Het Bloemendaalsch Weekblad van ZATERDAG 4 JULI 1914. TWEEDE BLAD. in Uit weekbl. is tijdelijk opgenomen (HET MIDDEN). Buitenlandsch Overzicht. Daar is uit de Donaulanden een rainp- i aire geboodschapt, die het mensciielijk har! een kreet van afgrijzen heeft out- •erst. L'it het volle leven zijn de anrtsher- i eg-troonopvolger Frans Ferdinand en So- i 'lie van Chotek, zijn gemalin, geworpen ai den al grond des moords. Door liefde «lamgebracht, in ongekreukte trouw ver- honden, hebben zij niet mogen scheiden, statige man en de teedere vrouw, ter plaatse waar de dood hen eensklaps om vatte. Op de vélden der schaduwen zal hun liefde de sterkste zijn gebleken. Men jammert over die arme verweesde kinderen aan de baar van hunne liefde- i'iike ouders. Men is ton diepste bewogen om den ccuzuxucn. grijzen keizer, die schoon verzoend met het noodlot, even in op s'and kwam, uit ontzetting over de mate loosheid, roepende dat niets hem bespaard was gebleven op deze wereld. Wat staat de Monarchic der Habsburgers nu te gebeuren, haar, de veelvormige, de onmondige, wier vorst geen ornament mag w"/cn, maar een samenliouder moet zijn, handhaver. Van keizer Frans Jozef mag worden gezegd: hij droeg den last der re ling waardig en goed. Maar hoe broos is thans nog dit leven. Een jonkman van L'T jaren, aartshertog Karei Frans Jozef, wordt plotseling uit het duister der on bekendheid naar voren gebracht. Welk een verwarring zal er heersclien in deze .iel, welk een twijfel, welk een angst. Raad selachtig is elke Habsburger geweest. Wat wist de menigte eigenlijk van den nu ver moorde? Hij ging door voor streng cleri- ciaai en behoudend. Mtui.r of hij deze ge zin Ihoid ten volle zou bewaren, wanneer hit aan het bewind was geroepen, men durf de het niet verzekeren. Men wreef hem aan. «lat hij anli-Duitsch was, maar waar om liep keizer Wilhelm dan zoo hoog met li in! Men zei-de hem na, dat hij de Slaven zou begunstigen, doch hoe is 't' dan, dat Slavische handen hem uit het leven heb- i gerukt Het zij zoo. Frans Ferdinand was gesloten, weinig innemend. Maar Oos ten rijk-Hongarije had een man noodig voor d- wankele toekomst en men wil gelooven, dat hij was een man virtute non verbis. Dit geloof wordt versterkt door tie kloekmoedigheid, waarmede de Aarts- li Dog, aan iden eersten bomaanslag ont komen, zieli ging blootstellen aan de tweede ■luuranding. Het zou voorwaar geen laf heid zijl) geweest, lind hij terstond de mi ll- ,1 brengende stad verlaten. Doch was liet goerl, dat lui zijn gade ook op dien twee den rit modena,m? Maar «lat deed hij niet z ij wiaB het, Idie van zijn zijde niet wiide wijken, een vrouw van den schoonen aard, dien Vondel heeft bezongen. Vraagt men, waarom die gruweldaad van den 28sten Juni 1911? 't Is geschied door den haat der Serviërs, den nijd van het Tsaristische Rusland. Men heeft hier een nawerking der ruïne van het Turltsche Rijk ia Europa. Men heeft hier ook een ge volg, langs vele kronkellijnen gekomen, van de vernedering, in 187071 aan Frank- rib. toegebracht. Hét koninkrijk Servië werd door de vroe ger- leiders van Oostenrijks staatkunde als 'oluchowski en Aehrentlia.l zeer onaan genaam behandeld en de Servische onder-, Lanen der Monarchie zelf werden met, har de politiemaatregelen of hatelijke poli- li- -ke