Melk. artikelen vormen en kleuren ERS ZOON. Het Bloemendaalsch Weekblad lAT 4. nodellen Gas- i, Gascomforen -ibesproeiing. Telefoon 1279. A. SMITS luitrustingen e emaille HAARLEM - Telefoon 249. 4 ELEGANT J. H. BOEREE. BEEKMAN, ïoogst hygiënisch O O R T. Buitenlandsch Overzicht. Binnenlandsch overzicht. Letteren en Kun; -w TUftTr digde IZ. t Billijke prijs maal Kinderschoeisel. Aanbevelend, Telefoon <"3. van ZATERDAG 2 MEI 1914 TWEEDE BLAD. (In dit weekbl. is tijdelijk opgenomen HET MIDDEN) i e z a g Jou li K a r a k t r. '^'eu April j.l. gaf do Luilénant- (lonoraal van Da al on, hij het verlaten van s lands dienst, het bevel over het Ae<l.-Indische leger en het beheer van het Departement van Oorlog in N.-I. over aan zijn opvolger, Generaal-Majoor Micliiel- s e n. In het versing van deze plechtigheid vermeldt de Ja va-Bode ook den in houd van de redevoering, waarmede de altredende legercommandant zijne hooge function nederlegde. De Generaal gaf daar in een overzicht van 't geen hij in het vierjarig tijdperk van zijn bevelhebber- sohap .getracht had te verwezenlijken; o in. zeido hij (zie; Nieuwe C't., "'7 April 1914); ••Bij mijn optreden heb ik in de allereerste „plaats bijzondere aandacht gewijd aan het „met kracht herstellen van de zeer ver klapte krijgstucht, „Ik zal niet in beschouwingen treden „over de oorzaken van genoemd treurig „verschijnsel, doch wensch slechts aan te „stippen, dat de tijdgeest en de oprichting „van de militaire bonden veel ertoe hebben „bijgedragen de 'tucht in het leger te onder- mijnen. „Men wil wel eens beweren, dat onze „opvattingen van krijgstucht geheel uit „den tijd zouden zijn en dat men het sol- latenvak niet anders mag beschouwen „dan ieder willekeurig ander vak. „Ik behoef u niet te zeggen, dat een „zoodanige opvatting niet toelaatbaar is, „en dat dus de militaire autoriteit zich tot. „plicht behoort te stellen dergelijke uitin- „gen met kracht te bestrijden. ..Het. leger blijve een instru- „men t van Gezag, en men d u 1 de „daarin geen democratische of socialistische beweging!" Als zoo menigmaal tevoren, toonde Gene raal van Daal en zich in deze woorden wederom den bekwamen militair, die de ware legerbelangen kent en met juistheid beoordeelt, maar tevens den man uit één stuk, den ma.n van karakter, die met ij ze len wilskracht volhardt in zijn streven, om die belangen te doen eerbiedigen en tot hun recht te doen komen. Want inderdaad, in dezen tijd van mo- reele verslapping, van zoetsappige verwa tering zelfs van den geest der krijgsmach ten, behoort er m o e d toe, om te durven handelen zooaIs Generaa 1 van D uale n deed, en vooral ook om zich openlijk daar op te beroepen. Dat Van Daalen, in zijne schitterende militaire loopbaan, aan Indië en Moeder land de meest gewichtige diensten heeft bewezen, wordt door een ieder erkend en gewaardeerd. V ij brengen hem hier gaarne de betuiging van onze warme hulde, voor liot leit, dat li ij tot hot einde toe gebleven, is de man van stalen karakter, die geen transigeeren kende of duldde op hot stuk van G e z a g on van K r ij g s t u c h t Dat A an Daalen's beginselen door zijne opvolgers met gelijke kracht zullen worden gehuldigd en toegepast, moet wor den gehoopt en verwacht. Hot belang van onze, Koloniën, ook dat van Nederland, vor dert. hot nadrukkelijk. Want meer en meer vindt