KERK-AGENDA.
Haarlem.
Groote kerk, v.m. 10 u. Ds. Van Paassen.
Bakenesser kerk, (voor de kinderen) v.m. 10 u.,
de heer Faber.
Eglise Wallone, v.m. 10l/s u. Mr. Martin Dupont.
Luthersche kerk, v.m. 10 u. Ds. Schade van Wes
trum. Herdenking der kerkhervorming. Met
medewerking van mej. W. Helmers (zang).
Kerk der Véreen. Doopsgezinden, v.m. 10 u. Ds.
Hylkenia.
Remonstrantscli-gereformeerden, v.m. 10 u. Dr.
Ilaentjens.
n.m. 1 u. Zondagschool in de kerk.
Bloemendaal.
v.m. 10 u. Ds. Van Leeuwen, s'avonds 6'/» u.
Ds. Van Leeuwen
Heemstede.
v.m. 10 u. Ds. Posthumus Meijjes. Woensdag 8No
vember s'avonds 7 u. Ds Wolters.
Santpoort.
v.m. 10 u. Dr. L. N. de Jong, uit Utrecht.
Evangelisatiev.m. 10 u. Ds. A. Verwaal.
AGENOA.
BLOEMENDAAL.
Zondag 5 November, n. m. 2.) uur. Nieuwe zaal
vau „Rusthoek." Matinee „Auisterdaniseh
Trio."
Zondag 5 November. Hotel „Vreeburg." Opening
van de nieuw aangelegde kegelbaan.
Eiken Dinsdag en Vrijdag, 810 uur. Hotel
„Vreeburg". Bloemendaal Commando. Ge
legenheid tot oefening in het schieten met
Marga-patronen en in het bukssehieten.
Eiken Woensdagavond, van 810 uur in het gym
nastieklokaal der 0. L. S. te Bloemen
daal, gymnastiek-exercitiën voor leden van
„Bloemendaal-Comujando."
HAARLEM.
Koloniaal Museum. (Paviljoen.) Dagelijks ge
opend van 104 ure.
Museum van Kun stn ij verheid. (Paviljoen.)
Dagelijks geopend van 104 ure.
G e m e e n t e 1 ij k Museum. Dagel ij ks geopend van
104 ure. Entree f 0.25 p.p. Ie Woensdag
van de maand vrij. Zondags van 103 vrij.
Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 79). Ge
opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen
van 105 ure. Toegang 25 cents.
Stads-Bibliotheek. (Prinsenhof). Dagelijks ge
opend (behalve Zondags) van 104 uur.
Groote Kerk. Dinsdags van 12 ure, en
Donderdags van 23 ure. Orgelbespeling.
'Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be
halve Zaterdags en Zondags) van 113 ure.
De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure.
Dinsdag 7 November, 7( uur. Bovenzaal Nut van
't Algemeen. Zijlstraat. Cursus prof. Bolland.
Dinsdag 7 November, 8 uur. Schouwburg Jans-
weg. De Heldersche Tooneelvereeniging
„Tavenu." 3e Voorstelling van den Tooneel-
wedstrijd „J. J. Cremer." Aan Flarden. Tooneel-
spel van Top Naetf.
Donderderdag 9 November, 8 uur. Nutsgebouw,
Zijlstraat. (Groote zaal). Lezing van mevrouw
W. RosVrijman voor de Haarlemsche Loge
der Theosofische vereeniging. Onderwerp„De
nieuwe mensch."
Donderdag 9 November, 8 uur. Schouwburg Jans-
weg. N. V. Opera en Operette van het Rem
brandt-Theater. Mignon. Opera. (Abonnements
voorstelling.)
AMSTERDAM.
Larensche Kunsthandel, Heerengracht 495. Tentoon
stelling van schilderijen en beeldhouwwerken
van Hetty Broedelet-Henkes, André Broedelet,
G. W. Knap en Tjipke Visser.
VOETBAL.
HAARLEM.
Zondag 5 November, 2 uur. H.F.C Velocitas
(Breda). Terrein Spanjaardslaan.
HOCKEY.
BLOEMENDAAL.
Zaterdag II November, 2 uur. Musschen IVB.H.C. I.
M isschen-terrein.
2 uur. B.H C II Haarlem 11b. Terrein aan
den Johannes Verhulstweg.
Transvaalsehe herinneringen.
'Fervolg.)
