een Flinke Werk
Dr. KIKKEF
Ij Zadel- er
Wed.
Koffers,
Fijne I
fl
ft
Hi idarts. - HAARL
afwezig.
P. KUIPER Jr..
Melkinrichti
Bloemendaa
Groote Houti
SS 3C Groote R
Hervormden. (Gebouw
Ketter van Zutplien.
KEBK-AGENDA.
Haarlem
Vereenig. van Vrijz.
Protestantenbond),
v.m. 10 ure, D?. .T. F.
1'EgUse.
Luthersehe Kerk.
v.m. 10 ure, Ds. 1'. S. Bakels.
Kerk der Vereen. Doopsgezinden,
v.m. 10 ure, Ds. P. H. Veen,
Doopsgez. Pred. te Middelburg.
Bloemendaal.
Ned. Herv. Gemeente.
v.m. 10 ure, Ds. van Geeuwen.
Heemstede.
N-A Herv. Gemeente.
v.m. 10 ure, Ds. Idenburg, van Amsterdam.
Houtrijk en Polancn.
Ned. Hein. Gemeente,
v.m 10 ure, Ds. Baljon.
Santpoort.
Ned. Herv. Gemeente.
v.m. 10 ure, Ds. W. Bax Jr.
Spaarndam.
Ned. Herv. Gemeente,
v.m. 10 ure, Ds. Baljon.
Wijk aan Zee en Duin.
Ned. Herv. Gemeente,
v.m. 10 ure, Ds. Berkelbach v. d. Sprenkel.
IJmuiden.
Ned. Herv. Gemeente,
v.in. 10 ure, Ds. T. J
Jansen Schoonhoven,
van Giethoorn.
Jansen Schoonhoven.
Bond.
v.m. 5 ure, Ds. T. J
Doopsgez. Gem. en Ned. Prot.
v.m. 10l/2 ure, Ds. Attema.
AGENDA.
BLOEMENDAAL.
Eiken Zondag, 's morgens 10 uur. Wekelijksehe schiet
oefeningen door „Bloemendaal-Commando".
HAARLEM.
Bureau van Consultatie tot verleenen van rechts
bijstand aan onvermogenden. lederen Vrij
dag houdt het bureau des namiddags te half
2 zitting in het gerechtsgebouw aan de Jans
straat.
Koloniaal Museum (Paviljoen.) Dagelijks ge
opend van 104 ure.
Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.)
Dagelijks geopend van 104 ure.
Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van
104 ure. Entrée 1'0.25 p.p. Ie Woensdag
van de maand vrij. Zondags van 10—3 vrij.
Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 79.) Ge
opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen
van 10—5 ure. Toegang 25 cents.
Stads-Blbliotheek. Prinsenhof.) Dagelijks ge
opend (behalve Zondags) van 104 uur.
Groote Kerk. Dinsdags vau 12 ure, en
Donderdags van 2—3 ure. Orgelbespeling.
'I'eyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be
halve Zaterdags en Zondags) van 11—3 ure.
De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure.
Schouwburg J a n s w e g
Kermis 1913. N.V. Het llolterdamsch Tooneelge-
zelschap, Dir. P. D. van Eysdcn, De Hertogin
van Saragossa.
Kermis 1913. Sociëteit Vereeniging (Kleine Concert
zaal), Carahet J. H. Speenhoff. Troelstra op
't Loo.."
Kermis 1913. Schouwburg „De Kroon" Dir-
Alphonse Jaumart Jr., Wij dansen door 't leven.
Kermis 1913. Schouwburg „De Kroon", Directie
Bioscope Theater, 's middags 2 uur Bioscope,
voorstellingen.
Kermis 1913 Café Restaurant „De Pool", koning
straat 39, Concert van het Trio Simplicc.
Dagelijks Bioscoopvoorstellingen, Apollo-Tlicater,
Barteljorisstraat.
oorspronkelijke kerk en hij noemt ten vierde liet
uiit onderbroken onderricht der geloovigen. „Bo
vendien." zoo vervolgt deze schrijver, „de geloe-
vigOn lazen toen den Ciriekschen tekst der II.
