AGENDA. BLOEMENDAAL. Dagelijks, uitgezonderd des Zondags. Hotel ,.I)uin en Daal." Middag- en avond-concerten. Toegang vrij. f Eiken Dinsdag en Vrijdag 810 uur. Café „Slot Vredenburg". Bloemendaal Commando. Gelegenheid tot oefening in het schieten met Marga-patronen en in het buksschieten. HAARLEM. Koloniaal Museum. (Paviljoen.) Dagelijks ge opend van 104 ure. Museum van Kunstnijverheid. Paviljoen.) Dagelijks geopend van 104 ure. Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van 104 ure. Entree f 0.25 p.p. Ie Woensdag van de maand vrij. Zondags van 103 vrij. Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 70). Ge opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen van 105 ure. Toegang 25 cents. Stads-Bibliotheek. (Prinsenhof). Dagelijks ge opend (behalve Zondags) van 104 uur. G r o o t e Kerk. Dinsdags van 12 ure, en Donderdags van 23 ure. Orgelbespeling. T e y 1 e rs Stichting. (Spaarne.Geopend be- halve Zaterdags en Zondags) van 113 ure. De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure. Zondag 3 September. 8 uur. Bron gebouw. Concert stafmuziek van het 4e regiment infan terie te Leiden. Tot slot schitterend vuurwerk. Zaterdag 2 en Zondag 3 September. 2 uur. Terrein K1 e v erp ar k. Concours Hippique. Donderdag 7 September, 8 uur. Br on gebouw. Concert Haarlemsch Muziekkorps. ZANDVOORT. Olympla Palace. lederen dag voorstelling. AMSTERDAM. Larensche Kunsthandel, Heerengracht 495 Maande lijks afwisselende tentoonstellingen van hol- landsche en buitenlandsche kunst. een weekblad dat de waarheid liefheeft voor hun raam te durven leggen? 1G. Dat met gretigheid.de hand gelegd wordt op ieder geschrift, dat met gemeenplaats op gemeenplaats zegtdat, wat niet erg is, ook niet erg is, en dat al datgene, waarvoor ie voorkomt, niet deugt? 17. Dat men lijders aan besmettelijke .ziekten vóór de aangifte mïar elders vervoert om het dorp niet te ontsieren met afschrikkende biljetten? 18. Dat het etensuur, waarop de gasten tafelen, gebruikt wordt om de ziekenwagen voor te laten komen? 19. Dat dit alles niets is dan het duivelsche aanbidden van den demon van het geld? 20. Dat alleen de struisvogel zich in deze gezellige omgeving volkomen op zijn gemak gevoelt Antwoord: Ja, dit alles is begrijpelijk, maar niets daarvan is goed. PH0NET1SCHE KRONIEK. Spraakleer. Door J. L. Kingma. De I of IE. aan die van de V (Zie Bloemend. Weekbl. van 26 Augustus). De tong raakt de bovenkiezen en tanden zoodanig, dat slechts de vier bovenvoor- tanden vrij blijven. Vandaar daalt de tong en legt haar breeden top aan den voet der onder- voortanden met gleufvorming in het midden. Klankvorming gelijk a. (Zie Bloemend. Weekbl. van 20 Mei). De basis van dezen klank is eigenlijk de d. Geheele afsluiting van het harde gehemelte door de tong, met behoud van lucht daartusschen en dan vibreeren. Indien men nu de d vastlegt, dan een gleuf in het voorgedeelte der tong maakt, n.l. dat gedeelte dat slechts door de boventanden omgeven wordt en de tongpunt dan tegen de ondervoortanden drukt, ontstaat de ie-klank zooals die in lied, riet, giet, haai enz. gehoord wordt. Bij dezen klank mag de luchtstroom, zooals die bij de j is afgebeeld, niet gevoeld worden want dan zou hij zijn karakter als klinker ver liezen. De ie kan ook op de volgende wijze worden voortgebracht. Staande dc articulatie van de a, waarbij