Mevrouw G. v. d. RRI* K, van deze laatste figuur. In liet groote doek ..L'heure du bain"' is zoo menige sehoone hoe danigheid. dat wij er min aangenaam aandoende iredeeiten dadelijk bij vergeten. Deze schilder weet o0jc zeldzame gave aan zijn kracht een zekere voornaamheid te paren, waardoor die groote kiaeht nooit ruw aandoet, terwijl daarentegen het voorname gebaar door de kracht, welke er in steekt, voor een zekere gemakkelijke weekheid wordt gevrijwaard. Zoo lijkt mij buitengewoon ge slaagd, in dit opzicht, het portret van madame p. N.; van madame v. R., de vrouw van den schilder, niet alleen dat, waarop mevrouw Van Kijsselberglie blootshoofds met de hand aan de kin werd afgebeeld, maar ook, en in niet geringere mate. dat met den panama-hoed op en het roode jacquet los over de witte strand japon. Van de landschappen konden ons de „Esquisses pour pan- neaux déeoratifs" het minst aanstaan; de naakt figuren zijn hierin niet zoo gratievol van lijn en niet zoo zeker neergezet, als in menig ander stuk. en het landschap zelve verkrijgt door een eigen- aai dige pointillé-manier een weinig gelijkenis met borduurwerk. Zie daarentegen „Soleil Coucliant tl Ambleteuse" met zijn weidsclilieid en diepte, en ..La Pointe du Rossignol par temps calme," en dezelfde voorstelling bij „vent de N. W." (Wat is dat voor een wind N. W. Bedoeld is N. O.) In de uiterst prettige zalen van het fraaie huis op de Heerengracht komt dit werk van Rijssel- bergke al buitengewoon tot zijn recht. Een wel gemeend woord van hulde aan de directie van den Larenscken kunsthandel, die ons nu weer zulk een keurige tentoonstelling van een grooten buitenlandschen meester inricht. We raden onzen lezers, eens te gaan zien. Zij zullen zich het daar doorgebrachte uurtje niet beklagen. MUZIEK. Concertvereeniging Haarlem's Muziekcorps. Concert op WoensdagN29 Januari 1913, in de concertzaal der sociëteit „Vereem- ging". Wegens andere muzikale plichten kon ik van dit oncert slechts het tweede deel kooren, en n: tot mijn spijt: 1. ouverture „Prometheus" v.i: L. v. Beethoven; 2. symphonie n°. 104 van J. \dn; 3. „Cantabile" uit de opera: „Samson et Pu lila" van C. Saint-Saëns en 4. „Divertisse- uit de opera „La Bohème" van Puccini. 5 was de ouverture „Tannhauser" van R. W iguer, altijd een heerlijk werk om te hooren, vol leven, rijk aan mooie karaktervolle motie- iLeitmotiven) waardoor ik de verschillende taforeelen uit de opera weer in gedachte hoorde mi zag kleurrijk geïnstrumenteerd en met kracht en opgewektheid vertolkt. De liederen dit' mevrouw De HaanMainfarges voordroeg, vond ik alle vier in hun soort bizonder mooi: a. Weke so willst du mich wieder" van Brahms en I). „Auf dem Kirckkofe" ook van Brahms, waar van vooral het tweede zoo aangrijpend is en ook nu weer een diepen indruk maakte, c. „Der Ge- n "lie an die Hoffnung" van Hugo Wolff, dat v.'.'■•r een andere stemming weergaf en zoowel in (L zangpartij als in de harmonieën der begeleiding ecu van de mooiste en meest pakkende werken van Wolff*) is. d. „Des Kindes Gebet" van lax lleger, een buitengewoon teer en fijn lied met zachte hooge begeleiding, 'geheel in overeenstem ming met de „Engelein" en „Sternlein" in 't ge dicht. Het is overbodig om van een zoo bekende zangeres nog bi zonderheden omtrent voordracht, enz. 1 melden; hetzelfde geldt ook voor de bege- leklii, van den heer Pk. Loots, het is dus vol doe te zeggen, dat die in uitstekende handen v Tot slot hoorden we nog een aardig en vroo- 1 ijk stuk: n.l. „Danza della Ore", ballet uit de opera „La Gioconda'", van Ponckielli. Aan den L i lor van het orkest komt stellig ons aller dank toe; men kan zich hierna alvast verheugen op de volgende concerten, dit was een zeer goed en schoon begin. Haarlemscke B ach vereen igïng. Vijfde con cert op Dinsdag 4 Februari 1913, 's avonds ten 8 ureorkest van het con certgebouw te Amsterdam, onder leiding