Houtplein;
VEEN
WERS zon
C°IJ Hofleverancier
Het Bloemendaalsch Weekblad
'boekjes en Biljetten
merika, Afrika. Int
n, Australië, enz.
in op elk gebied.
KAPSTERS
Koepellaan 6,
WENDAAL.
Shampooing.
RSINGEL 8,
ring.
Stoffeerderij.
Meubelfabriek
sthuisstraat 13
n.
tie.
inboedels. "2^1
Hoogst liyg'iö1
Buitenlandsch Overzicht.
Binnenlandsch overzicht,
Letteren en Kunst.
van ZATERDAG 18 JULI 1914.
TWEEDE BLAD.
||ii dit weekbl. is tijdelijk opgenomen (HET M!DDEN(
"OON 1646.
in Binnen- en Buitenland.
S EEN KEER
keu onze geurige en s make li
ARLEffl. Telefoon 1543.
I. Het sociale vraagstuk en de
christelijke religie."
Ons werd toegezonden Openingsrede
ran liet -de Christelijk Sociaal Congres
i aansluiting met een rede, gehouden door
r. A. Kuyper, bij de opening van liet
Christ. Sociaal Congres op 9 November
§91, en bekend onder den titel „Het so-
Bale vraagstuk en de christelijke Religie",
f JX> schrijver is Daan van der Zee. Het
Kiekje stelt Kuyper voor, zooals deze vol-
t us de christen-socialisten zou moeten
,1 reken, maar niet spreken zal.
De taal van liet boekje is om met de
kennevruchten van dr. Kuyper te worden
IPrgeleken niet sterk en ook niet dub-
ii'lzinniï genoeg'. Het is een pleidooi voor
leze stellingMet 'het o,og op de sociale
loden van onzen tijd staat ons, als be-
ijder.s van den Christus, ter voorkoming
tu ondergang of revolutie slechts de weg
•li van den christen-socialist, die voort
uig in de lijn, door mij (Kuyper) in 1891
■trokken. Menigeen, die Kuyper niet
ludt voor een wetenschappelijk man en
ift voor een staatsman, maar voor een
Uoi kundige, een redenaar en journalist,
i'l zich afvragen: waarom nu nog rond-
ii die figuur vergaderd?
Wi.i vreezen, dat Daan van der Zee niet
i genoegen van zijn hoekje beleven zal,
loc tiseli is hij niet tegen Kuyper opge-
ii en mocht deze het in 't hoofd krij-
•u mi liet boekje als uitgangspunt te
■moil voor een anti-socialistische rede,
*'i zullen alleen de auti-revolutionnairen
•larvan genoegen beleven.
rwasch- en Kapsalons.
Doctoren aanbevolen.
ïii door de nieuwste machin
s, Kinderen 5U Cents.
i gegarandeerd Natuurhaar.
1NTERC,
TE LEF. 131
:N WERKPLAATS:
i.
ontwerpen,
en.
'\>o i» dan liet sterfelijk omhulsel van
Aartshertog-troonopvolger Frans Fer-
a.nd en van zijn gade, de hertogin van
aienberg, bijgezet ten kasteele van Art-
■■'.ten aan den Donau. In den vroegen
end bij somber weder zijn de baren
vaart» vervoerd te water vanuit het
.eke Pöchlarn, bekend in de Gerruaan-
sage door den edelen markgraaf Rü-
r. De jeugdige erfgenaam van het
sburgsche keizerschap, eensklaps ge
ur; en tot een zeer ernstige toekomst, was
laar om zjjn vermoorden voorganger de
kilste eer te bewijzen. Maar anders, hoe
ol'i r, hoe armoedig bijna .was deze plech-
iri id. Hoe .overhaast, h,oe slordig schier
iii;_ deze uitvaart iu haar werk. Het kei-
k-koninklijke leger en de vloot moch-
rh niet eens vertegenwoordigd zijn om
■hoofd den laats ten groet te brengen.