processen vervolgd. Dit was liet. ant- w i end op het gevaarlijk wroeten van Ser i-ellen kant met Ruslands geheime mede- w' rking tegen Oostenrijk. Daar zwol den Serviërs de kam, toen zij in samenspanning nmt Grieken en Bulgaren Turkije over rompelden en beging Oostenrijk-Hongarije -ie allergrofste fout, dat het naliet bij de eerste schoten in dien oorlog met een paar honderdduizend man Servië binnen te ruk ken, Dan ware het Turksche Rijk blijven staan. Dan ware ongeboren gebleven een (iroot-Servië, -dat nu in het besef van zijn .ionge brute kracht, door Rusland toege- w< tikt, en uit Frankrijks beurs kunnende putten, wacht op de eerste gelegenheid om zich over Save en Dp-nau te kunnen uitbreiden. Den zegepraal van dezen ha- reu doodsvijand had de Monarchie moe ten verhinderen, zonder zich te storen aan het gebrom van de toch niet durvende Moskovieten en ondanks de vermaningen mi haren zelfzuchtigen bondgenoot, het D-uitsche Rijk. Maar Oostenrijk, geregeerd door een grijsaard en een peuterig mi nister als Berclitold, heeft verkozen, Tur- i.i< dien wachter op den Balkan, te zien zwjjken: het heeft zich door zijn vijan- -l'ir voor den zot'laten houden, zieli door -.iju vrienden la-ten sussen en voor al de (batten, die een mobilisatie, verslond, voor 1 v. slagen, aan zijn welvaart toegebracht, I eo.fi het dan alleen het misbakken vor- steirdioim Albanië op zijn hals gekregen. Fians Ferdinand heeft zijn bést gedaan om tegen deze lamzalige verspeling van t irijk's toekomst op te werken en hij zou vel de man zijn geworden, die de s .ie1 lijkende politiek der Monarchie nieu- v - n idem had ingeblazen. Maar de Ser- vi.-ir -Russische moordeuaarskliek is hem v'i geweest. ai kan echter nog naar een dieper gén oorzaak van het drama te Sera- jewo speuren. Turkije zou nog heden zijn rol, in liet midden der 19de eeuw terecht noodzakelijk geacht, vervullen van orde bewaarder op den Balkan. De christelijke Ba,lkans,taten Zouden nimmer kunnen ge vormd zijn als broeinesten van onrust en knoeierijRusland had nooit als een nacht merrie op Europa kunnen «irukken Oosten rijk-Hongarije had aan zijn innerlijke wel vaart zijn krachten in onbezorgdheid kun nen bestedenwanneer Frankrijk niet ge dreven wa,s in die wanschapen verbintenis met Rusland. Dat hoeft. Bismarck bewerkt, de stichter van het Duitsche Rijk, defmti- ker van' do groote gedachte aan een Euro- peesch Verbond. Door zijn onmeedogende strafoefening op de Franschen is de Euro- peeschc politiek hopeloos verhogen en ver minkt, terwijl met een weinig edelmoedig heid na Sedan de twee groote beschaafde natiën van Midden-Europa vrienden had den kunnen worden. Hoe anders, hoeveel schooner had de Europeesche politiek er dan uitgezienwelke schitterende idealen had zij vastberaden kunnen volgen en zij ware geworden de brengster van vrede en verbroedering', terwijl zij .nu stompzinnig ■op de plaats marcheert en niets vermag dan te sarren en te dreigen. Had Diuitsch- laind het getuchtigde Frankrijk de hand der verzoening gereikt, dan had Frank rijk zich nooit vastgeklampt aan Rusland, dat het ware profijt trok van 1870; dan ware het Tsarisme in den ban gedaan bij alle beschaafde natiëndan ha-cl het nim mer zijn giftige klauw op Europa kunnen plaatsendan ware die hel in den