AGENDA.
BLOEMENDAAL.
Dagelijks, uitgezonderd des Zondags. Hotel ,.I)uin
en Daal." Middag- en avond-concerten.
Toegang vrij. f
Eiken Dinsdag en Vrijdag 810 uur. Café „Slot
Vredenburg". Bloemendaal Commando.
Gelegenheid tot oefening in het schieten met
Marga-patronen en in het buksschieten.
HAARLEM.
Koloniaal Museum. (Paviljoen.) Dagelijks ge
opend van 104 ure.
Museum van Kunstnijverheid. Paviljoen.)
Dagelijks geopend van 104 ure.
Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van
104 ure. Entree f 0.25 p.p. Ie Woensdag
van de maand vrij. Zondags van 103 vrij.
Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 70). Ge
opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen
van 105 ure. Toegang 25 cents.
Stads-Bibliotheek. (Prinsenhof). Dagelijks ge
opend (behalve Zondags) van 104 uur.
G r o o t e Kerk. Dinsdags van 12 ure, en
Donderdags van 23 ure. Orgelbespeling.
T e y 1 e rs Stichting. (Spaarne.Geopend be-
halve Zaterdags en Zondags) van 113 ure.
De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure.
Zondag 3 September. 8 uur. Bron gebouw.
Concert stafmuziek van het 4e regiment infan
terie te Leiden. Tot slot schitterend vuurwerk.
Zaterdag 2 en Zondag 3 September. 2 uur. Terrein
K1 e v erp ar k. Concours Hippique.
Donderdag 7 September, 8 uur. Br on gebouw.
Concert Haarlemsch Muziekkorps.
ZANDVOORT.
Olympla Palace. lederen dag voorstelling.
AMSTERDAM.
Larensche Kunsthandel, Heerengracht 495 Maande
lijks afwisselende tentoonstellingen van hol-
landsche en buitenlandsche kunst.
een weekblad dat de waarheid liefheeft voor
hun raam te durven leggen?
1G. Dat met gretigheid.de hand gelegd wordt
op ieder geschrift, dat met gemeenplaats op
gemeenplaats zegtdat, wat niet erg is, ook niet
erg is, en dat al datgene, waarvoor ie voorkomt,
niet deugt?
17. Dat men lijders aan besmettelijke .ziekten
vóór de aangifte mïar elders vervoert om het
dorp niet te ontsieren met afschrikkende biljetten?
18. Dat het etensuur, waarop de gasten tafelen,
gebruikt wordt om de ziekenwagen voor te
laten komen?
19. Dat dit alles niets is dan het duivelsche
aanbidden van den demon van het geld?
20. Dat alleen de struisvogel zich in deze
gezellige omgeving volkomen op zijn gemak
gevoelt
Antwoord: Ja, dit alles is begrijpelijk, maar
niets daarvan is goed.
PH0NET1SCHE
KRONIEK.
Spraakleer.
Door J. L. Kingma.
De I of IE.
aan die van de V (Zie Bloemend. Weekbl. van 26
Augustus). De tong raakt de bovenkiezen en
tanden zoodanig, dat slechts de vier bovenvoor-
tanden vrij blijven. Vandaar daalt de tong en
legt haar breeden top aan den voet der onder-
voortanden met gleufvorming in het midden.
Klankvorming gelijk a. (Zie Bloemend. Weekbl.
van 20 Mei).
De basis van dezen klank is eigenlijk de d.
Geheele afsluiting van het harde gehemelte
door de tong, met behoud van lucht daartusschen
en dan vibreeren.
Indien men nu de d vastlegt, dan een gleuf in
het voorgedeelte der tong maakt, n.l. dat gedeelte
dat slechts door de boventanden omgeven wordt
en de tongpunt dan tegen de ondervoortanden
drukt, ontstaat de ie-klank zooals die in lied,
riet, giet, haai enz. gehoord wordt.
Bij dezen klank mag de luchtstroom, zooals
die bij de j is afgebeeld, niet gevoeld worden
want dan zou hij zijn karakter als klinker ver
liezen.
De ie kan ook op de volgende wijze worden
voortgebracht.