Schrift of de hitijnsche vertaling of andere do r
de kerk goedgekeurde vertalingen."
Ook Moll in zijne „kerkgeschiedenis van Ne
derland vóór de Hervorming", zegt 1 blz. 371 dat
althans een gedeelte van liet bijbelboek in het
laatst van de Se eeuw in de moedertaal werd
overgebracht." en '2e deel 2e stuk blz. 327„de
bijbel is iu ons vaderland nooit een vergeten boek
geweest" en blz. 334 „dat, liet Dietsche bijbelboek
ook buiten de kloostermuren aangetroffen en zelfs
door vrome burgers ten behoeve hunner mede
burgers afgesclireven werd." Algemeen verspreid
onder de gewone burgers was dus het bijbelboek
niet en eerst de uitvinding der boekdrukkunst en
de hervorming brachten de bijbelboeken onder lirt
bereik van een ieder, ten minste onder het bereik
van hen, die zich niet hielden aan de verbods
bepalingen der roonische kerk, die oji de Trent-
Solic kerkvergadering (154564) door den 3en
en 4en regel van den Index liet bijbellezen aan
beperkende bepalingen ging onderwerpen.
Mgr. Wijckersloot, bisschop van Curium i. p. i.
(3) en lid der Staatscommissie van 1840 in zake
onderwijs, kwam op in cene afzonderlijke nota,
gevoegd bij het verslag dezer commissie tegen liet
gebruik van den bijbel oji de toen door ongeveer
alle kinderen bezochte openbare scholen.
lie roomsehe kerk weert den bijbel uit de ban
den barer geloovigen; zij weert de II. Schrift van
hare scholen en toch is het boven allen twijfel
verheven dat de practijk der gereformeerden in
dozen veel meer overeenstemt met de zienswijze en
de gebruiken van liet, oorspronkelijke christen
dom.
Dr. J. A. II. VAN DEN BRINK.
H De priesters Dankelman en Wijnen schre
ven sa nr een groot werk over katholieke gods
dienstleer en in 10(19 verscheen hij W. van Gulick,
te Amsterdam, de negende druk van een hand
boek uit dit grootere werk genomen.
2) Do kardinaal-viearus is de kardinaal-bis
schop die in de plaats van den paus het bisdom
Rome bestuurt.
3) i. p. i. ill gartibus infidelium, letterlijk ver
taald: „in de gewesten der ongeloovigen", welke
woorden zien op de toewijzing van een bisschop
pelijk rechtsgebied in de landen der ongeloovigen.
(Vil (tc Protestant, van fi Aug. 1013.)
H e t B ij e n 1 e v e n.
II. (Vervolg.)
't Is nu al lang geleden, maar het lieugt me
nog als gisteren, dat ik voor de eerste maal na
de lange winterrust de bijenwoning weer opende.
Het was een zachte Februaridag en honderden be
woonsters hielden na de verstijvende koude van
den winter met blij gezoem haar eerste uitvlucht
in de koesterende zon.
Wat, zou ik daar binnen vinden 1
Gelukkig, niet veel dooden, en de koningin had
haar taak zelfs al weer opgevat, te zorgen voor
de vermeerdering van het gezin. De arbeidster-
tjes, in den herfst van het vorige jaar geboren,
waren al oud en niet in staat veel arbeid meer
te verrichten. En de lente zou komen en dn zo
mer. en dan zouden duizenden en nog eens ilui
zenden arbeidsters noodig zijn om den neld.nr te
verzamelen, dien de natuur in verkwistenden over
vloed zou aanbieden in geurige, kleurrijke solio
fels!
Bij elk volgend onderzoek namen de plekken met
broed bezet in omvang toe. Half Maart begon ik
met liet toedienen van kleine hoeveelheden voe
der. Niet omdat liet noodig was; er was nog wel
wat va a den wintervoorraad over. Maar de be
drijvigheid, door liet opnemen van de suiker-op
lossing veroorzaakt, zou de koningin in den waan
brengen, dat al veel gebaald werd en dat zou
haar opwekken om nog meer eieren te leggen.
