J I N E,
ROEST, I
SEWI,
tlkbrood.
Depositobank
ONAFHANKELIJK ORGAAN
VOOR NEDERLAND.
n
are lessen.
Sterilisator,
irereettiging.
ILJET.
HAARLEM,
L rtikelen.
MA.
Twee vriendinnen.
5e jaargang.
ZATERDAG. 9 SEPTEMBER 1911.
No. 36
VINGH. 7
in
Maat in
vaardigd.
AMSTERDAM.
9 0.
T DE CLERCQ.
1LEMMERMEER (Hoofddorp).
atie, buitenland-
disconteering,
FtlEVEN, REKENING.
te Haarlem.
•k „Frischhaltung".
srtegenwoordiger voor
Jarlem en (lrnstreken:
r'IERVISCHMARKT,
roek Jansstraat,
HAARLEM. - - I
'ELEFOON 249.
M. Tel. 1070.
oooooooa
ïer. - Hoofddorp.
S":
caat en procureur,
'resident van de Q
Lreur
der firma H.H. q
LEVENKAMP. A
- Belast zich met 2
Belast zich met
van: 1/16 °0 over A
l°o over nominaal bedrag
eëel bedrag voor fondsen A
nagezien met y
Opent rekening- A
ndelscredleten. Opent
prolongation. Neemt A
safe-loketten tegen U
aartnrichting is voor A
an 912V2 en van 24 uur. V
Vruchtenwijnen,
Fijnste kwaliteit,
ir elk chemisch onderz.
r JAC. PIJL, Bloemen-
Jaal, Tel.750 en Zijlweir
095.
j
oemendaalsch Weekblad"
ude Gracht U3, Haarlem.
Het Bloemendaolsch tdeekUod.
Prijs per
halfjaar f 1.25
vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer f0.10
Advertentiëu
10 cents per
regel
herhaalde
plaatsing
korting.
Modedoelingen van aller'ai aard aan do hoofdredactie schriftelijk:
Vijverwog 7 te Bloomendaal
0
Alle mededeelingen de administratie, advertentiSn enz. betroff. nde
God Oude Gracht 63, Haarlem. Telefoon 141.
Het antenrsrecht van den inhond van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Jnni 1881 (Staatsblad 124) tot regelins: van het auteursrecht."*t
Pit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
De raad vergaderde Dinsdag
GEMEENTE- 5 September 1.1. des namiddags
BESTUUR. te 2 uur. Voorzitter de burge
meester. Afwezig de heeren mr.
Muetti eu Roozen.
jicinng der vergadering werden de 6 nieuw
.zen nr Tsleden, de beeren I. H. J. Bispinck,
Koolhoven, C. F. de Roa van Alderwerelt,
;ni Stuik, jbr. mr. P. Teding van Berkhout
D. van der Vliet, op de gebruikelijke wijze
illeerd. De beeren legden om beurten den
en namen bun plaatsen in. De voorzitter
in een korte toespraak allen welkom,
het een verblijdend toeken en vond
n opwekkende gedachte dezen grooten
zien die op de uitbreiding der gemeente
naantal wees.
■uwe raad is dus thans als volgt samen-
van Hooff.
X
Voorzitter.
X
A. J. de Waal
Malefijt.
X
A. W. Jaco-
iiiettï.
an Stolk.
P. Teding
!i Berkhout.
v. Tienhoven. X
vu der Hulst. X
C. F. de Roo van
Alderwerelt.
X C. J. Roozen Hzn.
X A. F. Bijvoet.
X C. D. v. d vliet.
X A. Koolhoven.
X
I. H. J. Bispinck.
'ezing der notulen die, na verbetering van
ieine onjuistheid, werden goedgekeurd, had
loeming van een wethouder wegens periodieke
ling van den beer W. F. van Hooff plaats.
Igemeene stemmen (1 blanco) werd de af-
de wethouder herkozen, die na dankzegging
bet in hem gestelde vertrouwen, verklaarde
i tioeming te aanvaarden.
