ONAFHANKELIJK ORGAAN
VOOR NEDERLAND
ge jaargang. ZATERDAG, 14 OCTOBER I9II. No. 41
Bureau van Redactie en Administratie
><3
Bloemendaalscheweg 49. Tel. 1837. Bloemendaal.
Twee vriendinnen.
de roomsche kerk
leggen.
in bijzondere
an den pastoor de
geschonken. In
is in den regel niet.
dat menigeen, die
dat huwelijk door
en goedgekeurd
iet, omdat wegens
iondere omstandig-
ring dan niet ge
wordt tot eoneubi-
't Is mooi, ook
an het r. k. Gyin-
>1 van de St. Wille-
Onderwijs
rerd den 6en Sept.
drie z. g. colleges,
jezuïeten gegeven
'tweljc binnenkort
's Gravenhage, te
lege) en te Am-
Amsterdam was
woningen aan de
toen voor
een hoogere bur-
op het terrein
eeft ziju hoofdin-
Het zal omstreeks
in. De reetor van
van Everdingen,
gerschool dr. L.
keuken,
in de keuken is
>reid. Toch moet
r van koken zijn
lie over dit onder
artikel schreefin
I bespreekt nauw-
>r den ingenieur
opstellen
i met steenkool,
ter is tot de con-
jaar 4100 K.G.
0 ËW-U in de
men aanneemt
1 K.G. steenkool
lent en voor het
de volgende uit-
et gas f (55, met
r velen gedeelde
een eventueelen
i 't niet onaardig
in de Kreus-
>sitie van Neder
ig. Zoo zegt het
itschland, zonder
dwongen te zijn
1 zal schenden,
wel niet alleen
ot heden tegen-
e kleine staten
door zulk een
iet alleen met
leger
k met het over-
van Nederland
and, in oorlogs-
te houden
irten, waaronder
Utrecht en de
lerzee, het door
ren doorsneden
or de engelsche
;en centrale stel-
uitspraak
lad vervolgt:
federland of de
n aan de overige
ijdkrachten ont-
werkelijke ver-
ipgesteld met
n lang durende
die als in 1787
le berekeningen
e -dwingen. Het
)ij een inval in
leilijkheden zal
iele strijdmacht
;er zal moeten
eindigt het
naders over
nog niet afge-
de versterking
issende uitvoe-
:e reorganisatie
en voor de ver
orden.
eer in Limburg
cocht, die zich
Van daaruit
:iën bewerken,
ets te doen te
'doemd te zijn
nemen en het
tenlanders op
lorloopig juist;
schen politiek
•li steeds meer
het geeft veel-
ie der ehriste-
veten te paaien
digheden hun
led te praten,
lie jezuïtische
ons aller
breken en uit
j ons troosten
pecifiek jezuï-
ne ombouwing
zieken-
n. Intusschen
deel van ons
li bedrijf van
e jezuïetisme,
icct te worden
moet
e (heel enkele
iderd) niet te-
n, maar uitge-
i, hebbui het
nen van de
ïoedelijke en
vlei te komen
Het Bloemendoolsch liMblad.
Prijs per
halfjaar fl.25
hij vooruitbe
taling.
Prijs per
nummer f 0.10
Advertentie»
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
Het auteursrecht van den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad 124) tot regeling van het auteursrecht.
Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden.
Onze abonnees worden opmerkzaam
gemaakt op de circulaire die hun
jlaaudag in zake den Chat-Noir-
Avo'id en voorstellingen van den Ant-
werpschen Poesjenellenkelder zal wor-
den toegezonden, opdat de enveloppe
van ons Weekblad niet ongeopend ter
zijde worde gelegd.
l.'/st van boeken, couranten en tijdschriften,
1 ,li, 'n onze tijding- en leeszaal, Bloemen-
-heweg 49, Bloemendaal, ter lezing liggen.
M: ice Maeterlinck. Over de onsterfelijkheid,
I. toistra. Zedelijke opvoeding.
,1. kema. Motor toerisme te water.
tart de la Faille. Leo N. Tolstoi als theoloog
en moralist.
orter. Een jaar lerens voor de dagbladpers.
I)r V. J. Vitringa. De Onderaardsche Reis van
Klaas Klim.
F. in der (tücs. Luimig proza.
Ili Irik Ibsen. Een vijand van t volk.
f-, rans. Eene natuurlijke leesmethode.
I»i. 10. Meissner. Wat iedereen van de Beschavings
geschiedenis weten moet.
