ONAFHANKELIJK ORGAAN VOOR NEDERLAND. feuilleton. Twee vriendinnen. jaargang. ZATERDAG, 2 SEPTEMBER 1911. No. 35 Het BIoemendoolKh Weekblad. i Prijs per halfjaar f 1.25 vooruitbe taling. Prijs per nummer fO.lü Advertentiën 10 cents per regel bij herhaalde plaatsing korting. Mededeelingen van aller'si aard aan de hoofdredactie schriftelijk Vijverweg 7 te Bloemendaal Alle mededeelingen de administratie, advertentiön enz. betreffende: Ged Oude Gracht 63, Haarlem. Telefoon 141. Het antenrsrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Jnni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het antenrsrecht. t nummer bestaat uit 4 bladzijden. Bennecom, 27 Augustus 1911. Mijnheer de Redacteur. Toevallig kwam mij dezer dagen uw rtikelenreeks „Gemeentebeleid", voor- omende in de nummers van uw blad an 1.1. 21 Januari e. v., ter. hand. Daarin wordt door u het een en ander n-degedeeld omtrent het plan voor eene liercommunale waterleiding. Bij ons heeft men een dergelijk plan ok gehad en zoo kwam ik er toe aan w artikelen aandacht te schenken, u wens ik heb dit jaar te Bloemendaal tusschenpoozen verschillende dagen ijner vacantie doorgebracht en stel be- ïg in uwe gemeente; ook ben ik niet lekend met eenigen uwer gemeente notabelen, doeltreffende en flinke •men die ik ook van vroeger ken, .vie ik ware achting heb toegedragen :e nog mijne warme belangstelling en. Wanneer ik u thans verlof vraag uogenblik met u te schertsen over gemeentelijke toestanden, dan stel orop dat ik in een en ander vrij ;g thuis ben, maar heeft dit in /.aak ten doel u en uwe dorps- Men gelukkig te prijzen en u wat t hart te binden; want dit heb ik loemendaal wel bemerkt; gij moet gevleid en geprikkeld worden, wilt r toe komen den wijzen weg te n, b.v. dien van alles zoo te laten het is. Komt er ook een enkele 3 toon uit mijn instrument, wil mij n niet te zwaar aanrekenen, ik ben huis uit niet zoo schertsend gezind ile natuur gaat zoo licht boven de u der meest uitnemende mannen ,ve gemeente misschien wel in de ncie om niet te zeggen het vader- is uw wethouder A. J. de Waal ijt, men noemt hem uw wethouder oublieke werken maar men kan hem meer recht als eere-naam geven, >l\ van wethouder van werken in de "ia luw en de duisternis, omdat hij van n alle roem en eerzucht mijdt, en i vis op den achtergrond treedt of aan l' oog ontsnapt, wanneer men waant hei' op heetterdaad aan het werk te Die bescheiden man verdiende door uwe dorpsgenooten veel beter begrepen ..orden. Mag ik door uwe bemiddeling poging wagen hen daarin te helpen? heer A. J. de Waal Malefijt gaat recht op zijn doel af, en wie weet w '.ijn doel is, zal hem daarin geen •rigelijk geven. Wie ter wereld trouwens i- in den tegenwoordigen tijd gediend au een optreden van wildemannen, ;n woeste en hartstochtelijke karakters, Ci.- den eenvoudigen burgerman met hun 1 vermaken den schrik om het hart jagen? Seen, een groot man moet naar het uiterlijk zijn, zooals de lieden van de kleurlooze middenstof van binnen zijn „bezonnen genoeg om enkel de zekere „en algemeen erkende waarheden te „huldigen", en het verschil tusschen een groot man en zulk een kleurloos man is alleen dus, dat eerstgenoemde in zijn bin nenste heel iets anders najaagt dan het zekere, heel iets anders erkent dan de waar heid, want grootheid zoekt het onzekere en onwaarheden zijn voor de groeten de fijnste wapenen bij het najagen van hun verre bedoelingen. Werken in stille en bescheiden schaduw, daden van duistere grootheid, dat is de roem van een der grootste Overveners onzer eeuw. Een groot man heeft voor klein werk geen tijd maar zoo sterk werkt zijn geest ook in zijn afwezigheid dat al het kleine dat zijn naam draagt, toch op groote schaal geschiedt. De Koepellaan, het voetpad pas voorzien van beharding, werd een oogenblik later maar weer opgebroken en