een Flinke Werk Dr. KIKKEF Ij Zadel- er Wed. Koffers, Fijne I fl ft Hi idarts. - HAARL afwezig. P. KUIPER Jr.. Melkinrichti Bloemendaa Groote Houti SS 3C Groote R Hervormden. (Gebouw Ketter van Zutplien. KEBK-AGENDA. Haarlem Vereenig. van Vrijz. Protestantenbond), v.m. 10 ure, D?. .T. F. 1'EgUse. Luthersehe Kerk. v.m. 10 ure, Ds. 1'. S. Bakels. Kerk der Vereen. Doopsgezinden, v.m. 10 ure, Ds. P. H. Veen, Doopsgez. Pred. te Middelburg. Bloemendaal. Ned. Herv. Gemeente. v.m. 10 ure, Ds. van Geeuwen. Heemstede. N-A Herv. Gemeente. v.m. 10 ure, Ds. Idenburg, van Amsterdam. Houtrijk en Polancn. Ned. Hein. Gemeente, v.m 10 ure, Ds. Baljon. Santpoort. Ned. Herv. Gemeente. v.m. 10 ure, Ds. W. Bax Jr. Spaarndam. Ned. Herv. Gemeente, v.m. 10 ure, Ds. Baljon. Wijk aan Zee en Duin. Ned. Herv. Gemeente, v.m. 10 ure, Ds. Berkelbach v. d. Sprenkel. IJmuiden. Ned. Herv. Gemeente, v.in. 10 ure, Ds. T. J Jansen Schoonhoven, van Giethoorn. Jansen Schoonhoven. Bond. v.m. 5 ure, Ds. T. J Doopsgez. Gem. en Ned. Prot. v.m. 10l/2 ure, Ds. Attema. AGENDA. BLOEMENDAAL. Eiken Zondag, 's morgens 10 uur. Wekelijksehe schiet oefeningen door „Bloemendaal-Commando". HAARLEM. Bureau van Consultatie tot verleenen van rechts bijstand aan onvermogenden. lederen Vrij dag houdt het bureau des namiddags te half 2 zitting in het gerechtsgebouw aan de Jans straat. Koloniaal Museum (Paviljoen.) Dagelijks ge opend van 104 ure. Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.) Dagelijks geopend van 104 ure. Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van 104 ure. Entrée 1'0.25 p.p. Ie Woensdag van de maand vrij. Zondags van 10—3 vrij. Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 79.) Ge opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen van 10—5 ure. Toegang 25 cents. Stads-Blbliotheek. Prinsenhof.) Dagelijks ge opend (behalve Zondags) van 104 uur. Groote Kerk. Dinsdags vau 12 ure, en Donderdags van 2—3 ure. Orgelbespeling. 'I'eyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be halve Zaterdags en Zondags) van 11—3 ure. De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure. Schouwburg J a n s w e g Kermis 1913. N.V. Het llolterdamsch Tooneelge- zelschap, Dir. P. D. van Eysdcn, De Hertogin van Saragossa. Kermis 1913. Sociëteit Vereeniging (Kleine Concert zaal), Carahet J. H. Speenhoff. Troelstra op 't Loo.." Kermis 1913. Schouwburg „De Kroon" Dir- Alphonse Jaumart Jr., Wij dansen door 't leven. Kermis 1913. Schouwburg „De Kroon", Directie Bioscope Theater, 's middags 2 uur Bioscope, voorstellingen. Kermis 1913 Café Restaurant „De Pool", koning straat 39, Concert van het Trio Simplicc. Dagelijks Bioscoopvoorstellingen, Apollo-Tlicater, Barteljorisstraat. oorspronkelijke kerk en hij noemt ten vierde liet uiit onderbroken onderricht der geloovigen. „Bo vendien." zoo vervolgt deze schrijver, „de geloe- vigOn lazen toen den Ciriekschen tekst der II. Schrift of de hitijnsche vertaling of andere do r de kerk goedgekeurde vertalingen." Ook Moll in zijne „kerkgeschiedenis van Ne derland vóór de Hervorming", zegt 1 blz. 371 dat althans een gedeelte van liet bijbelboek in het laatst van de Se eeuw in de moedertaal werd overgebracht." en '2e deel 2e stuk blz. 327„de bijbel is iu ons vaderland nooit een vergeten boek geweest" en blz. 334 „dat, liet Dietsche bijbelboek ook buiten de kloostermuren aangetroffen en zelfs door vrome burgers ten behoeve hunner mede burgers afgesclireven werd." Algemeen verspreid onder de gewone burgers was dus het bijbelboek niet en eerst de uitvinding der boekdrukkunst en de hervorming brachten de bijbelboeken onder lirt bereik van een ieder, ten minste onder het bereik van hen, die zich niet hielden aan de verbods bepalingen der roonische kerk, die oji de Trent- Solic kerkvergadering (154564) door