ONAFHANKELIJK ORGAAN VOOR NEDERLAND. argang. ZATERDAG, 16"SEPTEMBER 1911. No. 37 Twee vriendinnen. Het Bloemendaolsch (iMblod. Prijs per halfjaar f 1.25 bü vooruitbe taling. Prijs per niininier f'0.10 Advertentiën 10 cents per regel bij herhaalde plaatsing korting. Mededeolingen van aller'ei aard aan de hoofdredactie schriftelijk Vijvorweg 7 te Bloemendaal -:- Alle mededeelingen de administratie, advertentiën enz. betreffende: Ged Oude Gracht 63, Haarlem. Telefoon 141. -:- let auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regelimr van het auteursrecht. immer bestaat uit 6 bladzijden. De raad vergaderde Donderdag ENTE- 14 September jl. des namiddags i TUUR. te 2 uur. Voorzitter de burge meester. Afwezig de lieeren Van ur. Jacometti en Iioozen. De notulen der ergadering werden goedgekeurd, lorzitter deelde mede dat van den heer een schrijven was ingekomen waarin deze le door drukke bezigheden zijn lierbe- r tot lid der iinancieele commissie niet •n aannemen. Derhalve was een nieuwe voor het laten staan van een houten berghokje ter oppervlakte van 8.8 II2. op zijn terrein be- hoorende bij de villa Duinoord aan den Bloe- mendaalsclieweg, hetwelk door adressant, die on bekend was met het bewuste artikel lObis, aldaar gebouwd was. B. en W. adviseerden afwijzend, daar het verzoek geen bijzonder geval betrof. De heer De Roo van Alderwerelt was van meening, dat bet schuurtje niemand in den weg zal staan, daar 't van zoo'n kleine omvang is en ook werkelijk niemand hinderen zal. De heer De Waal Maleiijt zette uiteen waarom het verzoek 'z.i. niet kan worden ingewilligd. VI( TORI A-BRON. OBERLAHNSTEIN. Een van de gevolgen der groote warmte was de verzending van enorme hoeveelheden VictoriawaterOberlahnstein. Bovenstaande foto doet zien hoe de kade vóór een dei- pakhuizen van de Victoria-Bron te Rotterdam bijna geheel is ingenomen door kratten met Vietoriawaterflessclien. De Maatschappij tot Exploitatie van de Victoria-Bron te Oberlahnstein, die, hetzij hier terloops gezegd, een Nederlandsclie Maatschappij is aan wie al de bezittingen van bronnen, terreinen en gebouwen te Oberlahnstein toebehooren, zal zich zeker niet over de gevolgen van de groote hitte hebben te beklagen. :ing noodig en werd als derde lid dezer -sic benoemd de heer C. D. van der Vliet van de 10 stemmen. r de ingekomen stukken bevond zich een cn van Gebrs. Verduin met verzoek om >rd op een reeds vroeger ingediend request ijking van artikel 11 der bouwverorde- waarop destijds door den heer Robbers tig was geadviseerd. Op voorstel van den Hter werd dit schrijven, waarover de raad leine gedachtenwisseling hield, verzonden il. en W. om advies, het bestuur der Haarlemsche Anibachts- was ingekomen een verzoekschrift om :e over 1912, terwijl de Bloemendaalsche voor Lichamelijke Ontwikkeling eveneens eet verzoek kwam om, gelijk vorige jaren, liet jaar 1912 een subsidie van f100.te ontvangen, welk geld uitsluitend gebruikt orden om de kinderen van de gemeente endaal in de gelegenheid te stellen op i 1de tijden openluchtspelen onder deskun- eiding te beoefenen. De raad besloot 1 verzoekschriften bij de begrooting te be iden. de ingekomen stukken kwamen twee ver- om ontheffing van bet bepaalde bij artikel der bouwverordening aan de orde. Het was van den -lieer J. C. Osieck, te Over- en betrof het verkrijgen der vergunning Indertijd, zei spr., was aan mevrouw Kleeblad geweigerd op nagenoeg dezelfde plaats een garage te bouwen en nu gaat deze dame verschrikkelijk te keer dat de heer Osieck hier wel een schuur tje mag hebben. De heer Koolhoven hakte den knoop door en stelde voor mevrouw Kleeblad vergunning te verleenen voor het bouwen harer garage en idem aan den Keer Osieck voor 't schuurtje. Dan kunnen, zeide spr., die twee gebouwtjes tegen elkaar aankomen te staan en we hebben een goede oplossing gevonden. Aldus besloot de raad. Het tweede verzoek was van den heer J. B. Sluiter, waarover