Balkan nimmer uitgebrokendan ware ook Oos tenrijk daarbuiten gebleven en had de troonopvolger niet in Bosnië's hoofdstad behoeven te komen om daar te sterven. Ch. F. Ha je. Binnenlandsch overzicht. De Grondwet. Op «Ie jaarvergadering «Ier Juristenver- eeiiiging is een vraagstuk aan de orde gesteld, dat om zijn groote beteekenis, vol gens Prof. de Louter, eigenlijk op die jaar vergadering niet op zijn plaats was. Want het betrof niet meer of minder dan het verschil tusschen „grondwet" en eene ge wone „wet" uit te visscheu. Door grond wetsherziening op dezelfde wijze te doen geschieden, als gold het een gewone wet. Inderdaad is dat eene zeer gewichtige kwestie, waarover ook een niet-jurist wel wat kan zeggen. Mr. Verkouteren, een voor stander van de afschaffing van het ge noemde verschil tusschen grondwet en wet, heeft daarover een boekje doen verschij nen, waarin liij breed uiteenzet, waarom hij do beteekenis van een grondwet in ze keren zin illusoir acht. x) Veel van het geen hij -daarin zegt, is waar. Maar wel meen ik, dat de schrijver, die ook op de Juristenvergadering zijne nieeiiing tegen over Prof. De Louter bleef verdedigen, de beteekenis van eene grondwet op zichzelf te veel verkleint. Het is toch bekend, dat de groote be weging van 1848 in Pruisen, b.v. ook ten doel had het verkrijgen van een grond wet, als waarborg tegen willekeur van de zijde van den monarch. Ook dat Karei X door de Juli-oproer van 1830 viel, omdat hij, gedreven door een Jezuïtisch kabaal, de bepalingen der grondwet schond. Louis Philippe aanvaardde dan ook de Regeering met de woorden„le chartre sera .désor- mais une vérité". Te herinneren aan de grondwetsherziening van 1848 is overbodig. Ook in Engeland gaan er thans stemmen op 0111 eene grondwet. Het magna Charter en een Bill of Rigths voldoen niet meer. Zeker is toen de beteekenis van grond wetten en „lois fondamentales" o-ve.dreven. Want zeer juist heeft Ferdinand Lassalle opgemerkt, dat een grondwet is de uit drukking van de machtsverhoudingen in den staat op een zeker oogenblik. Drang tot grondwetsherziening is dan ook een bewijs, dat er andere machtsverhoudingen zijn ida-n voorheen. Uitbreiding van stem recht b.v. brengt democratie, die aandringt op herziening van cl i e bepalingen in de grondwet, die tegen hare idealen zijn ge richt. Die machtsverhoudingen veranderen natuurlijk langzaam. Vandaar dat grond wetsherziening, die doel treft, slechts met lange tussclienpoözen mag geschieden. En geen zaak mag zijn van partij-overwin ning. De ongelukkige proefnemingen met tie staatsregeling van 1798, de wijzigingen van 1801, 1805 en 1806 brachten het be grip vam „loi fondamentale" toch eenigs- zius in miscrediet. 2) Maar „onbewegelijk" mag een grondwet ook niet zijn. Gijsbert Karei van Hogenclorp zag dat zeer duidelijk in, toen hij in zijne schets van eene grondwet in art. 65 liet volgende schreef Alzoo andere tijden en omstandigheden veran dering en nieuwe instellingen kunnen vereischen, zoo zal ten allen t ij d e3) door eene wet mo gen verklaard worden, dat zoodanig geval voor gekomen is.4) D«^ grondwet, waaronder wij thans le ven, is die van 1814, gewijzigd in 1815 (toevoeging van België), 1830 (scheiding tusschen Nederland en België), 1848 en 1887. De twee laatste zijn van