En werkelijk, van toen af nam bet aantal bijen
eerst sterk toe. Den gelieelen dag werd stuifmeel
aangevoeld in groote klomjien. Meermalen, als
liet weder eenige dagen achtereen ongunstig was,
koud met krachtigen wind of regen, maakte ik
me ongerust. Er kon wel gebrek aan stuifmeel
en water komen om liet bijenbrood te bereiden.
Er was zoo veel noodig! En dat dit gevaar we
zenlijk bestond, bleek wel daaruit, dat in weerwil
van het slechte weder, toeli nog betrekkelijk druk
word uitgevlogen, ten koste natuurlijk van menige
dappere, die er liet leven bij in sclioot.
Toen kwam de Meimaand. In liet begin koiul
en guur, maar in de laatste lielft met mooie zon
nige dagen. De 20ste was zoo'n mooie dag. Ik
opende de kast en stond versteld van de massa
bijen, die ze nu bevatte. Er werd zeer druk ge
vlogen; ik mocht dus aannemen, dat er lieel veel
van liuis waren en tocli verdrongen ze zich in de
woning. De straten waren stampvol. Lichtte ik
een raam uit, dan vielen de bijen in groote klom
jien er af. En bij liet inhangen moest ik met de
meeste omzichtigheid te werk gaan. De dichte
massa op den bodem belette liet, raam te zakken.
Op de raten, geen celletje onbezet. Boven, onder
de toplat een lireede strook verzegelde honing en
daaronder de gelieele tafel bezet met broed, open
en verzegeld. Voor liet eerst bemerkte ik darre-
oellen. Ze steken boven de andere cellen uit, zijn
wijder en hebben een bolrond deksel. Het was
duidelijk, dat het oogenblik gekomen was o-n mijn
volk meer ruimte te geven.
Ik had mijn maatregelen al genomen. De zoo
genaamde lioninglcamer, een bak met tien raamp
jes, minder hoog dan die in de broodkamer, maar
ook van gelieele vellen kunstraat voorzien, stond
al dagen gereed. De kast werd verhoogd met een
z.g. opzetrand en daar werd de honingkamer iDge-
zet. Maar ik verzuimde niet op de broedkamer
een lconinginnefooater te leggen. Anders zon de
koningin ook in de bovenste afdeeling eieren gaan
leggen en daar wilde ik liefst niets dan honing
in hebben.
Het weer bleef goed, wel soms een regenbui, bp
sommige dagen ook wind, maar het scheen wel, of
de bijen zicli door niets van haar arbeid lieten
afhouden. Verschillende hoornen bloeiden en de
weide was geel van de paardenbloemen. Zij moes
ten de gelegenheid innners .waarnemen
Wat werd er gewerkt! Ik heb de diertjes be
spied hij liun werken en telkens en telkens weer
stond ik voor de vraag; waarom, waartoe
Want nog is het iu vele opzichten een myste-
rie, liet bijenleven, ook voor den kundigsten imker.
En het is ook hier; wie .alles meent te'weten, weet
niets! Waf drijft die kleine wezentjes zóó te wer
ken:' vaiiWoOr" de zon op komt, totdateer Is
te ruste gegaan, heel den langen zomerdag. Het
voorzien in eigen behoeften eischt zulken arbeid
niet. Wat drijft de bijen zulke groote voorraden tè 7
Verzamelen Zij zullen er niet van gebruiken.
Eigenbelang, die meest krachtige drijfveer van
's menschen handelen, is liet zeker niet. Waiït lang
voordat de voorraad zal moeten worden aange
sproken. zullen de kleine slooven van lieden haar
laatste uitvlucht gehouden hebben, of door baar
ziislerkens zijn uitgedragen om te rusten op liet
arbeidsveld. Ze leven bij zulken arbeid maar en
kele weken; van liet kleine machinetje wordt te
veel gevergd!