in de vorige zitting debat was gevoerd. De voorzitter deelde mede, dat het dagelijksch bestuur den toestand ter plaatse liad opgenomen, doch deze zoo ongunstig had be vonden, dat, hoe gaarne men Sluiter ook ter wille wilde zijn, z.i. tot geen toestemming kon worden overgegaan. De heer Van Tienhoven herhaalde echter zijne argumenten in de vorige zitting geuit. Geen der buren van Sluiter, door spr. hierover gevraagd, maakt eenig bezwaar tegen het gevraagde. De heer Van der Vliet opperde de vrees, dat als het verzoek aan Sluiter geweigerd wordt, deze dan planken en ander hout daar zal neer werpen en dit toedekken met gegalvaniseerde ijze ren platen, hetgeen de zaak nog erger zou maken. FEUILLETON. XI. Lieve Mary laatste brief deed me oprecht genoegen. mijn epistel weg was, waarin ik je schreef zelfverheerlijking, had ik reeds een vaag dat ik ine, wat men noemt, te veel had gaan'', door had gedraafd en daardoor ijk van liet eigenlijke onderwerp, dat jij de, was afgedwaald. Je antwoord bevestigde ermoeden en ik ben er blij om, want e dat wij het in den grond der zaak eens iets wat, in aanmerking genomen het ver in onze karakters, niet vaak voorkomt.» Is wel? He rinner je je, hoe we indertijd op Woensdagmiddag-thee's soms konden eindi- met een volslagen kibbelpartij over een 1 ''werp dat achteraf bezien zooveel heete len ternauwernood waard was? Gelukkig on onze schermutselingen spoedig genoeg egd; we waren geen van beiden te koppig trotscli om ongelijk te bekennen waar zulks - was, en ik geloof dat daarin de grondslag oornamelijk ligt van onze vriendschap, die ens reeds dagtoekent van onze schooljaren, i we naast elkander op de banken van de meisjes H. B. S. prijkten. Lang lijkt die tijd me nu geleden. „Luttele jaren toch maar," zouden ouden van dagen me tegenwerpen als ze het aantal„zes" vernamen, dat verliep tusschen nu en den dag dat ons onze eind-diploma's werden overgereikt. Een heel tijdperk, houd ik vol, omdat daarin zoo véél, zoo veel is gebeurd. Een dag als deze stemt droomerig, en de aan hef van je brief, je ontboezeming over Nederlands schoone natuur gaf me den eersten toon aan tot een overdenking die ik zou kunnen noemen: een symplionie van lijnen, kleuren en stemmingen. Een wondermooie zomerochtend, en alles rond om zoo rustig. De eerste dag van onze vacantie, morgen om dezen tijd zijn we op reis naar 't eiland Wight, vader, Anton en ik, om daar te genieten van een welverdiende drieweeksche rust. Werkmenscheii als we zijn hebben we ons weken lang reeds verheugd in het vooruitzicht vrij te zijn, vrij. Dit zal de eerste zomer zijn sedert mijn lieve moeder ziek werd, drie jaren geleden, al zieker totdat zij verleden jaar te Haarlem stierf en vader dankbaar bet beroep hierheen aannam, omdat hij deze kleinere pastorie verkoos boven de omgeving waaraan zooveel schrijnende her inneringen verbonden waren de eerste zomer, dat wij in onze „vacantie" de wijde wereld weer intrekken Welk een wonderlijke gewaarwording, zoo stil, alleen op mijn kamer te zitten, zonder werk. Bezig Keetje the litt le busy bee placht jij me schertsend vaak te noemen met de handen in den schoot gevouwen! Het is nog vroeg in den morgen zes uur ik ben het lauw warme bed uitgestapt en met een voorzichtigen De heer De Waal Malelijt vond dat dit echter niet -den doorslag mag geven. Alleen dan kan afwijking gegeven worden als de huren geen bezwaar hebben. Na een korte bespreking wordt de dispensatie verleend, nadat de beer Bijvoet nog uitdrukkelijk had betoogd, dat de schuur uit sluitend mag dienen voor bergplaats en niet als werkplaats. Bij punt 3, Verordening tot wijziging der Bouwverordening der gemeente Bloemendaal, nam de raad zonder discussie aan dat art. 10 bis voortaan aldus wordt gelezen: „Gebouwen te stichten aan den Bloemen- daalscheweg, den Zijlweg, de Mollaan, den Pot- gieterweg, de Koepellaan, in Laag-Hartenlust, het Park Duinlust, Duin en