men de mondhoeken weder van elkander houdt en ook de hoogtelijn tusschen onder- en bovenlip niet verkleint, articuleere men de uu, of tracht men dit te doen. Om haar absoluut karakter, want vormt men haar, 'als boven vermeld, uit de d, dan kan er geen andere klank worden voortgebracht), is die klank vrijwel als grond-klank te beschouwen vanwaar uit de e\ V, u' en nu, kunnen gevormd worden. Bij overgang van de a op de e' raken bij de laatste, de tongwanden de kiezen, welke aan raking bij de i' sterker, doch bij de ie het sterkst voorkomt, tengevolge waarvan ook de tonggleuf zich het sterkst bij deze letter vertoont. De hoogte en breedtelijnen van ie en T verschillen weinig- van elkander (zie hierover de V Bloem. Weekbl. van 2G Augustus.) Op de lengte van de ie oefent de r den groot- sten invloed uit. Zoo klinkt de ie in hier, lam- 1 mergicT enz. lang, die in lief, liedniet, vlies, kort. Recapitulatie. Neusholten gesloten. Mond open. Bij het spreken zijn zeer dikwijls de lippen bij de mond hoeken dicht op elkander, in welk geval de breedtelijn dan ongeveer de lengte heeft van het eerste lid van uw duim. Bij geheele opening is zij ongeveer gelijk Het theosophisch Pad, deel I, VAN BOEK EN n°. 1, Juli 1911. Dit is het reeds TIJDSCHRIFT, door ons aangekondigde eerste nummer van de veranderde Lotus- knoppen. De volledige titel luidt thans: „Het theosophisch Pad, internationale maandelijksche revue, buiten kerkelijk en politiek verband, voor de verspreiding der tlieosophie, de studie van oude en moderne zedeleer, wijsbegeerte, weten schap en kunst, en tot verheffing en zuivering vali het huiselijk en nationaal leven." De inhoud is in hoofdzaak dezelfde gebleven. De aflevering prijkt verder met een portret van H. P. Blavatskv en een fraaie afbeelding van een gezicht op de Raja Yoga Academie bij een belangwekkend artikel over die instelling door Carl Ramberg, mederedacteur van een zweedsch blad. De titel plaat dezer aflevering vertoont de reproductie van de schilderij „liet Pad", schilder R. W. Machell met de verklaring door den schilder zelf. De kleuren zijn bijzonder warm en diep, de plaat zelf vereischt eenige studie, maar is die overwaard. Hoe langer men er op kijkt, hoe klaarder de verschillende figuren zich van hun omgeving losmaken, hoe meer diepte en perspectief het geheel krijgt. De beteek ei® is uitteraard vooral belangrijk voor den theosoof. Tegelijk met het bovenstaande tijdschrift ge werd ons de eerste aflevering van The thegsophical Path, onder redactie van Katherine Tingley. Vroeger heette dit tijdschrift The Century Path. In zijn nieuwe gedaante ziet het er thans nog aanlokkelijker uit; papier, druk en algeheele uitvoering getuigen van smaak en royaliteit. De illustraties zijn prachtig, de verschillende arti kelen alle even belangwekkend. Ook hier prijkt de omslag met de afbeelding van Wacliells schilderij, waarvan het oorspronkelijke berust bij de verzameling van Katherine Tingley te Point Lorna. Neerlands Indïè (Elsevier, afl. 11) geeft het vervolg van Prof. Ileeres' artikel over de Por- tugeezen in den archipel, de O.