ALGEMEEN WEEKBLAD Has rem. o iorlog al;r, at Si ER VOOR Bloentendaal, jtaarlem, jlccmstde en omliggende plaatsen. KANTOREN: Bloemendaalseheweg 49. Tel. 1837. Bloemendaal. Gedempte Oude Gracht 63. Tel. 141. Haarlem. Jeltes. n hét cTkuiist '1- (lat r voordrj ,-i tei o i rijft 01U troepje'; i o n (I a art olijk I» tl. mber gl i ik ;i 11 I ei e" heb il e iilgem -ne Ze i i, Ze a.lde )oral de 7e Jaargang. ZATERDAG 11 JANUARI 1913. No. 2. lieb ik iet wel doe 1 1 die grnppi - die in isehe kit de gen lonten ngetje n het ?en, da ni* en dan lth moeter •li heelt (ij,-», l n vindt het uitsti ut srdt Et een 1 blijft ril- lië teru een gc - {lf ren en ik ,r u 2|,„ n papa e maaa, vat, a van o;; j j ENZ. flflbner een fraaie# kteader a! kantor. Oe iet noot i ziji, £- tC, «3 LEM nd 'SSESS l&s*5ïS§ ÜW&H TTO H ÏUZ B: agaa.ir.- ïlefo e en s a 1 ,i :wer;< se efoon 5.43, TRAAT 3. kerij. S spoi t-'i. Het Bloemendulseh Weekblad. Prijs per halfjaar f 1.25 hij vooruitbe taling. Prijs per nummer fü.10 Advertentiën 10 rents per regel bij herhaalde plaatsing korting. i nummer bestaat uit 4 bladzijden, an de lezers. ■zers, doet uitsluitend uw inkoopen hen, die in „Het Bloemendaalsch kblad" adverteeren. i zpudt ge zoo vriendelijk willen zijn. ook eens te zeggen, dat liunne iiice in „Het Bloemendaalsch Week- uwe aandacht op hun zaken ves- ln? 11 e r n a t i o n a a 1 Studenten feest 1913. lden wij in ons vorig nummer in kort iets mede omtrent de plannen e e*r internationale stnaentenbijeen- •it jn het feestjaar 1913, thans wil- w een weinig uitgebreider over belangwekkende poging spreken. 1 eerste maal. dat deze groote opzet nlrde werd gebracht, was liet als wpord op den oproep voor plannen, r' de feestcommissie voor het 13° rum van het delftsch studentencorps 1 13 gedaan. Met het oog op liet vaardig jaar 1913, waarin het -paleis zou worden geopend, wil- amelijk sommige inzenders een in- 'i 'onaal karakter aan dit 13° lus tri geven. Deze opvatting van een lustrumfeest werd niet door het corps va li de delft sche studenten gedeeld, ii '"ie zoowel het delftsche als alle corp- va alle andere nederlandsche uni- vi -iteiten, voelde zeer veel sympathie v het plan om buitenlandsche stu- uv"i' "ii uaai 'nier uit te noodigen, met n verstande, dat deze zaak dan niet it- van Delft zoude uitgaan, doch allo nederlandsche studenten, li n dergelijke samenkomst van jonge mien uit vreemde landen toch be krit veel meer dan mien oppervlak- kit meenen zou. Dit inzicht werd ge- de, id door een groot aantal hoogleeraren ca udere uitnemende mannen, welke duur de studenten omtrent hunne plan nen geraadpleegd werden, en de zoo (levolle hulp werd van deze zijde xegd. Uit voorloopige briefwisse- inii niet studenten in het buitenland - -k, dat er een bijzondere sympathie r de plannen bestaat en de hoop is gewettigd, dat deze groote opzet - gen zal. De lieeren F. M. van Asbeck, F. D. "I ;eaud en G. J. Laman Trip (dit zijn i' tenen, die het voorstel opperden, en it don voorloopigen, doch reeds zeer 'ivgebreiden, arbeid voor verricht heb ben.), geven in liun boekje een inkleeding vim het plan, waaraan wij een en ander uui kenen. lèenerzijds bevelen zij voorclrach- t n aan, door uitmuntende geleerden, staatslieden, enz., anderzijds het vieren van genoeglijke feestelijkheden, terwijl uit den aard het hoogtepunt de opening vau het Vredespaleis wezen zal. Aan bevolen wordt een vijftal officieele feest dagen, niet meer; daarna echter voor hen, die willen blijven, een aantal niet- officicele feestdagen. „In deze dagen kan dan vooral," zoo schrijven zij, „het kameraadschappelijk en ook het neder- laudsch karakter der bijeenkomst goed uitkomen. Het eerste door toohten door hot land, waaromtrent nederlandsche FEUILLETON. Hoe moeten w ij lezen? I. Wanneer we voordeel willen trekken - van liet- jJ'cen we lezen, dan dienen wij dat langzaam te J i 'oen, Xiet alleen studiewerken belmoren lang- 1 nam gelezen te worden, maar ook de boeken die wil voor ons pleizier