Staande dc articulatie van de a, waarbij men
de mondhoeken weder van elkander houdt en
ook de hoogtelijn tusschen onder- en bovenlip
niet verkleint, articuleere men de uu, of tracht
men dit te doen.
Om haar absoluut karakter, want vormt men
haar, 'als boven vermeld, uit de d, dan kan er
geen andere klank worden voortgebracht), is die
klank vrijwel als grond-klank te beschouwen
vanwaar uit de e\ V, u' en nu, kunnen gevormd
worden.
Bij overgang van de a op de e' raken bij de
laatste, de tongwanden de kiezen, welke aan
raking bij de i' sterker, doch bij de ie het sterkst
voorkomt, tengevolge waarvan ook de tonggleuf
zich het sterkst bij deze letter vertoont. De hoogte
en breedtelijnen van ie en T verschillen weinig-
van elkander (zie hierover de V Bloem. Weekbl.
van 2G Augustus.)
Op de lengte van de ie oefent de r den groot-
sten invloed uit. Zoo klinkt de ie in hier, lam- 1
mergicT enz. lang, die in lief, liedniet, vlies,
kort.
Recapitulatie.
Neusholten gesloten. Mond open. Bij het
spreken zijn zeer dikwijls de lippen bij de mond
hoeken dicht op elkander, in welk geval de
breedtelijn dan ongeveer de lengte heeft van
het eerste lid van uw duim.
Bij geheele opening is zij ongeveer gelijk
Het theosophisch Pad, deel I,
VAN BOEK EN n°. 1, Juli 1911. Dit is het reeds
TIJDSCHRIFT, door ons aangekondigde eerste
nummer van de veranderde Lotus-
knoppen. De volledige titel luidt thans: „Het
theosophisch Pad, internationale maandelijksche
revue, buiten kerkelijk en politiek verband, voor
de verspreiding der tlieosophie, de studie van
oude en moderne zedeleer, wijsbegeerte, weten
schap en kunst, en tot verheffing en zuivering
vali het huiselijk en nationaal leven." De inhoud
is in hoofdzaak dezelfde gebleven. De aflevering
prijkt verder met een portret van H. P. Blavatskv
en een fraaie afbeelding van een gezicht op de
Raja Yoga Academie bij een belangwekkend
artikel over die instelling door Carl Ramberg,
mederedacteur van een zweedsch blad. De titel
plaat dezer aflevering vertoont de reproductie
van de schilderij „liet Pad", schilder R. W.
Machell met de verklaring door den schilder zelf.
De kleuren zijn bijzonder warm en diep, de plaat
zelf vereischt eenige studie, maar is die overwaard.
Hoe langer men er op kijkt, hoe klaarder de
verschillende figuren zich van hun omgeving
losmaken, hoe meer diepte en perspectief het
geheel krijgt. De beteek ei® is uitteraard vooral
belangrijk voor den theosoof.
Tegelijk met het bovenstaande tijdschrift ge
werd ons de eerste aflevering van The thegsophical
Path, onder redactie van Katherine Tingley.
Vroeger heette dit tijdschrift The Century Path.
In zijn nieuwe gedaante ziet het er thans nog
aanlokkelijker uit; papier, druk en algeheele
uitvoering getuigen van smaak en royaliteit. De
illustraties zijn prachtig, de verschillende arti
kelen alle even belangwekkend. Ook hier prijkt
de omslag met de afbeelding van Wacliells
schilderij, waarvan het oorspronkelijke berust
bij de verzameling van Katherine Tingley te
Point Lorna.
Neerlands Indïè (Elsevier, afl. 11) geeft het
vervolg van Prof. Ileeres' artikel over de Por-
tugeezen in den archipel, de O.-I. Compagnie,
Daendels, Rallies, met o.a. een fraai, gekleurd
portret van den G.G. Jan Pietersz. Coen, naai
de schilderij, in het bezit van het Indisch ge
nootschap te 's (fravenhage.
A. van der MeerBuoxdgeest.
Kerk con cert,
MUZIEK. te geven door: Jean Huré, orga
nist te Parijs, Tilia Ilill, sopraan-
zangeres te Berlijn, J. Mossel, violoncellist te
Amsterdam.