-I. Compagnie, Daendels, Rallies, met o.a. een fraai, gekleurd portret van den G.G. Jan Pietersz. Coen, naai de schilderij, in het bezit van het Indisch ge nootschap te 's (fravenhage. A. van der MeerBuoxdgeest. Kerk con cert, MUZIEK. te geven door: Jean Huré, orga nist te Parijs, Tilia Ilill, sopraan- zangeres te Berlijn, J. Mossel, violoncellist te Amsterdam. De parijsche organist Huré opende het concert metPrélude et Fugue en mi mineur de J. S. Bach. De muziek en de uitvoering van deze „Prélude" en van de Fugue" gaven mij een werkelijk ge not, mooi en plechtig en duidelijk klonk het motief in de fuga. „Een fuga is net een etude" zegt men, dikwijls; best mogelijk, maar dan toch een zeer mooie en logische etude, en Bach is en blijft de onovertroffene voor kerk- en orgel muziek. Hij was zelf ook organist en cantor in de Thomaskirche te Leipzig. Vrijdagavond dachten eenigen in mijn buurt dat de prelude en fuga 1 stuk was; hoorden dus de fuga van Bach en dachten „Les Elfes" van Bonnet te hoorenü Geen klein verschil Uit' de beide volgende nummers van fransclie componisten: „Les Elfes" van J. Bonnet en „6e Pièce du 2e livre d'orgue" van Perilhou, sprak niet alleen een geheel ander karakter, alles was anders, stijl, rhythmus, registratie; ik voor mij kies Bacb. Mejuffrouw Tilia Hill zong: „Vergiss mein nichten „Gieb dich zufrieden und sei stille" van Bach, waarvan 't eerste beter voor haar stem was en meer voldeed dan 't tweede, dat lag haar bepaald ongunstig en bewoog zich te veel in lage tonen, die haar sopraanstem niet goed deden uitkomen. In het tweede kwamen wel prachtige overgangen a la Bach voor. Het derde lied: „Ueber Nacht" van Hugo Wolff is een be kend mooi lied, maar volgens mijn opvatting past het minder in een kerk, daar is het te dramatisch voor. De sonate in g-inoll van II. Eccles voor violoncel uit den tijd tusschen 1(17111742 ir. in Bachsclien stijl. De largo- en adagio-deelen klonken mooier dan de vlugge, allegro con spirito, en vivace-deelen. De toon van de cel is meer geschikt voor gedragen muziek. Hoe gaarne had ik Casals gehoord, die „zingt" meer dan Mossel op zijn instrument. De „Improvisation libre" van den organist zelf begon heel zacht en dun, doch er kwam steeds meer kracht en leven, 't ging sernpre crescendo en eindigde weer rustig. Een eigenaardig effect maakten de septima-accoorden voordat een nieuwe melodie begon een paar maal. De beide liederen van Erich Wolff en van Hugo Wollf bekoorden maar matig. In dat „Christkindleins Wiegenlied" kwamen zulke wonderlijke intervallen voor en ook dat: „Auf ein altes Bild" klonk meer vreemd dan mooi; „richt het thans beter dan eertijds: naar hoven. „Weest van de aarde, zeker, maar tegelijkertijd „verheft li er hoven. Omhoog is het zooveel „heter: daar hebt ge zooveel juister overzicht „op alles, alles hier beneden „Licht zweeft het ranke vaartuig op, op, op! „I)e blanke vleugels glanzen in het gulden zonne- „licht, dat heller, blijder lacht, nu het die vleu- „gels nader tot zich ziet komen. „God zegene u en zij met u op uwe vlucht „door het lichte, blauwe leven! Glüek auf!" Daarop stonden we allen op van tafel en zongen het bruidspaar op de wijze Lohengrins Brautlied het volgende toe: Houdt goeden moed! Omhoog gespoed! Heil zij het scheepjedat 't luchtruim doorzweeft! Wicht moedig voort: Liefde is aan boord, Vreest niet, zoolang zij 't roer in handen maar heeft! Hoog er, steeds hoog er, dat zij uw keus, Dwars door de wolken, dat zij uw leus! Laat stormen woedenhoe zij ook dreigen Straks lacht de zon weer en brengt ze tot zwijgen; Richt onversaagd tot haar dan het oog: Zij