I i. van Gorkom. Uit het (iodsdienstig-Letter
kundig leven.
I I Göhre. Drie maanden fabrieksarbeider.
F II. Blink. Tegen woordige staat van Nederland.
H. Blink. Gids tot het doen van waarnemingen
op het gebied der Land- en Volkskunde van
Nederland.
i zameling van rapporten, uitgegeven door de
Zuiderzee- Veremiging.
K F. Burdach. Beginselen eener vergelijkende
Psychologie.
G. Vissering. Een LLollander in Zuid-Afrika.
I Doeff. Nederland en Zuid-Afrika.
J'. n nieuw rapport van Generaal J. C. Smuts,
Staats-Procureur en Assistent Commandant
Generaal der Z.-A. Republiek, aan Z.H.Ed.
Staats-President Kruger.
J. D. Bierens de liaan. Levensleer naar de
beginselen van Spinoza.
ob Vosmaer. De kunst om lang te leven en wel
te sterven.
Meijer. Aanteekeningen op Spinoza1 s werken.
ilhelm Liebknecht. Karl Marx.
0 Tolstoï. Moderne Slavernij.
rl Kautsky. Het Erfurter Programma.
'derik Kompel. Siegen oder Sterben.
voeding en verzorging van den Hond.
II. Cool. De Vliegmachine.
■IReinders. De Ambachtsjongen.
>f. A. B. Marian. Vermoeienis en Overspanning.
lhelifl Ostwald. De Scheikunde in lessen. Vertaald
door Jac. P. Tbijsse.
Werner Sombart. Socialisme en sociale beweging.
twaalftal samenspraken van Desklerius Erasmus,
van Rotterdam.
1 rson. Verheug u te leven.
A. Halberstadt. De weg der Menschheid. Van
Osiris tot Paulus.
A. Halberstadt. De weg der Menschheid. Van
Homeros tot Juvenalis.
f binding of Evolutie.
II. Japikse. Licht en andere stralen.
ker T. Washington. Uit Slavernij in Vrijheid.
Vertaald uit het Engelschdoor J. L. Pierson.
t. A. II. de Hartog. Drie wijsgeeren onzer dagen.
.J. R. Slotemaker de Bruine. ITet geloof aan
God in de XXste eeuw.
1 KapteijnMuijsken. Affirmatie.
karles Darwin. De reis om de wereld.
B. ter Haar Romeny. Hoe zijn wij aan onzen
li ij bel gekomen f
Alex. Luitenant-Generaal J. B. van Heutz.
.1. C. J. Kempees. De tocht van Overste Van Daalen
door de Gajo-, Alas- en Bataklanden.
F. S. Knipscheer. Iloe Rome over de Protestanten
dacht en denkt.
divier Goldsmith. De predikant van Wakefield.
Frederik Kompel. Gedenkschriften van Paul Kruger.
Ds. P. R. A. van Meurs. Gevaren die het Protes
tantisme bedreigen.
Fedor Dostojewsky. Aus dem Dunkelsten Winkel.
Maxim Gorki. Tschelkasch.
Asyl für Obdachlose.
Der Barfüszler.
Das Eliepaar Orlow.
H. Bakels. Het Nieuwe Testament voor leeken lees
baar gemaakt.
Rev. James Cornford. The Book of Common Prayer.
Wolff en Deken. Sara Burgerhart.
J. Doncker. De avonturen van Dr. Mol.
Hoe Dr. Mol zijn vrouw kreeg.
Nieuwe Rotterdamsche Courant.
De Nieuwe Courant.
De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland.
Vrijzinnig Weekblad.
Hernieuwing
Vegetarische Bode.
Gezond Leven.
Orgaan van den Ned. Bond tot bestrijding der
Vivisectie.
De Blauwe Vaan.
De Vrije Gedachte.
Natura.
Weekblad voor Bloembollencultuur.
Staatkundige brieven van Mr. S. van Houten.
Maandblad tegen.de vervalschingen.
Weekblad voor het Notariaat.
Propria Cures.
Zandvoortsche Courant.
Den Gulden Winckel.
Onze Vloot.
De Protestant
De Hollandsche Ljelie.
Het vrije Ruilverkeer.
Uit de Remonstrantsche Broederschap.
Hoor en Wederhoor.
De Notenkraker.
De Blijde Wereld.
De Kerkbode.
Het Theosophisch Pad
(Nieuwe aanwinsten).
Het laatste portret van Prof. G. J. P. J. Bolland,
door mej. E. Valen^a.