De raten in de honingkamer, den 20sten Mei op
gezet. waren een week later, geheel opgebouwd niet
alleen, maar bijna gelieel gevuld met boning, voor
een groot deel zelfs al verzegeld. Toen kwam min
der gunstig weer; op sommige dagen was liet geen
oogenblik droog.
lil de eerste week van Juni bemerkte ik koning
innecellen; ik wist dus, dat de groote gebeurtenis
te wachten stond. Nog steeds bleef het volle iu
sterkte toenemen.
Ell toen .den 27sten, de uittocht! Twintig dui
zend arbeidsters, met de koningin, omstuwd door
een aantal jonkers, stortten zich naar buiten.
En weer vroeg ik me afwat drijft ze, de veilige
woning te verlaten, waar aller wieg stond en die
van den geurigen mondkost zoo ruimschoots voor
zien is Wie of wat dringt ze van dat alles
afstand te doen voor een onzekere toekomst
Eenige oogenblikken vervulden ze de lucht met
haar blij gezoem en tintelde het heldere zonlicht
op al die glanzende vleugeltjes. Toen verzamelden
ze zich aan den tak van een boom en weldra hing
daar als een groote druiventros de zwerm, mijn
zwerm.
Dat was, ik voelde liet, het hooggetij in het
bijenleven, maar een belangrijk oogenblik was
liet ook voor mij, een oogenblik van emotie. Daar
hingen ze, vier meter boven den grond. Weldra
waren alle bijen „aangevlogen", slechts enkele
dwaalden nog rond den tros. De blijde stemming,
waarin ze bij het zwermen blijkbaar verkeerden,
scheen geweken. Toen de zwerm geschept. Op een
trap staande kon ik den tak, waaraan hij hing,
juist bereiken. Met de eene hand hield ik een
emmer onder den tros, met de andere een ïorschen
ruk aan den tak en.daar plofte de massa in
den emmer! Toch kwamen nog honderden op mij
neervallen. Gezicht en armen ik had de mou
wen opgestroojit, -werden met bijen bedekt.
Maar.geen enkele steek; en ik liad sluier noch
handschoenen!
Vanwaar die zachtmoedigheid bij mijn overigens
zoo strijdlustige bijtjes Was het, omdat ze nu
toch geen woning met kostbaren inhoud hadden te
verdedigen
Langzaam daalde ik naar beneden en weldra
voegden de bijen, die me bedekten met die welke
rondvlogen, zich bij de andere in den emmer, dien
ik intusschen omgekeerd op de trap had geplaatst,
ik had den zwerm een eigen woning kunnen geven,
maar ik deed liet niet. Ik wilde mijn eenige volk
sterk liouden en stortte daarom tegen den avond
de bijen, zonder de koningin, weer in de kast, die
ze 's ochtends zoo heldhaftig verlaten hadden.
Vooraf echter stelde ik een onderzoek in. Ik vond
een twaalftal koninginnecellen. Geen enkele was
al verlaten. Ik liet een der oudste en een, die nog
niet verzegeld was, zitten. Alle andere verwijderde
ik. Een week later zag ik een prachtige jonge
Gezicht in Kelting's Bijenpark te Santpoort.
koningin op een der middelste raten loopen. Weer
vond ik een zestal koninginnewiegen, die ik nu alle
wegnam. Nog weer veertien dagen later zag ik de
eerste eitjes: de zaak was dus in orde.
Intussehen was liet werk met vollen ijver hervat.
Ongelukkig wilde het niet zoo heel best met het
weer. Maar toen de linden bloeiden, hadden we
toch een paar warme, drukkend warme dagen.
Toen stroomde de geurige nektar naar binnen.
En ze maakten het wèl met me, mijn bijtjes. Ik
slingerde dien zomer 60 pond van den heerlijk
sten honing!
En hiermede ben ik aan het eind van deze bijen-
gescliiedenis. Ging ik verder, ik zou u zoo onge
veer weer hetzelfde moeten vertellen. Want het
eind is ook weer het beginhet bijenleven gaat
den cirkelgang. Ik volgde slechts de groote lijn,
die er door loopt. Ja, als ik u had bezig gehou
den met alles wat ik terzijde opmerkte, dan waren
we nog lang niet rond geweest. Wat ik u vertelde,
neemt zelfs de oppervlakkige toeschouwer waar.