aldus 't gemeentegeld goed beschouwd tweemaal besteed, de zakput in Duin en Daal werd eerst gemaakt van cement- ringen van te kleine afmeting, later was alles er weer uit te halen om de gesta pelde put te maken die men volgens overeenkomst maken moest, feitelijk een dubbel benutten van de nijverheid der werklieden. Er wordt met oordeel des onderscheids uitgegeven, d. w. z. men legt wel degelijk onderscheid in datgene, wat men doet en wat men had moeten doen en scherpt aldus het oordeel en dit alles geschiedt reeds zonder dat De Waal Malefijt er zich persoonlijk mede bemoeit, zooals hij ook niet persoonlijk medemaakt de toertjes, die de dreunende stoomwals door de Dorpstraat maakt en die de electrische lampen doen springen. Deze wethouder moet worden bekeken onder het vergrootglas zijner waterleiding- politiek, dan zien wij zijne deskundigheid, zijne betrouwbaarheid in waren omvang. Met zorg worden door hem zijne helpers gekozen, mannen, die nagenoeg kosteloos aan de gemeenschap hunne vruchtbare diénsten leenen, zoodat zij gezamenlijk zonder blozen gerust 13000 in rekening kunnen brengen voor werk waarvoor de raad gemeend had met 3000 te kunnen volstaan. Ook het karakter en de des kundigheid van zijne helpers zijn boven twijfel verhevenaan misleiding hebben zij 't land, zij zijn doorkneed in hun vak en het is alleen aan politieke partijzucht toe te schrijven, dat hun voorman, de heer R. Kuipers, in zake de Zuid-Bever- landsche waterleiding zoowel in de Tweede kamer en in de Eerste als bij de regeering met eene snelheid van 0,6 in blijvende ongenade is gevallen. Dit alles is van des te grooter gewicht voor uw dorp, omdat de pogingen èn van Amsterdam èn van Haarlem om u goedkoop water te verschaffen (Haarlem wilde bij een nieuw te sluiten contract den prijs door de staatscommissie doen IX. Marylief! .it'll onderwerp voor jonge meisjes." Neen, je hebt gelijk, zonden we daarom niet beter do het thema: echtscheiding en huwelijk te lat; 11 varen? Niet om de reden evenwel die gij opgeeft, n.l.omdat wij, jonge meisjes geacht wor.len onze bolletjes slechts vervuld te hebben van beuzelarijen, of omdat een jong meisje be- s'ijuiiwd wordt als een bovenaardsch, etherisch wezen, dat door het ruwe leven gedood zou ore en. Trouwens, stel je gerust, onze tijd is dat onzinnge denkbeeld al lang te bovenEn z\ is maar gelukkig ook Een kenmerkend ver- bi isel daarvan is het feit, dat er tegenwoordig zoov el getrouwd wordt in reiskostuum. Dacht men daar vroeger niet aan? Beware! Een bruid behoorde te zijn gekleedin het wit met een sluier voor het gelaat! Nu is die sluier terugge bracht tot hoogstens een zéér dun voiletje om dc n vilten reishoed, waarachter ons bruidje het nieuwe leven, dat ze intreedt, met wijdopen oogen in! ijkt. Heel verstandig, maar ook: heel nuchter, helaas! Met het oude, dat ongetwijfeld zijn ver keerde zijden Md, verdwijnt ach, zooveel poëzie uit ons dagelijksch leven Voor ik evenwel van ons onderwerp afstap, wil ik hier voor de aardigheid een huwelijks1 preekje afschrijven dat dominé Vermaren ik zeg niets, beste Mary, maar mag tegenover jou toch wel zijn naam noemen, zijn woorden aanhalen, zonder toespelingen op zekere méeningen van mij omtrent zijn en jouw persoon dat ds. Ver maren dus hier verleden Dinsdag bij een trouw- dineetje hield na de inzegening van het jonge paar door vader in de kerk. De dochter van onzen burgemeester trad in het huwelijk met een broer van ds. Vermaren, die hier dokter is, en nu hadden de beide predikanten, vader en jouw ik bedoel onze vriend, bun toespraken onderling zoo geschikt. Vaders preek zal ik je niet overbrengen, je kunt je die voorstellen als we in onze brieven redeneeren op een wijze welke zwaarwichtig dreigt te worden, dat ik niet kon nalaten hem het kladje afhandig- te maken, dat ik hier overpen: „Mijne