Wandelboekje, door 10. Hermans en Jac. P. Thijs se.
Wetenschappelijke denkbeelden van onzen tijd, met
platen, door Charles R. Gibson.
Wat ieder van de Electriciteit en hare toepassingen
weten moet.
Wat iedereen van de werktuigkunde weten moet.
Wat iedereen van de sterrekunde weten moet.
Zijn de hemellichamen bewoonddoor C. Flamma-
rion.
De sterren, een studie over het heelal, door S.
Newcomb.
Nederlandsclie spreekwoorden en gezegden, verklaard
door Dr. F. A. Stoett.
Roomsche woorden, woorden en uitdrukkingen der
roomsche kerk, door A. W. Stellwagen.
Gevleugelde woorden, verzameling van bekende
citaten, spreekwoorden en zegswijzen in ver
schillende talen, zooveel mogelijk met
opgaaf van den oorsprong, door J. II. de
liuyter.
Das neue Universum. (Het boek der uitvindingen
en ontdekkingen) met platen, 29e jaargang.
-x-
Ter raadpleging: Vivat1s Geïllustreerde Encyclo
paedic en diverse woorden- en adresboeken.
Ko Doncker.
Deze penkrabbels zijn van een leek,
die zoo nu en dan weet wat genieten
van kunst is.
Tot wie spreekt men over kunst?
Kunst spreekt voor zich zelf, hij die een
kunstwerk ziet behoeft niet te worden
lastig gevallen met spreken over wat hij
ziet; maar er zijn velen die naar een
kunstwerk kijken zonder het te zien.
Het groote publiek doet dit; maar het
groote publiek moet ook zijn steentjes
bijdragen voor het huis waarin de kunste
naar onder dak wordt gebracht, ook het
groote publiek moet dus zooveel mogelijk
leeren zien.
Door het werk van Ko Doncker, dat
nu bij de Erven Dorens in Amsterdam
hangt was ik dadelijk als gemagnetiseerd.
Hoe kwam dat? Ik verklaar het mij zoo.
De dichterlijke naturalist, de impressio
nist geeft de natuur, de menschen, het
bestaande weer, „vu a travers un tempéra,
ment", overtogen met een waas van geest,
dat het genietbare is aan zijn kunstwerk
hij brengt mijn leven in zoete, in zachte
of hevige gisting met behulp van mijn
zinnen, hij tilt mij op in de sfeer van
den droom en laat mij van daaruit het
zelfde zien wat ik te voren met nuchtere
oogen aankeek, minder verbaasd dan
dankbaar herken ik in dat landschap,
die zee, dat stuk verlichte straat, de
verkeering van zintuigelijke waarneming
in gemoedsleven, dat zich aan het geziene
aldus bewust wordten wanneer ik lang
genoeg met schilderijen van Jaap en
Willem Maris, van Breitner omga, krijgt
mijn gemoed als standvastige eigenschap
die droomerige verheffing en veredeling
van wezen, die den schilder der werkelijk
heid zeiven in nog veel sterker mate
onderscheidt van zijne medemenschen.
Zoo zijn de naturalisten; de impressio
nisten behooren tot hen als een vooruit
geschoven woelige voorhoede, die vaak
meer verkenningsdiensten doet dan ver
overt.
Naast de naturalisten staan de romantici
die uit den tijd zijn voorzoover ze niet als
Thijs Maris de mystici naderen (mystici
zijn nooit uit den tijd); naast de natu
ralisten staan ze, omdat ze evenals dezen de
zichtbare natuur hebben tot sfeer waar
binnen zij ademen, omdat zij aan de voor
iedereen met oogen zichtbare werkelijk
heid de lijnen ontleen en, die het geraamte
vormen van hun levend kunstwerk. Met
de abstractionisten, die halverwege naai
de ornamentisten toestaan, is het anders.