Later toen het grootste deel van het kwaad
reeds gedaan was, werd in de proclamatie
van generaal Joubert van 9 November 1899
„leven en eigendom gewaarborgd aan allen
die zich onder de bescherming plaatsen van de
regeering der Z. A. Republiek en hare wettig
aangestelde ambtenaren en oliicieren, wier wetten
en orders zij opvolgen." „Niemand," zoo heet
het daar verder, „die niet vijandig tegen de re
geering der Z. A. Republiek ofhare ambtenaren,
officieren, wetten of orders optreedt, zal eenig
nadeel ondervinden." Hiermede werd dus door
de regeering vergoeding voor eventueele schade
gewaarborgd, waarschijnlijk ook voor die welke
reeds vroeger geleden was en maakte zij goed,
althans voor zoover het stoffelijke belangen be
trof, of beloofde zij goed te maken de font door
hare burgers begaan. In hoeverre zij hiermede
zich vrijmaakte van de verantwoordelijkheid voor
de ruwheden door de burgers bedreven? En in
hoeverre ten slotte de plunderende burgers zelve
te laken zijn? Bij de beantwoording van deze
vragen vergete men toch niet dat de oorlogs-
moraal een andere is dan die welke in een ge
regelde beschaafde maatschappij heerseht. Wat
men in het gewone leven diefstal en moord
noemt krijgt in den oorlog geheel anderenamen
en een geheel andere waardeering. Wie het meest
van des vijands bezittingen weet machtig te
worden, wie hem het meest afbreuk weet te
doen is de beste soldaat. En wie in koelen bloede
zijn vijand doodt, is dapper en wordt alom ge
prezen. Deze verbijsterende ommekeer in de waar
deering der begrippen, deze geheele wijziging
der moraal, waarvan ik nu alleen twee hoofd
punten aanstip, kan natuurlijk niet zonder ge
volgen blijven. Hoe die gevolgen zullen moeten
zijn valt theoretisch niet te voorspellen, praetiseh
hebben zij zich in alle oorlogen en ook in dezen
getoond in een minachting van eigendom en in
ergere gevallen van het leven van personen die,
zij het ook non-combattant, tot den vijand be
hoorden. Het voorbeeld door den staat in dep
oorlog gegeven wordt door het individu spoedig
gevolgd. Het komt mij dan ook voor dat mep
inplaats van de Boeren hard te vallen over het
feit dat ook zij zich aan plunderen hebben
schuldig gemaakt, eerder zich er over moet ver
bazen dat er niet veel meer geplunderd is. Nergens
heb ik gezien dat bewoonde huizen geplunderd
waren (behalve in den bovengenoemden schoen
winkel), nergens waren woningen in brand ge
stoken, nergens werd de oogst opzettelijk ver
nield of het vee gedood. Dit alles werd wel ge
daan door het engelsche leger, gedeeltelijk oj>
last van het beschaafde engelsche volk, gedeeltelijk
als strafbare overtreding door soldaten of offi
cieren. En nergens werd gedurende den geheeleji
oorlog een gevangen vijand of een noncombattant
van de tegenpartij in koelen bloede door de Boeren
gedood. Beide werd helaas door door de Engel-
schen wel gedaan, wederom gedeeltelijk op last
van het engelsche volk door de krijgsraden ep
gerechtshoven, gedeeltelijk als strafbare moord
door soldaten en officieren, hier en daar op ver
schillende plaatsen in het wijde afrikaansche
veld. Waar dit alles in naam van het engelsohb
volk of door leden van het gedisciplineerde engel
sche leger gedaan is en wordt, verliest het plun
deren in Natal alle beteekenis. I November
1900 bevond ik mij bij de commando's vah
generaal De la Rev in het district Rustenburg.
Meermalen werd in dien tijd die streek door
engelsche colonnes zoogenaamd schoongeveegd.