'er de ingekomen stukken bevond zich een
«tuigjng van den heer M. J. Doemen voor
"gekende gratificatie hem verleend voorde
,i.lelijke waarneming der betrekking van hoofd
•1 O. L. S. te Overveen, henevens een verzoek-
van de afdeeling Bloemendaal van de
'en cniging Volksweerbaarheid Bloemendaal-
i bmmando, om weder als vorige jaren dezelfde
-absidie te mogen genieten, als tegemoetkoming
in de groote kosten van de vereeniging. Op voor
stel van B. en W. werd het verzoekschrift bij
de begrooting 1912 gevoegd.
\'oorts verlengde de raad een op 7 September
1909 genomen besluit, (hetwelk verviel op 7
September 1911), met 6 maanden, inzake de
vaststelling van een bouw- en wegen plan voor
gronden gelegen langs de Kleverlaan, toebe-
hoorende aan den heer A. J. Stoel Jr te Haarlem,
teneinde de in dit besluit bedoelde kade voor
de som van een gulden van den beer .Stoel in
eigendom over te nemen.
Hierna werd de heer Teding van Berkhout
herbenoemd tot lid der strafverordeningen-com
missie en de heeren Roozen, Teding van Berk
hout en Van Tienhoven als leden der financieele
commissie.
Een adres van den lieer .1. C. Osieck, hetwelk
eerst des morgens B. en W. bereikt had, werd
in bun handen gesteld om praeadvies.
Als punt 4 stond de aanbieding der begrooting
'oor 1912 op de agenda. Deze zal den leden in
druk worden gezonden om later te worden vast
gesteld, na alvorens in handen der financieele
commissie te zijn gesteld om advies. Zij luidt
Gewone. Buitengewone. Totaal.
Inkomsten 161.760 f 103.740 265.500.
Uitgaven 160.300 105.200 265.500.
Het 5de punt was de loting tot bepaling van
den tijd van aftreding van twee nieuw inkomende
leden, 't Lot besliste dat de heer Van Stolk in
1917 en de heer v. d. Vliet in 1915 zal aftreden.
Punt 6 was benoeming onderwijzers voor het her-
halingsonderwijs. Als zoodanig benoemde de raad
1. Hoofd der herhalingsschool, te Bloemendaal
de heer A. IJzerman; te Overveen de heer H.
Hoekstra; te Vogelenzang de heer W. J. de Wild.
2. Onderwijzers aan de herhalingsschool, te
Bloemendaal, de heeren T. Popma, A. F. Hoekstra
en 1). A. S. Oortman en mejuffrouw C. A.
Sehoevaartte Overveen de heeren M. .1. Doemen
en J. C. de Vries en mejuffrouw C. IT. Ahlers;
te Vogelenzang, de heeren W. J. de Wild en J.
van Snippenberg en mejuffrouw E. Korsten.
Vervolgens werden 2 verzoeken om ontheffing
ran het bepaalde bij art. lObis der bouwverordening
behandeld. liet eerste was van den lieer J. B.
Sluiter, timmerman, te Aerdenhout, en noodig
voor het bouwen van een bergplaats voor bouw
materialen op een terrein gelegen aan de Eiken
laan. B. en W. adviseerden afwijzend. De heeren
Van Tienhoven en Teding van Berkhout dachten
hier echter anders over. Eerstgenoemde was van
meening dat door aanneming van het verzoek
schrift van een slechten toestand een goede zou
worden gemaakt en deelde verder nog mede dat
de lieer Sluiter, bij inwilliging van zijn verzoek,
al zijn materialen naar achteren zal brengen
waar ze niet meer aan den openbaren weg liggen
en dus niemand hinderen.
De lieer Teding van Berkhout gaf als zijne
meening te kennen dat het eene onbillijkheid
zoude zijn indien liet verzoek werd geweigerd.
De lieer Sluiter heeft hier een bestaand bedrijf
dat zeer goed gaat en waarmee hij was begonnen
toen de toestanden op dit gebied heel anders
waren. Hem nu liet houwen dezer schuur te
beletten, zou den man een groot ongerief ver
oorzaken. Spr. zeide voorts, zich persoonlijk ter
plaatse te hebben overtuigd, dat hetgeen gevraagd
werd, werkelijk noodig was.