van den heer Max von Schillings. Solis ten: de heer prof. F. BerberCredner, viool, en de heer G. Brettani, declamatie. Deze avond was geheel gewijd aan composities van prof. dr. Max von Schillings en als eerste nummer hoorden we: „Voorspel 2e akte van de opera „Ingwelde". Dit vond ik een goed begin; eerst de zachte aanhef, (waarbij de harp ook zeer goed deed) daarna het voortdurend toenemen van klank en kracht en tegen 't slot weer het geleide lijk afnemen. Behalve dat het mooi geïnstrumen teerd is, was dit zeer welluidend en aangenaam om te hooren; daarenboven was het kort en kon de aandacht er bij blijven. Ik moet eerlijk beken nen dat bij 't „Vioolconcert" a kleine terts op: 25 mijn gedachten wel eens niet altijd die des componisten konden volgen. Hoe ging het u De violist heeft het prachtig gespeeld en de uitvoering bewonder ik ook in hooge mate, zoowel van solist als orkest, maar er waren deelen in, die zop lang waren, en zulke afgebroken fragmenten, dat het mij niet mogelijk was er één doorloopende draad in te hooren. Misschien moet men 't meer hoeren om alle schoonheden te begrijpen; nu vond ik er veel {te veel eigenlijk) motieven in, die men hij een eersten keer hooren niet alle kan verwer ken. Maar dat neemt niet weg dat het geheel toch zeker echt degelijk werk is, zooals dat van een „professor doctor" te verwachten was; voor gewone mensclien wel wat veel van 't goede, ge loof ik. Het tweede deel was het dankbaarste, waarschijnlijk wegens het „genotvolle en droome- rige", zooals in 't boekje aangegeven was: de „Nacht" en „Traume". Het begin van het derde deel vond ik wel pittig en opgewekt, maar te gerekt op 't laatst. De heer Brettani declameerde eerst ..Jung Olaf" een gedicht van Ernst von Wilden- brueli, waarbij de muziek van v. Schillings uitste kend paste. Declameeren lijkt mij ontzettend moei lijk; dat maakt, dat ik alle eerbied beb voor iemand die 't aandurft en 't goed doet! Na de pauze declamatie van „Das Hexenlied", gedicht eveneens van v. Wildenbruch en vroeger hier reeds door Ludwig Wüllner voorgedragen, dus voor velen zeker bekend. Het is en blijft aangrijpend, aan doenlijk mooi; wie het nu beter declameerde Dat zal ik niet beslissen. In elk geval zal bij menigeen dezen avond door beide voordrachten wei de gevoelssnaar meegetrild hebben en zal het Hexenlied wel één van de meest geliefde werken van Von Schillings blijven. Dit seizoen hebben we nu drie concerten gehad, waarbij de werken van één componistwerden uitgevoerd. Welken geeft u de voorkeur van de drie Seriabine, v. Schil lings of J. S. Bacli Ik zonder twijfel BACH! Aan voorspellingen waag ik mij niet, maar of de werken van de beide nog levenden over 200 jaar nog in de muziekwereld zullen bestaan en uit gevoerd worden zooals nu de werken van Bach??? Onder eenige aphorismen las ik ook eens de volgende, die mij dadelijk opviel: „Klassisch ist: das, was immer modern bleibt; modern, das was nie klassisch wird." Dikwijls moet ik daaraan denken bij 't hooren van de vele en uiteenloopende werken op muzikaal gebied. In de liederen van Wolff moet men door studie de vele schoonheden leeren kennen, want eenvoudig is de muziek van dien componist niet, al was 't alleen maar om de zeer eigenaardige harmonieën, en maatverdeelingen. Hij was wel een der hoogst begaafde lieder-componisten van den nieuwen tijd. f) Hoe gaarne bad ik den violist in een viool concert van Mozart of Beethoven gehoord I zeden maar heel eng neemt. Hij prostitueert de 35.000 lezers van De Heilige Familie met de pen doch dat acht hij blijkbaar zedelijk. ULTRAMONTANISME. Verkieziügslectuur. Als zekere Juni-gebeurtenissen in 't zicht zijn, dan staat ze voor niets. Dr. A. Kuyper. Onder dit motto lazen wij onlangs in ue A. ixott. CL: Ons wornt een exmplaar toegezonden van De Heilige 1 umiiie, ZonuagsDlau voor t katnoiiek huisgezin, een nummer van 5 Jan., dus reeas vrij oua, maar liet Komt ons nu voor i eerst onaer ue oogen, en liet is merkwaardig genoeg, om het nog aan uen schandpaal te nagelen. Redacteur van het blaadje schijnt een zekere pater Chr. Boomaars te Roosendaal te zijn. Op wat wijze deze vrome held zijne kudde opvoedt het blaadje wordt in 35.U0Ü exemplaren verspreid kan blijken uit het arti kel: „Een toekomstbeeld. Als in 1913...." Wij willen daaruit wat aanhalen. Het verhaal stelt ons een r.