Steeds werd daarbij de oogst, hetzij nog te velde
hetzij reeds ingehaald, door de troepen vernield,
(in het eerste geval door platrijden met boom
takken, in het laatste door verbranden), groot
en klein vee meegevoerd, soms ook doodgescho
ten, huizen werden verbrand, de stoomkoreii-
molens van Mac Donald bij Wijsfontein en Van
Glatthaar bij Elandsrivier werden vernield, dé
school op Wijsfontein werd verbrand. Zoowel op
Wijsfontein als op Groenfontein, waar verscheiden
huizen bijeen stonden werd door de troepen op
deze, door vrouwen en kinderen bewoonde huizen
geschoten. Voor zoover niet verbrand zag ik
later in deze huizen de kogelgaten in de daken,
in deuren en vensters. Een vrouw werd destijds
op de plaats Groenfontein doodelijk gewond. Dé
vernieling en plundering, de verwoesting en de
ellende door één dergelijke engelsche colonne
binnen eenige dagen aangericht zijn meer 'eü
grooter dan het geheele Boerenleger in Natal in
al de maanden van zijn verblijf aldaar heeft
kunnen teweegbrengen. En tegenover de ontzag
lijke verwoesting en het immense leed dat dooi;
de Engelschen in dezen oorlog is gebracht over
de Transvaal en den Vrijstaat wordt het effect
van de plundering door eenige Bóeren in Natal
in de eerste weken van den oorlog aangericht
een factor van miniem kleine waarde. En de
verantwoordelijkheid van de republikeinsche
regeeringen voor de wandaden van eenige hunner
onderdanen, waarover zij feitelijk geen macht
hadden, valt weg tegenover de zware verantwoor
delijkheid van het engelsche volk voor alles wat
daar in Afrika in zijn naam of door zijn dienaren
geschiedt. Natuurlijk wordt getracht deze ver
antwoordelijkheid door toepassing der oorlogs-
moraal te elimineeren. Men zegt eenvoudig dat
alles geschiedde „for military reasons," op mili
taire gronden, en meent dat daardoor alles en
alles verdedigd kan worden. Doch denkt men
dat de Boeren die van het begin van den oorlog
in het veld zijn de scheiding van hun gezin en
de bezwaren van het harde veldleven niet ge
voelen, denkt men dat vrouwen en kinderen
geen doodsangsten doorstaan bij het beschieten
hunner woning, geen pijn gevoelen als zij hun
huis in vlammen zien opgaan, denkt men dat
de vrouwen in de concentratiekampen geen
smart gevoelden toen zij hun kinderen de een
na den ander, zagen omkomen Omdat dat
alles geschiedde „for military reasons"
Maar laat ik blijven bij mijn herinner
ringen uit Natal. Dat de Boeren zich daar
aan roof en plundering hebben schuldig ge
maakt. heb ik hier medegedeeld omdat het
tot mijn eerste en krachtigste oorlogsimpressies
behoort. De desolate toestand van die half-
verlaten, geplunderde dorpen en van de woningen
langs de spoorlijn zal mij altijd bijblijven.
Tevens heb ik het willen zeggen daar ik meen
dat men de Boeren beter recht laat wedervaren ep
tot een zuiverder beschouwing komt wanneer men
de opvatting dat dit volk alleen bestaat uit engelen
van deugd en helden van dapperheid laat varen
voor meer met de werkelijkheid overeenkomende
opinies. Ook dan blijft er nog genoeg te waar-
deeren. Maar zoo goed bij de Boeren als bij elk
ander volk zijn er slechten en lafl'en en diidr;
als overal elders, bestaat de meerderheid uit
zwakken. Bij de bijzondere omstandigheden in
Natal moesten deze eigenschappen aan den dag
komentoen er gelegenheid tot plunderen en
„optillen" was zag de slechte zijn kans schoon
en was voor den zwakke.de verleiding te sterk.
Men heeft de uitlanderkorpsen aangewreven de
daders der plundering te zijnvoor Dundee zou
dit alleen kunnen treffen het iersche korps, daar
de Hollanders en Duitschers nog vóór de occupatie
van Dundee reeds verder waren getrokken en
eerst bij Elandslaagte waren gekeerd. Mogelijk
hebben de Ieren schuld aan de vernieling te
Dundee gepleegd, hoewel ook daarvoor nooit een
bewijs is gegeven, maar zeker is dat pur sang
Boeren te Dundee aan noodige en overbodige
artikelen hebben opgetild alles wat van hun gading
was. Gaarne wil ik aannetnen dat de onnoodige
verwoesting niet door Boeren is aangericht,
hoewel er wel waren die ook daarin genoegen
zouden gevonden hebben. Maar over het algemeen
is zeker de Boer niet ruw. Zijn spaarzaamheid
reeds zal hem van vernieling doen terug
schrikken. Dat ook overigens de Boer niet ruw
is blijkt daaruit dat men zelden of nooit hoort
twisten door Boeren, dat hij zich niet bezondigt
aan het gebruik van ruwe taal, dat vechtpartijen
niet voorkomen. In de eerste drukke dagen in
Natal en in toestanden die allicht tot wrijving aan
leiding konden geven was dit alles zeer opvallend.