Daal, het Bloemen daalsche Park, het Kw-eekduin, Aerdenhout, Bent veld en Koeduin, welke gedeelten der gemeente, met uitzondering van genoemde wegen, zijn aan gegeven op een bij deze verordening behoorende kaart, moeten gebouwd worden a. op minstens 10 M. van den openbaren weg, gerekend van den gevelmuur aan de wegzijde tot aan de grens tusschen den openbaren weg en deii bouwgrond b. zoodanig, dat aan alle zijden van het gebouw een open ruimte (plaats, tuin of erfblijft, waar van de diepte gemeten van den gevelmuur tot aan de grens van den aanliggenden grond minstens 10 M. bedraagt; voor den Bloemendaalscheweg, den Zijlweg, Laag-Hartenlust en het Park Duin- lust minstens 5 M. r. op minstens 20 M. afstand van de bestaande gebouwen, voor zoover deze aan denzelfden weg liggen als waaraan gebouwd zal wordenvoor den Bloemendaalscheweg, den Zijlweg, Laag- Hurterilust en Park Duinlust minstens li) M. De gebouwen in het eerste lid-bedoeld, mogen In igstens twee woningen bevatten. 1 )nder woning is te verstaan liet samenstel van ruimten, (kamers, keuken,enz met afzonderlijken ingang of trap, klaarblijkelijk bestemd voor de h lisvesting van één gezin. De bepaling sub a, zoomede artikel 10 sub a dezer' verordening zijn niet van toepassing voor gebouwen, te stichten aan wegen waarvoor een rooilijn is vastgesteld. Onder het stichten van gebouwen wordt ook begrepen het vergrooten van bestaande gebouwen. Ontheffing van de voorschriften van dit artikel kan in bijzondere gevallen door den Raad ver leend worden en alsdan onder nader door hem vast te stellen bepalingen. De bovenvermelde kaart zal op de uren dat de secretarie voor het publiek geopend is, steeds kosteloos voor belangstellenden ter inzage liggen". Hierna wits aan de orde punt 4, overname van grond aan den Vogelenzangscheweg. De raad besloot voor den prijs van f 1.per Ms. over te nemen van den heer A. van der Ilulst 125 M2., van de heeren Gebrs. Van den Berg 20 M2. en van „Woestduin" ook eenige meters. Bij het 5e punt stelden B. en W. voor om de verbreeding en herstrating van den Vogelenzangsche weg vanaf „Boekenroode" tot aan de zuidelijke grens van „Woestduin" ter lengte van 3500 Meters, aan te besteden. De kosten zijn geraamd op f 53900.—. Het overige gedeelte van den weg, dat later onder handen zal worden genomen, heeft, een lengte van 1760 Meters, waaronder niet be grepen is de nieuwe weg achter het dorp Voge lenzang. In 1909 is tot verbreeding enz. van den Voge lenzangscheweg uitgegeven een som van ongeveer f7000.—. Verschillende leden betuigden hun goedkeuring over het plan. De heer Bispinck noemde het practisch. Na eenige bespreking werd het door den raad met algemeene stemmen goedgekeurd en een crediet van f53.900.toegestaan. Vervolgens kwam punt 6, bespreking waterlei dingplannen. De voorzitter deelde mede dat van den heer R. Kuipers het volgende adres was ingekomen Edel Achtbare Heeren. Tüailat mij bij schrijven van 17 Sept. 1910 no. 1252 door B. en W.' werd medegedeeld, dat de Raad haar besluit van 27 -Mei 1910, n.l. om met mij af te rekenen, had ingetrokken en mij nieuwe plannen opdroeg op bescheidener schaal, in te dienen binnen twee maanden, ontving ik van B. en W. bij schrijven van 29 October 1910 no. 1504 een nieuwe opdracht, n.l. het maken van plannen voor eene gemeenschappelijke waterleiding. Later gewerden mij nog opdrachten bij schrijven van 19 November 1910 no. 1585, 18 April 1911 no. 376, 26 April 1911 no. 401 en 9 Mei 1911 no. 569 en ten laatste den 22en Augustus 1.1. de opdracht voor een aansluiting van Aerdenhout aan de Haarlemsche Waterleiding. Van de rekeningen dezer opdrachten, reis- en verblijfkosten, drukwerken enz., ontving ik tot. dusver geen betaling. Alhoewel de voorwaarde van betaling, vermeld in art. 11 van de Honorarium- tabellen voor Technischen arbeid van Ingenieurs, waarnaar, volgens overeenkomst, ik mij beschikbaar heb gesteld voor technischen