KERK-AGENDA. Haarlem. Jongelieden Kerk. (Gebouw Protestantenbond.) v.m. lOi/o ure, Ds. Van Calcar, van Beverwijk. Eglise Wallonne. IOI/2 heures du matin, Mr. Dupont. Remonstrantsch-Gereformeerden. v.m. 10 ure, Ds. v. d. Bergh van Eysinga, Herv. Pred. te Zutphen. Luthersche Kerk. v.m. 10 ure, Ds. Scbade van Westrum. n.m. 1 ure, Ds. Schade van Westrum. Kinderkerk. Kerk der Yereen. Doopsgezinden, v.m 10 ure, Ds. Hylkema. n.m. 5 ure, Ds. Plantenga. Bloemendaal. Ned. Herv. Gemeente, v.m. 10 ure, de heer Eoeken, uit Haarlem, u.m. 61/0 ure, Ds. Van Leeuwen. Heemstede. Ned Herv. Gemeeute. v.m. 10 ure, Ds. Posthumus Meijjes. Pred. te Zand voort. n.m. 61/0 ure, Ds. Wolters. Houtrijk en Polanen. Ned. Herv. Gemeente, v.m 10 ure, Ds. Baljou. Santpoort. Ned. Herv, Gemeente, n.m. 61/0 ure, Ds. Bax. Spaar ndam. Ned. Herv. Gemeente, v.m. 10 ure, Ds. Baljon. Wijk aan Zee en Duin. Ned. Herv. Gemeente, v.m. 10 ure, Ds. Berkelbach v. d. Sprenkel. IJmuiden. Ned. Herv. Gemeente, v m. 10 ure, Ds. Creutzberg. n.m. 21/2 ure, Ds. Creutzberg. Doopsgez. Gem. en Ned. Prot. Bond, v.m. 10i/2 ure. Ds. Attema. BLOEMENDAAL. Eiken Zondag, 's morgens 10 uur. Wekelijksche schiet oefeningen door „Bloemendaal-Commando". H VARLËM. Bureau van Consultatie tot verleenen van rechts bijstand aan onvermogenden. lederen Vrij dag houdt het bureau des namiddags ten half- twee zitiing in het gerechtsgebouw aan de Jansstraat. Koloniaal Museum (Paviljoen.) Dagelijks ge opend van 104 ure. Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.) Dagelijks geopend van 104 ure. Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van 10—4 ure. Entrée f0.25 p.p. Ie Woensdag van de maand vrij. Zondags van 10 3 vrij. Bisschoppelijk Museum, (jansstraat 79.) Ge opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen van 105 ure. Toegang 25 cents. Stads-Bibliotheek. Prinsenhof.) Dagelijks ge opend (behalve Zondags) van 104 uur. Gr 00 te Kerk. Dinsdags van 12 ure, en Donderdags van 2—3 ure. Orgelbespeling. Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be halve Zaterdags en Zondags) van 11—3 ure. De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure. Kunstzaal De Bois, Kruisweg 68, Haarlem, tentoonstelling van Kunstwerken. Dagelijks geopend van 9—5 uur. Schouwburg Jansweg. Zondag 18 Januari, Amsterdamsch Tooneelgezel schap, Dir. C. P. T. BigotDe oude Koj por aal. Dinsdag 20 Januari, N.V. liet Tooneel, Dir. W. Royaards, Mijlpalen. Dagelijks Bioscoopvoorstellingen, Apollo-Theater, Barteljorisstraat. Donderdag 22 Januari, Concertzaal „De Kroon", 4e Seance voor Kamermuziek door Joh. Steen man. Weldadigheidsconcert door Annie en Liesje Smulders, viool, en Ilenri Jalink, piano. Weer hadden we eens liet genoegen, een concert bij te wonen van Annie en Liesje Smulders en Ilenri Jalink. Het spel van de dames Smulders was in èèn woord schitterend, en we gelooven dat de dames Smulders bij meerdere concerten een stijgend suc ces zullen hebben. Aan het einde van ieder stuk klonk een. welverdiend, applaus. Ook de heer Jalink speelde heel mooi. Het was een schitterend geslaagde avond. De zaal was zeer goed bezet, en het publiek genoot veel van de muziek. T00NEEL. Schouwburg Jansweg. Die Haghe-spelers, Een dokters-dilemma. Het was een heel ding: Verkade te Haarlem te zien. E11 dat nog wel met een stuk van Shaw. „Het Dokters-dilemma" is, gelijk onze lezers weten, een satire op de geneesheeren, en deze ko men er dan ook allesbehalve genadig af in dit stuk. Het is wel wat al te wreed wellicht, zooals Shaw ermede omspringt. De dokters in dit stuk zijn allesbehalve waardige personen, ja, zij gelijken meer op gewetenlooze misdadigers en onverant woordelijke dwazen. Tiet dilemma voor een der door Shaw zoo sma delijk ten tooneele gevoerde dokters, is het vol gende. Hij heeft, naar zijn zeggen, een middel tegen de tuberculose