Beslist zouden Hollanders of andere Europeanen
in die omstandigheden veel opgewondener zijn
geweest, zich veel meet driftig hebben gemaakt
en de noodige twisten en vechtpartijen zouden
zeker niet hebben ontbroken De Boer bezit een
groote kalmte waarover ik in een vorig artikel
reeds een en ander zeide en daarbij bezit hij
veel zin voor humor. Moeilijke situaties wor
den graag met een onschuldige grap opgelost en
zoodra kwesties verrijzen mengt, zooals bij
kinderen, iedereen er zich in en krijgt geen
van beide partijen gelegenheid al te veel op
zijn stuk te staan en de zaak ernstig te maken.
Voor Hollanders schijnt deze handelwijze dikwijls
wuft, weinig karaktervol, maar zeker heeft zij in
honderd gevallen veel voor boven onze zwaar
tillendheid. Dikwijls heb ik in Natal, toen ik veel
meer met Boeren in aanraking kwam dan in
mijn werkkring te Standerton, de Boeren ver
geleken met Brabanders of Vlamingen, die
dezelfde luchthartigheid, denzelfden zin voor
humor tevens bezitten. Is het de fransche geest,
door de Hugenoten in Zuid-Afrika gebracht,
die hier kenbaar wordt
April 1902.
Spraakleer.
Door J. L. Kingma.
PHONETISCHE
kroniek Vorming der mede
klinkers of hoe ze worden
voortgebracht.
De B. (zie vorig weekblad).
Wanneer men bij het uitspreken van de a over
gaat tot de lipsluiting, dan verder door articu
leert, tot men niet meer kan, de op-eengehoopte
lucht, die zich daardoor in mondholte, tusschen
tanden en lippen en achter de wangen heeft
gevormd (waardoor lippen en wangen zwellen),
alsdan uitstoot, ontstaat er eene explotie, die de
b vormt, voorafgegaan door het vibratiegeluid.
Indien men de m voor de b zegt (dat bij ge
kloofde gehemelten veel voor komt, vooral in
het begin, nadat zij reeds dichtgemaakt of ver
vangen zijn door een kunstgehemelte), dan knijpt
men den neus dicht, staande de articulatie, tot
men niet meer kan; de opgehoopte lucht wordt
dan weder uitgestooten, waarop de b zich vormt.
Deze handeling moet dienen, om het onderscheid
te leeren kennen tusschen m en b.
De b vorming gaat in den regel gepaard met
luchtophooping tusschen wangen en lippen, 't,
zij gevibreerd of niet gevibreerd. In het laatste
geval wordt zij geluidloos gehoord, dat echter
niet zeggen wil, dat zij bepaald scherp moet
worden uitgesproken.
In de uitdrukkingen: de eb, ik tofi, ik krat,
enz. doet men verkeerd de b als p uit te spreken.
Alleen in het geval dat de b door eene p, s, oft
gevolgd wordt, wordt ze niet alleen geluidloos,
maar ook min of meer scherp gehoord. De b
moet overigens haar karakter zooveel mogelijk
blijven behoudenverliest zij dit dan komt ze
in het kadre van de p en wordt scherp. Als
zoodanig heeft de b haar articulatiegebied, om
het zoo eens uit te drukken, dat van de b naar
de p loopt. Naarmate zij nu de p nadert wordt
haar articulatie ook onzuiverder.
De lipvorming van de b is tweeledig. Staat ze
voor eene a, e', i', of ie, dan is die vorming
zonder plooiing, doch voor een o', o, oe, u' en uu
voelt men, dat de lippen zich door de ver
nauwde mondwijdte eenigszins samentrekken.
Zoo is bijv. de (/-uitspraak bij (/aas anders dan
bij fioer. Wordt de b als eindletter, gevolgd door
h, d, of z, dan behoudt zij het vibratiegeluid bijv.:
De krab bleef op het strand; de krab doet
geen sprongen; ik heb zalm gekocht.
Door het vibreeren en het sluiten der lippen,
is hare phonetische benaming:
Gevibreerde lipsluitklank.
De b is eigenlijk niet anders dan eene gevi
breerde p. Doordat men vibreert, komt er lucht
in den mond en daar deze gesloten blijft, zwellen
lippen en wangen natuurlijk op.
