ONAFHANKELIJK ORGAAN
VOOR NEDERLAND.
i Winter-
H. CRAANDÜK.
ïven, nu tegen
),fl00 en f50;
in effecten en
t 65, Haarlem.
Bureau van Redactie en Administratie
Bloemendaalscheweg" 49. Tel. 1837. Bloemendaal.
5e jaargang.
ZATERDAG. 30 SEPTEMBER 1911.
No. 39
1.500.000.
jserve f 8812.85.
f 14.651.519.73
f 14.566.400. -
ypw :)j
icen of kleuren.
iUTTE, 1. P. STAM.
VERMEniGVL. i 5
STRIONS
EliECTH M-iSE
[IMENTE.f.
e c Kf
roet «fe
ht 118. - HAARLEM,
ion 1338
liet Bloemendaolseh Weekblad.
Prijs per
lialfjaar fl.25
bij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer f 0.10
Advertentiëu
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht.
l)it nummer bestaat uit 4 bladzijden.
Onze kleine tijding- en leeszaal.
Hedenavond, gelijktijdig met de opening
van den „toebackwinkel" van den heer
P. C. Akkerman aan de Dorpsstraat
openen wij voor de abonnee's en adver
teerders van ons weekblad in hetzelfde
perceel vlak bij het postkantoor eene
kleine tijding- en leeszaal.
Men zal daar geregeld des morgens
na 10 uur bet ochtendblad, des avonds
na 9 uur bet avondblad van ons beste
dagblad De Nieuwe Rotterdamsche Cowrant
vinden, benevens andere bladen en tijd
schriften.
In deze tijding- en leeszaal bestaat
gedegenheid tot het inwinnen van alle
[r i chtingen, Bloemendaal betreffende, er
bestaat gelegenheid brieven te schrijven,
postzegels enz. zijn er te verkrijgen, daar
bet zaaltje een huis van het postkantoor
af is, kan dit voor onze abonnee's veel
gemak opleveren.
Wij zullen geregeld melding maken
van hetgeen in ons zaaltje voor nieuws
te zien is, voor ditmaaleen nieuw
schilderij van Frans Huysmans (maan
nacht op de duinen achter Brederode),
een teekening van Ko Doncker (Lady
Macbeth zich de handen wasschend) en
de schets van het nieuwe achterdoek
an den Haarlemschen Schouwburg
(boschlandschap) van Huysmans.
Lezing van prof. Bolland.
Haarlem 29 September 1911.
L. S.
Prof. Bolland heeft zich met zijn gewone wel
willendheid bereid verklaard ook dit jaar te
Haarlem eene rede te houden. Deze rede wordt
in besloten vergadering gegeven op Dinsdag 3
October te 7 uur 's avonds in den foyer van
De Kroon," ingang Smedestraat.
Voorzoover de ruimte toelaat zijn aan het
antoor van ondergeteekende aan de Gedempte
i lude Gracht 63 op a.s Maandag van 101 toegangs
kaarten kosteloos verkrijgbaar. Van de gebleken
belangstelling zal het afhangen of Z.H.G. dit
jaar wederom hier een cursus zal geven. Men
kan zich voor het volgen daarvan reeds
nu bij ondergeteekende opgeven, indien men
Zuivere rede en hare werkelijkheid bézit of
zich dit werk wenscht aan te schaffen, dat
onmisbaar wordt geacht als een wetboek bij
juridische, een bijbel bij godsdienstige studiën.
Aanbevolen wordt in ieder geval reeds a.s. Dins
dag mede te nemen de nieuwe uitgaveSpreuken
it de leerzaal van zuivere rede van 's hoog
leeraars hand, Leiden A. H. Adriani 1911 (f 0.50).
De toegangskaarten voor a.s Dinsdag zijn op
naam gesteld en persoonlijk; bij de aanvrage
wordt naam en tegenwoordige woonplaats ver
zocht.
Men wordt verzocht deze mededeeling desge-
wenscht verder te verbreiden.
P. Tideman.
Het diphterie-gevaar en zijn
bestrijding.
Onafgebroken gaat de diphterie voort
na het einde van het badseizoen te Zand-
voort en Wijk aan Zee, slachtoffers te
eischen in de naburige gemeenten. Bloe
mendaal en Schoten worden het sterkst
bezocht.