wijst den weg, omhoog, steeds omhoog! Heil jeugdig paar! Steunt, helpt elkaar! (lods zegen wacht u, waar g' ook henen vaar! En nu over iets anders: Er komt een zinsnede voor in je laatsten brief, waar ik je eens even op vatten wil, eigen lijk zijn het twee zinsneden, die, in verhand met elkaar, me een onderwerp in de gedachten brengen, waarover we zeker van meening zullen verschillen. De heide zinsneden zijn deze: „Ik neem het woord menschelijk als een eere- titel! Want brandt in ons allen niet een vonkje van liet goddelijk licht, dat wij moeten aanhou den en voeden, totdat liet wordt tot een vlam, tot een licht dat van ons uitgaat? Is dat niet onze levensopgave Het onderwerp is: zelfverheerlijking. .Er is een trapje van vier treden dat tot zelf verheerlijking leidt: pedanterie gevoel van eigenwaarde eigenliefde zelfzucht zelf verheerlijking. Zie je hem of haar al loopen? Met daverende stappen, den neus in de hoogte, kin schuin vooruit, de oogen half gesloten en om de lippen een neerbuigend glimlachje: du bant de sa grandeur, ah! Ik! 't Kleinste woordje, hè, en 't neemt de grootste plaats. Ik. Ja, ja, dat ik wil wat zeggen, dat is een wereld op zichzelf: je per soonlijkheid, je eigenste zelf. O, o, wat hebben wij dat ilcje lief! Als wij 't tiende, neen honderdste gedeelte dier liefde aan anderen wijdden wel, ik geloof, dat 't er dan nog zoo bar niet uitzag in dit ons tranendal. Dat ik, dat is de spiegel, en de rest wordt er in weerkaatst. Dat ik is de toetssteen, de opperste haas, deelt de lakens uit. Pedanterie. Wc lijden er allemaal aan, in de muziek was alles behalve alt, integendeel uiterst „modern". Daarentegen was „Aus dein Hohenlied" van Arnold Mendelssohn grootscli en verheven! Hierin kwam de stem ook prachtig uit. Zulke muziek is toch meer voor de stem van de zangeres en voor de groote kerk. „Ken u zelf" en „kies altijd goed" dacht ik ook ditmaal De drie kleine celnummers: „Fre Giorni" van Pergolese, „Largo" van E. Moor, en „Air" van J. Huré waren melodieus' en lieflijk en aan genaam om te hooren. Jammer dat er onder 't i publiek weer zoo velen waren die zoo'n haast hadden (of zich zoo verveelden?!) dat zij vóór het Air weggingen, 't Was toen half tien U Voor 't laatste orgelnummer had de heer Iluré ge kozen de „Toccata en Fuga in re mineur" van Bach, die ik reeds besprak na 't spel van Percy Grainger en van Louis Robert De „haastigen" hebben 't grootsclie werk gemist Het was bepaald hinderlijk zoo luidruchtig als velen vóór 't laatste stuk het kerkgebouw verlieten. Waarom komen die menschen toch? Voor de muziek? Onlangs las ik in een hoek over een engelsche jonge dame, die van veel in ons land zeiawful bad Manners." Vermoedelijk zou zij dat Vrijdag avond 25 Augustus 1911 te Haarlem ook gezegd hebben, 't Is treurig maar waar. Tegenover vreem delingen schaam ik mij dikwijls over mijn stad- ('11 laiulgenooten wat betreft die bad manners. Wat is er aan te doen als zelfs dc kunst hen niet inspireert voor een paar uur met hun geest in andere, hoogere en hetere sfeer te zijn? Zou den zij nooit „in èine bessre Welt entriickt" kunnen zijn? Dan kunnen zij ook nooit liet lied van Schubert „An die Musik" zingen: Du holde Kunst, ic.h danke dir zooals geestverwanten van De leerlingen der 5e, (ie en 7e PLAATSELIJK klas van de O. L. school te Bloe- NIEUWS. mendaal. hoofd de lieer IJzerman, maakten j.l. Maandag een uit stapje naar Bergen Zelden is een schoolreisje door schooner weer begunstigd dan dit uitstekend geslaagde tochtje. 