De parijsche organist Huré opende het concert
metPrélude et Fugue en mi mineur de J. S. Bach.
De muziek en de uitvoering van deze „Prélude"
en van de Fugue" gaven mij een werkelijk ge
not, mooi en plechtig en duidelijk klonk het
motief in de fuga. „Een fuga is net een etude"
zegt men, dikwijls; best mogelijk, maar dan toch
een zeer mooie en logische etude, en Bach is
en blijft de onovertroffene voor kerk- en orgel
muziek. Hij was zelf ook organist en cantor in
de Thomaskirche te Leipzig. Vrijdagavond dachten
eenigen in mijn buurt dat de prelude en fuga
1 stuk was; hoorden dus de fuga van Bach en
dachten „Les Elfes" van Bonnet te hoorenü
Geen klein verschil
Uit' de beide volgende nummers van fransclie
componisten: „Les Elfes" van J. Bonnet en „6e
Pièce du 2e livre d'orgue" van Perilhou, sprak
niet alleen een geheel ander karakter, alles was
anders, stijl, rhythmus, registratie; ik voor mij
kies Bacb.
Mejuffrouw Tilia Hill zong: „Vergiss mein
nichten „Gieb dich zufrieden und sei stille"
van Bach, waarvan 't eerste beter voor haar stem
was en meer voldeed dan 't tweede, dat lag
haar bepaald ongunstig en bewoog zich te veel
in lage tonen, die haar sopraanstem niet goed
deden uitkomen. In het tweede kwamen wel
prachtige overgangen a la Bach voor. Het derde
lied: „Ueber Nacht" van Hugo Wolff is een be
kend mooi lied, maar volgens mijn opvatting
past het minder in een kerk, daar is het te
dramatisch voor.
De sonate in g-inoll van II. Eccles voor
violoncel uit den tijd tusschen 1(17111742 ir. in
Bachsclien stijl. De largo- en adagio-deelen
klonken mooier dan de vlugge, allegro con
spirito, en vivace-deelen. De toon van de cel is
meer geschikt voor gedragen muziek. Hoe gaarne
had ik Casals gehoord, die „zingt" meer dan
Mossel op zijn instrument.
De „Improvisation libre" van den organist zelf
begon heel zacht en dun, doch er kwam steeds
meer kracht en leven, 't ging sernpre crescendo
en eindigde weer rustig. Een eigenaardig effect
maakten de septima-accoorden voordat een
nieuwe melodie begon een paar maal.
De beide liederen van Erich Wolff en van
Hugo Wollf bekoorden maar matig. In dat
„Christkindleins Wiegenlied" kwamen zulke
wonderlijke intervallen voor en ook dat: „Auf
ein altes Bild" klonk meer vreemd dan mooi;
„richt het thans beter dan eertijds: naar hoven.
„Weest van de aarde, zeker, maar tegelijkertijd
„verheft li er hoven. Omhoog is het zooveel
„heter: daar hebt ge zooveel juister overzicht
„op alles, alles hier beneden
„Licht zweeft het ranke vaartuig op, op, op!
„I)e blanke vleugels glanzen in het gulden zonne-
„licht, dat heller, blijder lacht, nu het die vleu-
„gels nader tot zich ziet komen.
„God zegene u en zij met u op uwe vlucht
„door het lichte, blauwe leven! Glüek auf!"
Daarop stonden we allen op van tafel en
zongen het bruidspaar op de wijze Lohengrins
Brautlied het volgende toe:
Houdt goeden moed!
Omhoog gespoed!
Heil zij het scheepjedat 't luchtruim doorzweeft!
Wicht moedig voort:
Liefde is aan boord,
Vreest niet, zoolang zij 't roer in handen maar heeft!
Hoog er, steeds hoog er, dat zij uw keus,
Dwars door de wolken, dat zij uw leus!
Laat stormen woedenhoe zij ook dreigen
Straks lacht de zon weer en brengt ze tot zwijgen;
Richt onversaagd tot haar dan het oog:
Zij wijst den weg, omhoog, steeds omhoog!
Heil jeugdig paar!
Steunt, helpt elkaar!