lezen. Dit mogen wij, 20ste invers vooral wel eens ter harte nemen, daar in onzen tijd van „zenuwachtig-haasten" een 'k feitelijk niet lezen, maar het doorbladeren, 1 inrdoor het natuurlijk onmogelijk is, dat het ;in z'n doel beantwoordt. Daarom is „de" kunst "i te lezen, langzaam lezen. Er is echter niet (,'i kunst om te lezen, maar er zijn er meer, doch j te zijn allo verschillend al naar het soort van rkwerk dat door ons gelezen wordt. Laten wij <s probeeren of we ze n voor één kunnen 01 lerscheiden. Ten eerste hebben we dan de wet mseliappelijke x'1 ken, zooals bij voorbeeld ch philosophisc.he. ,'ewel °°k deze weer in versehi lïende groepen te studenten inlichtingen zullen geven en met welke zij ook zullen meegaan; het tweede, wanneer de nederlandsche voor mannen op verschillend (vooral weten schappelijk) g ebied, belangstellenden onder de vreemde studenten in de ge legenheid willen stellen, iets omtrent hunnen arbeid te vernemen, of daarvan iets te zien." In dien oproep aan de nederlandsche studenten „oproep tot een feestelijke bijeenkomst ter gelegenheid van de plechtige opening van het Vredespaleis als zetel van het Ilof van Arbitrage" heet het zoo ferm, dat men op deze wijze de jonge mannen uit alle be schaafde landen der wereld in de ge legenheid stellen wil hier, voor het gebouw zelf, hun instemming te be tuigen met het zegevieren van Hecht over Geweld. Dit is een goede en zuivere formuleering der zaak, lijkt ons. Wat nu de beteekenis van het plan aangaat, deze is in al haar omvang weergegeven in het manifest aan de nederlandsche studenten. In het kort komt zij hierop neerDe nieuwere, ge zonde vredesbeweging' stelt zich niet meer tevreden met het nastreven van het ideaal van den „niet-oorloig", even min met dat van „de vercenigde staten der wereld", maar zij wil trachten, de onderlinge verhouding- tusschen de sta ten te ordenen. Dit op een wijze, waarbij elk dezer staten op zichzelve blijft, maai de onderlinge verhouding moet geordend worden. Aan den huidigen toestand, waarbij Macht boven Recht gaat, moet een einde gemaakt. Het Recht voor alles. Strijd zal steeds onvermijdelijk blijven, maar de beslissing van eiken strijd moet aan de rechtvaardigheid zijn. Dit is de zin van het streven der redes-congressendit zal de grondslag zijn voor het Permanente Hof van Arbitrage. Wanneer, zoo luidde de aanmoedi ging der lioogleeraren, wanneer het gebouw voor dit Hof van Arbitrage wordt ingewijd, mogen de studenten uit alle beschaafde landen daar niet ont breken de studenten, dat zijn zij, die de kiem der toekomst in zich dragen. De voordeelen van zulk een bezoek zijn voor de nederlandsche als voor de vreemde studenten zeer vele en verschei dene. Maar een voor de hand liggend voordeel, dat wij alvast, en met vreugd, noemen kunnen, is, dat die jongemannen uit verre landen eens kunnen vernemen van Hollands stre ven en Hollands kracht; dat zij onze geleerden en staatslieden eens zeiven zullen liooren, èn lien eerendat zij het schoone hollandsche land eens goed zullen zien, èn bewonderendat zij de bewoners van dat land, uit lust tot spotten of uit onwetendheid zoo menigmaal onderschat, nu eens nader en beter zullen leeren kennen èn waar- deeren. Vernieuwd Liberalisme. Politieke rede gehouden door mr. Tideman voor dc kiesverceniging in het district Santpoort. Voor spreker (die zegt geheel op zichzelf te spreken, zonder ruggespraak met anderen en dus zonder dat eenig ander voor zijne woorden zou kunnen worden aansprakelijk gesteld) voor hem bestaan dingen, in goede harmonie geordend, nog altijd uit drie. Zoo de nederlandsche staatspar- splitsen zijn. geldt hier toch als hoofdregel (naast langzaam lezen) de kunst van vergelijking. Men behoort zoo'n werk te lezen en te herlezen, de bladen evenveel naar rechts als naar links om te slaan; voordat men vandaag verder gaat moet men eerst weer een stukje lezen, van hetgeen men gisteren bestudeerd heeft, enz., totdat men zicli op 't laatst een helder