t Bloemendaalsch Weekblad'1
BIJVOEGSEL VAN
Zaterdag 19 April 1913. No. 16.
Wat willen wij?
laudgenooten zullen moeten kie-
óór of tegen Rome. Er is geen
keus. Wij willen hen bij liet doen
nis niet voorlichting helpen. De
woordelijkheid voor de te doene
- .conit dan niet aan ons. Wij geven
inlichtingen in den vorm van be-
bare citaten, verzameld door ern-
manneh. Beschouwingen laten wij
ian anderen.
l'ius X schrijft in zijn catechismus,
nd aan „die Wartburg", 23 Febr.
71:
liooren dan de tallooze gedoopte
enen, die den roomschen paus niet
;n hoofd erkennen, niet tot de kerk
Jezus Christus?"
en, ,dcze beliooren niet tot de kerk
i zus Christus."
ui iemand wel zalig worden, die
•hoort tot de katholieke, apostoli-
roomsche kerk?"
•li, buiten de katholieke, aposto-
roomsche kerk kan niemand zalig
n, zooals niemand gered is gewor-
ilie zich niet bevond in de ark
Noacli, het voorbeeld dezer Kerk."
u!x VIII: 178).
Wie den Roomschen bisschop niet
vit. kan niet zalig worden" Ency-
..Quanto conficiamur" van Pius IX,
luiistus 1863. (Marnix 1:245).
ilooren wij wat de roomsclie „voor-
ii godgeleerde Perrone schrijft,
a ns voorlezingen en geschriften de
s' li-katholieke godgeleerden niet al-
in Italië, maar ook in Duitschland
n halve eeuw hunne richting te
ii hebben, cn wiens populair weten-
li lijke boeken in ontelbare uitga-
in de wereld der katholieke leeken
in Duitschland verbreid werden. Hij
ii: zijnen „Kontravers-Katechismus"
t-che uitgaaf, blz. 80): „Hetprotes-
me en degenen, die het verbreiden.
in godsdienstig opzicht wa.t de pest
■.Ai natuurlijk opzicht is. Het protes-
isme wordt slechts door liaat ge-
(bl. 32). Zijne leer is verschrikkelijk
•ie theorie en onzedelijk in de prak-
Zij lastert God en menschen, is mr-
lig' voor de maatschappij en is eene
••-potting van het menschelijk verstand
van de zedelijke tucht (bl. 18). Het
ere evangelie, waarvan het protes-
isme spreekt, is niets' anders dan
ongeloof en de zedeloosheid, die met
loue woorden bedekt is. Het protes-
isme is de meest drukkende la.st,
!ce op de menscliheid rust. Het leidt
I naatschappij tot regeeringloosheid en
lerf, om ten laatste in het meest onbe-
kt(' despotisme te eindigen" (bl. 36).
n wonder, dat Perrone zijn lezers ver-
nt„Gij moet het protestantisme
uw geheele hart haten" (bl. 81).
i ir hoe dan, wanneer protestanten
menden, bloedverwanten en huis-
i iiOoten zijn? „In dit geval moet gij
Hzelfde doen, wat de oude Christenen
en. wanneer de noodzakelijkheid hen
mg, met heidenen om te gaan. Zoo-
1 zij konden, ontvluchtten zij hunnen
ping en bepaalden zicli tot het nood-
elijkste". (bl. 82).
en roomsche rechtsgeleerde van be-
cenis, de advocaat der curie Pallo-
i spreekt over het zedelijk leven der
mtestaaten in een geleerd werk van het
,'iar .1867 op de volgende wijze: „De pro-
anten nemen aan de private en open-
e kringen (huisgezin en staat) slechts
1, om er voordeel van te hebben. Zij
1 ojzen hun, die niet tot die kringen
looren, noch vriendschap, noch liefde,
■zij het hun voordeel verschaffen kan.
De kinderen dergenen evenwel, die
de kringen der protestanten geen ver-
êgen hebben, worden, wanneer zij
clitige leden hebben, van hunne
aders genomen en aan vreemde handen
opvoeding toevertrouwd, opdat de
'ist, welke men van hen verwacht, niet
loren ga. Zoo wordt de natuurlijke
aeigdheid voor de kinderen, welke
s de redelooze dieren hebben, verloo
fd. Men laat ovenwei kinderen, die
a leden hebben, waarmede zij werken
men. of die door werk, dat boven
ine krachten gaat, ziekelijk zijn, van
"iger omkomen." (2). In dezen geest
'i'den ieder jaar in den vastentijd
oral in Italië de protestanten be-
'jumpt. De zachtste benamingen zijn:
ieven, lasteraars, vervalschers. min-
ars van vrouwen, koppelaars". (3).