Maar wat daar plaats vindt in de donkere gangen
tusschen die hooge muren van duizenden en nog
eens duizenden cellen, waarin het jonge leven
slaapt of met ongeduld wacht op het uur der ver
lossing om te beginnen een leven van zwoegen en
sloven, van het begin tot het eind dat blijft
voor hem verborgen. Dat waar te nemen, is het
loon voor hem, die het bijenleven bespiedt. Hem
I' wordt het toegestaan, hoewel nog maar voor een
zeer klein deel, den sluier op te lichten, die als een
geheimzinnig waas over het bijenleven ligt. En
bij het spieden, bij het peinzen komt hij tot de
3 j overtuiging, dat daar moet zijn een geest, „de geest
van de korf", zooals Maeterlinck zegt, die alles be-
sliert en wien allen blindelings gehoorzamen. Dien
geest stelt hij vragen, maar meestal blijft hij het
antwoord schuldig, of hij antwoordt in teekons-, die
de vrager niet vermag te ontcijferen.
Nog is het bijenleven een mysterie. Maar daarin
ligt ongetwijfeld juist liet aantrekkelijke. Dit is
de reden, waarom dat leven, al keeren dezelfde
op ^dezolide oir- toeK wver anders*
geregeld terug, steeds weer nieuw is en belangwek
kend en dat ook altijd blijven zal.
II D. B.
(Vit „Be Moderne Imker", door F. August
Kettinguiig. van Joh. M or les. Leiden.)
PLAATSELIJK NIEUWS.
Verkeer.
Onlangs maakten wij weder eens melding van
een ongeval, veroorzaakt doordat een vrouw op
de verkeerde wijze van de tram stapte. In Wee-
nen heeft men op waarlijk zielkundige wijze,
dit euvel trachten te keeren. Men heeft
spiegels aan de trams bevestigd aan de voorzijde
der treedplanken, en alle vrouwen stappen nu
goed af. ter sluiks even....
Gevaar.
Zij, die per fiets uit Bloemendaal naar Haarlem
gaan, moeten bedacht zijn, dat de sporen der
N, Z. H. tram een grooter gleufwijdte hebben dan
die van de vroegere paardentram. Hoe licht ge
raakt het achter- of voorwiel in zoo'n gleuf be
klemd, en de gevolgen zijn natuurlijk onaan
genaam
Snoeien.
Aan den Julianaweg worden thans de iep,on-
boomen nieuwerwets gesnoeid. Men kapt er de
bladen en dunne twijgen te allen kant uit, wat
den zwaarder takken, die den vorm aan den boom
moeten geven, ten goede komt. De kracht wordt
dan niet in kleine twijgjes en spruitjes versnip
perd, maar dient tot den bouw van een solied en
fraai takkenstel.
liet Jaarhoekje.
De vierde jaargang van ons jaarboekje is thans
in bewerking. Aangezien de oplaag niet grooter
is gemaakt dan binnen korten tijd kan worden
uitverkocht, en wij met oudere jaargangen vaak
menigeen moesten teleurstellen, geven wij elk
onzer lezers in overweging, reeds nu zoo spoedig
mogelijk het jaarboekje te bestellen.
Uit het politie-rapport.
Processen-verbaal zijn opgemaakt, we
gens: mishandeling; insluiping; rijden over de
voetpaden; rijden zonder licht; loopen over ver
boden grond en stellen en vervoeren van wild
strikken.
Gevonden en terug te bekomenadres Leid-
schestraat 12, te Haarlem, een portemonnaie met
inhoud; bij J. van der Veldt, Santpoort, Dorp
straat 22, een dames-parasol; aan den politiepost
te Bloemendaal, een huissleutel, een springtouw,
een witte zakdoek en een Duitsclie medaille;
adres Prof.-Van-Ylotenweg 2. een gouden heeren-
ring; bij Beekman, Bloemendaalscheweg 198, een
bal; adres Genestetweg 1, een wit konijn; bij C.