arbeid, bepaalt dat 75 pet. moet worden betaald, zoodra de beseheiden zijn ingediend en 25 pet. drie maanden daarna. Ik. veronderstel dat mijne rekeningen van 1910, door mij tijdig ingediend, niet in de gemeente rekening van dat dienstjaar zijn opgenomen. Verder heb ik u nog opmerkzaam te maken op de volgende bepalingen van de voormelde Honora riumtabellen voor Technischen arbeid voor Inge nieurs. Art. 10 pag. 8. „Worden alleen voorloopig ontwerp en globale raming van kosten verlangd, zoo wordt het te be rekenen honorarium met de helft vermeerderd' Het nieuwe huis van den boekhandelaar J. M. Stap, Groote Houtstraat 63, Haarlem, waarvan wij indertijd een beschrijving gaven. omweg langs een drietal groote bruine Perry- koffers, waarin gedurende den loop dezes dags have en goed van vader, Anton en mezelf ver huizen zal, naar het raam gewandeld, dat ik wijd, heel wijd heb geopend om den glorievollen zomerochtend binnen te laten. Vol goede voor nemens heb ik gisteravond het hoofd op het kussen gelegd om klokke zes wakker te worden ten einde bijtijds klaar te wezen met alle reis- toebereidselen, welke zwaar drukken op het huisvrouwelijk hoofd; ziet! mijne goede genius heeft zich ook zooals altijd stipt aan het uur gehouden, maar inplaats dat ik nu geknield lig voor de gapende houten monsters niet vlijtig vouwende en inpassende handen, zit ik hier in mijn nachtpon op de vensterbank te soezen De tafel en alle stoelen zwoegen onder stapeltjes linnengoed en bovenkleeren, mijn kastdeuren staan uitnoodigend open, maar ik kan niet tot pakken komen. Die zomer buiten hypnotiseert me; of ik wil of niet, mijn oogen worden tel kens afgetrokken en mijn gedachten worden droomerij. .Ie kent mijn slaapkamer? Het uitzicht hier heeft wel iets van dat van mijn zitkamer te Haarlem, ook hier een lief vergezicht op donzige teergelijnde duinen, echter niet over bollenvelden zooals daar, maar langs ons bescheiden blank- gekiezeld pastorietuintje met zijn eivormige fonkelende geraniumperk in het midden en wat kamperfoelie langs de bonten schutting waar tusschen uit Anton's duiventil als een grappig weerhuisje je kent die lieve duitsche dingen komt opduiken, over weiden, weiden van diep klaterend smaragd, zou Couperus misschien zeggen, die nederlandsclie weiden, welke je zoo terecht lofzingt in je laatstpn brief. De lucht is van een teer, egaal blauw, zooals men die eigenlijk meer in het voorjaar ziet, aan den gezichtseinder een paar toefjes wolken, héél wit. Er is een blij licht op het groen van het rijtje slanke popels, dat onzen tuin van den grooten weg scheidt en op de knoestige knot wilgen die zich spiegelen iii het slootje tusschen de twee dichtstbijzijnde weiden, zonder bepaalde zonneplekken en schaduwen, of er een waas van lijn stofgoud over het al gespreid lag. Af en toe strijkt een flauw zuchtje over het loover, dat dan even neerbuigt als een nauw merkbare beleefdheidsgroet en als liet door mijn open raam binnensuizelt merk ik het liefelijke van bloemen en groengèuren. Op het voorgalerijtje van Anton's duiventil staat liet grauwwitte gaaike een luchtje te scheppenze knipt eens met de kraaloogjes tegen de zon die haar vlak in haar spits vogelengezichtje kijkt en tipt dan nuffig met afgemeten pasjes heen- en weer. Haar man komt van de kaniperfoeliehaag en strijkt met een beleefden vleugelzwaai naast liaar neer, buigt bevallig zijn kopje en koert goeden morgen. Het haantje van onzen buurman, die een gansche menigte kippen houdt, waarvan vader vaak zuchtend verklaart, dat ze hem de preeken uit het hoofd kakelen, wordt er wakker van en antwoordt met een schelKukeleku En terwijl ik het zoete tafereel in me opneem, heel diep, ieder lijntje, iedere kleurschakeering en ieder geluidje tot het eentonige zoemen toe van een hommel boven de roode klimroos aan mijn raam, vraag ik mezelf af: waarom gaan

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1911 | | pagina 1