-k. werkmansvrouw voor. Zij is thuis aan haar bezigheden, als meneer pastoor onverwachts binnentreedt. Zij schrikt ge- weidig van dat bezoek terecht, als men uit het vervolg van liet verhaal ontdekt, welk een min heerschap deze voorganger is Hoe dit zij, de vrouw heeft daarvan geen denk beeld. Zij verwacht, dat de pastoor haar komt mededeeien, dat haar man een ongeluk op het werk gehad heeft. Wij citeeren nu verder De Heilige Familie (men vergeve het blaadje zijn titel) En meteen was liet reeds er uit„Och mijnheer pastoor, toch zeker geen ongeluk met Jan." „Een ongeluk, moedertje?" zeide de geestelijke zuchtend. „God treft ons allen zeer. Neen, Jan heeft geen ongeluk gekregen, maar ik heb een brief ontvangen, een bericht Vreemd, niets er van begrijpend, keek de vrouw den priester aan. „Ja, moeder, ook van u vraagt God een offer; uw kind, uw dochter, zoo meldt men mij, zal ook het land moeten verlaten en gij zult elkander misschien nooit meer terugzien.zij is ook veroordeeld, zij wordt Verbannen uit het land." „Arm kind!" zuchtte de vrouw: „och, mijn heer pastoor, ik had het wel verwacht. Mijn God, mijn God, dat ik die schande nog moest be leven! Ik had haar nooit naar Amsterdam moeten laten gaan. Daar iszij bedorven. Het laatste nieuws dat Jan van haar vernam, was, dat zijoch mijnheer pastoor, hoe verschrik kelijk, in 't openbaar in zonde leefde en nu is zij zeker om haar schandelijk leven veroordeeld geworden." Droevig hoorde de pastoor het moedertje aan en hij bezat den moed niet om haar te vragen: „Maar moeder, ge hebt toch twee dochters, de een, die in zedeloosheid haar leven doorbrengt in Amsterdam, die op straten en pleinen fla neert en coquetteert om de zonde; en de andere, die in Den Haag in 't klooster haar leven wijdt aan de verpleging' der zieken Maar die juist, die lieve, kuisclie religieuze, die dag en nacht waakte aan het bed der arme zieleen, die zoo dikwijls den honger van het arme weeskind heeft gestild, die de troost was der ouden van dageri, die juist is veroordeeld ge worden om haar vaderland te verlaten. Waar om Omdat zij religieuze is. Dat andere vrouwspersoon, het uitvaagsel der maatschappij, dë schande barer sekse, laat men met rust; die wordt geëerd door de liberalen en socialisten in 't land. (Cursiveering van ons. Red. N. Rott. Ct.J Gelukkig kwam de zoon juist thuis. Hij be greep alles, wist reeds alles, de pastoor behoefde hem niets te zeggen, maar woedend balde hij de vuisten en zuchtte: „Dat is het werk der loge, van liberalen en socialisten. Moeder, onze Fien, zuster Veronica, moet het land verlaten; de liberalen en socialisten jagen de zusters en paters als honden het land uit. Voor Anna, dat bedorven schepsel, is er plaats genoeg. Het is wel juist voorspeld, dat als de liberalen en socialisten hier aan de regeering komen, het ook hier zou gaan gelijk overal waar zij baas zijn de priesters en zusters verjagen, hun goederen stelen en den armen werkman laten ploeteren gelijk voorheen, en de zieken in 't ziekenhuis laten sterven als beesten zonder hulp, zonder steun." Hiermede is het verhaal uit. De rest van het artikel wordt gebruikt, om het verhaal nog van eenige commentaren te voorzien. Zie hier, hoe aan het slot de schrijver, die zich „Heeroom" noemt, de beteekenis van den verkiezingsstrijd schetst: Onthoud het, vergeet het niet, de inzet van den verkiezingsstrijd gaat niet voor of tegen de TarieT- wet, niet om den grooteren of kleineren