Piers. 2e-Vooruitgangstraat 8, te Haarlem, een
parapluie; bij J. van Beelen, Zuidpolderstraat 90,
te Haarlem, een zilveren verzekeringsspeld; bij
A. M. Smits, te Aerdenhout, een sigarenkoker;
aan liet bureau van politie, te Overveen, een zwart
zijden dameszak met inhoud; bij Pareira, Zijlweg
10, te Haarlem, een huissleutel.
BURGERLIJKE STAND.
Van rijdag 1 Augusus tot en met Donderdag
7 Augustus.
Geboren: d. van P. Swarts en J. M. E. C.
von Mauw; levenl. zoon van A. van Batenbu g
en A. van de Kraats; z. van J. Huisman en A. 1,
Cassée; z. van A. J. J. Lindner en A. M. Vei
voort; z. van A. van Santen en L. de Ruijter.
Ondertrouwd: P. F. W. Grippeling
en M. J. J. Boskamp.
Getrou w d: J. de Jong Saakes en H. S. ten
Klooster; D. J. Kolenbrander en W. Zuurendonk.
Overleden in het gesticht M e e r e n-
berg: E. IT. Baanders, 68 j.G. Bruijn, 52
J. A. Schouten, 35 j.
UIT ANDERE GEMEENTEN.
r Speenhoff.
Met ergernis en vergenoegdheid woonden - ij
een Speenhoff-kermisavond in Haarlem bij. V I-
gair is het leelijke niet-Nederlandsehe woord, r it
past voor het grootste gedeelte van het ons voor
gezette programma. De echt-Nederlandsche, m; <r
toch fijne humor van den dichter-zanger zelf k\v m
onze vermoeide zinnen na de pauze verkwikk n.
Meer dan dat, wij leefden weer op. Alleen 1?
Duitscher Georg Korbe, als humorist aan d n
vleugel, was, wat voordracht en stemvorming 4
treft, voldoende. De tékst van zijne voordra< ï-
ten stond op het peil van alle andere (Speenb ff
uitgezonderd, als -boven).
4. kermispret^.als volksvermaak staat, ons
inziens, liooger dan zulk binnenkamerseh, onr- in
gezwatel. Speenhoff heeft goed onder zijn p o-
gramma zetten: „Het is anders", wij zeggcii
„Het is zoo."
De Ilaarlemsche kermis.
liet gemeentebestuur van onze goede stad Haai
lein kapt der kermis handen en voeten en lang
zamerhand ook liet hoofd af. Men zegt, de r ad
heeft besloten, de kermis allengs in te krimi - n,
maar wanneer wij de honderden glundere gezich
ten zien van kleine en groote kinderen, die zich,
zonder veel geld te besteden, overdag en les
avonds onder het veelkleurige licht te goed d n
aan het onder allerlei vormen en geuren voor
gezette koekendeeg en wanneer wij de Jan Kina:
sen-achtigc schiet- en ballegooi-tentjes zien, au
al die zoete stoverijen, die nog schilderachtiger
zijn voor het oog dan voor het gehemelte; wan
neer wij zien dat Consael, door Uiterwijk van de
Groote Markt verdreven, in de Zijlstraat in een
particulier huis aan het bakken en sissen is
geslagen; wanneer wij rijk en arm, dik en dun,
Rechts en Links en de kleurlooze middenstof, alles
van beiderlei kunne, gemoedelijk met glimmende
oogen tusschen de tenten langs elkander zien
schuiven, dan begrijpen wij nog steeds, hoe een
Nederlandsclie kermis toch wel behoort bij het
Nederlandsche leven, zie de palingkraam; zelfs
de groote Balm, het neusje van de zalm der
palingkooplui. acht het niet beneden zich ter
Ilaarlemsche kermis te fungeeren.