Evangelische polemiek tegen do room-
- bo kerk, Dr. J. M. S. Baljon:414).
E Perrone smaadt zelfs de edelste
chtingen van het protestantisme. Hij
fït„De protestanten hebben uit nijd
apen (simiarum instar) de katholieke
rk nagevolgd en diaconessenhuizen op-
riclit, om iets tegenover onze vrome in-
dlingen te stellen. Zulke inrichtingen
N. B. De vorm van dit bijblad is blijven
•an. Onze lezers kunnen, tot onbeperkt aantal,
-ouderlijke nummers hiervan tegen den kos-
i i den prijs van ons verkrijgen.
zijn klaarblijkelijk misgeboorten. De dia
conessen zijn gehuurde meisjes zonder
geest, zonder gelofte, die zich gewoon
lijk ten doel stellen, huwelijken te slui
ten, zooals de koning het beveelt, ter
wijl zijvde zieken niet helpen. Zij branden
van verlangen, dat de zieke of een zijner
dienaren haar echtgenoot wordt." Zoo
schildert Perrone bijzonder de diacones
sen van het Berlijnsche ziekenhuis
„Bethanie" (6). De personen, die in de
roomsche kerk den toon aangeven, pre
diken tegen ons verachting en haat. Het
pausdom heeft officieel nooit anders
gehandeld, sedert Leo X Luther den 15™
Juni 1520 in den ban deed. De roomsche
catechismus loert, dat alle niet-room-
sehe kerken door den geest des duivels
bestuurd worden (7). (Evangelische Pole
miek tegen de roomsche kerk. Dr. J. M.
8. Baljon416).
5- Op de vraagwie is Ultramon-
taan? heeft F. Kraus in het „Neue Ja.hr-
hundert" (ik ontleen dit aan „De Protes
tant") het volgende antwoord gegeven
1. Ultramontaan is hij, die het begrip
der kerk stelt boven dat van den gods
dienst.
2. Ultramontaan is hij, die den paus
met de kerk verwisselt.
3. Ultramontaan is hij, die gelooft
dat het rijk Gods van deze wereld is en
dat, zooals het middeleeuwsche curia-
lisme beweerd heeft, aim de kerkelijke
rechtspraak ook vorsten en volken onder
worpen zijn.
4. Ultramontaan is hij, die meent dat
godsdienstige overtuiging door stoffelijk
geweld kan afgedwongen of daardoor
kan ontnomen worden.
5. Ultramontaan is hij, die bereid is
een duidelijk gebod van zijn geweten op
te offeren aan den eisch van een vreemd
gezag.
Dit antwoord ware ook ongeveer op te
maken uit de volgende aanhalingen en
uitspraken. „Wij ultramontanen .zegt
Dr. Xuyens zoeken de eenheid van de
leer te bewaren door ons nauwer en nau
wer te scharen rondom den pauselijken
stoel. Gij begrijpt ev.en goed als ik, dat
die eenheid van autoriteit de eenheid van
tucht noodwendig in zich besluit." „De
staat moet hare poorten slechts openen
voor de alleen-zaligmakende kerk, om
zich door haar te laten leiden met be
trekking tot de geestelijke en zedelijke
belangen." „De ultramontanen kunnen
niet toelaten dat de liberale katholieken
het rechtsgebied van den paus beperken
door op zuiver tijdelijk gebied (politiek
en d.) geen ander gezag te erkennen dan
dat van het geweten en de rede." (Mar
nix Xli 1:190).
Wat de ultramontaan is en wil, kan
men teil onzent nu wekelijks lezen in
het tijdschrift „Rome".
6. „Die Wartburg" (1911 s. 136, 137)
schrijft
„'t Congres der Italiaahsche clerica-
len te Modena in 1910 beraadslaagde vijf
dagen over allerlei politieke- en sociale
aangelegenheden. De zes dozijn „Tages-
ordungen" en .„Besclilusse" van het
congres verdwenen in 't niet toen de voor
zitter de roomsche markgraaf Filippo
Crispolli verklaarde„Deze katholieken
congressen, hun arbeid en besluiten zijn
van beteekenis, maar van oneindig hoo-
ger beteekenis, van meer gewicht, van
blijvende waarde is de wil van het
pausdom."