(lods zegen wacht u, waar g' ook henen vaar!
En nu over iets anders:
Er komt een zinsnede voor in je laatsten
brief, waar ik je eens even op vatten wil, eigen
lijk zijn het twee zinsneden, die, in verhand met
elkaar, me een onderwerp in de gedachten
brengen, waarover we zeker van meening zullen
verschillen. De heide zinsneden zijn deze:
„Ik neem het woord menschelijk als een eere-
titel! Want brandt in ons allen niet een vonkje
van liet goddelijk licht, dat wij moeten aanhou
den en voeden, totdat liet wordt tot een vlam,
tot een licht dat van ons uitgaat? Is dat niet
onze levensopgave
Het onderwerp is: zelfverheerlijking.
.Er is een trapje van vier treden dat tot zelf
verheerlijking leidt: pedanterie gevoel van
eigenwaarde eigenliefde zelfzucht zelf
verheerlijking. Zie je hem of haar al loopen?
Met daverende stappen, den neus in de hoogte,
kin schuin vooruit, de oogen half gesloten en
om de lippen een neerbuigend glimlachje: du
bant de sa grandeur, ah!
Ik! 't Kleinste woordje, hè, en 't neemt
de grootste plaats. Ik. Ja, ja, dat ik wil wat
zeggen, dat is een wereld op zichzelf: je per
soonlijkheid, je eigenste zelf.
O, o, wat hebben wij dat ilcje lief! Als wij 't
tiende, neen honderdste gedeelte dier liefde aan
anderen wijdden wel, ik geloof, dat 't er dan
nog zoo bar niet uitzag in dit ons tranendal.
Dat ik, dat is de spiegel, en de rest wordt er in
weerkaatst. Dat ik is de toetssteen, de opperste
haas, deelt de lakens uit.
Pedanterie. Wc lijden er allemaal aan, in
de muziek was alles behalve alt, integendeel
uiterst „modern". Daarentegen was „Aus dein
Hohenlied" van Arnold Mendelssohn grootscli
en verheven! Hierin kwam de stem ook prachtig
uit. Zulke muziek is toch meer voor de stem
van de zangeres en voor de groote kerk. „Ken
u zelf" en „kies altijd goed" dacht ik ook ditmaal
De drie kleine celnummers: „Fre Giorni" van
Pergolese, „Largo" van E. Moor, en „Air" van
J. Huré waren melodieus' en lieflijk en aan
genaam om te hooren. Jammer dat er onder 't
i publiek weer zoo velen waren die zoo'n haast
hadden (of zich zoo verveelden?!) dat zij vóór
het Air weggingen, 't Was toen half tien U Voor
't laatste orgelnummer had de heer Iluré ge
kozen de „Toccata en Fuga in re mineur" van
Bach, die ik reeds besprak na 't spel van Percy
Grainger en van Louis Robert De „haastigen"
hebben 't grootsclie werk gemist Het was bepaald
hinderlijk zoo luidruchtig als velen vóór 't
laatste stuk het kerkgebouw verlieten. Waarom
komen die menschen toch? Voor de muziek?
Onlangs las ik in een hoek over een engelsche
jonge dame, die van veel in ons land zeiawful
bad Manners." Vermoedelijk zou zij dat Vrijdag
avond 25 Augustus 1911 te Haarlem ook gezegd
hebben, 't Is treurig maar waar. Tegenover vreem
delingen schaam ik mij dikwijls over mijn stad-
('11 laiulgenooten wat betreft die bad manners.
Wat is er aan te doen als zelfs dc kunst hen
niet inspireert voor een paar uur met hun geest
in andere, hoogere en hetere sfeer te zijn? Zou
den zij nooit „in èine bessre Welt entriickt"
kunnen zijn? Dan kunnen zij ook nooit liet lied
van Schubert „An die Musik" zingen:
Du holde Kunst, ic.h danke dir
zooals geestverwanten van
De leerlingen der 5e, (ie en 7e
PLAATSELIJK klas van de O. L. school te Bloe-
NIEUWS. mendaal. hoofd de lieer IJzerman,
maakten j.l. Maandag een uit
stapje naar Bergen Zelden is een schoolreisje
door schooner weer begunstigd dan dit uitstekend
geslaagde tochtje.