beteekenis geweest, -omdat daarbij in nieuwe eischen en nieuwe behoeften werd voorzien. Thans staan politieke emancipa- t ie -der vrouw, algemeen stem recht en o li d e r w ij s op den voor grond. Op die Juristenvergadering werd door corypheeën breed de zaak besproken. Prof. De Louter had tevoren zijne verdediging va,n het behouden van het karakter der grondwet in het „Utrechtsch Dagblad" doeu verschijnen. Zonder er meer van te zeggen de lezers hebben het verslag dier vergadering in de dagbladen kunnen lezen wil ik alleen constateeron, dat de tegenstanders behoorden tot liet tegendeel der democra tie. Staatsraad Oppeuheim maakte zich op een gegeven ©ogenblik zeer warm. Per soonlijk acht ik, -op- historische gronden, eene zoo gemakkelijke wijze om hoogst gewichtige veranderingen aan te brengen, gevaarlijk. "Wij hebben nu eenmaal eene grondwet, hoe Mr. "Verkouteren dat ook betreurt, en zij moet een zekere suprematie hebben, -om te beletten, dat de waan van den dag gevaarlijke nieuwigheden brengt. Dat is geen conservatisme, maar bezadigdheid. Er zijn toch voorbeelden van wetten, die slecht werken, wier bestaan men feitelijk betreurt en die met eenige haast zijn t-o,t stand gekomen. Die fundalmenten van ons staats leven te vernieuwen is een ernstige zaak. Gelet vooral op de wenschen van som mige partijen. Er is b.v. een wensch, om de Eerste Kamer af te schaffen. Zonder daarover te oordeelen, geloof ik niet, [dat liet éénkamerstelsel zulke schitterende resultaten heeft opgeleverd. Want hoewel Dir. Kuyper door zijn ont binding der Eerste Kamer het v,oorbeeld heeft gegeven, om de werking van een „Hoogerhuis" te vernietigen, en ook in En geland het Hoogerhuis ten slotte zwicht voor het Lagerhuis, de rem, die onbedacht heden kan tegengaan, is dikwijls niet on nuttig gebleken. Eigenaardig is wel, dat «le grondwetten hoe langer hoe eenvoudiger worden. Vroe>- ger maakte men er lieele boeken van. Zoo de Fransclie „constitution" en ook onze staatsregeling van 1798. Er was toen ook, evenals nu, veel strijd over wat er in moest staan. In alle 'geval is het een belangrijk onder-i werp, w-aar-op ik misschien meer gedetail leerd terugkom. Nu iets anders. Te Zaandam heeft een werkgever zich met een open brief gericht tot Burgemeester Ter Laan, met het veru wijt dat hij niet voldoende tegen stakers wordt beschermd. Tevens heeft hij mede- gedoeld, «lat hij zich gewend hoeft tot den Commissaris der Koningin in Noord-, Holland. Een oordeel voegt hier nog niet, omdat, de feiten nog niet zijn onderzocht. Maal ais het zoo is, is er inderdaad reden tot bezorgdheid. Burgemeester Ter Laan is nu eenmaal een burgemeester, dio partijge,- ïi-oot is van de werklieden. Met de weeg schaal van het recht juist te wegen, zal hem daarom moeilijk vallen, ook omdat economische conflicten altijd een scherpe zijde hebben. En er is ,ook nog een andere kant aan «lit conflict, d. w. zwelke is de positie van den burgemeester tegenover den Com missaris der Koningin. Ik heb wel eens vernomen, dat dat een netelig punt is. Misschien kan dat dan nu worden uitge maakt. In alle geval, Zaandam is het proef konijn voor een soc.-jdem. bestuur, waar van de burgemeester de vertegenwoordiger van de kroon is. Twee begrippen in één hiervan vereenigd. Bien éto-nné de se trou- ver ensemble. H. A. R i 11 e r. Van rechts naar Links, serie 1, n°. 