De heer De Waal Malefijt was het verzoek
ongunstig gestemd. Naar hij verklaarde, omdat
iets dergelijks aan Gebr. Verduin ook geweigerd
was; ook dezen waren geheel ingebouwd. Wij
zouden met twee maten meten, zeide spr., indien
we nu Sluiter toestaan wat we Verduin weigerden.
De heer Teding van Berkhout meende dat er
toch een groot onderscheid tusschen beide ge
vallen bestaat. Bij Gebrs. Verduin was 't voor
een electrisch bedrijf, waaraan gevaren verbonden
zijn, dat ontheffing verzocht werd, bij Sluiter
betreft het slechts een gewone schuur, waarvan
niemand last heeft.
Ja, zeide de heer De Waal Malefijt, nu is 't
nog een gewone schuur, maar de toekomst zal
zijn dat Sluiter mettertijd volk hierin aan 't werk
zet. Hij zal dan zeggen de menschen bij koud
of nat weer toch niet in de buitenlucht te kun
nen laten werken; dan wil Hij later drijfkracht
hebben, enz., en dan zouden we dit ook moeten
toestaan. Op zoo'n manier kunnen wij de ver
ordening wel intrekken, of zoo wijzigen dat er
niets van overblijft.
De lieer Koolhoven ondersteunde de betoogen
van de heeren Van Tienhoven en Teding van
Berkhout. Ook hij wil de verordening niet
intrekken noch veranderen, zij werkt prachtig
maar er kunnen a wijkingen voorkomen die de
moeite van' een afzonderlijk onderzoek waard zijn.
Dit geval lijkt spr. er zoo een te zijn.
Een voorstel om dit punt tot een volgende
zitting aan te houden teneinde den raadsleden
gelegenheid te geven zich persoonlijk van de
aangelegenheid ter plaatse op de hoogte te stellen
wordt aangenomen.
Het tweede verzoek was van de heeren Gebrs.
Verduin, die namens hun principaal, den heer
J. I'. van den Bosch, te Bloemendaal, ontheffing
vroegen ten behoeve van den voorgenomen bouw
van perceel kad. sectie A No. 5592, 5593 en
2989 aan den Bloemendaalscheweg. Docli hier
kon de raad niets aan doen, aangezien hij geen
dispensatie mag verleenen, op grond dat de
verordening de afwijking als hier gevraagd niet
toelaat. Dus werd afwijzend besloten.
Het 8ste punt was eene aanvulling der A Ige
meene PolitieverordeningEr was een klacht bij
B. en W. ingekomen over liet houden van bijen
door een bewoner der Kleverlaan, naar aanleiding
waarvan voorgesteld werd liet volgende artikel
in te voegen
„Artikel 15bis. Met boete van ten hoogste drie
gulden wordt gestraft ieder, die bijenstallen of
korven met bijen houdt of geplaatst heeft op
FEUILLETON.
x.
IAeve Keetje,
Ken je het genot van zeilen?
Kindlief, dat is de heerlijkste sport, die er is
en vooral in de warmte, ga dan zeilen op het
Kagermeer. Wij zijn gisteren den gelieelen dag-
in een zeilboot op het meer en in den omtrek
geweest en ik heb genoten. Dan zie je pas hoe
prachtig Nederland is, ons lage waterland met zijn
hooge luchten! Aan den horizon zie je alles
wazig grijs-blauw en doorzichtig paars en dan
dichterbij de uitgestrekte weiden met de grazende
koeien, dat scherp omlijnd en frisch van kleur,
als een nederlandsch landschap alleeii zijn kan.
Fin hoe mooi zijn onze grijs-groene wilgen, zoo
goed tinten zij bij water en lucht en wat is
er is iets droomerigs in hun staan aan den sloot
kant als rustige, bespiegelende naturen. Er
is iets rustigs, klaars, bezonkens in het nederland-
sehe landschap, geen felle kleuren, geen groote con
trasten, geen grootsche ontzagwekkende natuur-
tafereelen van dat alles geen sprake, maar
oneindiger dieper en heerlijk rustig.