's Morgens te acht uur stapten de jeugdige
reizigers, onder geleide van hunne onderwijzers
en onderwijzeressen, in de tram naar Haarlem.
Van hier ging de tocht per boot naar Alkmaar.
Met luid gejuich werden de passeerende vaar
tuigen en sommige o, vreugde! ingehaalde
booten begroet.
Aandachtig volgde men „de negen uur schut
ting" te Spaarndam en een ware ovatie werd ge
bracht aan de bekende koekfabriek van Verkade te
Zaandam. Maar de andere bezienswaardigheden
werden evenmin vergeten. Zoo mocht ook het
standbeeld van ('zaar Peter zich in aller belangstel
ling verheugen. Te Alkmaar stapte men in de
stoomt ram naar Bergen, waar een kleine wandeling
gemaakt werd door liet schoonste gedeelte dezer
fraaie plaats. In den speeltuin aldaar werd
na gebruik van het twaalf-uurtje nog eenige
tijd vroolijk doorgebracht en vervolgens de terug
tocht aanvaard.
Men koos nu na het Alkmaarder meer de
Xauwernasche vaart en kwam zoo, door een
echt hollandsch landschap - met herkauwende
koeien in de. weiden en... badende kinderen
in het water weer in het Noordzeekanaal.
Te ruim acht uur lag de met vlaggen en wimpels
getooide boot weer aan de aanlegplaats nabij
„De Kikkert".
Wie om lialf-negen dien avond te Bloemendaal
aan de halte der electriscbe tram was kon daar
getuige zijn van een aardig tooneeltje. Dankbaar
voor den genotvollen dag, verzamelden kinderen
en geleiders zich nog even in een kring, om een
hartelijke ovatie te brengen aan den lieer IJzer
man en aan het bestuur van „Koninginnedag,"
de vereeniging, die dit leerzame en prettige tochtje
mogelijk maakte.
Genoten de leerlingen van de hoogste klassen
der Openbare School reeds in 't begin der week van
hun pleiziertochtje, Donderdag was het de feest
dag voor de kinderen der lagere leerjaren. Opge
wekt en vroolijk babbelend zag men het feestelijk
uitgedoste jonge volkje 's morgens naar het
schoolgebouw trekken. Met aardige, spannende
wedstrijden, afgewisseld door de steeds welkome
tractatie's werden eenige uren van vroolijke
ontspanning doorgebracht. Toen volgde het
oogenhlik, dat de winnaars met stralende ge
zichten hunne of hare prijzen in ontvangst namen.
Doch ook de minder gelukkigen werden niet
vergeten, zoodat dan ook allen met vreugde op
't gelaat en een cadeautje in de hand ten slotte
huiswaarts keerden.
De Koninginnedag te O v e r v e e n
is, dank zij 't prachtige weer, uitmuntend afge-
loopen. Hadden velen in den middag een goed
heenkomen gezocht naar Zandvoort en de Klever
laan, wat nooddit kon de stilte te Overveen
niet anders' dan ten goede komen. Zij, die de
roezemoezige drukte van de Kleverlaan gezocht
hebben en daar eenige uren hebben loopen slen-
terwachten, zonder iets te zien, zullen zich
misschien wel beklaagd hebben, hun nu rustige
dorpje verlaten te hebben, tenzij ze door de beide
vluchten van den luclitmensch Fokker zich vol
doende schadeloos gesteld achtten.
't Verslag van de feestviering op de O. L.
school, 's morgens op het schoolplein gehouden,
kan kort zijn. Deze bestond uit: zingen van
vaderlandsche liederen', houden van wedstrijdjes
een en ander afgewisseld door melk drinken en'
krentenbroodjes eten en limonade drinken en
taartjes eten.
I)it alles werd besloten door een tombola
(zonder nieten) en 't uitreiken der prijzen. Dank
zij 't gauw gevuld zijn van een kinderhand,
keerde de jeugd om ruim 12 uur uiterst voldaan
naar huis.