1. Grond wetsherziening, door mr. H. Verkouteren, 1912. 2) Sterk wordt dat uitgedrukt in het antwoord van een deftig boekhandelaar bij wien men in 1805 een exemplaar van de laatste wijziging bestelde. Hij wees die bestelling af met de woorden: „Ik handel niet in periodieken." 3) Ik spatieer. 4) Thorbecke. Aanteekeningen op de Grondwet, 2e stuk, 2e deel, blz. 341. Letteren en Kunst Tooneel te Rotterdam. fpeenhiüff's Tooneel. In Juni hebben Speenhof f en de zijnen „Tivoli" bespeeld. De „zijnen", d. w. z. allereerst zijne echt- gen-oote mevrouw Cesarine Speenhoff Prinz, de heer Bron, en enkele leden van het Rotterdams ch TooueelgezelscliapCor v. d. Lugt, Mien Diuymaer, Elsa Mauhs en Hunsche, die de zoete rust in de zomer maanden versmaden en het leven tusschen de coulissen ook in de wanne dagen voort zetten. Het merkwaardigste van de geheele his torie is wel, dat de volle zalen, waarin het tijdelijk gezelschapje zich verheugen mag, alle zwaarwichtige beschouwingen omtrent verminderende belangstelling voor het tooneel, onderstboven werpen en ve len in de smoorhitte van den Juni-avond „Tivoli" aantrekkelijker achten dan Kra- liugsclie Yeer of „de Bult". Alles, dank zij het buiten-jliet-gewone van Speenhoffs program, dat de verwerkelij king is geweest van zijn den eersten avond uitgesproken mcening, dat het mogelijk is, de belangrijkheid eener idee te treffender te Id-oien uitkomen door den beknopten vorm, waarin het gegeven is vervat. Behalve het -onvergelijkelijke „Die Voet" (vrijwel het eerste zijner spelen, waarin het woord hoofdzaak werd en gebroken is met oude, versleten vormen), da,t als reprise ging, dichtte Speenhoff voor deze Juni-campagne een kuiscliheidsspel in drie afdeelingen, „Martine", dat gevaarlijk-dicht den ouden, versmaden trant weer nadert, het daarom niettemin zei f i bliek heeft gedaan; en „la. ring", alleen belangwekkend, wa a netje en wijfje verdwalen o* - paden en bedenken, waarmede z het hevigst kunnen hinderen en, het doen lijden het veel-betere „KgpiMfi een zuiver soc.-!dem. tendeuz lleeft; au zedespèl is fijnheid, geest, vernuft in dei dialoog, een kostelijk o, spitsen vui d situatie en een klare bespotting van het eigenbelang, «lat zich het. .mom van naas tenliefde voorbindt; „Vrouw" is v:ui eene wrangheid en gewelddi lighei l, nette hes vigheid van harts tocht-1 plaaiïng, die bijna ontzet. Een goed stuk vpor de film Van zijn voordrachten zijn «ie en „De officierspet" het st n zyn liedekens, waarin liij toch hei. meest uit eigen ziel legde; openbaren den die' zanger in zijn gr-oo'te beteeken" litteratuur en bepalen het ster aardige plaats, die hij daarin j Als medewerkers assumeerc jaar «le heeren Frans .Mi".--. Waasdijk, Paul Frank, Broode'h heinier. Frans Mijnssen zag „De doocle voerd, een zijner spelen in ééi De korte zinnetjes, hevig-raak gt situatie, suggereeren sterk de 1«\ vier hierin -optredende menschep,- voelens, de noodzakelijke b< :«ii- leed, hun vijandschap en hun ifei Het blijspelletje van Van Wam Held" had. terecht veel succes. Het js waarschijnlijk bedoeld als e« parodie op Wilde's „Eene Florent" tragedie" en spot niet onv srdii nsl mei de 'zucht tot krachtsverhi er lij king, uc le liefde der vrouw wel eens dirigeert. Er is iets oorspronkelijks, «ets éigen- h het blijspelletje van Frank, „Hei Rood Masker", dat vlot en g.