gevonden, en aarzelt op wien hij dit beproeven zalop een slapaardigen schilder of op een armen collega. ITij kiest dan den dok ter; de schilder wordt echter door een anderen geneesheer tot zijn prooi gekozen en overlijdt aan de gevolgen van diens arbeid! Een aantal, uiterst vermakelijke bijzaken kan achterwege blijven. De voorgestelde geneesheeren zijn ijdel, dom, gewetenloos; wat hen drijft tot handelen, is, uit zedelijk en redelijk oogpunt ge zien. van het bedroevendste soort; maar zooals die groote, geestige Shaw hen hun spel met hun even naasten drijven laat, is meesterlijk. Hij doet het zwierig en luchtig, en met een glimlach om den mond, en het is den toeschouwers wel eens een weinig bang te moede. Men vermaakte zich niette min uitmuntend. De „Haghe-spelers" speelden het stuk voortreffe lijk, vol begrip en met die uiterlijke luchtigheid, welke Shaw eischt, doch waardoor de werkelijke zin te beter tot zijn recht komt. Het was een belangwekkende avond. Het publiek toonde zijn erkentelijkheid voor het gebodene met een luiden bijval. Hans en Grietje. Zondagmiddag 25 Januari a.s., zal in den schouwburg Jansweg. te Haarlem, een herhaling plaats hebben van de operette Hans en Grietje, muziek van mevr. N. C. HopmanKwast, tekst van mevr. J. v. A. Deze operette heeft overal groot succes en boeit in hooge mate door haar lieve melodieën en uitstc kende uitvoering, zoowel groot als klein. De leiding heeft mevr. HopmanKwast en het accompagnement is in handen van haar leerling Marie Wagner. De dansen zijn ingestudeerd door Ifartog el. Polak. Een voorstelling dus weer, die ieder met de kin deren moet gaan bijwonen. BOUWKUNST. Ba gijnhof ie Amsterdam. Door een poortje met klein lijnengewar boven ons hoofd, komen we op den groenen hof, waar in het midden het kerkje ligt met zijn groot, cenigszins holgebogen dak van kartelende 100de pannen achter een vierkant vaalgepleisterd to rentje dat zijn donker gevlekt leienspitsje hoog de lucht insteekt. Enkele witte ramen met kleine ruitjes staan op groote afstanden in de paarse baksteenmuren van liet kerkje dat bijna geheel in het groen ligt. Gele klinkerstraatjes voeren langs dikke hou ten hekken van witte paaltjes en donkergroene latjes, die een plaatsje voor de huizen vrijhou den. I11 sommige van deze plaatsjes staat een dikke boom. Rondom ziet men overal oude eenvoudige ge veltjes; paars en zachtrood; hier een trapgevel- tje, daar een top met groote gele krullen, daar weer een rechtlijnig huis met een vlammend rood dak naar voren gekeerd, waaronder een met gol vend klimop begroeide gevel. Het is een hof van roode (laken, oude huisjes en mooi planten groen, een plaats van stille wijding en een waar dige voorhof voor het kleine heiligdom, waar men in het half duister neerknielt, 0111 bij den luister der kaarsvlammen zijn gebeden te storten voor den troon van den verborgen God. Het Binnenhof te s-Gravenliage Statig en waardig is de aanleg der gebouwen van het Ilaagseho Binnenhof. De wandelgalerijen aan de drie zijden, bieden een selioone gelegenheid ten einde het oudste en meest grootsche gedeelte van den hof, de ridderzaal, bijna geheel 0111 te wandelen en van verschillende kanten te bezien. Als een buitengemeen trotsch en stout monu ment trekt dit gebouw den blik door de mas sieve zwaarte zijner muren en steunbeeren, dooi de spaarzaam aangebrachte hooge vensters, door het enorme dak van staalblauwe leien, door het ruige grijsgeel-gevlamde metselwerk uit steenen van ongewone afmeting. Het gebouw is gerestaureerd, en wel door dr. Cuijpers, die hier den geest der middeleeuwsche bouwmeesters bij uitstek vertolkt heeft. Rondom het Binnenhof zijn de gebouwen van een jongeren stijl; echter maken de rustige bak- steentinten, de effen schuine daken, de niet over dreven groote vensters en de slanke kolonnaden om