•Hof en de Regeering waren afwezig,
scheen alsof men zoo snel mogelijk
ïlde wegmoffelen het lijk van den man,
i< straks keizer zou geweest zijn en die
or i gevallen was voqr de Monarchie. Zóó
rsrhamend schriel is er gehandeld in het-
;i en dezen dooide verschuldigd was, dat
oieu er over geklaagd heeft zelfs in liet
parlement der Hongaren, bij wie de Aarts
hertog toch allesbehalve bemind was ge
weest. Ook de Duitsqhe keizer liad niet
mogen komen aan de gro.eve van zijn vriend,
wiens gulle gastvrijheid hem nog onlangs
is ten deel gevallen. Hier zal wel een
ure, dorpude liofetikette een uitvaart
laa r waardigheid verhinderd hebbenwant
ene der dooiden, de trouwe echtge-
iiQote, was niet van vorstelijken staat ge
weest. En het is nog een wonder, dat de
bedisselaars ten Hove hebben toegelaten,
la,t haar lijk niet gescheiden werd van
Bat haai's gemaals,. Wrok kan ook in 't
spel zijn geweest, daar Frans Ferdinand
nog kort geleden een groote opruiming
id gehouden onder afgeleefde generaals
!en andere overbodigen, die in cte omge
ving van den ouden keizer schenen vast
geroest, hetgeen hem ter hoogster plaatse
zeer kwalijk was geduid.
Men versmade niet het letten op uiter
lijke dingen, a.ls deze kunnen getuigen van
een bepaalde innerlijke gesteldheid. In üe
[twee laatste jaren heeft Oostenrijk-Hon-
arije lang niet schitterend gearbeid in
Be groote politiek en het zou nu pas
inker zijn opgetreden, als Frans Ferdi-
jpnd hot roer ware meester geraakt. Het
aastig wegmaken van het overschot des
tams, die haar leider moest worden, een
jBweede markgraaf Rüdiger wellicht, kan
W tor de Monarchie een teeken heeten van
B.Avastheid, van zenuwachtigheid, van on-
idzaamheid. En om dezen schijn als 't
Jare te versterken, heeft het Kabinet van
poenen, wel verre van krachtig het ko-
mkrijk Servië aan te spreken, dat op zijn
:11st genomen zedelijk schuldig is aan
moord te Serajewo, zich vergenoegd
eenige lialfharde maatregelen tegen
K' 'en onderdanen van Servischen stam,
atregelen die ergernis of minachting in
H ïe van ontzag of zelfs van schrik ver-
.ken.
B ).'t begint er naar uit te zien, dat de
i; olgeu van den Balkanoorlog zeer be-
Lelijk zullen uitvallen voor de Dionau-
|*rchie. Den Russischen gezant te Bel
den heer Hartwig, die zoo juist
tiize van zijn Oostenrijkschen ambt-
L in een beroerte bleef (merkwaardige
tsplaats voor een man, die op 't
tien Oostenrijk gekuipt heeft) wordt'
jelling toegeschreven, clat Oosten-
een paraplu, gegrepen do,or den
huxg' zal stukwaaien in een storm
uit het Oosten. En inderdaad, om bij cie
vergelijking te blijven, er komt een depres
sie te liggen over de Monarchie, en aan
vele zijden op haren omtrek ontstaan ei-
streken van lioogen luchtdruk. Straks vlie
gen de cyclonen uit. Roemenië, dat. op
den Balkan de rol van een sluwen Ulys
ses speelt, begint van lieverlede de ban
den aan te halen, die het had aange
knoopt met de Roemeensche bevolking van
Hongarije en legt het middelerwijl met
Rusland aan, getuige de jongste ont
vangst van den Tsaar. Het wacht uit .ach
ting voor koning Karei en Carmen Sylva
misschien alleen nog op het verscheiden
van deze oude menschen om kleur te be
kennen tegen Üostenrijk-Hongarje. Trou
wens, men ziet nu o.ok al Roemenië zich
bemoeien met Albanië, dat onhoudbare pro
duct van Oostenrijksche knutselarij. Ita
lië, de valsche vriend, glimlacht zoetjes en
zoekt vast naar zijn troeven, terwijl het
Duitsche Rijk, de zopgeheeten beschermer,
ongerust wordt blijkens zijn eigen ge
duchte legerversterking en de vermaningen
en berispingen, welke het zich nu ver
oorlooft tegenover zijn getrouwen en toen
geëerbiedigden secondant uit de dagen van
Marokko.
Maar 't meest gekweld, 't venijnigst ge
treiterd wordt de groote, zoo kwetsbare
Monarchie door Servië, dat laatst zoo' sterk
gegroeid is en nauwelijks meer ontkent,
dat het nu met Oostenrijk aan den slag
zal gaan, althans zoo brutaal mogelijk zijn
blikken tegen Oostenrijk verheft. Welk
kwaad het kan uitrichten, de moord te
Serajewo zegt voldoende. Gelijk Sardinië-
Piemont vóór 1859 is tegenwoordig Ser
vië een broeinest van samenzwering en
beroering tegen Oostenrijk, een wijkplaats
voor desperate bannelingen, een kweekerij
van woelgeesten en bandieten tegen Oosten
rijk. Gevoelde men destijds te Weenen, dat
Sardinië gerugsteund werd door Frankrijk,
thans bevroedt men er terecht, dat achter
Servië Rusland zich heeft opgesteld.