boter ham voor den arbeider, maar of Nederland chris telijk geregeerd zal worden, of dat ons dierbaar nederlandsche volk een goddeloos volk moet wor deneen volk zonder fut en energie, een volk dat zich zelf uitmoordt, overgeleverd aan de laagste der hartstochten, de zedeloosheid. Wij gelooven, dat wij dit blaadje voor zichzelf mogen laten spreken. Daaruit blijkt immers tweeërlei. Ten eerste en dit zal de moeder uit het verhaaltje ook niet ontgaan dat de „chris telijke opvoeding", die aan haar slechte dochter is gegeven, deze geenszins heeft belet, om te worden „de schande barer sekse, het uitvaagsel der maat schappij." Dit zal die moeder wellicht op de ge dachte brengen, dat er aan de opvoeding Van liare dochter, onder leiding van dezen Heeroom nog wel het een en ander moet hebben ontbroken. Geen wonder, als zij dit stukje van haar geestelijken adviseur leest! Ten tweede blijkt uit liet blaadje, dat, wanneer de schrijver aan „de laagste der hartstochten, de zedeloosheid" denkt, hij den kring van slechte VOLKSGEZONDHEID Gezondheidscommissie, gezeteld te bloem endaal. Verslag der in Januari 'gehouden vergadering. Voorzitter de heer J. Muilemeister. Afwezig de heeren C. A. C. Gunters en dr. L. Melchior. B 1 o e m e n d a a 1. D. 588. Het verzonden advies aan B. en W. in zake road-oil wordt goedgekeurd. D. 595. Naar aanleiding van eene klacht over den kelder van perceel Hartenlustlaan n°. 11, wordt besloten B. en W. hiervan kennis te geven. D. (ill. In zake het verbeteren van eenige wo ningen te Rolland, wordt besloten te trachten deze woningen langs minlijken weg te verbeteren. D. 612. Besloten wordt het uitbreidingsplan ter kennis te brengen aan den inspecteur D. E. Wen- tink en hem om prae-advies te vragen. D. 615. Besloten wordt naar aanleiding van eene ingekomen klacht over de werkplaats van de firma Rijnierse, den inspecteur van den arbeid met deze zaak in kennis te stellen, met verzoek een en ander te onderzoeken. II a a r 1 e m merliede c. a. D. 10. De verzonden brief aan B. en W. iu zake het woningonderzoek, wordt goedgekeurd. D. 590. Besloten wordt naar aanleiding van eén ingekomen import omtrent de drinkwater voorziening van perceel Nic.-Beetsstr. n°. 19rood, dit onderzoek te herhalen. D. 604. Besloten wordt nadere inlichtingen te vragen aan den gemeentelijken keuringsdienst van Haarlem op het ingezonden rapport van het water- onderzoek van perceel Nic.-Beetsstr. n°. 4rood. II e e m s t e d e. D. 130. De mededeeling van den deskundige, dat de perceelen n°. 46 tot en met 60 Raadhuis straat, op de waterleiding zijn aangesloten, wordt voor kennisgeving aangenomen. D. 579. De mededeeling van den deskundige, dat de perceelen n°. 42 tot en met 56 Glipperweg verbeterd zijn, wordt voor kennisgeving aange nomen. D. 583. Besloten wordt in zake het bouwplan „.Watervliet" een gunstig advies uit te brengen. D. 599. Besloten wordt naar aanleiding van eene klacht over een slootje gelegen aan den Bron- Steeweg, B. en W. van een en ander kennis te geven en te verzoeken aan de eigenaren van de woningen, die op dit slootje hun vuil water en overstort- beerputten loozen, deze loozing te verbieden. D. 601. De mededeeling van den deskundige, dat de perceelen n°. 35 tot en met 39 Camplaan verbeterd zijn, wordt voor kennisgeving aange nomen. D. 614. Besloten wordt in zake eene klacht over overbevolking van de woning, gelegen aan de Raadhuisstraat n°. 554 den deskundige een nader onderzoek op te dragen. Schoten. D. 540. Besloten wordt aan B. en W. gemoti veerde adviezen te zenden voor het verbeteren der drinkwatervoorzienng in de perceelen Wijk B n°. 21 tot en met 24, aangezien het water uit de pomp, staande bij gemelde perceelen, ongeschikt is geble ken voor drinkwater. D. 584. Besloten wordt den bewoner van per ceel Gen.-Cronjéstraat n°. 