Gister was 't de beurt voor de grooteren om
hun koninginnedag-tractatie te versnoepen. Dit
gebeurde in Amsterdam, waar eerst in het pano
rama 't Beleg van Haarlem en Alva's laatsten
rit werden bijgewoond. Vervolgens werd een
boottochtje naar Sehellingwoude gemaakt, waar
in de gauwigheid kennis werd gemaakt met de
Oranjesluizen. Na de lange wandeling van 't pano
rama naar de boot door de warme amsterdamsche
straten, bracht dit tochtje een heerlijke verkoe
ling. Na afloop hiervan weer een wandeling naar
een bioscoop-theater, waar een paar uurtjes heel
gezellig werden doorgebracht. Natuurlijk dat onder
deze bedrijven de inwendige mensclj niet ver
geten werd en hier en daar eens „opgestoken"
werd.
Na het verlaten van den „trein van half zeven"
eindigde het uitstapje en daarmee-de Koninginne
dag-viering te Overveen.
Dinsdag heeft de Bloemendaalsche politiescliiet-
vereeniging haren jaarlijkschen wedstrijd in Let
revolverschieten gehouden op de eigen schiet
baan der vereeniging, gelegen in de overveensche
duinen achter dc Israëlietische begraafplaats.
Voor deze gelegenheid was in de nabijheid
der schietbaan een flinke, nette zeildoeken tent
opgeslagen, waarin de te behalen prijzen waren
uitgestald en de door de kruitdampen verdroogde
keelen der schutters door een Irissclien dronk
eens op verhaal gebracht konden worden. Dc
aanblik dezer prijzen was wel in staat, menige
huismoeder in verrukking te brengen en een
niet klein beetje begeerig te maken, want de
eene prijs was nogal mooier dan de andere. Daar
waren klokken, serviezen in porseleinen nikkel,
porte-nianteaux, tafelkleeden, schilderijen, thee
tafels en nog veel meer. De vereeniging mag
de milde schenksters en schenkers enkeier dezér
prijzen wel in eero houden! Wat ze dan ook
wel doen zal.
De uitslag was als volgt:
Maximum punten 60.
G. K. Togtema 48, stel schilderijen.
Hobo 48, nikkelen kollieservies.
11. Heitlager 47, kollieservies.
J. Bleijendaal 40, idem.
.1. de Vries 45. gouden remontoir.
W. Lokerse 45, stel van 3 vazen.
.1. Ronner 42, porte-manteau.
C. Bosloper 42, hangklok, enz.
2e klasse-schutters, 14 M.
P. van Nobelen 5(1, gouden remontoir.
C. Waller 40, zilveren idem.
Heitweiller 00, Japansch servies, enz.
's Middags 0111 5 uur had de prijsuitreiking
plaats.
Evenals verleden jaar gaf de beschermheer
■der vereeniging Jhr. Bas Bakker, behalve zijn
stoffelijk, ook nog op een andere wijze blijk van
zijn belangstelling nl. door den wedstrijd te be
zoeken en ook een serie te schieten.
Hotel „Woestduin" is Dinsdag hij inzet in
openbare veiling gebracht op 19.025; de om
ringende terreinen, stellingen en boxes op 12.500.
De afslag heeft 5 September plaats.
t* it slag loting lichting 1912.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.
21.
22.
23^
24.
25.
Kuiper, C. B.
Mense, A.
Sikkens, P. S.
Kalf, J.
Kuenen, J. A.
Veer, C. de.
Kaars Sijpesteijn,
G. 11.
Vader, 1).
Dekker, P.
Jager, A.
Bangert, J. H.
Bijvoet, II. J. M.
Veldt, B. J. van der.
Berkel, II.
Iluijsser, G. J. .1.
Spanje, W. Th. van.
Buggenum, T. J.
Overakker, A. J.
Bake, A. M. II.
Vos, II.
Cassee, J. T.
Warnaars, J. H.
Bos, J.
Boskamp, J. A.
Strien, A. Ph. van.
20. Roozen, II.
27. Haaks, A. 11.
28. Leuven, E. van.
29. Dedding, J.
30. Roskam, J. X.
31. Clercq, S.
32. Twisk, P. J. fl, van.
33. Putten, P. G. v. (1.
34. Heerdt tot Evers-
berg, E.