Als jonge man moest keizer Frans Jozef
den ondergang van de Monarchie derHabs-
burgers als Westersche Mogendheid bijwo
nen. En nu in den gevorderden avond zijns
levens ziet hij ook in Oost-Europa baar
toekomst afgesneden.
Ch. F. Ha je.
De Haagscho tramweg-staking.
„Van kindsbeen" heb ik de H. T. M.
gekend. Vijf en twintig jaren lang als paar-
detram. Later als „electric". Het corps
beambten blonk altijd uit door beleefd
heid en hulpvaardigheid. En doet dit nog
altoos. Vandaar dat oud-oude en tegen
woordige Hagenaars zeer veel belang stel
len iu de massa-staking om te komen tot.
honger loon en meer vacantiedagen. Die
belangstelling zal ook wel hier vandaan
komen, dat de Belgische aandeelhouders
(99 van het kapitaal is in Belgische
handen) zich nooit bijzonder in de toe
genegenheid van het Haagsche publiek heb
ben mogen verheugen. Wij, „kaaskoppen",
hoorde ik eens zeggen, brengen voor die
Belgen de renten maar op.
Natuurlijk mag in eene zoo ernstige aan
gelegenheid geen sprake zijn van derge
lijke gevoelens.
Pe vraag moet blijven: kan de Maat
schappij voldoen aan hetgeen de beamb
ten willen? En zijn hunne eisclien billijk?
De H. T. M. ontkent, dat zij in staat
zou zijn de gevraagde loonsverhooging toe
te staan. Op eene ontvangst van gemid
deld f 2.000.000 wordt 195.000 aan de
aandeelhouders uitgekeerd. De eischen der
trambeambten zouden f 130.000 kosten.
Alles gelijk blijvende - wat met liet ver
plicht openen van weinig rendeerende
lijnen niet zeker is zou er dus voor
de aandeelhouders nog slechts f 65.000
overschieten. De aandeeleu, die vroeger op
700 stonden en thans t,ot 300 zijn
gedaald, zonden dan bijna, waardeloos wor
den. De stakers komen ,op tegen de mede-
deelingen der Directie. Over 1913 is ruim
f 400,000 aan de aandeelhouders uitge
keerd. Zou het niet wenschelijk zijn, dat
daaromtrent klaren wijn werd geschonken?
Wat de staking ernstig maakt is ten eer
ste, dat alle vereenigingen van trambeamb-
ten in Den Haag er aan deelnemen. De
socialistische zooi goed als die op reli
gieuzen grondslag. Ten tweede dat de bur
gerij sympathiseert met de staking. Ten
derde dat door particulieren gelden wor
den gestort om een soort stakingskas te
vormen.
Tegenover de staking heeft de H. T. M.
nu juist geen welwillende houding aange
nomen. Zij heeft alle stakers ontslagen.
Wa,t m. i. een ondoeltreffende machtsver-
tooning is, omdat zij toch niet onmiddel
lijk 700 andere geoefende beambten
uit den grond kan stampen. Dat zij bo
vendien 100 Duitschers heeft laten wer
ven, die toch geen dienst mochten doen,
is evenzeer een ondoordachte maatregel.
In den oorlog want sociale oorlog is
het moeten nooit stellingen bezet wor
den, die onverdedigbaar zijn. Dat levert
nooit iets anders op da.n verlies.
Het komt mij voor, dat de Directie van
de H. T. M: nog op het standpunt staat
van vroeger, toen de loonen onder de
kosten werden gerekend, terwijl Pierson
al vele jaren geleden betoogde, dat de
loonen deel uitmaken van de winst op
het bedrijf.
De georganiseerde tramwegmannen wil
len nu een grooter deel van de winst,
dan de R. T. 11, hun wil toestaan. Daar
STEI.LING VAN DEN HELDER.