Vermaak of uitzinnigheid
Het streven van het Ilaarlemsche gemeente
bestuur om de standplaatsen steeds duurder te I
maken, schrikt de houders van Amerikaansche
vermakelijkheden blijkbaar niet af. Integen
deel, zelfs de vliegmachien-draaimolen, electriseh I
gedreven, heeft hier zijn intrede gedaan. En dan
ook de scliokplank, maag en ingewanden ontstel
lend, en de Sleevalbaan (ook wel Tobogan
noemd)doet de vraag rijzenBestaat voor den I
gewonen burger uit den nieuweren tijd, genoegen!
alleen in het lichamelijk bewogen worden
Laat men veel liever de kermis hervormen door I
slechts die keur van ware volksvermakelijkheden I
toe te laten, waarbij niet alleen het lichaam I
wordt gebeukt, gedorscht en geschud, maar waar
bij ook de ziel eenige werkzaamheid ondervindt. I
Voor fietsers.
Aan de verschillende stations der H. S. M.,
o. a. te Amsterdam en Haarlem, zijn goo
langs de trappen aangebracht, om fietsen op en I
neer te transporteeren. De bedoeling is g<
maar de uitwerking ongelukkig. De gooten loo-1
pen in eenzelfde helling als de trappen, wat veel I
te steil is. Dames worden gewaarschuwd, die g
ten niet voor hun fietsen te bezigen.
Het ware meer afdoend, indien aan fietsers I
vergunning werd gegeven, van de goederenlift I
gebruik te maken.
Museum van Kunstnijverheid.
De boekerij van het museum van kunstnijver-1
beid heeft onlangs eene prachtige verzameling I
fotografiën verkregen, betreffende bouwkunst en
beeldhouwkunst uit Noord- en Zuid-Duitscliland I
en Oostenrijk, met nauwkeurige opgave der voor-T
stellingen.
Verloren: een broche met steeneen gouden
ring; een gouden armband; een portemonnaie
met inhoud; een gouden armband; een handtasclije
met inhoud; een portemonnaie; een blauwe man
tel; een auto-aandraaislingereen cape; een zil
veren schakelarmband.
De eerste serie dezer
opnamen uit Hannover,
Frankfort a/Mnin, Stras.'
lügshausen zal Zondag
ging worden gesteld in
nijverheid.
Zondag kosteloos tooga
VAN HIER EN DAAR.
Be duto in i
Rij de begrafenis van
Kollarz is het nieuwste
waanzin vertoond. Even:
en ook thans nog hij vi
1, paard van den overlc
loopen. zoo zag men in
dezen heer een rood»
floersen gedrapeerd. 1
aanzag, was er wat verlui
bodig lijkt.
Schepen i
Te Marseille werd dez
ten een bakvormige slo«
vervaardigd.
Dit steenen (of beton)
een boot van plaatijzer i
dat aan dit gevaarte ni<
ren, en te onderhouden is
li f te boenen. Dat is all
ITet is geen stofnest,
en neer is. De rechte lij]
de gébogene; overal dring
meer door, en wij zien de
op'de aarde geen enkele
1 inden zal zijn dan die
Wereldtentoonst
V
Mét een overzicht van
i de Nederlandsche afdee
r ks opstelletjes van de i
Vl heel fraai is de af de
k loniën, ingericht in ee
J ivairtsctien stijl, naar mi
l. nipel van Boeroe-Uoedoi
er afzonderlijk gerangsehi
bugs den wand: rijst, p<
si enkool, koffie, thee, bai
r <*n, enz., waarvan, naar
n itergrond der zaal ve
rtbrengst meer dan t-
(1 iagt. Ên behalve de
ii uurlijke voortbrengsele
R eatan, tentoonstelling
k ïstnijverheid en huisvl
li batiks, vreemdsclio
in aalarbeid, keurige inod
7ordt ierstant
vraigd op het ,.Kop,
Blo imendaal
is lot nadere aankonc
TEl
BOU WGI
HTel
SPE
aa
aa
a
aa
aa
«a
aa
''■•■■■■■■auini
■■■ui
E