den hof heen, deze tot een oord van onge stoorde stemmigheid. De moderne tijd doet zich hier alleen kond in de schelgetinte, geruchtmakende 'trams en de plotseling uit een hoek schietende auto's, die, na weer verdwenen te zijn, met hun slinkend blau wen walm de atmosfeer blijven bezoedelen. A. J. KROPHOLLER. VOLKSGEZONDHEID. liet Hoefijzcrverhond. (Iet. Hoefijzerverbond, dat zich ten doel stelt, dezen winter de gelden te verzamelen voor een kinderherstellingsoord voor het Centraal Genoot schap. werkt met ongeëvenaarden ijver en klim mend succes. Wederom werden sub-eomité's opgericht te Am sterdam. Sneek, Leeuwarden, Paterswolde, Vollen- hove, Graft, Nunspeet en Uitgeest. I11 een groot aantal plaatsen en de meeste groote steden worden sub-eomité's voorbereid. Te Nunspeet werd reeds 134.75 en te Fra- neker 125,bijeengebracht. UIT ANDERE GEMEENTEN. Lezing ran dr. Ptille vóór hel Koloniaal Instituut. De meest doeltreffende, afdoende aardrijkskun dige les, die wij ooit medemaakten. Nieuw-Guinea, land van koppensnellers, rolstee- nen, land zonder roofdieren, schaarsch bevolkt, maar bevolkt met een blijkbaar niet onguitig, noch onbeminnelijk soort zwartjes, kinderlijke wezens, op zeer gehavende beenen, doch wier longen- en hartskracht blijkbaar bizoiuler groot zijn, een land zonder zoutwinning, maar met veel vogeljsi zelfs casuarissen van over de 60 pond. Dat alles en nog veel meer liet dr. Pulle Donderdagavond ons zien en met de vriendelijke haast van iemand, I die van ver komt en weer spoedig heengaat, maar in een ommezien toch alles vertellen wil, gaf hij ons, feit op feit, als slag op slag, in een over zichtelijke vertelling met de luchtballon en kaar ten te Zinnen, zoo volledig, dat wij ons een natuur getrouwe voorstelling van hetgeen hijzelf daar heeft gezieu, inderdaad kunnen maken. Het bestuur van het Koloniaal Instituut ver richt met het uitschrijven van goedverzorgde le zingen, eigenlijk fotofonetische wandeltochten door onze koloniën als deze, een werk dat ieder iinpressario des geestes hem benijdt. Het was vol en de stoelen stonden te nauw op een.. De lantaarn werkte de beelden uit het licht prachtig op. Dr. Pulle is een aangenaam prater. Voor alle bezoekers een welbestede avond. Museum van Kunstnijverheid. In het museum van kunstnijverheid alhier, zul len Zondag a.s. twee merkwaardige tentoonstel lingen plaats hebben. De eerste omvat de afbeeldingen der voornaam ste monumentale gebouwen in Frankrijk, vanaf de middeleeuwen tot in latere tijdperken. De tweede omvat de Nederlandsche beeldhouw kunst der middeleeuwen. Beide tentoonstellingen zijn hoogst belangrijk en zullen veel bezoek trekken. Eene tentoonstelling van oorspronkelijke foto- grafiewerken. eigendom van het Nederlandsch Fotografisch Museum, dat weldra zal worden ge sticht. is in voorbereiding. Deze tentoonstelling zal voor een groot deel omvatten fotografieën die door Nederlandsche fotografen welwillend ter be schikking werden gesteld. Zondag is de toegang kosteloos. School voor kunstnijverheid. Aan de school voor kunstnijverheid alhier zullen de lessen in de kunstgeschiedenis, welke in 2 ver schillende cursussen gegeven worden, in het ver volg ook door belangstellenden, niet-leerlingen der school, kunnen worden bijgewoond. De eerste cursus wordt gedurende de maanden Januari, Februari, November en December op Don- I derdag, des avonds van 89 uur door den hoofd leeraar, den heer F. T. Grabijn, gegeven en omvat voor 1914: „De kunst van het christendom, de Moliammedaansche kunst en de Middeleeuwen". De tweede cursus wordt gedurende 10 maanden (Juli en Augustus zijn vakantiemaanden), op Dins dag, gedurende de zomermaanden van 45, in de wintermaanden van 3%4J/J door den leeraar. den heer II. C. Verkruysen gegeven en zal voor 1914 omvatten: „De kunst van liet Christendom en de met het