De artiest-abstractionist brengt mij in
een andere wereldmet hem zie ik het
bekende niet door een mij aanvankelijk
vreemde middenstof heen, noch zie ik
het mij bekende als door een zoet waas
overtogen, en mijn gemoed blijft klaar
en koel, ik word niet omgezet in mijzelven
tot een wezen rijker van gemoed, maar
mijn verstand wordt op gemoedelijke
wijze rijker. Ik zie iets mij volkomen
onbekends, iets nieuws, en ik verbaas
mij en word gemagnetiseerd, maar blijf
wakker en zonder droomik sta voor
zijn uiting niet als voor die van een
medemensch, maar als voor die van
iemand, die meer weet dan ik, en mijn
oogen en mijn verstand gaan te gast, ze
verslinden het nieuwe, en ze genieten
dubbel, omdat dit innerlijk genot niet
tot voorwerp heeft een beeld, waarvan
(naar men 'tzich voorstelt) het oorspronke
lijke in de werkelijkheid door iedereen
kan worden bekeken, maar omdat het
tot voorwerp heeft een gedachtengang,
een inzicht in maatschappelijke en
zedelijke verhoudingendat niet zoogemak-
kelijk tot het bewustzijn van eenige groote
massa doordringt.
Zulk een artiest-abstractionist is
Doncker. Ko Doncker is op dit oogen-
blik met niemand in ons land te verge
lijken, en men kan zeggen dat hij eigen
schappen heeft die Speenhotf heeft, die
Toorop heeft, die onze beste ornamen
tisten hebben, hij doet een enkele maal
aan Hahn denken, maar niet met zijn
eigenlijke „oeuvre".
Dat is bij de Erven Dorens te zien.
De onderwerpen zijn alle ontleend aan
stukken van Shakespeare.
Tegen een achtergrond architectonisch
van bouw, op een vloer die somtijds niet
eens perspektivisch geteekend is, maken
de figuren hunne verschijning als in
gobelins. Al wat voorwerp is in de
teekening is rijk geornamenteerd, al wat
deel uitmaakt van de menschelijke figuren
is onbeholpen en simpel, soms boersch
of boertig. De tegenstelling tusschen de
ornamentiek aan de voorwerpen schat
rijk en ragfijn en toch niet overdadig
eenerzijds, en de zielige onbeholpenheid
der menschelijke figuren anderzijds, is
onmeedoogend en wreed, maar in hooge
mate spannend en treffend. De men
schen, is vaak gezegd, zijn de eenige
wezens, die niet weten te leven. Doncker's
uitbeelding der bekende figuren uit Shake
speare's stukken geeft zoo de men
schen weer, beheerscht door liunne harts
tochten, geleid door hunne instinkten,
de schitterend geborduurde livèrei dra
gende van een schatrijke omgeving,
waartegen zij niet op kunnen, omdat
zij nog maar zijn akelige, nare dieren
en zieligheden, die met elkander sollen
en waarmede het leven solt binnen de
rijke en rustige coulissen, die de geest
des levens zich als ornament heeft ge
bouwd.
De meeste stukken zijn potloodteeke-
ningen. Er zijn 3 onderwerpen ontleend
aan Hamlet, 2 aan Macbeth, 1 aan
Othello. Doncker geeft ze in een menge
ling van humor en tragedie, hij geeft
ze in een mengeling van rijke verbeel
ding en eenvoudige taal, is dat niet
echt Shakespeareaanseh? Meestal is het
humoristische de doorschijnende schil
van het tragische (b.v. in de scène waar
Othello zich doorsteekt), somtijds barst
de tragedie door de schil van humoristi
sche onbeholpenheid heen en overstroomt
die bijna geheel (b.v. in de teekening
van lady Macbeth, zich de handen was-
schende), een ander maal (Macbeth en
de heksen) is het oer-komieke van zulk
een kracht, dat het tragische dat ge
legen is in 's menschen af hankelijkheid
van het brute lot daardoor wordt over
stemd en wij, door het grotesk komieke,
ons in die menschelijke zieligheid bijna
verlustigen.
Doncker's kleine penteekeningen, wij
verwijzen daarvoor o.a. naar de nummers
FEUILLETON.
xv.
Beste Mary,
Ja, ik heb het meer liooren zeggen, e'n, wie
ue couranten leest, meer in het bijzonder de
verslagen van de rechtbank of politie, zal het
moeten erkennenhet leven is vaak onwaar
schijnlijker dan de ergste sensatieroman van het
soort tien dooden voor een dubbeltje.
En toch je zult ongetwijfeld zeggennuchter
Keetje! kan ik me zulke overdreven menschen
niet voorstellen als jouw Italiaan, die dood op zijn
kamer werd gevonden om een hopelooze liefde voor
een wildvreemde aangewaaide engelsche kennis
in een hotel van doortrekkende reizigers! Of ik
dan niet geloof aan de z.g. „coup de foudre Ik
vermijd met opzet het eenigzins eigenaardig
klinkende nederlandsche woordZeker wel, al
is er dunkt mij ook iets waars gelegen in het
gezegde: „liefde op het eerste gezicht is vaak bij
het tweede reeds ten einde". Niet altijd, neen;
neen! Maar, maar zie je, om je nu om zoo'n
prima-vista geval pardoes den dood in te jagen!