de meening ingang, dat de tijd na- dcit, waarop ons Indisch leger zicli tegen een buitonlandschcu vijand, tot behoud van onze koloniën, zal moeten handhaven. En wanneer clan het Gezag mocht zijn ver slapt, wanneer dan de krijgstucht niet op dei.gdelijkon grondslag mocht zijn geves- 'Kdja, dan valt er op niet veel 1316G1 l'G rekenen clnn op oneer en teoren- spoed. Een leger, waarin het G c z a g zich niet doet gelden, waarin geen karakter den toon aangeeft, waarin diensvolgens de ki li g s t u c li t ontbreekt, i s geen leger. w- G. F. SNIJDERS, huitant-Generaal b. d. Den Haag, 28 April 1914. L adversité fait les hommes et le bon- neur les monstros. Dit gezegde, hoe toepasselijk is het op de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. In de tijden van tegenspoed, in den strijd tegen de vijandige machten van mensch en natuur schonken zij het aanzijn aan ongetelde edele beginselen en aan 'statige rijen van groote mannen en vrouwen Alaar door jaren va n verhijs t erenden voorspoed werd het volksbeekl der Unie afschuwelijk misvormd. De aanslag op Mexico biedt in de po litiek een voorbeeld van de verdorvenheid der Unie Om t kort te zeggen, de Tan- kees hebben met de moraal op de lippen Mexico opgedreven tot den zelfmoord, dien het pleegde, len leste mcenende hun deel aan den bloedigen oogst te kunnen binnen halen, hebben zp de rijkste Mexicaansche havenstad ingenomen. Hun voorwendsel Was jammerlijk ver gezocht. Er is geen re£el uit liet volkenrecht te bedenken ^aarop de Unie de bezetting van Vera U'uz en het beslag, aldaar gelegd op Mexi- caan.sche staatseigendommen, kan doen Sleunen. Docli hoi is thans den gcwehlplcgcrs niet meogoloopon. Tegen hun stellige verwach ting hebben de Yankees den bons gekregen van lmnne gunstelingen, de Mexicaausohc insurgenten. In de geschiedenis van Mexico kent men daarvan een ander voorbeeld. Toen Napoleon li I er in troebel water wilde vissollen, bemerkte ook hij alras, dat liet verdeelde land zich hecht aaneensloot tegen ïutheemsche geweldenarij. De Huerta van tegenwoordig is nog geenszins de Juarez van toen. Alanr men ivaehte of ook hem (Ie tegenspoed niet kan kneden tot. den man, dien Mexico in deze be narde tijden van uoode heeft. Echter, de groote gebeurtenis van den dag is het aanbod tot bemiddeling, dat gedaan is door Brazilië, Chili, Argentinië, door de eerste vertegenwoordigers van Romaausch-Amerika en de aanvaarding ervan door de Unie. Men kan nog niet overwegen, wat er uit dozen stap zal voort komen en of hij door andere van meer beslisten aard zal worden gevolgd. Doch inmiddels is hei zedelijk voordeel, door Romaanseli-Aiuerika thans voor de eerste maal onloochenbaar op de dienaren van dollar en humbug behaald, reeds zeer be vredigend te noemen. En middelerwijl worden er in Colorado, don eersten mijnwerkersstaat der Unie, too- neelen aanschouwd, zoo bloedig, dat de heer Wilson zelf ervan gezegd moet heb ben „Erger dan in Mexico", Een gerueen- schap, waar de krijg tussclien kapitaal en arbeid nog zoo primitief onbarmhartig wordt gevoerd, deed beter binnenskamers te gaan en eigen zonden te overpeinzen in stede van de tuchtroede tegen anderen op to heffen. Maar de Yankee is en blijft een Pecksniff en houdc het met de moraal, zelfs ais hij beschonken ligt. De zwartgallige stemming, waarin wij met verondersteld verlof