Christendom in verband staande uitingen". Voor het volgen van beide cursussen verwijzen wij naar de in dit blad opgenomen advertentie. Ha ndelsonderwijs. In aanvulling van ons artikel over de openbare handelsschool, te Haarlem, diene het volgende: Begin Januari is te Enschedé feestelijk herdacht het feit, dat de handels- en industrieschool vóór een halve eeuw werd geopend. V rouwenkiesreclit. Vrijdag 23 Januari is er een algemeene leden vergadering van de Vereeniging voor Vrouwen kiesrecht. afdeeling Haarlem, in gebouw „De Nijverheid. Jansstraat 85, Haarlem. Boekerij Museum van Kunstnijverheid. De directeur van het museum van kunstnij verheid vestigt er de aandacht op, dat de aan het museum verbonden boekerij, die een groot aantal boeken, plaatwerken en tijdschriften bevat, betrekking hebbende op toegepaste kunst en kunst geschiedenis, des Dinsdags- en Vrijdagsavonds van 79 uur geopend is, in de ruime boekerij kan men indien men in bovengenoemde werken belang stelt, eenige aangename en nuttige uren door brengen en tevens werken mede naar huis nemen. Een kijkje in Zandvoortsraadsvergadering. Men schrijft ons uit Zandvoort: De eerste raadsvergadering van Zandvoorts vroedschap in 1914, was niet belangrijk, doch op zekere oogenblikken humoristisch en, vooral bij de rondvraag, toen de heer Bückmann, en zeer terecht den onhoudbaren toestand van de cen trale verwarming van school C ter sprake bracht. „Ik ben," zegt de heer Bückmann. „viermaal naar de school geweest." (Een stem: ..In welke klas zit ia??) „Neen," zegt de heer Bückmann, „ik was daar niet als schooljongen, maar ik was op onder zoek, en ben er zeker van: als u er bij was ge weest en gezien had, hoe de kinderen gekleed in de klas zaten en haast in de armen moesten beu ken van de kou, dan was u niet zoo grappig, maar ernstig geweest." B. en W. trachtten Bückman gerust te stellen, door te beloven, dat er met den meesten spoed aan verbetering gewerkt zal worden. Maar Bückmann is niet tevreden, hij zegt, dat liet is een zaak, die lang bekend is en maar niet opschiet, waar hij 111. i. gelijk in heeft. Toch liet hij. zich te ver voeren, toen hij zeide: „Als het zoo koud blijft, moet er maar een kachel bij gezet worden, met de pijp boven het raam uit desnoods." (Gelach.) VAN H ER EN DAAR. De Roomschen in Noord-Amerika We lezen in „De Protestant": Men zou wel eens met eenige zekerheid willen weten of het waar of niet waar is dat in Noord- Amerika liet, room sch-katholicisme zoo sterk vooruitgaat. De lezingen daarover zijn zeer ver schillend. Leest men de Katholische Kirclien- zeitung 1913/14 n°. 8, dan moet men aannemen dat het waar is, want zij heeft geen woorden genoeg om te roemen in den wonderbaren was dom der roomsche kerk in Noord-Amerika, en dat roemen gaat, zooals aan ultramontaansche zijde gebruikelijk is, gepaard met allerlei schimpscheu ten op liet zoo zeer gesplitste en verdeelde pro testantisme. Maar dit roomsche blad staat in zijn oordeel vrijwel alleen. Een ganscli anderen toon slaat de „Apologetische Rundschau" aan, en van haar redacteur dr. Kaufmann kan toch niet anders verwacht worden dan dat liet zijn doel is alles wat er ten gunste van de roomsche kerk te zeg gen valt, aan te voeren en vijandelijke aanvallen op do kerk af te weren. Nu heeft echter zelfs de ..Apologetische Rundschau" van Maart 1911 in den wijn der geestdrift over het succes van het katholicisme in Noord-Amerika heel wat wa ter moeten mengen. Zij bestrijdt de dwaling dat het roomsche element in de Unie steeds vooruit gaande is. Men hoort schrijft zij zooveel over den geweldigen vooruitgang, maar men ver geet er bij te voegen dat dit alles niet in verhou ding staat tot de menigte en den arbeid dei- kloosters, priesters, vereeuigingen en particu liere personen. Hem, die hier overkomt en nauwkeurig gadeslaat en