Is de ziekte eenmaal herkend dan is
inspuiting met serum dikwijls dadelijk
met goed gevolg toe te passen; er zijn
treffende uitkomsten mede bereikt; doch
het kan daarvoor to laat zijn, daarom is
het noodig dat de ziekte spoedig herkend
wordt.
Het onderzoek naar aanwezigheid van
bacillen, die zich veelal in de keel-neus-
holten vastzetten, is een der middelen
tot herkenning der ziekte; docli men
kan diphterie-bacillen bij zicli dragen
zonder ziek te zijn en levert dan gevaar
op voor de omgeving met name voor die
personen uit de omgeving, die voor
diphterie vatbaar zijn.
Daar diphterie eene ziekte is, die vooral
bij kinderen voorkomt, zijn de scholen
dikwijls brandpunten van besmetting,
pakhuizen van bacillen de stelselmatige
bestrijding houdt zich dus in de eerste
plaats bezig met het onderzoeken van
allen die geregeld de scholen bezoeken,
kinderen en onderwijzend personeel; zij
die bevonden zijn bacillendragers te zijn
moeten zooveel mogelijk afgezonderd
gehouden worden, vooral omdat er nog
geen middel is gevonden om dadelijk
de bacillen uit de keel-neus-holten te
verwijderen, ja zij zich dikwijls ophouden
in holten dieper in het hoofd gelegen
en die niet te bereiken zijn.
Moet het gevaar, dat in een en ander
gelegen is, niet worden onderschat, aan
den anderen kant bestaat er geen reden
zich in eene omgeving waar diphterie
uitbreekt en bacillendragers worden ge
vonden bizonder ongerust te maken,
vrees en onrust zijn in het algemeen
slechte geneesmeesters en wanneer men
alles doet, wat men redelijkerwijze ver
mag om het kwaad te keeren, wanneer
de geneesheeren allen op hun hoede zijn
en hunne voorschriften stipt worden op
gevolgd, is alle onrust en vrees even
onverstandig als de vrees dat de bliksem
bij ons in zal slaan wanneer wij een
afleider op onze woning hebben gesteld.
Aan te bevelen is vooral in tijden als
deze niets achterwege te laten, wat den
algemeenen gezondheidstoestand, de in-
en uitwendige reinheid van het lichaam,
de inwendige reinheid der woningen en
de zuiverheid van beddengoed, wasch- en
toiletgereedschap en kleederen kan be
vorderen.
Doet zich een geval van diphterie
voor, dan moet daarvan door den ge
neesheer onverwijld aangifte worden ge
daan bij de overheid, deze voorziet het
perceel waar liet besmettingsgevaar
heerscht van een waarschuwingsbiijet,
dat niet mag worden verwijderd voor
liet verblijf afdoende is ontsmet. De ont
smetting geschiedt in den regel onder
toezicht van den geneesheer door een
deskundige; de ontsmetter brengt in het
lokaal dampen tot ontwikkeling, die
doodelijk op de bacillen inwerken; om
Beknopte biologie.
Eerst was ik maar een dominéé
Ben tot minister opgeklommen.
Daarna moest ik in grove pij
Te Gartstein voor mijn zonden boeten
En toen mijn tijd verstreken was
Ging 'k weer naar mijn onschuldig Ommen.
En toen ik haast een engel was,
Ben ik op 't proces-verbaal gemoeten.
al wat in liet lokaal aanwezig is met
die dampen te verzadigen, mag gedurende
de ontsmetting geen lucht in het lokaal
toetreden, alle openingen als ramen en
deuren van het lokaal worden daartoe
met repen papier beplakt, die onder geen
voorwendsel mogen verwijderd worden.
Daar de overheid ten aanzien van de
zgn. bijzondere scholen niet gelijke be
voegdheden bezit als ten aanzien der
openbare scholen, zullen de besturen van
de bijzondere scholen, willen zij niet
bloot staan aan het verwijt den arbeid
van anderen deugdeloos en hun school
aldus tot een voortdurend gevaar te
maken voor eene geheele gemeente, wel
doen gelijke maatregelen te gelasten als
de overheid ten aanzien der openbare
scholen neemt.