van den lezer te kampen liebhen, wordt er niet vriende lijker op, nu wij gedrongen worden een kijkje te nomen naar den uitslag der ver kiezingen in Frankrijk. De Kamer, die nu in het lijkenhuis der democratie is neergelegd, was met zware averij geboren. Men had bij haar de nierk- teekenen ,der ontaarding slechts voor het aanwijzen. Zij lag geregeld in hysterische krampen en van hen, die zich als hare genezers aanboden, waren ook de meesten heel erg ziek. Met schandaal heeft men haar ten slotte het doodshemd aangesjord on weggesjouwd. En nu de nieuw geborene. Zal waar schijnlijk even miserabel worden. Zit vol kloven en breuken. Gebocheld van voren en van achter. Een harlekijn van een volks vertegenwoordiging. Jammerlijk gescharrel met beginselen ge weest, deze verkiezing. Persoonlijke dingsig- beidjes bepaalden de keus. Caillaux mot vlag en wimpel gekozen I „Satis, superque". Alleen iets moois onder al dat prulligs is de overwinning van pastoor Lemire door de wakkere Alamingen van Hazebroek. Daar zat wel beginsel indo Fransche geestelijke zal in de eerste plaats Frausch staatsburger zijn. Doch van al hetgeen de Republiek schijnt noodig te hebbenvastheid en waardigheid van het gezag, verbetering van de wetge vende machinerie, evenredige vertegen vvoor- dig'ing, inkomstenbelasting zonder inquisi- sitie, van geen dezer gowcnschtheden schijnt dit mengelmoesje van een kamer ccn zier terecht te kunnen brengen. liet is al erg jammer, dat de nieuwe partij van Briand, die misschien had kunnen voorgaan om de Republiek te sleepen uit liet moeras der verdcmocratiseorde bur gerlijkheid, zicli niet heeft mogen verheu gen in een duidelijk succes. En geen vechtpartijen geweest hij deze verkiezing'. Slap de gekozenen, slap de kie zers. Een platte, bij-de-grondsche toe stand toch in dat Frankrijk der twintig ste eeuw. AVaren de vliegeniers er niet, die hei. stout en doodsveraohteud in den hooge zochten, men zou meenen, dat heel Frankrijk met slaapmuts en nachtjak zich in do bedstee had geheschen. L'adversité fait les hommes. Komaan dan, hoeren Asqnith, Churchill, Lloyd-George, springt eindelijk met kop en vuist uit den hoek, fermweg over a.l de ellende heen, die liet gemorrel met Ulster u heeft be rokkend. Er is liaast te maken of de hee- ren kunnen niet meer weg onder den spot hunner tegenstanders en de verontwaardi ging van de partijen, die tot dusver huil aanhangers waren, maar nu reden tot schaamte krijgen over zulke gefopte en slapliandige regeeringsmannen. Lijdelijk hebben zij, aan wie de handhaving van wet cn orde was opgedragen, do wape ning van een deel des Rijks tegen het Rijk te betrachten. Hou daar. AVelke regeering heeft ooit mot pootjes vragen een blazende cn rugopzet tonde oppositie verloederd. Speelt liii'ii in Ulster nog conicdie.' 'I Alag wezen, maar dan gelijkt het veel op niid- deleeiiwsche kluchten, die met een „Hier vochten si" afliepen. En hier kon licht een tumult ontstaan, hetwelk dc stellage, waarop 's konings ministers liet lieve le ven aanstaarden, zon kunnen onisleopen. Daar raakt een aardig spektakel los in den lerschen liock van dc imperial Market alle man loopt or lieen; zelfs de suffra gettes raken er hun publiek mee kwijt cn de marktmeesters steken do handen door het haar. O hr. F. Ha je. \Y indi blad van ik mocht liet heelc Utreehtsohe Dag- Zondag