's Morgens te acht uur stapten de jeugdige reizigers, onder geleide van hunne onderwijzers en onderwijzeressen, in de tram naar Haarlem. Van hier ging de tocht per boot naar Alkmaar. Met luid gejuich werden de passeerende vaar tuigen en sommige o, vreugde! ingehaalde booten begroet. Aandachtig volgde men „de negen uur schut ting" te Spaarndam en een ware ovatie werd ge bracht aan de bekende koekfabriek van Verkade te Zaandam. Maar de andere bezienswaardigheden werden evenmin vergeten. Zoo mocht ook het standbeeld van ('zaar Peter zich in aller belangstel ling verheugen. Te Alkmaar stapte men in de stoomt ram naar Bergen, waar een kleine wandeling gemaakt werd door liet schoonste gedeelte dezer fraaie plaats. In den speeltuin aldaar werd na gebruik van het twaalf-uurtje nog eenige tijd vroolijk doorgebracht en vervolgens de terug tocht aanvaard. Men koos nu na het Alkmaarder meer de Xauwernasche vaart en kwam zoo, door een echt hollandsch landschap - met herkauwende koeien in de. weiden en... badende kinderen in het water weer in het Noordzeekanaal. Te ruim acht uur lag de met vlaggen en wimpels getooide boot weer aan de aanlegplaats nabij „De Kikkert". Wie om lialf-negen dien avond te Bloemendaal aan de halte der electriscbe tram was kon daar getuige zijn van een aardig tooneeltje. Dankbaar voor den genotvollen dag, verzamelden kinderen en geleiders zich nog even in een kring, om een hartelijke ovatie te brengen aan den lieer IJzer man en aan het bestuur van „Koninginnedag," de vereeniging, die dit leerzame en prettige tochtje mogelijk maakte. Genoten de leerlingen van de hoogste klassen der Openbare School reeds in 't begin der week van hun pleiziertochtje, Donderdag was het de feest dag voor de kinderen der lagere leerjaren. Opge wekt en vroolijk babbelend zag men het feestelijk uitgedoste jonge volkje 's morgens naar het schoolgebouw trekken. Met aardige, spannende wedstrijden, afgewisseld door de steeds welkome tractatie's werden eenige uren van vroolijke ontspanning doorgebracht. Toen volgde het oogenhlik, dat de winnaars met stralende ge zichten hunne of hare prijzen in ontvangst namen. Doch ook de minder gelukkigen werden niet vergeten, zoodat dan ook allen met vreugde op 't gelaat en een cadeautje in de hand ten slotte huiswaarts keerden. De Koninginnedag te O v e r v e e n is, dank zij 't prachtige weer, uitmuntend afge- loopen. Hadden velen in den middag een goed heenkomen gezocht naar Zandvoort en de Klever laan, wat nooddit kon de stilte te Overveen niet anders' dan ten goede komen. Zij, die de roezemoezige drukte van de Kleverlaan gezocht hebben en daar eenige uren hebben loopen slen- terwachten, zonder iets te zien, zullen zich misschien wel beklaagd hebben, hun nu rustige dorpje verlaten te hebben, tenzij ze door de beide vluchten van den luclitmensch Fokker zich vol doende schadeloos gesteld achtten. 