De diphterie-bacillen zijn na uit de
keel te zijn gestreken en in bouillon
geruimen tijd te zijn gevoed, goed zicht
baar onder een mikroskoop die b.v. 1200
maal vergroot. Naar wij vernemen schijnt
het zoo goed als vast te staan, dat de
in den laatsten tijd hier voorkomende
ziekte-gevallen stammen uit Wijk aan Zee.
L'Education de la Volonté, par
VAN BOEK EN Jules Payot, recteur de l'Aca-
TIJDSCHRIFT. démie d'Aix. (Paris, Félix Alcon,
Editeur).
Zelfopvoeding, door Prof. Dr. Paul Dubois.
Geauthoriseerde vertaling van Titia van der Tuuk,
met een inleidend woord van Dr. A. W. van
Renterghem. (Almelo, W. Hilarius Wzn.).
Aan de Voeten van den Meester, door Alcyone.
(J. Krishnamurti). Uit liet engelsch vertaald
door Dr. Raimond v. Marie. (N.V. Theosofische
Uitgeversmaatschappij).
Er zijn boeken, die men zich tot vrienden
kiest, boeken die ons wat zeggen, die ons wat
leeren, ons tot nadenken stemmen, oils verder
brengen in het leven. Boeken, die men niet
achter elkaar uitleest, begeerig naar het einde;
die men af en toe ter zijde legt, niet omdat zij
ons vervelen, maar omdat wij tijd noodig hebben
om hun inhoud ook tot ons in te doen trekken.
Tóch boeiende boeken.
Zulke boeken zijn de drie hierboven genoemde.
Zij worden den lezer tot vrienden. Het kan niet
anders of, wie zich de moeite getroost ze aan
dachtig „met luisterende ziele" door te werken,
moet van hen gaan houden ais raadgevers, weg
wijzers. Het is soms noodig op allerlei levens
dingen gewezeii te worden met eenige vriende
lijke, ernstige, vermanende woorden. Er zijn
van die eenvoudige zaken, waar wij gewoonlijk
óf in 't geheel niet, óf slechts vluchtig over
denken, en die toch liet nadenken overwaard
zijn, juist omdat ze zoo eenvoudig zijn.
Drie onderling verwante boeken, daarom ge
FEUILLETON.
Twee vriendinnen.
XIII.
Lieve Mary,
Dat je een voorliefde hebt voor de Amerikanen,
ja, dat weten we vanoudsEn ik heb me er altijd
over verwonderd dat die voorliefde van je zich zelfs
uit in je voorkomen. We plachten je op school „the
Gibson girl" te noemen, zoo volmaakt heb je
dat eigenaardige heel slanke, kaarsrechte hetweik
Gibsons figuren kenmerkt, zonder nochtans ill
liet hoekige of kapstokachtige te vervallen
Een ding deed me plezier in je opsomming-
der verschillende volkseigenaardigheden en
-eigenschappenje valt je eigen land niet af hij
het vergelijken met andere naties. Gelijk je weet,
voel ik me nederlandsclie tot in het merg mijner
beenderenje zegt 't trouwens zelf zoo kern
achtig: je bent echt Keetje. En qua Keetje
kan ik, eerlijk gezegd, geen kwaad van mijn
land iiooren. Jij denkt in dat opzicht ruimer,
onpartijdiger, ik geef liet toe, al ben je in je
laatste epistel nogal genadig geweest door je er
niet een paar waardeerende zinnetjes van af te
makenIk herinner me wel dat je je indertijd
af en toe tamelijk kras kondt uitlaten wanneer
er sprake was van onze nationale deugden of
ondeugden. Ik was dan steeds door dik en dun
patriot! Bekrompen mogelijk, maar-zoo ben ik
nu eenmaal: Keetje!
Je stipt even aan de verschillende typen, die
jij op je reizen al zoo hebt ontmoet. Je hebt
veel gereisd, en, zooais je terecht zegt, op een
andere wijze dan ik. Ging ik hoofdzakelijk om
het natuurschoon, jij maakte studie van de
menschen, aan de table d'höte, op je tochten, je
uitgangen. Daardoor komt het dat er waarschijnlijk
in mijn reisindrukken altijd een soort leemte
blijftwij leeren vreemde landen kennen, maar
geen vreemde nienscben Ik zou heusch geen
raad weten als ik uit eigen ondervinding eens
de kenmerkende verschillen zou moeten opgeven
tusschen deze en die nationaliteit, om de een
voudige reden dat ik die als mènschen nooit
zoo lieb gadegeslagen. Een zeer nederlandsclie
eigenschap die eenigszins wantrouwige voor
zichtigheid tegenover vreemdelingenVooral geen
intimiteit, en waar een kennismaking onver
mijdelijk is, blijve liet bij een groet met een on
verschillig praatje! Wat ik echter wel heb opge
merkt op onze reizen, is dat we in dat opzicht
doen als de Engelschen. Ook die sluiten zich bij
niemand aan, en zijn nog veel meer kruidje-roer-
me-niet dan wij
Dit brengt me vanzelf op onze laatste reis.