den 3en en 4en regel van den Index liet bijbellezen aan beperkende bepalingen ging onderwerpen. Mgr. Wijckersloot, bisschop van Curium i. p. i. (3) en lid der Staatscommissie van 1840 in zake onderwijs, kwam op in cene afzonderlijke nota, gevoegd bij het verslag dezer commissie tegen liet gebruik van den bijbel oji de toen door ongeveer alle kinderen bezochte openbare scholen. lie roomsehe kerk weert den bijbel uit de ban den barer geloovigen; zij weert de II. Schrift van hare scholen en toch is het boven allen twijfel verheven dat de practijk der gereformeerden in dozen veel meer overeenstemt met de zienswijze en de gebruiken van liet, oorspronkelijke christen dom. Dr. J. A. II. VAN DEN BRINK. H De priesters Dankelman en Wijnen schre ven sa nr een groot werk over katholieke gods dienstleer en in 10(19 verscheen hij W. van Gulick, te Amsterdam, de negende druk van een hand boek uit dit grootere werk genomen. 2) Do kardinaal-viearus is de kardinaal-bis schop die in de plaats van den paus het bisdom Rome bestuurt. 3) i. p. i. ill gartibus infidelium, letterlijk ver taald: „in de gewesten der ongeloovigen", welke woorden zien op de toewijzing van een bisschop pelijk rechtsgebied in de landen der ongeloovigen. (Vil (tc Protestant, van fi Aug. 1013.) H e t B ij e n 1 e v e n. II. (Vervolg.) 't Is nu al lang geleden, maar het lieugt me nog als gisteren, dat ik voor de eerste maal na de lange winterrust de bijenwoning weer opende. Het was een zachte Februaridag en honderden be woonsters hielden na de verstijvende koude van den winter met blij gezoem haar eerste uitvlucht in de koesterende zon. Wat, zou ik daar binnen vinden 1 Gelukkig, niet veel dooden, en de koningin had haar taak zelfs al weer opgevat, te zorgen voor de vermeerdering van het gezin. De arbeidster- tjes, in den herfst van het vorige jaar geboren, waren al oud en niet in staat veel arbeid meer te verrichten. En de lente zou komen en dn zo mer. en dan zouden duizenden en nog eens ilui zenden arbeidsters noodig zijn om den neld.nr te verzamelen, dien de natuur in verkwistenden over vloed zou aanbieden in geurige, kleurrijke solio fels! Bij elk volgend onderzoek namen de plekken met broed bezet in omvang toe. Half Maart begon ik met liet toedienen van kleine hoeveelheden voe der. Niet omdat liet noodig was; er was nog wel wat va a den wintervoorraad over. Maar de be drijvigheid, door liet opnemen van de suiker-op lossing veroorzaakt, zou de koningin in den waan brengen, dat al veel gebaald werd en dat zou haar opwekken om nog meer eieren te leggen. En werkelijk, van toen af nam bet aantal bijen eerst sterk toe. Den gelieelen dag werd stuifmeel aangevoeld in groote klomjien. Meermalen, als liet weder eenige dagen achtereen ongunstig was, koud met krachtigen wind of regen, maakte ik me ongerust. Er kon wel gebrek aan stuifmeel en water komen om liet bijenbrood te bereiden. Er was zoo veel noodig! En dat dit gevaar we zenlijk bestond, bleek wel daaruit, dat in weerwil van het slechte weder, toeli nog betrekkelijk druk word uitgevlogen, ten koste natuurlijk van menige dappere, die er liet leven bij in sclioot. Toen kwam de Meimaand. In liet begin koiul en guur, maar in de laatste lielft met mooie zon nige dagen. De 20ste was zoo'n mooie dag. Ik opende de kast en stond versteld van de massa bijen, die ze nu bevatte. Er werd zeer druk ge vlogen; ik mocht dus aannemen, dat er lieel veel van liuis waren en tocli verdrongen ze zich in de woning. De straten waren stampvol. Lichtte ik een raam uit, dan vielen de bijen in groote klom jien er af. En bij liet inhangen moest ik met de meeste omzichtigheid te werk gaan. De dichte massa op den bodem belette liet, raam te zakken. Op de raten, geen celletje onbezet. Boven, onder de toplat een lireede strook