van Tienhoven of het geen voorkeur verdiende voortaan ijzeren inplaats van cementen deksels te gebruiken, be- Des fleren mans zich neer met staamlende gebeden Geen moeder die niet bidt en in haar God gelooft Maar wanneer hem dan daarbuiten zooveel gegriefd had in 't aandoenlijk harte, dan bloeide weer troost voor smarte in zijn huislijk lief. Dan was het „Wat me ook treurig tegenviel lil deze aardsclie dreven, Niet de reinste droom der ziel, 't Zoet van 't huiselijk leven! Niet de weelde en 't rijk genot, Dat uit kinderoogen Straalt ten troost in 's menschen lot, Vrede, zegen, licht van God, Glimlach uit den Hoogen. En dan „Als ik mijn huis alleen, mijn zoet geluk aanschouwe, De moeder niet haar kroost gezegend en bemind, Dan rijst diep uit mijn hart, de lofzang Uwer trouwe. Dan looft LT, stille, olieer, Uw rijkgezegendkind. En, het griefde hem zoo diep als hij, te mid den van zijn eigen, toen nog ongestoord geluk, bedacht dat hij wel eens zelfzuchtig was geweest, of ook maar minder diep had gevoeld. Dan was het: „Helaas, ik zag tneer rouwe en raadselen in dit leven, Dan waar mijn zorgloos hart, mijn ijdle jeugd aan dacht Een nachtegalenkoor sloeg in mijn lentedreven En 'k hoorde, o armen, niet uw bittere lijdensklacht. En dan bad hij „Vergeef me, o God, ik weet wij hebben 't kruis van noode, En lijden dringt tot U de ziel die U verlaat, Doch menig lijden schijnt me een raadselvolle bode, Wiens taal uw schepsel niet verstaat." Helaas, hij zou de taal, die de raadselvolle bode spreekt, spoedig keren verstaan. (I('<wdi vervolgt1)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 1