't Verslag van de feestviering op de O. L. school, 's morgens op het schoolplein gehouden, kan kort zijn. Deze bestond uit: zingen van vaderlandsche liederen', houden van wedstrijdjes een en ander afgewisseld door melk drinken en' krentenbroodjes eten en limonade drinken en taartjes eten. I)it alles werd besloten door een tombola (zonder nieten) en 't uitreiken der prijzen. Dank zij 't gauw gevuld zijn van een kinderhand, keerde de jeugd om ruim 12 uur uiterst voldaan naar huis. Gister was 't de beurt voor de grooteren om hun koninginnedag-tractatie te versnoepen. Dit gebeurde in Amsterdam, waar eerst in het pano rama 't Beleg van Haarlem en Alva's laatsten rit werden bijgewoond. Vervolgens werd een boottochtje naar Sehellingwoude gemaakt, waar in de gauwigheid kennis werd gemaakt met de Oranjesluizen. Na de lange wandeling van 't pano rama naar de boot door de warme amsterdamsche straten, bracht dit tochtje een heerlijke verkoe ling. Na afloop hiervan weer een wandeling naar een bioscoop-theater, waar een paar uurtjes heel gezellig werden doorgebracht. Natuurlijk dat onder deze bedrijven de inwendige mensclj niet ver geten werd en hier en daar eens „opgestoken" werd. Na het verlaten van den „trein van half zeven" eindigde het uitstapje en daarmee-de Koninginne dag-viering te Overveen. Dinsdag heeft de Bloemendaalsche politiescliiet- vereeniging haren jaarlijkschen wedstrijd in Let revolverschieten gehouden op de eigen schiet baan der vereeniging, gelegen in de overveensche duinen achter dc Israëlietische begraafplaats. Voor deze gelegenheid was in de nabijheid der schietbaan een flinke, nette zeildoeken tent opgeslagen, waarin de te behalen prijzen waren uitgestald en de door de kruitdampen verdroogde keelen der schutters door een Irissclien dronk eens op verhaal gebracht konden worden. Dc aanblik dezer prijzen was wel in staat, menige huismoeder in verrukking te brengen en een niet klein beetje begeerig te maken, want de eene prijs was nogal mooier dan de andere. Daar waren klokken, serviezen in porseleinen nikkel, porte-nianteaux, tafelkleeden, schilderijen, thee tafels en nog veel meer. De vereeniging mag de milde schenksters en schenkers enkeier dezér prijzen wel in eero houden! Wat ze dan ook wel doen zal. De uitslag was als volgt: Maximum punten 60. G. K. Togtema 48, stel schilderijen. Hobo 48, nikkelen kollieservies. 11. Heitlager 47, kollieservies. J. Bleijendaal 40, idem. .1. de Vries 45. gouden remontoir. W. Lokerse 45, stel van 3 vazen. .1. Ronner 42, porte-manteau. C. Bosloper 42, hangklok, enz. 2e klasse-schutters, 14 M. P. van Nobelen 5(1, gouden remontoir. C. Waller 40, zilveren idem. Heitweiller 00, Japansch servies, enz. 's Middags 0111 5 uur had de prijsuitreiking plaats. Evenals verleden jaar gaf de beschermheer ■der vereeniging Jhr. Bas Bakker, behalve zijn stoffelijk, ook nog op een andere wijze blijk van zijn belangstelling nl. door den wedstrijd te be zoeken en ook een serie te schieten. Hotel „Woestduin" is Dinsdag hij inzet in openbare veiling gebracht op 19.025; de om ringende terreinen, stellingen en boxes op 12.500. De afslag heeft 5 September plaats. t* it slag loting lichting 1912. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23^ 24. 25. Kuiper, C. B. Mense, A. Sikkens, P. S. Kalf, J. Kuenen, J. A. Veer, C. de. Kaars Sijpesteijn, G. 11. Vader, 1). Dekker, P. Jager, A. Bangert, J. H. Bijvoet, II. J. M. Veldt, B. J. van der. Berkel, II. Iluijsser, G. J. .1. Spanje, W. Th. van. Buggenum, T. J. Overakker, A. J. Bake, A. M. II. Vos, II. Cassee, J. T. Warnaars, J. H. Bos, J. Boskamp, J. A. Strien, A. Ph. van. 20. Roozen, II. 27. Haaks, A. 11. 