denkbeeld gevormd heeft van de hoofd-idee van den schrijver. Dan moet men opletten of de schrijver zich nergens tegen spreekt. Dit komt b.v. voor bij J. J. Rousseau, den grooten 18de-eeuwschen schrijver. In al zijn werken haat hij den invloed die de menigte uit oefent op het individu, en wenscht hartstochtelijk dat de enkeling zich aan die gemeenschap zal we ten te onttrekken, terwijl hij ergens anders graag zou willen zien. dat de menigte liet individu in zich opnam. Dit is tegenspraak, en het doet ons genoegen, wanneer wij bemerken, dat zoo iets ons niet ontgaan is. Komt zoo iets voor, dan moeten we trachten, dit met de eigen woorden van den schrijver op te lossen. Zoodoende wordt liet lezen don een voortdurende gedaehtenwisseling met den auteur, waarbij we natuurlijk, evenals bij een oprek in liet é.agelijkscli leven, de moeilijkheden, die zich ar'hu n, moeten kunnen omzeilen. Be- tijen: eene groote, bereidwillig en met gezond v( tstand hervormende, middenpartij, geflankeerd reblits door een clericale partij, waarvan de ultra- rriïlntaansche do zuiverste afbeelding is, links door dc sociaal-democratie. Het ultramontanisme acht spr. het groote ge vaar voor onze beschaving. De ultramontaansche partij is oud en volgroeid, imnr flor dagen nog niet zat, de sociaal-demoera- t Lelie jong en onvolgroeid, met vele leemten in zijne beschouwing der werkelijkheid en in zijne moraal. Aan dc hand van Sehilffle's„De quin- t assens der sociaal-democratie", gaat spr. deze typeering der sociaal-clemacratie in bizonderheden na en knoopt daaraan de opmerking, ontleend aan de praktijk der sociaal-democratie, vooral in Nederland geldend, dat (1e sociaal-democratie, die ir)eer wil afschaffen dan ze voor het oogenblik te geven heeft, met juistheid kan worden afgebeeld ajs iemand, die een ander, dien hij wil hekeeren. raai' de keel grijpt. De sociaal-democratie in hare tiieoriëen geene rekening houdende met de men- sphelijke zoude, toont in werkelijkheidheid aan zjcli zelve maar al te droevig de onuitroeibaar- l.oid zelve dier zonde. Aan de hand van een rede door dr. Kaften te Kiel op eeue algemeene vergadering van den Evangelischen Boncl te Chemnitz gehouden (ver taald te vinden ill ail. 1, jrg. XIII van Marnix) geeft spr. voorts eene uiteenzetting van het doel yan het ultramontanismede komst van het gods- rijk door middel van priesterlijke wereldheer schappij. Met (1c sociaal-democratie valt rekening te houden in het staatkundige, maar met het ultra montanisme valt eerder rekening te houden, want dit heeft (le macht nu in handen. Spr. gaat nu na, welk verschil er is op het ge bied der beschaving, op wetenschappelijk gebied, pp het gebied der zedelijkheid en op dat van den j godsdienst tusschen roomsch en protestant. De beschaving is de vordering gemaakt met het woord voorkomende op de eerste bladzijde van den Bijbel: „onderwerp de aarde"dat het protestantisme aan j beschaving of cultuur meer bevorderlijk is dan het nttrnmontanisme. is buiten twijfelnet ultra montanisme heeft zelfs de oude beschaving, waar van het de bewaarder was, verloren, het heeft die afgedragen aan andere cultuurmachten: eene ver gelijking van roomselie en protestantselie streken bewijst dit. En dit feit heeft zijn grond in dit beginsel: voor het ultramontanisme is de heer schappij Gods, de heerschappij der kerk. d.w.z. der gezamenlijke priesters (ook zondige mensclien) terwijl de individuen innerlijk afhankelijk daarvan zijn. geestelijk gebondenhet protestantisme daar entegen wenscht, dat een ieder zal komen tot gees telijk bezit, geestelijke vrijheid, geestelijke rijp heid, voor zoover zijne gaven hem dit veroorloven, omdat het in iederen enkeling ziet een beelddrager Gods; men zou het ook zoo kunnen zeggen: de vrije persoonlijkheid is de aardsche spiegel Gods. Op wetenschappelijk gebied geldt,, dat Rome, vooral sedert het zijne pausen onfeilbaar heeft verklaard, voor altijd gebonden is; liet voor het protestantisme geldende vrije