verzegelde honing en daaronder de gelieele tafel bezet met broed, open en verzegeld. Voor liet eerst bemerkte ik darre- oellen. Ze steken boven de andere cellen uit, zijn wijder en hebben een bolrond deksel. Het was duidelijk, dat het oogenblik gekomen was o-n mijn volk meer ruimte te geven. Ik had mijn maatregelen al genomen. De zoo genaamde lioninglcamer, een bak met tien raamp jes, minder hoog dan die in de broodkamer, maar ook van gelieele vellen kunstraat voorzien, stond al dagen gereed. De kast werd verhoogd met een z.g. opzetrand en daar werd de honingkamer iDge- zet. Maar ik verzuimde niet op de broedkamer een lconinginnefooater te leggen. Anders zon de koningin ook in de bovenste afdeeling eieren gaan leggen en daar wilde ik liefst niets dan honing in hebben. Het weer bleef goed, wel soms een regenbui, bp sommige dagen ook wind, maar het scheen wel, of de bijen zicli door niets van haar arbeid lieten afhouden. Verschillende hoornen bloeiden en de weide was geel van de paardenbloemen. Zij moes ten de gelegenheid innners .waarnemen Wat werd er gewerkt! Ik heb de diertjes be spied hij liun werken en telkens en telkens weer stond ik voor de vraag; waarom, waartoe Want nog is het iu vele opzichten een myste- rie, liet bijenleven, ook voor den kundigsten imker. En het is ook hier; wie .alles meent te'weten, weet niets! Waf drijft die kleine wezentjes zóó te wer ken:' vaiiWoOr" de zon op komt, totdateer Is te ruste gegaan, heel den langen zomerdag. Het voorzien in eigen behoeften eischt zulken arbeid niet. Wat drijft de bijen zulke groote voorraden tè 7 Verzamelen Zij zullen er niet van gebruiken. Eigenbelang, die meest krachtige drijfveer van 's menschen handelen, is liet zeker niet. Waiït lang voordat de voorraad zal moeten worden aange sproken. zullen de kleine slooven van lieden haar laatste uitvlucht gehouden hebben, of door baar ziislerkens zijn uitgedragen om te rusten op liet arbeidsveld. Ze leven bij zulken arbeid maar en kele weken; van liet kleine machinetje wordt te veel gevergd! De raten in de honingkamer, den 20sten Mei op gezet. waren een week later, geheel opgebouwd niet alleen, maar bijna gelieel gevuld met boning, voor een groot deel zelfs al verzegeld. Toen kwam min der gunstig weer; op sommige dagen was liet geen oogenblik droog. lil de eerste week van Juni bemerkte ik koning innecellen; ik wist dus, dat de groote gebeurtenis te wachten stond. Nog steeds bleef het volle iu sterkte toenemen. Ell toen .den 27sten, de uittocht! Twintig dui zend arbeidsters, met de koningin, omstuwd door een aantal jonkers, stortten zich naar buiten. En weer vroeg ik me afwat drijft ze, de veilige woning te verlaten, waar aller wieg stond en die van den geurigen mondkost zoo ruimschoots voor zien is Wie of wat dringt ze van dat alles afstand te doen voor een onzekere toekomst Eenige oogenblikken vervulden ze de lucht met haar blij gezoem en tintelde het heldere zonlicht op al die glanzende vleugeltjes. Toen verzamelden ze zich aan den tak van een boom en weldra hing daar als een groote druiventros de zwerm, mijn zwerm. Dat was, ik voelde liet, het hooggetij in het bijenleven, maar een belangrijk oogenblik was liet ook voor mij, een oogenblik van emotie. Daar hingen ze, vier meter boven den grond. Weldra waren alle bijen „aangevlogen", slechts enkele dwaalden nog rond den tros. De blijde stemming, waarin ze bij het zwermen blijkbaar verkeerden, scheen geweken. Toen de zwerm geschept. Op een trap staande kon ik den tak, waaraan hij hing, juist bereiken. Met de eene hand hield ik een emmer onder den tros, met de andere een ïorschen ruk aan den tak en.daar plofte de massa in den emmer! Toch kwamen nog honderden op mij neervallen. Gezicht en armen ik had de mou wen opgestroojit, -werden met bijen bedekt. Maar.geen