Vrienden „Men heeft het huwelijk zoo vaak vergeleken „met een bootje, de Liefde aan liet roer dat „moedig de onstuimige zee des levens insteekt. „En zeer zeker was die vergelijking een juiste. „Het leven is als een zeenu eens zacht glanzend vaststellen, en Amsterdam was in be ginsel niet ongenegen om in den Aerden- hout water te leveren voor 6 cent de M3.) zoo zot van coulance zijn, dat zij in elk ander dorp, in elke gemeente zonder zulk een groot man als De Waal Malefijt kans van slagen zouden hebben hetgeen eene onoverkomelijke ramp ware. Want immers eene gemeenschap kan alleen gezegd worden te bloeien, wan neer zij volgens de denkbeelden van groote mannen groote werken sticht, waarbij het niet afdoet of die werken noodig zijn of duur, maar of zij tot de meerdere Eere der grootheid van den Groote dienstig zijn, nu enhierna, wanneer eenmaal zijne Assche vergaderd zal zijn tot het stof der gebenedijde Vaderen. Men zij bij u toch op zijne hoede, late zich niet verblinden door woorden als: zuinigheid, gezond verstand, nuttigheid, dat zijn kleine woorden, in het kader uwer groote gemeente niet passende. Groote woorden behoeft zij, groote werken, groote begrootingen, groote uitgaven. Wie het anders weet, weet het niet; er wordt bij u te weinig belasting betaald, alles is er krenterig alleen de grepen die een De Waal Malefijt, voor zich zelf met een handvol rijst tevreden, in de algemeene kas doet zijn forsch en stemmen tot opgewekte verbazing. Laat mij u een raad geven. Zorg dat het zoo blijve, verhoed dat die nieuwe raadsleden een spaak steken in het wiel van den Groote; laat het elkaar ontzien omdat :nen elkaar nog wel eens noodig kan hebben èn gezelligheid, eene combinatie in het engetsche openbare leven humbug genoemd, in de schaduw van den boom van het minzaam onderling vertrouwen den boventoon blijven voeren; uw dorp is zoo mooi, de menschen zijn er zoo goed, dat men daar waarlijk niets behoeft te verwachten van die eigenwijze ja ver waande lieden, welke overal hun neus in steken en die alles aan de openbaar heid prijs geven, alsof het ware open bare Leven niet één groot geheim zou zijn; zorgt gij dat als die bedilzieken niet afdruipen, al wat belangrijks te geschieden heeft, geschiede in het geheim, want nergens bloedt de Waar heid uit zoovele wonden èn nergens verspreidt Zij dus hare warme levens- stroomen naar zoovele zijden als in den kelder van het maatschappelijk leven. De grootste daden, althans misdaden ter wereld zijn altijd in kelderachtige duis ternis bedreven. Uw vriend, I RONIOUS. Is het begrijpelijk? (Badplaats-cathechismus in 20 vragen en één antwoord). 1. Dat in een badplaats de afstand tusschen de 4 grooten (bijvoorbeeld de burgemeester, hèt raads lid, dè dokter en de gemeentesecretaris) en alle Twee onzer nieuwe raadsle'den. De heer J. van Stolk. De beer Ch. F. de Roo van Alderwerelt. anderen, die klein zijn, van 15 September tot 15 Juni enorm is? 2. Dat daar buiten het seizoen is Gezag, rilling en beving der winkelieren, bewonderend gapen bij de arme luiden, en geregeld het elkaar in de ribben stooten met de woorden„daar komt I an!?" 3. Dat met 15 Juni de eerste verademing komt, en de dorpelingen allengs weder zelf over een en ander wagen na te denken, zoodat er reeds in 't begin van Augustus één raadslid is, dat eene eigen meening durft te uiten? 4. Dat de tijd (tot 15 September) dan al aardig opschiet 5. Dat er tegen September zelfs eene soort algemeene ontspanning dreigt te komen? 0. Dat wanneer daar in Augustus een brandje uitbreekt, er de grootste pret ontstaat? 7. Dat de wethouders dan, bij afwezigheid van den burgemeester dat brandje op eene verstan dige wijze trachten te beperken, doch een gewoon spuitgast er eens flink de vlam in jaagt, opdat de pret reusachtig worde? 