164 te melden, dat het drinkwater van het door hem bewoond perceel voldoet aan de eischen aan drinkwater te stellen. D. 610. De aan de gezondheids-commissie van Velsen verzonden brief in zake roodvonk in de school, gelegen aan het Kerkpad, inhoudende niet tot sluiting der school te adviseeren, wordt goed gekeurd. Zandvoort. D. 349. De ingekomen brief van „Het Witte Kruis" over ontsmetten van woningen, wordt voor kennisgeving aangenomen. D. 606. De verzonden brief aan B. en W. van Haarlem, over keuring van varkens op trichine, wordt goedgekeurd. Diversen. D. 392. De verzonden brieven over aansluiting aan den keuringsdienst van Haarlem, worden goedgekeurd. D. 613. De algemeene beschouwingen van het jaarverslag 1912 worden vastgesteld. Tot leden bedoeld in art. 14 van het reglement van orde worden benoemd de voorzitter en de heer dr. W. Pauw. ONTVANGEN TIJDSCHRIFTEN. Neerlandia, orgaan van het Algemeen Neder- landsch Verbond, Februari-aflevering. Maandbullelin van het Persbureau der vereeni- ging voor Vrouwenkiesrecht, het secretariaat is gevestigd: Kruiskade 92, Rotterdam. Das Freie Wort, Erstes Februarheft; uitgave Neuer Frankfurter Verlag, Frankfurt a/M. VAN HIER EN DAAR. „A m b t e 1 ij k". Het jongste onzer ministrieele departementen, liet ministerie van landbouw, nijverheid en handel, wordt wel eens genoemd het ministerie van volks welvaart, eene benaming, die zeker niet slecht gevonden is, omdat dit departement tot taak heeft het bevorderen van landbouw, industrie, handel, Verkeer, visscherij, enz., kortom van al die takken van bedrijf, in den meest uitgebreiden zin, welke te zamen uitmaken de bronnen voor de welvaart der bevolking. Hoe het departement -d... i. dus- de minister, die aan het hoofd daarvan is geplaatst, en de onder zijne verantwoordelijkheid werkende ambtenaren die taak, althans een gedeelte daarvan, opvat, kan blijken uit den aanhef van het voorbericht tot een onlangs verschenen werk, getiteld: „Be schrijving van handel en nijverheid in Nederland". Deze aanhef luidt aldus „Zooals voor de hand ligt, eiseht de werkkring van de afdeeling handel van het ministerie van landbouw, nijverheid en handel, dat men aan die afdeeling zoo goed mogelijk bekend is met de ver schillende takken van handel en nijverheid hier te lande. Van den aanvang af heeft dan ook bij die afdeeling het streven bestaan zich hiervan op de hoogte te stellen, en geleidelijk werden omtrent de beteekenis en de ontwikkelingsgeschiedenis van de verschillende takken van handel en nijverheid gegevens verzameld. Van dit materiaal werd reeds gebruik gemaakt bij de uitgave van eene serie brochures in de fransclie taal in 1910 en van eene in de engelsche taal in 1912. („Apergu du commerce et de l'lndustrie des Pays-Bas" en „A General View of Trade and Industry in the Netherlands"). „Door den minister van landbouw, nijverheid en handel zoo gaat de schrijver voort is mij toestemming verleend, om thans van de onder mijne leiding als chef der afdeeling handel verza melde gegevens gebruik te maken tot uitgave van deze „Beschrijving van handel en nijverheid in Nederland". Tegen deze opvatting omtrent de taak van het departement is niets aan te voeren en evenmin tegen de door de afdeeling ontwikkelde activiteit in dezen. Hét is daarom te opmerkelijker, dat het uit de door het departement verzamelde gegevens, door drie, iu het voorbericht met namen genoemde hoofdambtenaren van het ministerie samengestelde werk, niet vanwege dit ministerie is uitgegeven, en dat er zelfs in het voorbericht „uitdrukkelijk" op wordt gewezen, „dat deze uitgave geen ambtelijk karakter draagt." Dit lijkt zeker wel heel vreemd. Het materiaal is door het ministerie bijeengebracht, terwijl de ambtenaren van het departement uit. de verzamelde gegevens het. omvangrijk boekwerk wel niet in hun vrijen tijd zullen hebben samengesteld noch de uitgifte ervan voor hun eigen rekening en risico zullen hebben ondernomen.... maar toch, men verzekert het u