onderzoek staat niet altijd lijnrecht daartegenover, maar is Rome's dood. Het ultramontanisme, Gods heerschappij willende vestigen, vestigt inderdaad de heerschap pij van dwalende menschen. Dwalen wij allen, Rome dwaalt dubbel; erkennen wij protestanten o. m. dat de waarheid is eene steeds verbeterde zienswijze, Rome daarentegen verhardt en verstart zieli in de dwaling, omdat het dwalende stelt steeds onveranderlijk de waarheid, op juiste wijze, in den juisten vorm, te bezitten. Op liet gebied der zedelijkheid verloochent Rome dat Luther (omdat hij afvallende van de kerk, tevens liuwdé) op een lijn stelt met een verdier lijkten paus als Alexander VI, den ernst der zede- wetten: niet God en zijn gebod voert, voor Rome, heerschappij, maar de kerk, ook tegen Gods gebod. Op het gebied van den godsdienst vertoont alleen Rome het beeld van de menigte, die onbe wegelijk en onbewogen liet Christus-beeld aan zich voorbij laat gaan. maar op het volgend oogen blik onder liet prevelen van dringende gebeden, neerknielt voor liet beeld van eene Maria, of van den een of anderen, plaatselijk vereerden heilige. De roomselie godsdienst is volkomen afhanke lijk van uiterlijken schijn van uiterlijke verrichtin- merken we dat de schrijver eenige aarzeling toont in zijn beweringen, dan moeten we trachten op te sporen, waar dit z'n oorzaak in vindt, en desnoods, indien we gelooven dat de schrijver mistast, zijn stelling prijsgeven aan de onze ,als we maar zeker zijn, onpartijdig te oordeelen. Het zij ons liier tevens nog vergund even te waarschu wen tegen een leelijke gewoonte, die sommige lezers er op na houden, om n.l. de voorkeur te schenken aan een schrijver, niet omdat hun oor deel met dat des schrijvers strookt, maar omdat zij hem kunnen tegenspreken en in de meening verlceeren, dan altijd gelijk te hebben. Dit is zeer verkeerd, daar men op die manier zichzelf licht zou overschatten. Tot zooverre over de weten schappelijke werken. Om de vraag te beantwoorden hoe wij romans behooren te lezen, moeten wij deze romans eerst onderscheiden in twee soorten, nl. in romans waarvan wij feiten en personen kunnen eontro- loeren en in romans waarin dit niet liet geval is Hoewel (1e eerste soort talrijker is, (misschien omdat ze meer binnen het bereik liet) komt (le tweede toch ook wel voor, en de schrijver van een dergelijk werk staat aan de uitersten van waar i deering of kleineering bloot. Wordt hij begre- gen, de protestant kent God in ziclizelven in zijn geweten. Is het waar, dat (1e sociaal-democratie (spr. bepaalt zich tot Nederland), liet nederlandsche volk beschouwd als betrekkelijk harmonisch geordend ge heel van saamlioorigen, eenzelfde taal sprekenden, gelijkvoelenden. in jonge drift, als 't ware naar de keel vliegt, wie vast staat kan liaar desnoods met geweld van zieli afweren tot zij wat ouder is ge worden en er met haar te spreken valt, maar met Rome is liet anders, Rome ondermijnt den grond onder onze voeten. Aan roomselie scholen wordt de eêrbied voor ons vorstenhuis onder mijnd, door Rome worden de individuen onder drukt. Rome brengt zijne eigen onderdanen tot den bedelstaf als de kloosternijverheid in con currentie met hen werkt, Rome tracht het peil van liet wetenschappelijk onderwijs te verlagen, liet ondermijnt stelselmatig liet- recht van den staat, welks gastvrijheid liet geniet, getuige liet Motu Proprio: Quantavis-Diligentia. liet vestigt een dubbelhartig begrip omtrent „goed en kwaad", omdat het liet kwaad vergeeft, dat kwaad is en blijft op zich zelf, als liet de kerk zelve maar niet schaadt; Rome ondermijnt op zijne scholen de eer bied voor onze volksgeschiedenis en voor ons vorstenhuis, Rome kweekt bijgeloof en voert zoo de nederlandsche bevolking allengs naar de mid deneeuwen terug. Het liberalisme, in 1848 in zijn hoogste kracht, heeft liet aangedurfd eenige der voorwaarden fe vervullen tot het zieli opheffen van den vierden stand, het heeft het ook aangedurfd Rome volko men vrijheid