Maar 't kan spoken op die uitgestrekte water
vlakte 1
Daaarvan krijg je al een idee, als de zon weg
is en donkere wolkenstoeten voorbijjagen, dan
is er melancholie, onuitsprekelijke zwaarmoedig
heid in de natuur. Dofgrijs de lucht en het
water staalblauw, alles schijnt harder en scherper,
zelfs het aardige kerktorentje, dat opspitst uit
het groen heeft een metaalglans.
Fin als ons bootje voortgedreven wordt door
een Hinken wind, en wij met bolstaand zeil als
een groote vogel over liet water scheren, dan
hooren wij het klagend ruischen van bet riet en
ik hoor dan in het ruischen van het ranke riet
liet klagend droevig lied, waarvan Gezelle sprak.
minderen afstand dan van 20 Meter van den
openbaren weg".
De raad kon het echter niet eens worden en
na eenig gepraat ging 't artikel de mand in.
Thans kwam het verleenen van een bijdrage aan
de Haarlemsche Huishoud- en Industrieschool aan
de orde. Ingekomen was een schrijven van het
bestuur dezer inrichting, waarin verzocht werd
het schoolgeld voor de leerlingen afkomstig uit
(le gemeente Bloemendaal te voldoen of door de
leerlingen zelf of voor een deel naar den hoofde-
lijken omslag en voor een ander deel of geheel
door de gemeente, die op deze wijze aan leer
lingen, welke het waard zijn, de gelegenheid zou
openen op hare kosten de lessen te volgen.
De voorzitter deelde mede dat B. en W. de
school hebben bezocht; hun oordeel was zeer
gunstig. Deze nuttige instelling te steunen achtte
hij een maatschappelijk belang. Zij kweekt veel
nuttige menschen en hij hoopte dat de raad zijn
sympathie zou deelen. Bij wijze van proef voor
den tijd van een jaar stelde spr. voor, de tot
nog toe verleende subsidie van f 10.per leerling
te wijzigen op den grondslag van een besluit
van den raad van Zandvoort, (waar o.a. aan
kinderen van ouders die tot 1' 400.zijn aange
slagen vrijstelling wordt verleend), en wel zoo
danig dat kinderen van ouders die tot f 600.
zijn aangeslagen vrijstelling verkrijgen, die van
f 600.tot f 1000.de helft en boven de f 1000.
tiet volle schoolgeld moeten betalen.
De raad keurde deze regeling, die 1 September
ingaat, met algcmeeiie stemmen goed.
Het laatste punt der agenda was de bespreking
der waterleidingplannen.
De heer Teding van Berkhout opende als lid
der financieele commissie de beraadslagingen.
Spr. deelde mede, dat de commissie eene be
grooting had ontvangen van een aanleg volgens
welke Aerdenhout door Haarlem van water kon
worden voorzien, groot f 33.000, terwijl hare
eigen raming als het water van Amsterdam werd
betrokken de f 15.000 niet overschreed. Wat dit
laatste betreft, dienen wij te wachten tot het
najaar wat Amsterdam dan zal antwoorden. Maar
wat de verbazing der commissie had getrokken
was het dure plan van den lieer R. Kuipers.
Het was spr. niet bekend, dat den lieer K.
opdracht was verleend een dergelijk plan in
te dienen. Met tegenzin had de raad indertijd
besloten de hooge rekening van den heer K.
te betalen en daarom verbaasde het de commissie
te meer, nu toch weer een begrooting van den
zelfden persoon te krijgen. En de heer K. zal
nu weer een rekening schrijven. Wij zijn in een
verkeerde richting en de commissie kan niet
begrijpen hoe liet dagelijksch bestuur aan haar
dit plan van f 33.000 heeft kunnen voorleggen.
De heer De Waal Malefijt antwoordde hierop
dat de heer Kuipers door den raad met algemeene
stemmen was aangesteld om een nieuw plan te
maken. Échter komen we in een moeilijk parket
als we het plan-K. niet aanvaarden. Zal Amster
dam bijv. ook water leveren als over eenigen tijd
de heer Van der Vliet water wil hebben, als de
arbeiderswoningen van mevrouw v. d. Vliet van
water voorzien moeten worden, enz. Welk ver
schil zit er nu in of de heer Kuipers of een
ander het plan maakt Nu is het tijd om de
buizen te leggen, wachten we op Amsterdam,
dan is 't water er het volgend jaar toch niet.