Recapitulatie.
Sluiting der neusholten. Geheele afsluiting door
als ik dat alles moest opnoemen, 't is te veel om
te bevatten en te beschrijven!
Ook ben ik geklommen tot op de galerijen,
die de torens omgeven en heb mij verlustigd in
de dwaze figuren van de „chimères", de gedrochten,
die als sproeiers dienen en een eigenaardigheid
zijn van dezen stijl, 't Is de humor van het
noorden, de heksen en kabouters uit de noorsche
en duitsche sagen, die weer om den hoek kijken
om even te laten zien, dat zij er nog zijn, dat
het geloof aan hen nog altijd leeft in de ziel
van het volk. Het doet mij altijd denken aan
de „Hexenküche" uit Faust; Goethe schreef die
scène terwijl hij in Italië was en geheel onder
den invloed van de schoonheid der klassieke
oudheid, het was als het ware een reactie, mis
schien kwam hem „die bunte Marchenwelt des
Nordens" juist toen zoo bijzonder voor den geest
Ik zal nu maar ophouden over kerken, anders
komt er zoo weinig variatie in onze brieven en
je zult natuurlijk benieuwd zijn veel interessante
bijzonderheden van Parijs te vernemen, want
in mijn vorigen brief heb ik nu niet veel ver
teld, tengevolge van mijn zwarte stemming.
Maar 't zal misschien een teleurstelling voor
je zijn, als ik je zeg, dat ik geen .apachen" heb
gezien en niet in de „Folies Bergères" ben ge
weest en geen inval heb gedaan in een speel
hol; van geen van deze lugubere vreeselijkheden
heb ik iets gemerkt en ik kan er dus geen
griezeligheden van vertellen. Want nietwaar.
dat hoort zoo bij Parijs.
Wel heb ik een heerlijk tochtje op de Seine
gemaakt tot Suresnes, vandaar naar St. Cloud
per tram en in St. Cloud een prachtige wandeling
gemaakt door het bosch de Amerikaan was
er bijmaak je niet ongerust, Mama ook
't Treft mij, dat Parijs een eigenaardig mooi
licht heeft, vooral op de Seine zie je dat en in
het bosch nog meer, werkelijk sprookjesachtig,
wazig en doorzichtig tegelijk ligt als een fijne
sluier een zekere a'mosfeer óver de denneboomen,
wat iets droomerigs geeft. Je begrijpt dan pas
een schilderij van „Corot", feeenfiguren in een
donker bosch, met een vreemden grijsgroenen,
lichten achtergrond tusschen de boomen. In een
woord: „superbe".
Dat het je hindert, dat de Amerikaan een di
plomaat is, is geen wonder voor Keetje met goed-
hollandsche ideeën - maar het neemt niet
weg, dat het een sympathiek jongmensch is,
waarmee je heel verstandig praten kunt, want
flirten, 't is gek, maar ik kom er niet toe, 't valt
mij niet inEn een Amerikaan is overigens nogal
gewend aan die sport, dank zij zijn vrouwelijke
landgenooten.
Eenige dagen geleden zijn wij samen thee gaan
drinken bij Rumpelmayer in de rue de Rivoli,
een chic établissement, waar je de fleur der
parijsche wereld en de „upper-ten" van over
den oceaan kunt ontmoeten. Pikante gezichtjes
en elegante figuurtjes zie je er genoeg, 't is wer
kelijk een embarras-de-choix van aantrekkelijke
vrouwen, ik zou niet weten, welke ik kiezen
moest. Of ja, ik weet het wel, 't genre
althans, maar (lat zie je hier weinig, tenminste
niet onder de franschen. 't Is het genre Botticelli-
Rocetti, je weet wel die tengere gezichtjes, met
droomoogen enz., enz.
Dat vind ik voor mij interessant, maar de heeren
denken er anders over
Ik zou wel eens willen weten wat mijn diplo
maat voor een smaak heeft, want je begrijpt
daarover laat hij zich niet uit, echt diplomatisch
hoewel, och neen daarover zwijg ik liever, anders
ga je maar weer doorborduren
Weet je hoe wij eigenlijk kennis gemaakt
hebben?