waarneemt, stemt het droef te moede als hij in plaats van het verhef fend beeld van een nieuwen triomf der kerk onder 96 millioen inwoners, 80 millioen christenen en in het geheel 13 millioen roomschen vindt. Men ziet wel kathedralen, vereenigingen, enz., maar men merkt niets van die historische wonder macht van onzen tijd- en cultuur-hervormenden godsdienst, die althans in die staten en steden tot haar recht had moeten komen, waar de room schen het overwicht in handen hebben. Wordt dus reeds al dat bluffen over den vooruitgang van het katholicisme in dit roomsche apologetische tijdschrift tot niets herleid het moet er inte gendeel nog bijvoegen: sporen van achteruitgang overal, waar men den blik richt. Dat wordt aan getoond met onverbiddelijke cijfers. Het aantal roomschen in Noord-Amerika bedraagt thans on geveer 13 millioen. Voor het jaar 1910 moest een natuurlijke aanwas door geboorten van 142.000 hierbij komen. Het aantal overgangen in hetzelfde jaar schat men in ronde cijfers op 38.000. De roomsche immigratie bedroeg onge veer 440.000. dat maakt te zamen 620.000. In werkelijkheid was er echter slechts een aanwas van 115.000 zielen, zoodat een verlies van 505.000 geloovigen te boeken is. De conclusie is juist, en moet ook aan de jong ste grootspreker ij voorgehouden worden, die de „Apologetische Rundschau" zelve in deze woor den samenvat: Deze naakte cijfers belichten wel 't best het feit dat er niet van een beweging voor waarts, maar van een achteruitgang der room sche kerk in Noord-Amerika moet gesproken worden. Zelfs de „Augsburger Postzeitung" n°. 549 komt in een vrij lang artikel op tegen het optimisme dat van vooruitgang van het katholicisme in Noord-Amerika spreekt. Men moet, zegt zij, met wat minder grootspraak over onzen (n.l. den roomschen) vooruitgang spreken; de statistiek is wel geschikt ons (n.l. de roomschen) zeer be scheiden te maken. Deze cijfers getuigen van een wanhopigen toestand. Zij toonen ons dat de roomsche kerk hier te lande (in Noord-Amerika) enorme verliezen geleden heeft, dat wij in plaats van met 15 millioen met 30 in (le volkstelling moesten paradeeren. Ook dit roomsche blad komt dus tot de bittere gevolgtrekking: Wij staan voor het schrikwekkende feit dat geen mooipra- terij teniet kan doen dat het katholicisme hier in Amerika enorme verliezen moet geleden heb ben, die in de millioenen loopen. Dus achteruit gang van het katholicisme in Amerika. Ook het Oppersdorfsche tijdschrift „Klarheit und Walirheit" (1913. n°. 10) moet, hoewel met tegen zin, de groote verliezen der roomsche kerk in Amerika erkennen. Het deelt volgens de „World" van New-York mede, dat er in Noord-Amerika niet minder dan 250 Italiaansclie protestantschc kerken zijn, daarentegen slechts 150 roomsche. Alleen in New-York zijn er 2.3 Italiaansch-pro- testantsche bedehuizen, gebouwd door Italianen die vroeger tot de roomsche kerk behoorden. Als deze cijfers juist zijn, dan leveren zij een bewijs te meer dat in de Vereenigde Staten dui zenden en nogmaals duizenden roomsche immi granten jaar op jaar protestant worden apo- stasieeren, zooals 't in het ultramontaansche jar gon heet. Verder moet „Klarheit und Walirheit" bekennen dat die afval geenszins zich tot de Italianen alleen bepaalt. Duizenden Ruthenen gin gen over naar de Russische kerk of naar het protestantisme. Voegen we hierbij dat de Los- van-Rome-beweging in Amerika onder de Polen door het toenemend aantal poolsclie nationaal- katholieke kerken (op de manier van liet Duit- sclie oud-katliolicisme), zich meer en meer uit breidt. Wie zal 11a dat alles nog spreken van vooruit gang der roomsche kerk in de Vereenigde Staten? ZieJcenverpleeg st ers. We lezen nog in „De Protestant" Naar aanleiding van een voorstel om de gees telijke zusters weder toe te laten tot de verpleging in de openbare