lieh ik afgezocht, maar geen spoor van politiek ontdek ken. Alleen las ik er in een hoofdartikel, dat Prof. Treub gezegd heeft, dat het libe ralisme aan seniele aftakeling gaat lijden. Van den hoofdman der radicalen is dat ecu te begrijpen uitspraak. Maar ik deel die uitspraak niet. Ja, de materialistische geest is verdwenen onder veel aanhan ger van liet liberalisme. Moleschot o.s. wor den niet meer aangehaald. Maar de liberale beginselen worden nog altijd beleden. Ik bedoel nu niet de veel gewraakte staatsont houding, maar dat coemopolitisme, dat zijn hoogtepunt vond in het vrijhandelsverdrag in 1860 tussclien Frankrijk en Engeland gesloten. Een geestesstrooming, waarmede gepaard ging een zoor sterk vooruitschui ven van de beteekenis van het Parlement tegenover het Hoofd van den Staat. Om trent dat laatste punt zijn wij een weinig of liever zeer sceptisch geworden. In „Pruisen en Nederland" prijst Multatuli de kracht, waarmede A'on Bismarck het Pruisische „Lagerhuis" in '62 en '63 „van dek joeg, toen er stormweer op kwam zetten". Het wil mij voorkomen daarom ten onrechte, omdat daarmede dc a era van den „gewapenden vrede" is ingezet. Het kon waarschijnlijk niet anders, maar de wording van de Duitsohe Eenheid heeft cle beschaving een anderen weg doen nemen dan de hoogststaanden en verstdenkenden van het geslacht in het midden der XIXc eeuw gewenscht hebben. Ook jammer, om dat daarmede in de kaart is gespoeld van Rome, dat in Europa de rol van roac- tiounair heeft gespeeld sinds 1870. A'on Bismarck heeft wol getracht daaraan papl en perk to stellen, maar hij heeft menigen stap op weg naar Canossa moeten zetten. Al staat ook op een zijner standbeelden: A'Vij gaan niet naar Canossa.. In zekeren zin was dat een straf voor het vernietigen van liet liberale denkbeeld: geen belem meringen aan de grenzen, geen oorlogen, maar vrije concurrentie van alle volken. Thans is Europa verdeeld in kampen vol zwaargewapende mannen en lieerseht een tarieven-oorlog bijna voortdurend. Ne derland heeft (laar nog' het minste aan mede gedaan. Wat nu Prof. Treub van seniele aftakeling kan spreken hij dc schit terende bewijzen van leven, gegeven bij de verkiezingen, blijft me een raadsel. Het boste, wat zijn eigen partij te vorkoopon heeft, is afkomstig van dc liberalen. Al leen de ver doorgedreven „Arbeiterfreun.l- lichkeit" is, wat de partij van cle liberalen scheidt. Trouwens het blijft altijd gevaar lijk een stelsel of een loer ten doode ge wijd te noemen. Hoe dikwijls is ook op dat gebied - „de steen, dien de bouw lieden hadden verworpen, geworden tot een hoofd des hoeks." Ik zal mij niet in toekomstfantasieën be geven. Maar ik meen, dat het geen wonder zou zijn, als die eosmopolitische idealen van hot liberalisme in niet al te verre toekomst door de staten van Euro- li a zouden worden toegepast. En dat dan wordt teruggekeerd tot een gewijzigd libe ralisme. Want of de heerschappij van het internationale proletariaat lang zou duren, ja, zelfs of ze ooit mogelijk zou zijn, is problematisch. Het is niet uit dédain te genover de soc.