Geen wonder, waar Merry del Val zei:
„'t Is beter dat een politiek of sociaal
ondernemen achterwege blijft, dan door
gevoerd of ook maar beproefd wordt zon
der Vorwissen of zelfs tegen den wil van
den bisschop."
En Paus X:
„Er is geen katholiek werk van waarde,
dat dien naam verdient zonder onmid
dellijke afhankelijkheid van de bisschop
pen.
bisschoppen hebben't recht, 't soci
ale werk te leiden."- Marnix XIII199.
jjHe Tijd" schreef„In het alge
meen heet hij een Ultramontaan, die
zich ook in het openbaar en staatkun
dig leven laat leiden door de inzichten
en beginselen, welke van Ultra Montes,
van den paus, tot ons komen. De groote
ultramontaan is het hoofd der katho
lieke kerk en de anderen zijn het slechts
in de mate, dat zij zich in hunne staat
kundige en sociale denkwijze door
„Rome" laten beheerschen." (Marnix
XIII: 191.
8. Er moet van dc katholiekendagen
daadwerkelijk kracht uitgaan. Daarom,
moet alles vermeden worden, wat die
kracht zou kunnen breken. „Vermijden
wij zoo sprak de voorzitter der ver
gadering te Essen (1906) alles, wat
de eendracht kan verstoren. Laten wij
geen voorstel doen, dat ook maar in de
verte er ;op lijkt alsof hét tweedracht
zou kunnen zaaien. Wij zijn hier niet
bijeen, om twistvragen te behandelen,
maar om de eensgezindheid der duitsche
katholieken te doen zien en te verster
ken."- De redevoeringen, die worden ge
houden, moeten vooraf worden ingele
verd bij het uitvoerend comitéMr.
Aalberse liet zijn rede voorafgaan door
deze woorden: „Voor ik mijn rede
aanvang, stel ik er prijs op te verkla-
'u, dat ik, overeenkomstig de bepalin
gen van ons reglement, mijne redevoe
ring reeds voor acht dagen hij het
uitvoerend comité heb ingediend. Ik
spreek haar thans uit zonder eenige, ook
maar de minste verandering." Zoo weet
men de meer moderne stroomiug die er
ongetwijfeld in het katholicisme is, hoe
wel zwak vergeleken bij de andere, te
keerenzoo weet men 't bestaan van
religieuse katholieken, doch die niet
ultramontaansch willen zijn, te mas-
keereuzoo kan men den indruk vesti
gen, dien Windhorst ouder luid applaus
aldus onder woorden bracht: „Er is geen
onderscheid tusschen ultramontanisme
en katholicisme. Iedere katholiek is
ultramontaan. En wie zich schaamt
dezen earenaam te dragen, is geen ware
katholiek," een uiting die weerklank
vindt in de verklaring van Mr. Van den
Rogaert: „Dat wij zijn ultramontanen in
den goeden zin des woords."
Terwijl nude roomsche kerk, bij monde
van Pius X, die ultramontanen als haar
alleen-echte zonen verklaart, hebben wij
het recht het doel der katholiekendagen
te omschrijven als het bespreken der
eischen, die de roomsche kerk op de ver
schillende levensterreinen stelt en ons
te houden aan het woord van Wacker,
gesproken op den katholiekendag te
Coblenz in 1890:
„De werkzaamheden der katholieken
dagen leggen een klassiek getuigenis af
voor de katholieke kerk in onzen tijd.
Zij zijn vleesch van hun vleesch. De
geest, die ze bezielt, is de geest dei-
kerk. Haar werkzaamheden en haar be
moeiing zijn .een weerslag van wat de
kerk najaagt en doet." (Marnix XIV 19.
9. Den 8sten December 1896, schreef
de ultramontaansche „Maasbode"„Kan
men zich wel iets dwazers denken,
dan dat het protestantisme, hetwelk als
zijnde eene dwaling, niet eens recht van
bestaan heeft, de katholieke kerk zou
willen dwingen af te blijven van haar...
terrein? Want alle terrein is Roomsch,
omdat Christus aan de Roomsche kerk
heeft gezegd: „Onderwijst alle volke
ren". lloe meer die kerk dus protestant-
sche gemeenten binnendringt en er het
protestantisme uit verjaagt, hoe meer zij
handelt krachtens het bevel van haren
Goddelijken Stichter"
10. Gelijk de leiding van alle orden
uit één middelpunt (Rome) uitgaat, zoo
is ook de wereldlijke geestelijk-
h e i d iu eene afhankelijkheid van dit
centrum gebracht als nimmer te voren
was vermoed.