Door de courant, de New- York-Herald, natuur
lijk Geen advertentie, dat dacht je zeker, dat
ik ging zeggen. Neen dat is te vulgair. Hij
zat n.l. in een club-chair achter de New-York-
Herald verscholen, maar scheen toch alles te
zien want toen hij bemerkte, dat ik naar een
courant zocht (toevallig naar een fransche) stoof
hij op me af en presenteerde zijn New-York-
Herald.
Ik zei, dat ik een ander blad zocht en
daarop moest ik hooren, dat hij geen minuut
had getwijfeld, of ik was een Amerikaansche en
daarom Nu, je begrijpt, de kennimaking was
er en toen mama eenige minuten later in de
leeskamer kwam, was de conversatie in vollen
de lippen. De onderlip, als bevestigd zijnde
aan de beweegbare onderkaak drukt tegen de
bovenlip aan.
Bij het vibreeren, zwelling van wangen en
lippen, vanwege de opgehoopte lucht, die zacht
wordt uitgestooten.
Bij de a, e' i', en re (in leeren) mogen de lippen
zich niet plooien.
Bij de o', o, oe en u' en uu zachte plooiing
der lippen.
Articulatiegrondslag een breeden mondstand.
Tong blijft liggen.
Morks Magazijn van October
VAN BOEK EN heeft tot inhoud: Florence door
TIJDSCHRIFT. A. J. Servaas van Rooyen, met
afbeeldingen; het vervolg op de
aardige huiselijke vertelsels over het buitenleven
Op Villa Caprifolio door F. de Sinclair; Vaneen
Veluwsch schilder (F. A. Mooy) door W.Een
vendetta, naar De Maupassant, door M.Sonnet
door Heinrich Pietermeyer; Rie Cramer en haar
Diamanten Prinsesje door Aty Brunt; Per auto
door de Groningsche en Drentsche Veenkolonies,
door J. van Lakerveld Bisdom; De verkooping,
Vlaamsche humoreske, door Oktaaf Seghera
enz. enz.
I)e Tijdspiegel van November zal van de hand
van kolonel J. T. Oosterman een artikel: „De
soldatenvorming in ons leger", bevatten, en van
luitenant S. Schilderman„De lotgevallen dt-r
oude vesting Naarden". Verder een novelle:
„Vittoria" van Agnes van der Moer; gedichten
van Geerten Gossaert, Hein von Esssen en
Laurens van der Waals; een artikel: „Shellyen
Vondel" van A. T. A. Hey ting. Na het overzie:
Buitenlandsche Zaken van de hand van Valtev
komt de Leestafel, o.a. met recensies op politie
en sociaal gebied van dr. W. C. A. Bn. van
Vredenburgh, mr. H. Verkouteren en prof. Valck
nier Kips. Verder de gewone rubrieken.
Wat gebeurt er met ons als wij sterven! door 1;,
N. de Fremery. Uitgave: C. A. J. van Dishoei
te Bussum, 1910.
Niet ter bespreking toegezonden, maar et
werkje door mezelf aangekocht, aangelokt als
was door den veelbelovenden titel, en dat ik ni.
nalaten kan hier even te behandelen- als een
hors d'oeuvre.
„Wat gebeurt er met ons als wij sterven? Welk
verandering grijpt er dan met ons plaats? Wt.
overkomt ons feitelijk? Hoe ongaarne verdiept,
wij ons in vragen als deze". Hiermede vangt do
bekende spiritist De Fremery zijn boekske aai
Ik moest even glimlachen bij die woorden ,.11
ongaarne." Is het niet juist een veel voorkomen
verschijnsel van onzen tijd dat de mensch zit
wel verdiept(en hoeveel vafimin kwesties a
deze, griezelig of niet, maar juist daarom z<
aantrekkelijk. Het geheimzinnige, het verborgei
oefent een sterke bekoring uit, en lokt de
nieuwsgierige tot uitvorschen. Juist in dezen tij/
komen er herhaaldelijk werken uit. die het onder
werp hiernamaals op allerlei wijzen behandeld
en uitpluizen, met of zonder wetenschappelijk
proefnemingen, wijsgeerig, godsdienstig, spirité
tisch theosofisch of gewoonweg nuchter. Het my-
terie van den dood wordt evenals alle mysteriëi
de moeite waard geacht onderzocht te wordei
opdat het niet langer een geheimenis zij. Er zij:
er die zich afvragen waarom het eigenlijk zul
een verborgenheid is, en, op grond van gocd-g<~
loovige berusting tot het besluit komen, dat ht
beter is den door God neergelaten sluier te late
hangen over wat door ongetwijfeld wijze vooi
ziening onbekend voor menschenoogen werd ge
houden.