Fin dan, Amsterdam kan zooveel niet leveren,
als in de toekomst noodig zal zijn, 't zit nu zelf
al zonder. Nu kunnen de buizen gelegd worden
we hebben het water nit Haarlem voor 10 ct.,
misschien later voor nog minder en we hebben
één concessionaris.
De heer Teding van Berkhout zegt nogmaals
niet te begrijpen dat de commissie een plan
wordt voorgelegd dat den raad per se houdt in 't
dure schuitje van den lieer Kuipers. De commissie
is een wassen neus als het plan-De Waal Malefijt,
al schijnt liet ook practisch, wordt aangenomen.
Is het doortrekken der buizen niet te doen
geweest door den gemeente-opzichter Het vorige
dure rapport van den heer Kuipers is reeds met
veel duizenden betaald. De commissie kan geen
advies uitbrengen zonder het bedrag te kennen
dat voor dit nieuwe plan in rekening zal worden
gebracht.
De heer Van Tienhoven vraagt of door B. en
W. een opdracht aan den lieer Kuipers is ge
geven om een plan te maken van de verbinding
tusschen Overveen en Aerdenhout.
De voorzitter antwoordt toestemmend.
De heer Van Tienhoven zegt daarop dat in
een vorige zitting niets anders is besloten dan
aan Amsterdam te vragen Aerdenhout aan te
sluiten. B. en W. luidden Hier een goed oordeel
over. Waarom wordt dit niet gedaan? Hij stelt
voor een post uit te trekken om alsnog deze
verbinding tot stand te brengen.
De heer Bispinck meende dat op een vorige
vergadering besloten was B. en W. op te dragen
eene begrooting in te dienen van kosten omtrent
aansluiting met Amsterdam of met Haarlem.
Dan konden wij zien wat wij wilden.
De heer De Waal Malefijt zet hierna uiteen
welke bezwaren het leggen der huizen mede
brengt als nog niet bekend is wie het water zal
leveren. Een buizennet is gelijk een boom. Aan
het begin moeten de buizen wijd zijn, aan het
einde nauw. Wij kunnen toch niet overal wijde
buizen aanleggen? En waar moeten wij nu het
begin maken?
De lieer Bispinck wil een middenweg. Spr.
wil de hoofdbuis zoo maken dat aan beide
kanten aansluiting mogelijk is. De prijzen zullen
wel billijk zijn en meevallen als Amsterdam of
Haarlem eenmaal weet alles te zullen leveren.
De heer De Waal Malefijt: Dan moeten wij
weer een nieuw plan maken en een deskundige
benoemen. De gemeente-Opzichter kan dit niet,
die weet van waterleidingen niets af.
De voorzitter verklaart hierna dat B. en W.
den heer Kuipers hebben verzocht hier te komen
hij was is 't bezit van alle cijfers en gegevens
en spr. gelooft dat hij in dit geval de gewensehte
man is.
De heer Van Tienhoven: En dat niettegen
staande de raad met huivering de overschrijding
van de begrooting-Kuipers heeft betaald en niet
tegenstaande alles wat we al met dezen man
hebben meegemaakt. Spr. stelt daarna voor in
de gelieele waterleidingquaestie den heer Kuipers
niet meer te noemen, en hem geheel uit te
schakelen.
Dit voorstel in stemming gebracht wordt aan
genomen met 3 stemmen tegendie van de
beide wethouders en den heer Bijvoet.
Nu stelt de voorzitter voor om een commissie
te benoemen die met gebruikmaking van alle
gegevens, goed kan werken.
De heer Van Tienhoven kan zich hiermede
niet vereenigen omdat het uitgangspunt is en
blijft dat Aerdenhout water moet hebben.
Reeds zijn hier over de 100 villa's. Het
plan van de Aerdenhouters kan nog niet uit
gewerkt worden omdat er nog geen antwoord
van Amsterdam is. Dan moet een tijdelijke
maatregel worden genomen om Aerdenhout door
Amsterdam water te laten leveren. Later kunnen
wij weer zien. De buizen kunnen al vast gelegd
worden. Nogmaals stelt spr. voor hiervoor een
crediet toe te staan.