—-< ig i,;. eene ongewone situatie wel onderhouden, en belangwekkend onder woorden brengt. Het genot van een fijnen en geestiger, bekoorlijken en ondeugenden. ehwoin:- frisschen en oorspronkeRL ,og, r. Auernheimer's „In goeie Do minste der broederen leek mij Broe- delet, die in „Weemoed" «len draak- steeki met den drang-tot-dichten van eei: -_\ exalteerde meisjesziel en niet ongeestig kere poëzie, waarin eigen simtrttot-v-1- velens-toe wordt uitgezongen, érsifle;r' Mien Dnymaer en Elsa Ma'-.bs, v. Lugt, Melseït, Hunsche en Piet Speenhoff en zijn gade, alte&aü Ligthart in kleine rolletjes, bew kunst-van-zeggen en in-karakt er-sp- wel te verstaan. P. J. „De legende en de heklhahtl. lijke en roemrijke daden sa spiegel en Lmmtrst G ui u Vlaanderenland - i Chairles de Coster. i (Slot). Al spoedig ontmoet de reizende vriend Lamme Goedzak, die aan «lt te eten en te «binken zat naar 1 ast. En Tijl eet en drinkt meel en V- aait, hem achterna geloopen, om hem rc kaap- Zak vol eetwaar te brengen. Zij rei- laar- na weer terug naar Damme, err" en Lamme trekken voort, nu naar hi her togdom Brabant. Daar lazen «,v i. he rauten van Philips plakkaten aft-. werd kond gedaan, «lat een elkc.iiit dwalingen niet afzwoer, met Ihhav w-orden gedood, en een elk, die' afzweren zoude, tloor «len strop i ven. Maar als een vuur breit de opstand uit over het la h l. En 'f kant geraakte ook Tijl in moeilik.H en hij wist zich op de mee b'-iy'C, steeds weer uit den strik te trekkei rondgaand, wist liij op zijn sme i geestigen trant, als kwansv. i.i -, doss verborgen brandende vlam van gt" in het hart, «le mens«ihen tot in birengen en de verbittering om reclit, en de baat aan diens be.v te wekken. Hij waagt honderden ma,, lijf; hij brengt Bre-derode een pamfi tegen hem aangeplakt, is, om hëm"T rechte inzicht en wrok t' brëh.ï waarschuwt Egmond, <la.t hij ziji toch reeds heeft verspeeld, én AliL beter «loet, de lage lauden te re'.u gelijk met zichzelven. Sim-on Simonse' getrouwe van Oranje, verstrek! d« betaalbaren propagandisten 1'ilensph Goedzak ezels en mondvoorraad, en mommen zich als boeren, als pelgrk' ko oplieden, trekken z oo de mark tof- Idoen hun woord tot wie zij ontnux? gelijk een vonk is dat woord, alom, dl;) uitslaan zal het fluks tot een hellen t Met een lachend gezicht eu onbeyaj'.l'g1 ontvangt Tijl mededeelingeii van gelieii beramingen nu tegen deze stad, dan t>eg( gene, en liij teut niet lang, «naar spoe« zich vooruit om de bedreigden te waa schuwen. Hij draagt brieven naar den pü en met- een grapje bedrijft lui de stou moedigste stukken, aan welim h lot der Nederlanden liangt. Hij versteekt zich teneinde een samenkomst tusschen hoog' geplaatste edelen te beluisn ren, in een schoorsteen, en kucht niet ah een der edelen, die het koud heeft, -li 11 haard on der hom laat aanleggen. I uit, hij geraakt overal uit. Hij kan niet zóó vallen, of hij komt op zijn," pezige, poot ten terecht. i Op raad «Ier inquisitie verklaarde Fuif - ieder inwoner der Nederlanc piich' aan majesteitsschennis, zoow- 1 - Je k' terije aangehangen als om haar uiet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1914 | | pagina 6