(De roomsch-katholieke kerk in Neder
land na de Hervorming. Dr. J. Herder
schee 14).
11. Door alle mogelijke middelen
moest de roomsche invloed versterkt
worden, want „katholicisme en onbe
perkte heerschappij van Rome gelden als
woorden van dezelfde beteekenis." Zoo
in Duitschland; maar overal elders werd
insgelijks het ideaal van kardinaal De
Bonneehose nagejaagd, die zeideMijne
geestelijkheid -marcheert als een regi
ment."
(De roomsch-katholieke kerk in Neder
land na de Hervorming. Dr. J. Ilerder-
scheé14).
12. De zedelijke invloed der room
sche kerk.
Het „Soc. Wbld." haalde uit de crimi-
neele statistiek van 1901 do volgende
cijfers
N.-Brabant
525
veroord. p.
100.000
inw
Limburg
425
JJ 75
100.000
77
Drenthe
447
7? 7?
100.000
77
Groningen
330
77
100.000
77
Gelderland
266
7? 7?
100.000
7?
Zeeland
266
7? 5?
100.000
7?
Overijsel
225
7? 7?
100.000
7?
Friesland
201
7? 77
100.000
77
*7
Z. Holland
201
77 77
100.000
N. Holland
187
7? 7?
100.000
7?
Utrecht wordt in de lijst niet opgeno
men, omdat daar de rechtbank buiten
vergelijking veel werk maakte van het
vcroordeelen van bedelaars en landloo-
perss/4 van liet totaal aantal veroor
deelden.
In onmiddellijk verband met deze
volgorde der provinciën, zoo merkte het
„Soc. Wkbld." op, staat de criminaliteit
bij de roomschen ter eene, bij de overige
bevolking ter andere zijde. Terwijl nl.
ongeveer 35 percent van onze geheele
bevolking roomsch is, haalt onder al
de veroordeelden het roomsche element
het percentage 44.25. (In 1900 was
het 53.51). Of anders uitgedruktter
wijl bij de roomschen 362 veroordeel
den werden aangetroffen op elk 100.000
werden bij de andere bevolking op het
zelfde aantal slechts 248 geteld.
De verhouding van de bevolking der
gevangenissen op 31 December 1902 tot
die van het rijk bedroeg 2.95 percent
wat de mannen betreft en 0.14 percent
wat de \Touwen aangaat.
Er waren onder hen 31.217 niet-room-
schen en 24.575 roomschen. Sterk, als
als men bedenkt, dat slechts ongeveer
35 pet der geheele bevolking roomsch is.
13. In de „WartburgV vindt men een
vliegend blaadje afgedrukt, dat in een
oostenrijkscli klooster gedrukt is, en in
antieke letters de volgende bekendma
king bevat:
„De waarachtige en nauwkeurige maat
van den schoon van onze lieve vrouw,
bewaard m een spaanscli klooster. Paus
Johannes XXII heeft allen, die dit blad
pussen en drie paternosters en drie ave's
bidden zevenhonderd jaren aflaat ver
leend Paus Clemens VII heeft dezen
1904) ltlgTi' ("Protestant" 14 Dcc.
14. Mariadienst en onderwijs.
J'. 00"artik('1. ovor de (r.) katholieke
kcik m .Spanje, m de Wetenschappelijke
bladen van Februari '04, lezen wij o.a
«De garderobe der heilige maagd te
loicdo vertegenwoordigt een onbereken
bare som goldseen kleed heeft 85000
groote parelen en oen even groot aantal
saneren, amethisten en diamanten. Haar
kroon is 60000 gulden waard, hare arm
banden 24000. De koningin-moeder en
andere rijken dragen voortdurend tot
deze yreeseljjke geldverkwisting bij."