enkele steek; en ik liad sluier noch handschoenen! Vanwaar die zachtmoedigheid bij mijn overigens zoo strijdlustige bijtjes Was het, omdat ze nu toch geen woning met kostbaren inhoud hadden te verdedigen Langzaam daalde ik naar beneden en weldra voegden de bijen, die me bedekten met die welke rondvlogen, zich bij de andere in den emmer, dien ik intusschen omgekeerd op de trap had geplaatst, ik had den zwerm een eigen woning kunnen geven, maar ik deed liet niet. Ik wilde mijn eenige volk sterk liouden en stortte daarom tegen den avond de bijen, zonder de koningin, weer in de kast, die ze 's ochtends zoo heldhaftig verlaten hadden. Vooraf echter stelde ik een onderzoek in. Ik vond een twaalftal koninginnecellen. Geen enkele was al verlaten. Ik liet een der oudste en een, die nog niet verzegeld was, zitten. Alle andere verwijderde ik. Een week later zag ik een prachtige jonge Gezicht in Kelting's Bijenpark te Santpoort. koningin op een der middelste raten loopen. Weer vond ik een zestal koninginnewiegen, die ik nu alle wegnam. Nog weer veertien dagen later zag ik de eerste eitjes: de zaak was dus in orde. Intussehen was liet werk met vollen ijver hervat. Ongelukkig wilde het niet zoo heel best met het weer. Maar toen de linden bloeiden, hadden we toch een paar warme, drukkend warme dagen. Toen stroomde de geurige nektar naar binnen. En ze maakten het wèl met me, mijn bijtjes. Ik slingerde dien zomer 60 pond van den heerlijk sten honing! En hiermede ben ik aan het eind van deze bijen- gescliiedenis. Ging ik verder, ik zou u zoo onge veer weer hetzelfde moeten vertellen. Want het eind is ook weer het beginhet bijenleven gaat den cirkelgang. Ik volgde slechts de groote lijn, die er door loopt. Ja, als ik u had bezig gehou den met alles wat ik terzijde opmerkte, dan waren we nog lang niet rond geweest. Wat ik u vertelde, neemt zelfs de oppervlakkige toeschouwer waar. Maar wat daar plaats vindt in de donkere gangen tusschen die hooge muren van duizenden en nog eens duizenden cellen, waarin het jonge leven slaapt of met ongeduld wacht op het uur der ver lossing om te beginnen een leven van zwoegen en sloven, van het begin tot het eind dat blijft voor hem verborgen. Dat waar te nemen, is het loon voor hem, die het bijenleven bespiedt. Hem I' wordt het toegestaan, hoewel nog maar voor een zeer klein deel, den sluier op te lichten, die als een geheimzinnig waas over het bijenleven ligt. En bij het spieden, bij het peinzen komt hij tot de 3 j overtuiging, dat daar moet zijn een geest, „de geest van de korf", zooals Maeterlinck zegt, die alles be- sliert en wien allen blindelings gehoorzamen. Dien geest stelt hij vragen, maar meestal blijft hij het antwoord schuldig, of hij antwoordt in teekons-, die de vrager niet vermag te ontcijferen. Nog is het bijenleven een mysterie. Maar daarin ligt ongetwijfeld juist liet aantrekkelijke. Dit is de reden, waarom dat leven, al keeren dezelfde op ^dezolide oir- toeK wver anders* geregeld terug, steeds weer nieuw is en belangwek kend en dat ook altijd blijven zal. II D. B. (Vit „Be Moderne Imker", door F. August Kettinguiig. van Joh. M or les. Leiden.) PLAATSELIJK NIEUWS. Verkeer. Onlangs maakten wij weder eens melding van een ongeval, veroorzaakt doordat een vrouw op de verkeerde wijze van de tram stapte. In Wee- nen heeft men op waarlijk zielkundige wijze, dit euvel trachten te keeren. Men heeft spiegels aan de trams bevestigd aan de voorzijde der treedplanken, en alle vrouwen stappen nu goed af. ter sluiks even.... Gevaar. Zij, die per fiets uit Bloemendaal naar Haarlem gaan, moeten bedacht zijn, dat de sporen der N, Z. H. tram een grooter gleufwijdte hebben dan die van de vroegere paardentram. Hoe licht ge raakt het achter- of voorwiel in zoo'n gleuf be klemd, en de