35. Weerets, G.
36. Bierens de Haan, J.
37. Gulick, J. E. A. v.
38. Alberts, T. A. J.
39. Kaasenbrood, J. G.
40. Roozen, J. C.
41. Ides, II. J. W.
42. Nieuwenliuis, J„ J.
43. Hekker, A. J.
44. Wolbers, J. G.
45. Geusv.d.Heuvel,K.
46. Kruup, N.
47. Prenen, G. J.
48. Donker, Th.
49. Berdenis van Ber-
lekom, L. II.
Uit het politie-rapport.
Processen- verbaal zijn opgemaakt wegens
het loopen over verboden gronden, het stellen
van wild- of konijnenstrikken, diefstal van
kleedingstuk'ken, waarvan de dader bereids is
aangehouden en in het Huis van Bewaring te
Amsterdam is opgesloten, openbare dronkenschap
en wederspannigheid.
Gevonden en. terug te bekomen aan den
politie-post te Bloemendaal, een ring met sleutels
meerdere of mindere mate. Gewone menschen,
bedoel ik, want gelukkig bestaan er ook anderen
(lie we hebben 11a te volgen.
Gewone menschen 1111 beklimmen de vier
treedjes: ze beginnen niet min of meer bedekte
pedanterie, welk gevoel ze gaan noemen eigen
waarde, dat groeit tot eigenliefde, ontaardt in
zelfzucht en eindigt met zelfverheerlijking.
Op met dat ikje, grooter moet het worden!
Want weet ge, dat ikje is een vonk, een vlam,
een licht, dat van ons uit moet stralen. Dat
ikje is eigenlijk iets dat je aanbidden moest, dat
is een stukje van ja van God zelf! En de
gemeente dodeint: heerlijk, heerlijk mensch-zijn!
En iemand, die zou willen spreken van zelf
vernedering, van zelfverkleining, kom, kom, wat
een ouderwetsclie praat. Daarmee heeft de wereld
afgedaan,
,'t. Is wonderlijk. Hoe is het mogelijk, dat
je jezelf kunt verheerlijken 1 Wie toch, die eerlijk
wil wezen, ziet zoo goed als jezelf de erbarmelijke
kleinheid van dat eigen ikje? Want het is klein
Neen, het is niet waar, wat jullie allemaal
lofzingt
Waart ge maar diep, maar diep gegaan
In allerdiepste diepten
Des zelfs, ge vondt er enkel pracht,
Ik vond er enkel Liefde.
Van Eeden doet als 't kind, dat zich buigt
over den waterkant en glimlacht tegen het
eigen beeld, dat het stralend ziet tegen
den achtergrond der blauwe lucht. Inplaats
van om zich heen te blikken in de oneindige
ruimte en zich daarin klein te voelen, heel
klein, en zichzelf te verliezen. Niet dat
spiegelbeeld in de diepte, maar het glorierijke
uitspansel daarboven, (lat is 'werkelijkheid. Wie
in de diepte ziet van het water, ziet eigen beeld
groot en 't beeld des hemels klein. Maar wie
den blik omhoog houdt, ziet zichzelf in 't geheel
niet, doch alleen de grootsclie oneindigheid die
hem vervult met heiligen schroom.
Zichzelf in liet geheel niet zien. Moeilijk?
Toegegeven, maar per slot van rekening het
ware. Wij -zijn elk een deel van één groot ge
heel, en hoe meer wc (lie afhankelijkheid voelen,
hoe beter. Daartoe moeten we onszelf klein, heel
klein maken, inplaats van de „vonk" in ons
aan te blazen tot een vlam. De vergelijking' is
dunkt mij ook niet erg gelukkig gekozen. Ik voor
mij spreek liever van een glanzenden dauwdruppel
diep in ons, die steeds kleiner wordt naarmate
de zon stijgt, 0111 ten slotte opgenomen te worden
in de wolkenapotheose daarboven, waar hij thuis
hoort.
Zelfvernedering
Wat is jouw wijsbegeerte, Mary? Of is het
onderwerp je te droog?
Je liefli. Keetje.