Iu hetzelfde artikel lezen wij ook:
f r.«, sta*Jt P°taalt onderwijzers met
L i 9-'s-jaars en op som
mige plaatsen niet meer dan 60,De
regeering rekent er op, dat het volk 'hun
salaris, met vrijwillige giften zal ver-
hoogen; maar het volk heeft geen be
grip van de waarde van onderwijs. Ver-
Joden jaar nog werd in de dagbladen van
-ladrid een geval medegedeeld van een
schoolmeester, die een geheel district
m Cn van honderd gezinnen
slechts drie geneigd vond om het onder
wijs hunner kinderen te betalen.
(„Protestant" 23 Maart 1904.)
15. In een dorp op Sicilië, bevindt
zien de kapel van „de onthoofde Me
len. lot dit getal beliooren nu al de
struikroovers, die gedurende de eerste
van de voorgaande eeuw op de
markt zijn opgehangen of onthoofd. De
meest vereerde is Francesco Trusteri
die m 1817 werd onthoofd, omdat hij
zijne moeder gewurgd had.
In deze kapel komen de landlieden
cher streek hun devotie verrichten om
daaicloor te weten te komen, welk num
mer van een loterij ze moeten koopen om
een prijs te winnen; wat de toekomst
Lu eiigen zallioe ze het kwade oog moe
ten bezweren; op welke wijze ze kunnen
slagen om op oneerlijke wijze geld te
verdienen enz. De geestelijke der plants
moedigt het bezoeken zeer aan, ook
bïï ff
16. Bijgeloof van de omwoners van
den Vesuvius.
Di meeste ltaliaansclie bladen hebben
ei met een zekere verontwaardiging op
gewezen, in welk een af schrik wekkend au
vorm liet stompe bijgeloof vau liet Ita-
iiaansche volk in het Napelsche bij gele
genheid van de vreeselijke verwoestin
gen, door de uitbarsting van den Vesu
vius aangericht, zich vertoond heeft. In
plaats van de hand aan het werk te
slaan en te redden wat te redden was,
toen de gloeiende lavamassa kwam
aanrollen en met dood en ondergang
dreigde, stroomde de ontstelde menigte
naai- de kerken, stak kaarsen voor "de
beelden van Maria en den H. Januarius
aan, sleepte hunne beelden in proces
sie op de straten rond en zond hare
litamën op ten hemel. Zelfs koning Vic
tor Emanuel riep, toen hij de plaatsen
der verwoesting bezocht, en steeds weer
nieuwe processies zag voorbij trekken,
toornig uit: „Wa-arom sporen de pries
ters die menschen niet liever aan hunne
huiz n weder te herstellen in plaats van
hier bedelend te laten rondzwerven
De Osservatore Romano, het officieëie
pauselijk blad, was van een andere mee-
nrng. In een hoofdartikel spreekt het
blad zijn verontwaardiging uit, over
deze verwijten tegen de zoogenaamd
„bijgeloovigen", en neemt de innige
vroomheid der zwaar bezochten in zijn
allerheiligste bescherming. „Verre van
hen te berispen", zoo eindigt het arti
kel, zonden wij daarentegen onzerzijds
een warmen, broederlijken groet aan de
napelsche roomschen, wier levendig en
sterk geloof juist een stichtelijk schouw
spel is, te midden van onze wereld vol
kleine twijfelaars, en wij wekken hen op
m hun gebeden tot Maria en de heilio-en
te volharden; want de hulp zal komen
en zal spoedig komen en zal met goed
gevolg komen en duurzaam zijn- en
boven alles zal de troost en het vertrou
wen komen, welke onze stoffelijke onder-
steunmgen nooit >in staat zijn te sclien-
ken."
De door hun koning en door bijna de
geheele pers berispten werden door het
pauselijke blad niet tot de bijgeloovigen
gerekend. (Protestant Juni 1906.)
T) ^P,..P? bisschop van Pernambuco in
Brazilië is in 1904 begonnen een veld
tocht te openen tegen de protestanten.
Jien „liga tegen het protestantisme" is
gevormd, die een aantal bijbels opge
kocht en openlijk verbrand heeft. Hier
tegen iieeft de afgevaardigde Iiaszlo-
cher geprotesteerd als een schending der
grondwet, die aan alle geloofsbelijdenis
sen gelijke rechten waarborgt. Al is
net Braziliaansche volk grootendeels
Roomsch, fanatiek is het niét. Men laat
ieder vrij zijn geloof. Rome echter
afi dit niet verdragen en vandaar dit
optreden tegen de zoogenaamde „ket-