Mij zou daartoe het leven zélf te lief wezen;
het leven, dat weliswaar zonder die liefde, wanneer
men haar eenmaal kent, leeg en troosteloos
schijnt, maar het in werkelijkheid niet is, omdat
er behalve liefde toch nog zooveel anders is in
de wereld, werk bij voorbeeld.
Als een tegenhanger van jouw Italiaan wil ik
je vertellen van een zekere jonge dame van mijn
kennis, in wier dagboek ik de volgende verzuch
ting las:
't Is een zotte historie
Maar komt mijn liefste voorbij,
Dan bedenk ik hoe in zijn memorie
Heel geen plaats is voor mij.
En het feit wordt nog zotter,
Zal ik vertellen u gaan:
'k Een zoo verliefd als een otter
Op het mannetje in de maan.'
Maar het zotste moet nog komen,
O je lacht jé vast ziek!
Van de week wordt (kon ik 't droomen!)
Zijn verloving publiek!
Zie 'k een bidder nu loopen,
Slaat me 't harte zoo blij
Want heel spoedig, wil ik hopen
Gaat hij uit bidden voor mij,
Maar ik wanhoop bij momenten
Wen dat feesttij wel is?
Met een hart aan gruiz'lementen
Ben '1: zoo gezond als een visch
Je merkt de variatie op Piet Paaltjens. Zie
je, dit is dunkt mij een gezondere opvatting van
de tragedie als die Italiaansche
Maar, zooals je zegt, er zijn menschen van
schelle kleuren en van kleurschakeeringen.
liet andere geval waar je van vertelt, vind
ik diep treurig. „Het oog wil óók wat" is een
waarmaar zulk een hard gezegde in gevallen
als dit. Zeker, het is te vergoelijken wanneer
een huwelijkscandidaat door gewone menschen-
oogen en geen Röntgenstralen kijkt. Hoe
gaarne hadden we dat het innerlijke wat meer
op prijs werd gesteld! Helaas dat zoovelen, die
geen lief gezichtje te barer beschikking hebben,
als arme planten moeten verkwijnen door gebrek
aan zon. Maar ik heb alweer een tegenhanger
goddankIk weet een innig gelukkig huwelijk
tusschen een bijzonder knappen man en een meer
dan leelijke, echter hoogbegaafde edele vrouw,
die bovendien eenige jaren ouder is dan hij
Alweer een questie van kleuren en nuances.
De liefde wegcijferen? Eilieve Mary, wie doet
dat? Hoe kan iemand dat doen, vraag ik je in
gemoede. Maar 't is waar, jij ontmoet in je
omgeving zoovele buitengewone menschen, meer
wereld-mensc.heii zou ik haast zeggen, en men
beweert dat liefde niet in de wereld, maar in
de binnenkamer huist. Ik voor mij houd het
woord van Paulus in eere over de klinkende
schel. Je weet wat ik bedoel? In het midden
gelaten nog welke soort liefde de apostel be
doelde. Wij hebben in onze taal maar één woord
voor twee begrippen die de Franschen met fijner
onderscheiding aanduiden als amour en chariti.
Naastenliefde, liefdadigheid? Neen, zij geven niet
juist de beteekenis van het woord cbarité weer.
Om het echter nog eens over de buitenlanders
te hebben. Evenwel ditmaal niet over de men-
schen maar over hun woningen. Je behoeft niet
weer te giegelen over een mogelijke herhaling
van mijn huisvrouwelijke bevliegingen. Ik wilde
je nu echter mijn bevindingen meedeelen over
de huisinrichtingen in liet buitenland, voor zoo
ver ik er kennis mee lieb gemaakt buiten hotels
j en pensions. We hebben nu drie weken ge
woond in een engelsch huis. In mijn vorigen
brief stipte ik al een bijzonderheid aan die mij
opviel: overal in alle mogelijke vertrekken waren
boeken. In het salon een soort rekje met boe
ken, eenige kleine tafeltjes met om- en om-
stapeltjes boeken, albums, plaatwerkenin de
huiskamer eenige rijen op het buffetop de
slaapkamers onveranderlijk een of twee plankjes
tegen den muur met of zonder gordijntje,1 vol
boeken, in de badkamer, in de rommelkamer!