8. Dat iedereen dan daarbij de boel het huis uitdraagt en op straat stuk gooit om opnieuw te beginnen vooral met pendule's, spiegels, glas werk en meer ratelend gesnor? 9. Dat, wanneer daar eenmaal de gewoonte bestaat om heerschende dipbterie te verheime lijken, tenminste de inhoud van een beerput naast de welput wordt begraven opdat later althans eenige andere ziekte officiéél uitbreke? 10. Dat om toch iets te doen in bet algemeen belang de autoriteiten zich bezighouden met de aanwezigheid van ziektegevallen in concurreerende badplaatsen 11. Dat men baat koesterend jegens uitstrooiers van onware berichten naar bet buitenland tele grafeert, dat er geen typhus beersebt? 12. Dat men echter tevens haat koestert jegens de waarheid, door te verzwijgen dat er wel ge vaar is voor diphterie? 13. Dat de autoriteiten die zich met al dat koesteren belasten, zieh aldus uitnemend popu lair maken in die maanden dat bun Gezag taant 14. Dat dit alles voor de regeering van land en provincie eene voortreffelijke geruststelling is, vooral wanneer de gemeentelijke Grooten bun vrijen tijd besteden aan het zwart maken van lieden, die zij eerst in opspraak brengen? 15. Dat de winkeliers in het einde van Juli nog te weinig vrijheid hebben ingeademd om „in het milde zonlicht, dat schalksch blikkert „op de rimpelende golfjes, vriendelijk, teeder „dan weder in toornige bruising opzwiepend „huizenhooge baren, schuimbekkend, terwijl daar boven bet uitspansel grauw somber ziet en de „zon is schuil gegaan achter zwarte wolkgevaarten. „En bet alomme bang is van naderend onheil. „Het leven is als een zee, wisselend, on bestendig, „en liet huwelijk is als bet bootje, aan de wateren „prijs gegeven, zoo niet de Liefde aan het roer „stond en waakte met bedachtzaam oog. „Vrienden! de tijd, waarin wij leven, is eenigs- „zins verschillend van dien, waarin de menschen „die gelijkenis van de huwelijksboot uitdachten. „De jaren vlieden voort, de menschen komen „en gaan, en de denkbeelden met ben. Inweer- „wil van het oude woord, dat daar niets nieuws „is onder de zon, zou ik willen zeggen: daar „komt telkenmale iets nieuws onder de zon. „De tijden dat zee en zeeschepen het belang rijkste deel vormden van de middelen tot verkeer, „zijn welhaast voorbij. Wij staan aan den rand „van nieuwe tijden, wondere, wonderbare tijden, „waarin aller oog niet langer omlaag zal blikken, „maar: omboog! De blauwe oneindigheid boven „onze hoofden zal dan niet langer wezen een „leege, ongebruikte, werkelooze ruimte, waarin „ijle nevelen verdroomen of een enkele vogel traag „voorbijwiekt als een nauw zichtbaar stipje „maar vól van leven, van arbeid, van menschen „Tijden, waarin des dichters woord eerst recht „zal gelden „Hoog omhoog, het hoofd naar boven! „Hier beneden is het niet! „Zoo zal dan ook welhaast de oude gelijkenis „van het huwelijksbootje afgedaan hebben, of „althans dienen te worden gewijzigd. „Het leven is als de zee het leven is als „de lucht. „De zee is op de aarde, is deel dier aarde zelf „de lucht is er bovenis een deel dier aarde in „zooverre, dat ze er omheen blijft, maar ze is „er boven „Vrienden, ons leven zij als die lucht! bij de „aarde, om de aarde, maar hooger dan de aarde „Helder, doorschijnend, blauw, trillend van „zonnewarmte nn ja, bewolkt meestal en vaak, „o, zoo vaak doorzwiept van waaiende winden. „Maar die wolken staan niet stil, juist die winden „drijven ze voorbij „Ons leven is de lucht. „En het huwelijk? Dat is niet moeilijk te raden „Het huwelijk is het luchtschip. Het oude „huwelijksbootje stak slechts van wal, het nieuwe „huwelijksscheepje steekt omhoog „Hoog, omhoog, het roer naar boven! „Hier beneden is het niet! „Jong paartje! „Uw huwelijk, laat het zijn als liet moediger „jeugdige luchtschip! Wiekt omhoog met krach tige slagenLiefde houdt nóg het roer, maa,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 1