28. Leuven, E. van. 29. Dedding, J. 30. Roskam, J. X. 31. Clercq, S. 32. Twisk, P. J. fl, van. 33. Putten, P. G. v. (1. 34. Heerdt tot Evers- berg, E. 35. Weerets, G. 36. Bierens de Haan, J. 37. Gulick, J. E. A. v. 38. Alberts, T. A. J. 39. Kaasenbrood, J. G. 40. Roozen, J. C. 41. Ides, II. J. W. 42. Nieuwenliuis, J„ J. 43. Hekker, A. J. 44. Wolbers, J. G. 45. Geusv.d.Heuvel,K. 46. Kruup, N. 47. Prenen, G. J. 48. Donker, Th. 49. Berdenis van Ber- lekom, L. II. Uit het politie-rapport. Processen- verbaal zijn opgemaakt wegens het loopen over verboden gronden, het stellen van wild- of konijnenstrikken, diefstal van kleedingstuk'ken, waarvan de dader bereids is aangehouden en in het Huis van Bewaring te Amsterdam is opgesloten, openbare dronkenschap en wederspannigheid. Gevonden en. terug te bekomen aan den politie-post te Bloemendaal, een ring met sleutels meerdere of mindere mate. Gewone menschen, bedoel ik, want gelukkig bestaan er ook anderen (lie we hebben 11a te volgen. Gewone menschen 1111 beklimmen de vier treedjes: ze beginnen niet min of meer bedekte pedanterie, welk gevoel ze gaan noemen eigen waarde, dat groeit tot eigenliefde, ontaardt in zelfzucht en eindigt met zelfverheerlijking. Op met dat ikje, grooter moet het worden! Want weet ge, dat ikje is een vonk, een vlam, een licht, dat van ons uit moet stralen. Dat ikje is eigenlijk iets dat je aanbidden moest, dat is een stukje van ja van God zelf! En de gemeente dodeint: heerlijk, heerlijk mensch-zijn! En iemand, die zou willen spreken van zelf vernedering, van zelfverkleining, kom, kom, wat een ouderwetsclie praat. Daarmee heeft de wereld afgedaan, ,'t. Is wonderlijk. Hoe is het mogelijk, dat je jezelf kunt verheerlijken 1 Wie toch, die eerlijk wil wezen, ziet zoo goed als jezelf de erbarmelijke kleinheid van dat eigen ikje? Want het is klein Neen, het is niet waar, wat jullie allemaal lofzingt Waart ge maar diep, maar diep gegaan In allerdiepste diepten Des zelfs, ge vondt er enkel pracht, Ik vond er enkel Liefde. Van Eeden doet als 't kind, dat zich buigt over den waterkant en glimlacht tegen het eigen beeld, dat het stralend ziet tegen den achtergrond der blauwe lucht. Inplaats van om zich heen te blikken in de oneindige ruimte en zich daarin klein te voelen, heel klein, en zichzelf te verliezen. Niet dat spiegelbeeld in de diepte, maar het glorierijke uitspansel daarboven, (lat is 'werkelijkheid. Wie in de diepte ziet van het water, ziet eigen beeld groot en 't beeld des hemels klein. Maar wie den blik omhoog houdt, ziet zichzelf in 't geheel niet, doch alleen de grootsclie oneindigheid die hem vervult met heiligen schroom. Zichzelf in liet geheel niet zien. Moeilijk? Toegegeven, maar per slot van rekening het ware. Wij -zijn elk een deel van één groot ge heel, en hoe meer wc (lie afhankelijkheid voelen, hoe beter. Daartoe moeten we onszelf klein, heel klein maken, inplaats van de „vonk" in ons aan te blazen tot een vlam. De vergelijking' is dunkt mij ook niet erg gelukkig gekozen. Ik voor mij spreek liever van een glanzenden dauwdruppel diep in ons, die steeds kleiner wordt naarmate de zon stijgt, 0111 ten slotte opgenomen te worden in de wolkenapotheose daarboven, waar hij thuis hoort. Zelfvernedering Wat is jouw wijsbegeerte, Mary? Of is het onderwerp je te droog? Je liefli. Keetje.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 2