Terwijl ik je dit schrijf, nadert onze vacantie
liaar einde. Overmorgen ga ik onze koffers pakken
voor de terugreis, nog twee dagen en ik zal
het lieve uitzicht missen over de groene heuvels
en bloeiende tuintjes tot waar ginds de zee
kabbelt tegen het met kiezelsteentjes bedekte
strand. Een zeekant zonder ons fijne blanke
duinzand vreemd!
Zoo zijn we nu dan hier op Wight en toch
in Nederland. Hoe 'm dat zit? Wel heel eenvoudig,
we hebben ons huishonden hierheen verplaatst
een huis kant en klaar, zooals het reilde en
zeilde, voor drie weken van de bewoners gehuurd
Vin je dat geen kluchtig denkbeeld? Ik voor
mij zou er in de verste verte niet aan denken
mijn huis, meubeltjes, huisraad en linnengoed
aan vreemden in gebruik te geven. Dank je stich
telijk, hoor. En 't zou me ook niet zijn ingevallen
omgekeerd in eens vreemden inboedel te stappen,
zoo we hier niet te doen hadden met een buiten
gewoon geval. De dame aan wie Chery' Blossom
(zoo heet dit viilatje) toebehoort is een oude
kennis van vader, een allerliefste en keurig
nette vrouw, dus vonden we het wel aardig van
haar aanbod gebruik te maken en deze nieuwe
manier van op reis gaan te beproeven. We
hadden onze eigen meid, je weet wel Anna uit
Haarlem nog, mee, dus dat verhoogde de illusie
vanNederland in Engeland.
Mary, je moeder is een Engelsclie, dus zal ik
me in wat er nu volgt wat voorzichtig dienen
uit te drukken. Ik wou je nu namelijk eens mijn
bevinding meedeélen over het verschil tusschen
een engelsch en nederlandseh huismisschien is
het meer een tusschen een engelsclie en een
nederlandsche huisvrouw. Luister.
Toen we in Cherry Blossom aankwamen was
het laat in den namiddag. De schemering begon
te vallen en welhaast staken we de petroleum
lampen aan (gas is hier op het dorp niet). Het
huis vonden we allerliefst, de kamers dol ge
zellig en, zooals de engelschen zeggen, awfullv
tidyinderdaad bijna popperig netjes. Den vol
genden dag hadden Anna en ik het druk met
koffers uitpakken, ons goed wegbergen en ons
zoo in 't algemeen in de verschillende kamers
en hokjes tehuis te maken. Vader en Anton
stuurde ik maar uit op verkenningstochten in
liet dorp en de omstreken, vanwaar ze steeds
thuis kwamen met gloeiende, opgetogen beschrij
vingen. Den derden dag, terwijl ook Anna er al
vroeg op uit was gegaan om zich eens in het
dorp te oriënteeren aangaande de juiste ligging
van het postkantoor, de „whereabouts" van
hakker, kruidenier en diverse handelaren, toog
ik er in huis op uit om te snuffelen.
Laat ik je vooruit zeggen dat ik nog nooit in
een engelsch huis, of liever huishouden ben ge
weest. Ik was ééns in Londen, en dat was in
een boarding-liouse. Mijn herinneringen daaraan op
het punt van netheid zijn niet van de vroolijkste.
Edoch, ik troostte me toenhet was immers
maar een pension. Nu kwam ik dan in een echt
engelsch home, en wel als tijdelijk zelve huis
vrouw. Met een te billijken nieuwsgierigheid
wilde ik dus mijn domein in oogenschouw nemen.
Mary, toen Anna thuiskwam, ontving ik haar
aan de deur met een kort en bondig „morgen
beginnen we hier aan de groote beurten." Waar
mede de heele eerste week van mijn verblijf op