Ook de heer Bispinck wil geen commissie.
Spr. gaat met den heer Van Tienhoven mede.
Voorloopig, zegt hij, willen we niets dan Aerden
hout van water- voorzien. Gaat dit niet met
Amsterdam, dan met Haarlem. Is dit klaar, dan
kunnen wij altijd nog zien en ook Oosterduin
aansluiten. Liggen de buizen eenmaal, dan zullen
we ook wel water krijgen. Zoodoende komen wij
tenminste vooruit.
De beer De Waal Malefijt komt nogmaals op
de commissie terug. Deze èn een deskundige
moet er komen. En dan is er nog een andere
questie die zij tijdelijk kan regelen, n.l. die der
betaling van de helft der kosten. De heer van
der Vliet, de Binnenlandsche e.a., hebben vroeger
de helft betaald. Onbillijk acht spr. het als Aerden
hout nu een buizennet voor niets zou krijgen. Ook
de andere hebben hier reclit op. Verder staat bij hem
nog niet vast dat alle villa's in Aerdenhout aan
sluiting zullen verlangen. Zoo heeft de heer
Bierens de Haan tegen hem gezegd„ik heb
wel geteekend ter wille van do anderen, maar
ik neem niet, al kost 't water maar 1 ct. per
meter". En zoo zullen er wellicht meer zijn.
De lieer Bispinck voelt de onbillijkheid niet.
't Is z. i. niet onbillijk als Aerdenhout een geheel
net krijgt, en wel billijk wanneer bijv. door een
particulier voor een enkel buisje iets betaald
moet worden.
De heer Van Tienhoven zegt niet te begrijpen
waarom de heer De Waal Malefijt dit alles zegt.
't Loopt over Aerdenhout en niet over de ver
richtingen die de heer De Waal Malefijt nu reeds
Er' is iets opwekkends in het zijn op het water,
't is alsof je je tot veel meer in staat voelt dan
gewoonlijk, alsof je eiken strijd, hoe zwaar ook,
zou aandurven! Dat komt natuurlijk omdat je
je als het ware voelt overgeleverd aan de elementen,
waarmee je in een zeilboot kunt worstelen, als
er een storm komt opzetten en de boot zoo helt,
dat ze elk oogenblik bijna omslaat. Maar
daarin juist ligt de bekoring in liet gevaar
flat het meebrengt, in het inspannen van alle
krachten om dat gevaar te overwinnen.
En waarover zal ik je nu verder schrijven?
Tot mijn spijt heb ik alweer moeten eonsta-
teeren, (lat jij mij ook alweer verkeerd hebt be
grepen, mijn bedoeling geheel anders uitgelegd,
waar ik spreek van de vonk die tot een vlam
moet worden. Dat vind je zelfverheerlijking of
leidt daartoe!
Lieve Keetje, mijn bedoeling staat lijnrecht
tegenover die opvatting. Weet je, ik meen daar
mee juist de zelfoverwinning, de overwinning van
ons eigen ik, waardoor ons hart geopend wordt
voor het eeuwige, het goddelijke. Wij moeten
zijn als een kanaal, Jat in verbinding staat met
den grooten levensstroom, inet den stroom van
het oneindige.
„In the degree that we open ourselven totbis
divine inflow, are we cliauged from mere men
into God men".
Dat kan tocli geen zelfverheerlijking wezen en
is ook niet zoo bedoelt integendeel het is het
verdwijnen van ons eigen ik en de verheerlijking
van het eeuwig goddelijke.
Fin vanzelf komen wij op het thema, door jou
opgeworpen, de zelfzucht.
Allezonde is zelfzucht.
Zonde is liet doorbreken van grenzen, zonde
is liet niet boheerschen van zichzelf.
Je zult het verband tusschen beide uitspraken
dadelijk inzien, we komen daarop overigens straks
terug.
De zelfzucht is de eerste neiging, ja we zouden
kunnen zeggen het instinkt in den mensch tot
zelfbehoud later tot ingrijpen in het gebied
van een ander, hetzij physiek of moreel dus
het doorbreken van grenzen.
Alles wat wij zonde, kwaad noemen kan gemak
kelijk tot deze grondidee worden teruggebracht. Ik