hospitalen, heeft de gemeenteraad van Parijs met 39 tegen 37 besloten den bestaan- den tosstand te handhaven. Het voorstel is dus verworpen. Een ander voorstel 0111 in beginsel te besluiten tot subsidieering van zieken-inrichtin- gen, waarin geestelijke zusters met de verpleging belast zijn, werd met 41 tegen 35 stemmen aan genomen. Dikwijls hoort men beweren, dat roomsche zus ters beter verplegen dan protestantsche. Hoe onwaar en onbillijk dat is, blijkt wel 't best hier uit, dat b.v. in Oostenrijk vele roomsche gemeente besturen de nonnen vervangen hebben door protestantsche ziekenverpleegsters. De Straatkeerders. Sonnettendichters altegader, Die steeds in hooger sferen zweeft En „proza" heet, wat lager leeft, Bekijkt beneCm die groep eens nader Ze treden met gemeten trede, Mijn keerders, voort in 't schemerlicht: De dijen zwaar, doch de armen licht, Als beelden, plechtig breed van schrede. Hun roede roert met weidsche vegen. II1111 schop versmijt met malsclien bof Een wervelwolk van gulden stof. Als rook ver walmend allerwegen. Hen volgt een kar, haast volgedragen: Eu op de kar een poldergast, Die wenkt en heft en buigt en tast: Een Cesar op zijn zegewagen Is 't niet?Kijkt1111 de morgenzonne Heur eerste straaltje stralen laat, E11 't grof tafreel ter grauwe straat Begloort met nacren tooverwonne. Aanschouwen thans uw dichteroogen Niet even 't oude Rome weer, Toen Cesars en hun heldenheer I11 trots ten Capitole togen? De zelfde golpen stof omstuiven De Via, vol tapijtenpracht, Waar hoog, matronen sluierwuiven, Halfnaakt, in bonte peplumdracht. De Triumphalor, opgestegen, Ment stapvoets, voordert plechtig lam Amphorcn geuren gul hem tegen. Als eeuwen her in wierookvlam. E11 schier dezelfde voetknechts krielen Omheen den Halven God zijn wielen; Ze zwaaien, wild en dwaas als toen, Met bezemrijs hun palmengroen! Niet waar, een brok Oud-Rome, o dichters Die liefst in hooger sferen zweeft 't Mijn keerders. zijn 't geen wereldstichters Gelijk geen „poezij" dieleeft Brussel. JAN JANS. (In „Carolus".) Bede om hulp. Door de vereeniging „Weduwenzorg", goed gekeurd bij koninklijk besluit van 17 Mei 1909. Stbld. n°. 55, afdeeling Haarlem en omstreken, werd ons de volgende omzendbrief gezonden. I11 't jaar, dat achter 011s ligt, is met veel luister herdacht het feit, dat vóór honderd jaar ons land zijne onafhankelijkheid herkreeg. Terecht is hulde gebracht aan het drieman schap, dat zich opmaakte 0111 011s land van Fran sche overheersching te bevrijden. Dat in die dagen alles zoo ordelijk geschiedde is mede te danken aan hen, die, eerst gedwongen zijn 0111 in Franschen dienst als soldaat te treden, later hulp verleenden om het vreemde juk af te schudden. Ook dat dient men gedachtig te zijn en even zeer. dat na den terugkeer van keizer Napoleon van het eiland Elba, tal van Nederlandsche sol daten dezen dwingeland hielpen bekampen, zoo dat hun naam met eere werd vermeld. Na dien hadden tal van soldaten in Neder landsch Oost-Indië voor de handhaving van het Nederlandsch gezag hun bloed veil. Menig dap pere sneuvelde daar op 't veld van eer. 't Is de plicht van het volk hun gedachtenis te eeren. Dit kan geschieden door steun te verleenen aaD de vereeniging „Weduwenzorg", bond van gepen sionneerende militairen van vóór de wet 1909 in haar streven 0111 het lot van weduwen en weezen van overleden militairen te verzachten. Bekend is, dat in 1909 in werking trad de wet tot pensionneering van weduwen en weezen van militairen beneden den rang van officier. De weduwen van hen, die evenwel vóór 1909 de dienst met pensioen hebben verlaten, komen daar voor niet in aanmerking, komt de man te over lijden, dan blijven die weduwen en weezen onver zorgd achter. Die weduwen ,wier echtgenooten toetraden ah

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1914 | | pagina 2