-democratie, dat ik dit zeg. Maar haar taak de bestrijding van de feilen van liet kapitalisme (verder zal zij nooit kunnen gaan) maakt haar eenzij dig. Meer eenzijdig' tenminste dan het libe ralisme, dat het geheel omvat. Zelf ben ik geen liberaal. Niet bewonde ren, niet verguizen, maar begrij pen tracht ik in de politiek toe' te passen. Dat gelukt wel niet altijd. Maar toch dikwijls. Er zijn menschen, die van liet liberalisme een afschuw hebben op godsdienstigen grond. Ik vraag of De Génestet's „Pein- zensmoedo" getuigenis aflegt voor der libe ralen gebrek aan zin voor het hoogere. Voltaire's renega.tenhaat tegen de kerk is ficieren hebben zij zich doen brutaliseeren. Hun verbod op den invoer van wapenen naar Ierland is uitgelachen. Men kent het nieuwste stukje, door dc weerspannelingen van Ulster uitgehaald. Op hun doode ge mak hebben dezen ccn overgroote lading wapentuig binnengeloodst, en in zegepraal medegevoerd. Het Britsclie volk kan zoor voel van zijn regeerders verdragen. Maar ook ezel achtigheid En ook kruiperij Ja, het woord is niet te sterk, als we lezen, dat Winston Churchill, een minister nog wel, die een reputatie van mannetjeskerel heeft op te houden, in de volle vergadering van het Lagerhuis bij de besprekingen die on gehoorde tijding uit Ierland, den leider van het verzet, Carson, met alstubliefts plaatst AA'ant hoog boven alle idealen sta. liet liberale denkbeeld van veivoiftging v: alle volken in yreodzamen wedstrijd. Ge. kerkelijke of worohlsehe hcerschappij-ide len kunnen daarbij halen. Naiuurljjk is dat streven bespot, (h door Heinrich Heine: „Die ('onservaliven linken geril schr vieli Die Liberalen habon lieber Alles." .Ma;ir mij dunkt, dat. dit nicer op personen da.u op de denkbeelden slaa Her hoorde trouwens tot zijn rol van c niseh dichter, ofschoon ik hem zeer lio( si cl. Liever houd ik hot met. Goetlie, dat ware liberaliteit „Anerkennung' is. A orkennung. En daaraan hebben wij i len behoefte. H. A. Ritte r. VERBETERING. In het vorige Overzicht moet sta; doodloopende straat, in plaats van doe loopende straat. Van Oldenbarneveldt mo zijn A'an Oldenbarnevelr (volgens zijn han teekening). „Gods medewerking" moet z „Gods medelijden". toegelaten. Door een handvol adellijke of- j nooit het voorbeeld voor het echte libe ralisme geweest. Treub zelf heeft eens een voorbeeld gegeven hoeverre daarin ge dwaald wordt. Sprekende over den veranderden geest bij de vrijzinnigen, voor wie Büchner's Kracht en Stof' niet langer het. eenige boek is, zeido hij in de Kamer, dat Multa- tuli's „gebed van (len onwetende" niet meer zou kunnen worden geschreven. Daaruit blijkt, dat, Prof. Treub de strekking van clat gedicht niet heeft begrepen en den .religieuzen ondertoon ervan niet heeft gevoeld. (Multatuli was boen in 1861 nog de atheïst niet, die hij later voorgaf te zijn). Maar zoo zou ik langzamerhand liec liberalisme gaan verdedigen, wat niet mijne bedoeling is. Seniele aftake- en toemaars heeft bezwaren gematigdheid ling is echter nog eens gezegd mis- Tooneel te Wiesbaden. AATiesbaden, 19 April. Wiesbaden heeft behalve kleinere Liclitspielgedoe-theaters twee thoato waar aan kunst, wordt gedaanHet „Stat Theater", door den Duitschen keizer f, subsidieerd, zeer rijk en zeer goud, en 1 „Residenz-Theater", waarvan dr. phil. Hc mann Ranch de eigenaar en dc leider Gedurende mijn Wiesbadensche reis \v ik in een der beide schouwburgen de bij dagelijksolie gast en ik ga iels vertellen wat ik daar beleefd lieb. In het „Stat theater" heb ik de opera „Parcifal" gezi en gehoord en een stuk vail Arthur Schni Ier „Der einsame Weg", in het „Residen weinig bizonciere stukken, grootende. kluchten en blijspelen en den eersten av.o van mijn (laar-zijn het treurspel „Es le das Leben" van Sudermann. Sudermann is verouderd. Hij is iemat die zich zelf wel lieel modern moet v den en hij is dat, maar in geheel ander zin dan liij wel meenen zal. Professor Bolland heeft, in cenc van zij colleges de fijne opmerking gemaakt, dc „anti-christelijke* Nietzsche „cliris lijke taal" sprak, dat hij n.l. dc christelij attitude had, die der stichtelijkheid dierbaarheid. In dien zin spreekt de ai conventioneele moralist Sudermann de t; van een bepaald soort van (hypi moderne dominees. Zooals zoo'n domii zal spreken niet over „de heiligheid van I huwelijk, maar over de wenschclijkheid v zoo'n geregelde en ordelijke instelling, doet Sudermann een goed woordje v(j dc „Lebensfreudigkeii", voor die ééne„fa\ pas" van die „arme' 'gravin Beate von Ki linghauscn, die cone verhouding had n' baron Richard von A'ölkcrlingk het stj speelt in zéér gedistingeerde kringen welke baron de boezemvriend is van gr;j Michael von Kcllinghauscn, die het vi uit, zijne sloffen loopt om den baron rijksdag-afgevaardigde voor de conserj lieve partij gekozen te krijgen. Daar doelt Sudermann lieelemaal niet iets tyrisch mee: de baron is een overtul conservatief en een absoluut aehtenswa dig diplomaat (de „contradictio in t minis" kan er meê door) met een z\\ oogenblikje. Voor „zwakke o ogenblikje doe ik, desvereisclit, allebei mijne oog toe, maar niet voor het bedrog t; opzichte van echtgenoot en vriend A Kcllinghauscn, tenzij men ziet: ik de meest uitgebreide concessies - bedrog gedekt zou worden door de biz re psychische of geestelijke meer-waard heid "(cn dat zou mogelijk zijn: in ziels- en geestesgebied is alles mogeli van de beide minnenden in verhouding den echtgenoot. Maar alle drie zijn ze i één soort, van een burgerlieden-soort de door Sudermann gegeven titel van roil" of „graaf" imponeert ons nieL die aan niets liet recht ontleenen zóó doen als zij doen. Mocht men tegen dit betoog opmerk dat deze deuk in Sudermann's moralis niets met kunst-als-zoodanig te mal heeft, dan vergist men zich, omdat Sue maun ons eene deernis wil opdringen opzichte van deze burgormcuschen, we deernis wij alleen zouden kunnen m voelen, wanneer zij beiden of één van 1 den (bier i. c. de vrouw door zelfmoo ten onder zouden gaan door een tragi passende in het kader van hun wezen. Hetzelfde onderwerp, bewerkt op 1 ander plan door een „nerveus" stemmiii kunstenaar als b.v. Schnitzler is, zou schrijnende tragiek kunnen wezen, m nu laat het ons leeg, zóó leeg als een pr> van het door mij aangeduide soort 1 moderne dominees. Dat wij toch d schoonheid ontroerd den schouwburg i lieten, hadden wij te danken aan het v verzorgde spel van allen, die ons, ge< rende dc voorstelling, niet tot bedenken van dergelijke overwegingen den komen, in hei bizondcr door pracht-spel van Frida Saldern. Ik zal, het algemeen, mijne lezers niet lastig len met het opsommen van namen, die v de ineesten hunner niet meer dan klan kunnen zijn, maar dezen naam wil il in de gedachten drukken, opdat, wann ge in JViesbaiden komt of wanneer Residenz-theater eens gastvoorstellin zou geven (wat mij, gezien don vol

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1914 | | pagina 5