te gunnen zieli zelf te ontplooien naar alle kanten, in elk opzicht. Het liberalisme is dan ook inderdaad de bewerker van de beweging onder zijne eigen vijanden, zooals liet in hel ieven trouwens altijd gaat. Kwam na de wijziging onzer staatsinstellingen in 1848 en volgen i jaren de calvinistische kleine burgerij, eersi nd aanvoering van Groen van Prinsterer, late: dor die van dr. A. Kuyper, en kwam de room - katholieke kerk, beide van rechts en de vi, ree stand als geheel, in het bizonder georganiseerd in soeiaiistisene partijen en vakverbonden, var i - aan liet staatkundig leven deelnemen, het libera lisme was onder de bekoring van eigen macht eene staatkunde geworden van een verstandi o: gematigden, deftigen vorm. Noch de neo-calvim tiselie, noch de nieuw-roomselie beweging, noch zelfs de socialistische, die toch als met een nieuw geluid komende, allereerst aanspraak had op ge hoor, zijn door dit liberalisme aanvankelijk voor ernst opgenomen: de neo-calvinisten waren „fij nen", met wie men veilig kon spotten, de room- schen waren „zoo gevaarlijk niet" of te „onont wikkeld om er rekening mede te houden", (1e socia listen waren „gewone oproermakers". Het is dn veelzijdige miskenning van de diepere beginselen dier verschillende bewegingen, die het liberalisme zoo veelzijdig gehaat hebben gemaakt en ons volk aan een partijstrijd hebben blootgesteld, welke bijna zijn ondergang is geworden. Langzamerhand kwamen verschillende enkelingen, liberalen, tot het besef van eigen tekortkoming, dc vrijzinnig- democratische bond werd opgericht als een poging tot een convenant tusschen liberalisme en socia lisme, in de liberale unie werd de steun van de sociale deernis gehoord en de bond van vrije libe ralen organiseerde en recruteerde zich ten slotte uit ouderwetscli-liberalèn en jongelieden, die zieli teweer stelden tr ,i -le -weldige pogingen van Rome en van dc zieii org mi- mie arbeiders partijen om den liberale - re in t öf door den priestersta"t öf door d.-n blom 'hen belangen- staat te vervangen. Komende tot de bettekeni.- i (1e samenwer king, van het verhoud dier di ie vrijzinnige oi liberale groepen, betoogde spr. dat deze niet ii de. eerste plaats, is, dat de strijdkrachten voor aim- meen stemrecht thans minstens verdubbeld zijn. ook niet in de eerste plaats, dat thans minsteu met een dulihel front stelling genomen is tegenin de anti-nationale „verzekerings-wetgeving" i i tegenwoordige priester-en-predikanten-regeering. maar in de eerste plaats, dat de groote liberal partij van 18JiS zichzelf weder heeft teruggevon den. De verstandige, gematigde en deftige vorm had den inhoud medegesleeptde gematigde liberaal pen, dan is hij geruimen tijd de lieveling van het lezend publiek, begrijpt men hem niet, dan laat men hem links liggen. Een ander geval is dit echter met schrijvers van boeken van de eerste soort. Lees h. v. eens de „Camera Obseura" van Ilildebrand. Kunnen wij niet alle feiten en per sonen aan het dagelijksch leven toetsen? Immers ja, want het kost ons slechts weinig moeite om dergelijke toestanden of karakters in onze eigen omgeving op te merken. Daarom bestempelde Potgieter liet zoo terecht met den naam van „Ko pieerkunst des dagelijkschen levens." Om met zoo'n werk mee te leven valt ons niet moeilijk, indien wij een open'oog hebben voor onze omge ving. En „moe te leven" is dan ook ,.(le" kunst om romans te lezen. Personen en tóestanden moe ten zoodanig op ons inwerken dal wij als ouder suggestie van (len schrijver komen. Wat wij dan aan dien kant van onze persoonlijkheid verliezen, winnen wij weer aan den anderen leant, omdat wij krachtiger en schooner leven dan anders, en al- licht zal dat scboonere en krachtigere leven ons bijblijven, en zoodoende ons opvoeren langs hoo- gere paden. De schrijver leert ons ook scherper oordeelen, omdat hij ons in zijn werk laat zien. waarom zijn personen zoo handelen, en hij

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1913 | | pagina 1