Dezestelling weerleggen de spiritisten, theosofei
en aanv.erwante onderzoekers. „De mensch moe
werken en denken en zoeken, daar is hij mensc:
voor," zegt Van Eeden. Waarom zou het zond
wezen, zijn denk- en zoek vermogen, dat dan toe
even goed van hooger hand in den mensch ge
legd werd, aan te wenden? Onzuivere nieuw:
gierigheid behoeft daarvan nog niet eens d
drijfveer te wezen; er zijn redenen genoeg di
ons er toe kunnen brengen, zij het ook met eenige
schroom en angstvalligen eerbied te naderen to
het groote onbekende, voor wij door den „spron.
in het, duister" wel genoodzaakt zijn daarmede
kennis te maken. Meer en meer wordt het than
een overweging der mannen van de wetenschap
zich in te laten met allerlei onverklaarbare en
niet weg te praten verschijnselen welke zich va:
oude tijden tot heden hebben voorgedaan, ei
welke vaag de twijfelvraag deden rijzen of dn
„geheimenis" wel werkelijk bedoeld zou wezen
een geheimenis te blijven ten eeuwigen dage
Op grond van velerlei ernstige onderzoekingen
zijn er theorieën opgebouwd omtrent het leven
aan gene zijde des grafs, die in hoofdzaak vrijwe
op hetzelfde neerkomen. Toen ik nu dit boekje
van De Fremerey kocht verwachtte ik, afgaande
op den titel, een beknopte uiteenzetting en sa
menstelling van die theorieën voor zoover zij
thans vastgesteld zijn. Ik had vroeger aireed:
een en ander hierover gelezen, zoowel in spiritis
tische als theosofische werken, en was dus niet
geheel onbekend met het onderwerp. In mijn
verwachting vond ik mij teleurgesteld. Behalve
de inleiding die een soort bespiegeling is, geeft het
werkje slechts voorbeelden van spiritistische ver
schijnselen, welke bij den lezer, zoo hij er onvoor
waardelijk geloof aan hecht, geen enkele vaste
theorie omtrent de wereld der geesten oproepeh,
slechts een gevoel van huiverige verwondering
gang, wat haar niet weinig verbaasde. Er zijn
hier, twee engelsche meisjes, die mij metscheele
oogen aankijken, omdat ik zoo handig dien
Amerikaan heb geëxploiteerd (zooals ze denken
maar ik ben werkelijk onschuldig in dit geval
en geen oogenblik op een flirtation belust
geweest.
Je weet, 't was mijn zwarte stemming, die eerste
week in Parijs en 't was dus niet te verwonderen,
dat de lust mij ontbrak om iets van dien aard
te ondernemen.
Overigens hebben wij 't juist gehad over een
amerikaansche dame, die zich zoo even van haar
echtgenoot heeft laten scheiden en alle Ameri
kanen „boors" vindt, die niet weten, hoe ze een
vrouw moeten behandelen. De Franschman, zegt
zij, is de eenige dié het talent bezit een vrouw
te behagen en te interesseerenik ben zoo
vrij van meening met het goede mensch te ver
schillen
Je ziet ik ben, ouder gewoonte in mijn brieven,
weer heel verheven begonnen en langzamerhand
naar het aardsche afgezakt, 't Juiste midden te
vinden is mij nog niet gelukt. Geef mij eens
raad, wil je?
je Mary.
ell misschien, zooals bij mij dear
Zl>lf gespaard te mogen blijven t
dingen van zulk een griezeligen
moge dan al belangwekkend wez
gros der mensehen zal toch een goe
en sterke zenuwen noodig zijn, v
tot aangezicht te komen met wezeni
wereld, die, zooals zij meermalen 1
toond, niet alijd aangename ke
bleken te zijn.
A. van der Meer1
1 uhoud van De Auto van 2 November
Bededeelingen van de Ned. Autouiobiel-c
uuuale autdmobieltentoonstelllng te Berlyi
ji, spanningen in buitenbandenGeluide
Methode om liet hard worden van caoutchoi
u,-! koetswerkten toonstelling, maar
pe laatste paardeu-omuibus te Londen
ronden mededeelingen van lezersVrage
B,,,).distenMëmoires van Hilly de C
schuwing. M o t o r w i e 1 r ij d e n Offi. me
He: vervuilen van bougies: Geruischlot
gen paar dagen uit: Vragenbus voor
Inuustriëele mededeelingen; Handels- en
dedeelingenAllerleiRectificatie.