gevolgen zijn natuurlijk onaan genaam Snoeien. Aan den Julianaweg worden thans de iep,on- boomen nieuwerwets gesnoeid. Men kapt er de bladen en dunne twijgen te allen kant uit, wat den zwaarder takken, die den vorm aan den boom moeten geven, ten goede komt. De kracht wordt dan niet in kleine twijgjes en spruitjes versnip perd, maar dient tot den bouw van een solied en fraai takkenstel. liet Jaarhoekje. De vierde jaargang van ons jaarboekje is thans in bewerking. Aangezien de oplaag niet grooter is gemaakt dan binnen korten tijd kan worden uitverkocht, en wij met oudere jaargangen vaak menigeen moesten teleurstellen, geven wij elk onzer lezers in overweging, reeds nu zoo spoedig mogelijk het jaarboekje te bestellen. Uit het politie-rapport. Processen-verbaal zijn opgemaakt, we gens: mishandeling; insluiping; rijden over de voetpaden; rijden zonder licht; loopen over ver boden grond en stellen en vervoeren van wild strikken. Gevonden en terug te bekomenadres Leid- schestraat 12, te Haarlem, een portemonnaie met inhoud; bij J. van der Veldt, Santpoort, Dorp straat 22, een dames-parasol; aan den politiepost te Bloemendaal, een huissleutel, een springtouw, een witte zakdoek en een Duitsclie medaille; adres Prof.-Van-Ylotenweg 2. een gouden heeren- ring; bij Beekman, Bloemendaalscheweg 198, een bal; adres Genestetweg 1, een wit konijn; bij C. Piers. 2e-Vooruitgangstraat 8, te Haarlem, een parapluie; bij J. van Beelen, Zuidpolderstraat 90, te Haarlem, een zilveren verzekeringsspeld; bij A. M. Smits, te Aerdenhout, een sigarenkoker; aan liet bureau van politie, te Overveen, een zwart zijden dameszak met inhoud; bij Pareira, Zijlweg 10, te Haarlem, een huissleutel. BURGERLIJKE STAND. Van rijdag 1 Augusus tot en met Donderdag 7 Augustus. Geboren: d. van P. Swarts en J. M. E. C. von Mauw; levenl. zoon van A. van Batenbu g en A. van de Kraats; z. van J. Huisman en A. 1, Cassée; z. van A. J. J. Lindner en A. M. Vei voort; z. van A. van Santen en L. de Ruijter. Ondertrouwd: P. F. W. Grippeling en M. J. J. Boskamp. Getrou w d: J. de Jong Saakes en H. S. ten Klooster; D. J. Kolenbrander en W. Zuurendonk. Overleden in het gesticht M e e r e n- berg: E. IT. Baanders, 68 j.G. Bruijn, 52 J. A. Schouten, 35 j. UIT ANDERE GEMEENTEN. r Speenhoff. Met ergernis en vergenoegdheid woonden - ij een Speenhoff-kermisavond in Haarlem bij. V I- gair is het leelijke niet-Nederlandsehe woord, r it past voor het grootste gedeelte van het ons voor gezette programma. De echt-Nederlandsche, m; <r toch fijne humor van den dichter-zanger zelf k\v m onze vermoeide zinnen na de pauze verkwikk n. Meer dan dat, wij leefden weer op. Alleen 1? Duitscher Georg Korbe, als humorist aan d n vleugel, was, wat voordracht en stemvorming 4 treft, voldoende. De tékst van zijne voordra< ï- ten stond op het peil van alle andere (Speenb ff uitgezonderd, als -boven). 4. kermispret^.als volksvermaak staat, ons inziens, liooger dan zulk binnenkamerseh, onr- in gezwatel. Speenhoff heeft goed onder zijn p o- gramma zetten: „Het is anders", wij zeggcii „Het is zoo." De Ilaarlemsche kermis. liet gemeentebestuur van onze goede stad Haai lein kapt der kermis handen en voeten en lang zamerhand ook liet hoofd af. Men zegt, de r ad heeft besloten, de kermis allengs in te krimi - n, maar wanneer wij de honderden glundere gezich ten zien van kleine en groote kinderen, die zich, zonder veel geld te besteden, overdag en les avonds onder het veelkleurige licht te goed d n aan het onder allerlei vormen en geuren voor gezette koekendeeg en wanneer wij de Jan Kina: sen-achtigc schiet- en ballegooi-tentjes zien, au al die zoete stoverijen, die nog schilderachtiger zijn voor het oog dan voor het gehemelte; wan neer wij zien dat Consael, door Uiterwijk van de Groote Markt verdreven, in