immers met nadruk: deze uitgave is niet „ambtelijk". Intusscken is het raadsel niet zoo heel moeilijk op te lossen, wanneer men slechts bedenkt, dat de minister van landbouw, handel en nijverheid is een van de drie ministers, die liet ontwerp-Tarief- wet hebben ingediend. Als men nu weet, dat de voorstellers van dit wetsontwerp uitgaan van het standpunt, dat. onze nijverheid bescherming be hoeft om tot bloei te geraken, terwijl uit de door het departement van landbouw, nijverheid en handel samengestelde werken blijkt, dat onze nij verheid die bescherming allerminst noodig h^eft, omdat zij onder het vrijhandelstelsel zich snel heeft ontwikkeld en een groote mate van bloei heeft bereikt, dan begrijpt men in welk een moeilijk parket de minister van landbouw, nijverheid en handel zich bevindt. Reeds zijn de bovenvermelde, door het ministerie verspreide apergus, toen zij door de tegenstanders van de voorgestelde tariefwet tegen het onwerp weiden uitgespeeld, eerst door 's ministers vrien den als reclame-boekjes gequalificeerd en daarna door den minister zelf in zoover verloochend, dat hij verklaard heeft de verantwoordelijkheid voor den inhoud niet op zich te kunnen nemen. Nogal merkwaardig is inmiddels, dat desondanks van die boekjes een sindsdien bijgewerkte Engelsche uitgaaf is verschenen. Om nu nieuwe moeilijkheden te voorkomen heeft men voor het nieuwe werk, dat liet ministerie ging verlaten en dat men bezwaarlijk een reclame-boekje" kon noemen, er iets anders op bedacht, en is men gekomen met de uitdrukkelijke verklaring omtrent liet niet „ambtelijke karakter". Dat dit de zaak voor den betrokken minister er beter opmaakt, wagen wij inmiddels te betwijfelen. Deze minister van volkswelvaart toch zal nu of het „niet-ambtelijke'" werk van zijn drie hoofd ambtenaren een referendaris en twee hoofdcom miezen „ambtelijk" moeten desavoueeren, öf hij zal liet verwijt niet kunnen ontgaan, dat hij door beschermende rechten de volkswelvaart zegt te willen bevorderen, ofschoon hij weet. dat hij uitgaat van verkeerde praemissen, en hij zijn ver dediging grondt op overwegingen, welke in tegen spraak zijn met door zijn eigen departement, dus door hemzelf, verzamelde feitelijke gegevens. Deze minister handelt dan, voor zoover de be vordering* der volkswelvaart betreft, togen beter weten in, en in lijnrechten strijd met het door hem voorgewende doel. enkel en alleen omdat bl om redenen van partij-politiek, aan de verhooe-^e opbrengst der invoerrechten de voorkeur o-ooff boven andere middelen ter uitvoering van zijn verzekeringswetten. Het kind en de stembus. In De Protestant lezen wij het volgende: De roomsche kiesvereeniging te Haarlem heeft aan de verschillende scholen, inrichtingen en in stellingen van onderwijs aldaar het verzoek ge richt om, met het oog op de groote belangen van den godsdienst, die bij de aanstaande verkiezingen op het spel staan, liet zeer krachtdadig gebed dei- kinderen te verzoeken voor den goeden uitslag dei- verkiezingen. De roomsche bladen vinden dat heel mooi en zien daarin een navolgenswaardig voorbeeld voor ons geheele land. Wij daarentegen vinden het schandelijk, het kind te betrekken in den politieleen strijd en de secte- schopl te maken tot een bizondere propaganda- inricliing voor een bepaalde politieke partij. Een teeder grafschrift: De Vlaamsche Gazet deelt op de volgende wijze mede het afsterven van La Gazette de Tongres: „Rampzalig naamloos klerikaal scliimpblad, af gekeurd door zijnen godvruchtigen konfrater De Postrijder, met veel moeite gebaard door de katho lieke partij den 28 December 1898, gestikt in zijn eigen gif op 5 Januari 1913, noodlottigen dag voor bloed arme organen." (Hbld.) CORSETIËRE. Keizersgracht 717 Amsterdam er-Selder) Telefoon 1751. Ateliers voor Reparation. MERINGA 'm WUTHRICH P HAARLEM A

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1913 | | pagina 3