Bloemendaal
SPORT. Weer ba a
Niettegenstaande
Zaterdagavond, was 't terrein i:
conditie.
Wanneer de heer Raucli om 2
bL.ist) stelt Bloemendaal zich als
De Vries
v. Rietschoten, v. Mar
'V. Ilooff, v. d. Bergh, IIoi
v \essel, Blankevoort, Roskam,
loeihendaal telt dus 2 invallen
v .-dig is.
W. wint den toss, en verkies
2i in den rug te spelen.
adelijk begint de bezoekende
v. -ii, maar Wes en Kees retouri
r oogenblik. De voorhoede vai
ins probeeren, maar zonder si
a een kwartier spelen schiet d
A. W. onverwacht van verre
op zijn hoede, en staat te vet
rdoor A. W. met 10 de lei'
rlioede van Bloemendaal spai
meer in, doch haar werken het
r 't talmen van v. d. Berg word
en verknoeid. Aldus gaat d
voor A. W.
i de rust is B. V. V. overwege
r denkt dat de witten gaan
:er van A. W. is echter in goe
den bal steeds keurig te ve
■t een B. V. V. speler keihard
maar als door een wonder sp
eld terug.
i minuten voor 't eind gaat W
r heeft geen kans om gelijk t
e voorhoede van A. W. drill
een doorbraak naar voren, 1
doch schijnt voor de forst-hef
/tsbinnen wat respect te heb
oogenblik,, en A. W. leidt met
ge minuten later tijd is, heeft
erdiend verloren,
j Bloemendaal waren goed W
_'h. Houtgraaf, v Kessel, Blanl
ij A. W. de keeper, de backs,
ugèl.
villen 'h'opeii dafDé 'Vries
k it oefenen, en dat hij niet i
u, t blijven verkeeren, dat 't k
a: rel/oren is. De twee laatste weds
cl trouwens reeds bewezen.
ie-
'tt'
va.
uit
w:
vo
w:
Di
ka
1-
iei
kt
B
Schouwburg Janswi
T00NEEL. Jonk vrouw de
Tot ons genoegei
ïi ledeelen, dat Royaards op Woe
k' "t met Jonkvrouw de la Seigl
li i succes waarmede dit stuk om
f Royaards heeft, gelijk wij dil
v. 1 zijn, gezorgd voor prachtvolle,
V.m den schouwburg bestaat
it Is gelegenheid tot plaatsbespre
De Koopman
ooren we tegenwoordig van D
I tie, dan denken we aan Bouw
isbaar als de Shylock-figuur
ii onmisbaar is Bouwmeester
vulling. Bij liet rechtsgeding jn'
hij weer de geweldige, ditmaa
van 't woord.Zijnverschrikkelijki
tn haat, spijt en halve razerni
bbers van hartstochtelijk spel
oning zoo zeer behagen, waren
i onder overdreven dan vroeger.
eft er door in waarde gewonnei
Op 't spel van den heer Cor Si
i van Antonio, viel weinig aan tem
ernstig, kalm, waardig, met veel v:
patriciër. Mevrouw ErfmaunSas
-pel, zoowel als de rijke erfgenai
vermomming van jong advocaat. 0<
i" andere spelers.
De schouwburg was goed bezet
Soire Mi
MUZIEK. Woensdag 25 O
de concertzaal
geven door E. A. Cats, violist,
j medewerking van mejuffrouw H.
Amsterdam en den heerjac. van)
Bloemendaal.
De concertgever opende deze S
niet Sonate A majeur van Mozar
Salzburg, gest. 1791 te Weenen, „d
aller Komponisten, der was ei
reines musikalisches Gold verv
Riemann). Deze sonate, uit twee di
n.l Allegro molto, en Thema et
is echt fijn lieflijk, bevallig; aar.
hooren en om te spelen. Mozart
de moeilijkste componisten om goec
juist om de hooge fijnheid van zi
Na Mozart's vioolsonate zong
Kempen twee liederen van Schubt
en Lied eines Schifl'ers an die
twee van Schumann (Stille Th
Knaben Berglied) met veel gloed
Prachtige geschil
SCHILDERSTUKKEN
Haast ieder in
TELEFOON 1077