de Zijlstraat in een particulier huis aan het bakken en sissen is geslagen; wanneer wij rijk en arm, dik en dun, Rechts en Links en de kleurlooze middenstof, alles van beiderlei kunne, gemoedelijk met glimmende oogen tusschen de tenten langs elkander zien schuiven, dan begrijpen wij nog steeds, hoe een Nederlandsclie kermis toch wel behoort bij het Nederlandsche leven, zie de palingkraam; zelfs de groote Balm, het neusje van de zalm der palingkooplui. acht het niet beneden zich ter Ilaarlemsche kermis te fungeeren. Vermaak of uitzinnigheid Het streven van het Ilaarlemsche gemeente bestuur om de standplaatsen steeds duurder te I maken, schrikt de houders van Amerikaansche vermakelijkheden blijkbaar niet af. Integen deel, zelfs de vliegmachien-draaimolen, electriseh I gedreven, heeft hier zijn intrede gedaan. En dan ook de scliokplank, maag en ingewanden ontstel lend, en de Sleevalbaan (ook wel Tobogan noemd)doet de vraag rijzenBestaat voor den I gewonen burger uit den nieuweren tijd, genoegen! alleen in het lichamelijk bewogen worden Laat men veel liever de kermis hervormen door I slechts die keur van ware volksvermakelijkheden I toe te laten, waarbij niet alleen het lichaam I wordt gebeukt, gedorscht en geschud, maar waar bij ook de ziel eenige werkzaamheid ondervindt. I Voor fietsers. Aan de verschillende stations der H. S. M., o. a. te Amsterdam en Haarlem, zijn goo langs de trappen aangebracht, om fietsen op en I neer te transporteeren. De bedoeling is g< maar de uitwerking ongelukkig. De gooten loo-1 pen in eenzelfde helling als de trappen, wat veel I te steil is. Dames worden gewaarschuwd, die g ten niet voor hun fietsen te bezigen. Het ware meer afdoend, indien aan fietsers I vergunning werd gegeven, van de goederenlift I gebruik te maken. Museum van Kunstnijverheid. De boekerij van het museum van kunstnijver-1 beid heeft onlangs eene prachtige verzameling I fotografiën verkregen, betreffende bouwkunst en beeldhouwkunst uit Noord- en Zuid-Duitscliland I en Oostenrijk, met nauwkeurige opgave der voor-T stellingen. Verloren: een broche met steeneen gouden ring; een gouden armband; een portemonnaie met inhoud; een gouden armband; een handtasclije met inhoud; een portemonnaie; een blauwe man tel; een auto-aandraaislingereen cape; een zil veren schakelarmband. De eerste serie dezer opnamen uit Hannover, Frankfort a/Mnin, Stras.' lügshausen zal Zondag ging worden gesteld in nijverheid. Zondag kosteloos tooga VAN HIER EN DAAR. Be duto in i Rij de begrafenis van Kollarz is het nieuwste waanzin vertoond. Even: en ook thans nog hij vi 1, paard van den overlc loopen. zoo zag men in dezen heer een rood» floersen gedrapeerd. 1 aanzag, was er wat verlui bodig lijkt. Schepen i Te Marseille werd dez ten een bakvormige slo« vervaardigd. Dit steenen (of beton) een boot van plaatijzer i dat aan dit gevaarte ni< ren, en te onderhouden is li f te boenen. Dat is all ITet is geen stofnest, en neer is. De rechte lij] de gébogene; overal dring meer door, en wij zien de op'de aarde geen enkele 1 inden zal zijn dan die Wereldtentoonst V Mét een overzicht van i de Nederlandsche afdee r ks opstelletjes van de i Vl heel fraai is de af de k loniën, ingericht in ee J ivairtsctien stijl, naar mi l. nipel van Boeroe-Uoedoi er afzonderlijk gerangsehi bugs den wand: rijst, p< si enkool, koffie, thee, bai r <*n, enz., waarvan, naar n itergrond der zaal ve rtbrengst meer dan t- (1 iagt. Ên behalve de ii uurlijke voortbrengsele R eatan, tentoonstelling k ïstnijverheid en huisvl li batiks, vreemdsclio in aalarbeid, keurige inod 7ordt ierstant vraigd op het ,.Kop, Blo imendaal is lot nadere aankonc TEl BOU WGI HTel SPE aa aa a aa aa «a aa ''■•■■■■■■auini ■■■ui E

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1913 | | pagina 2