Uit „Onze Weormaclit te Land", door Jhr. G. A. Alting von
Geusau. Uitgave Ipenbuur Van Seldam, A'dam.
het trambedrijf geen dag kan stilstaan zon
der enorme verliezen en de mogelijkheid
is uitgesloten, dat de H. T. M. morgen
of overmorgen 700 nieuwe mannen vindt,
die aan de eisclien voldoen, zal een com
promis onvermijdelijk zijn. Verstandiger zou
het daarom geweest zijn een politiek van
loven en bieden te volgen en den Belgi
sche aandeelhouders te berichten, dat
blijkens de feiten de tijd, 'dat het per
soneel eene quantité négligeable is, voor
bij is.
Men kan dat betreuren of toejuichen.
Er moet rekening mede gehouden worden.
Van invloed schijnt hier veel te zijn, dat
de H. T. Mi. in 1926 door de gemeente
genaast wordt. En ondenkbaar is het niet,
dat getracht wordt er in dien tijd nog
zooveel mogelijk van te halen. Indien dat
gelukt, des te beter voor de aandeelhou
ders. Maar: le Contraire est probable aussi,
zooals do Jezuïeten bij Pascal zeggen. De
beambten willen daar een stokje voor ste
ken. Van recht is hier geen sprake en
kan geen sprahe zijn. Het is louter een
zaak van macht. En ik zie eerlijk ge
zegd ook niet in, waarom die beambten
dat niet zouden probeeren. Vooral wan
neer ook bevoegde beoordeelaars beweren,
dat de loonen te laag zijn, niet alleen
op zichzelf, maai' ook ten opzichte van
andere steden.
Over liet algemeen is het Nederlands olie
volk niet heethoofdig. Er moet dus wel
eene algemeene overtuiging bestaan om
trent het billijke van het gevraagde.
In elk geval zal eene oplossing spoedig
gevonden moeten worden, vooral als het
gemeentebestuur gebruik maakt van de be
palingen van de concessie.
Het .tramverkeer is onmisbaar voor
een groote stad. Het stopzetten brengt
de heele huishouding in de war. Daarom
ben ik benieuwd, hoe dat de volgende week
zal afgeloopen zijn. Of Mr. D. van Houten,
de President van den Raad van Beheer,
succes of wansuoces zal hebben.
Groot nadeel voor de II. T. M. is zeker,
dat de staking door de burgerij niet wordt
STELLING VAN DE MONDEN
DER MAAS.
Uit „Onze Weermacht te Land", door
Jhi. G. A. A. Alting von Geusau
Uitgave van Ipenbuur "Van Seldam, A'dam.
afgekeurd. Dat geeft kans voor een steun
comité. Trouwens het Dagblad voor
Zuid-Holland en 's - Gr a v e nhag e
heeft een steunlijst voor stakers geopend,
waarop vrij belangrijke bedragen voorko
men. (Dat moest wijlen de heer Visser,
de vroegere hoofdredacteur van het toen
ultra- en ultra-conservatieve Dagblad
voor Zuid-Holland en 's - G r a v e n-
h a g e nog eens beleefd hebben. Die poli
ticus schreef omstreeks 1894 hoofdartike
len over „Troon en Altaar", waarmede zelfs
de Haagsche aristocratie, die het Dagblad
steunde uit conservatieve overwegingen,
den clraak stak. Er zullen nog wel oude
Hagenaars zijn, die zich dat herinneren).
Ik zou naa.r aanleiding van deze traui-
weg-staking nog wel het een en ander
kunnen mededeelen omtrent persoonlijke
verhoudingen. Maar dat is uit den aard
der zaak niet mogelijk. Alleen wil ik ver
meiden, .dat de heer v. d. Voort van Zijp,
anti-revolutionnair Kamerlid,
aan het slot van een zeer scherp artikel
tegen Mr. D. v. Houten in de „Nieuwe
Haagsche Courant" eindigt met deze
woorden
Waclit u, dat gij den schijn niet op u laadt,
dat gij met uw maclit en „bij voldoende mede
werking der autoriteiten" deze beweging den
kop wilt indrukken."
Het wil mij voorkomen, dat de scherpte
van den schrijver daarmede voldoende is
geteekend.
Wel merkwaardig dat deze woorden ge
richt zijn tegen den zoon van den man,
die in 1874 den stoot gaf tot de eerste
sociaal-beschermende wetde kinderwet,
na Cremer's aangrijpende schets: „Fa»
briekskinderen".
Ofschoon niet zoo bijzonder aanhanger
van gemeente-exploitatie, zou ik toch mee-
nen, dat als inderdaad de H. T. M.
niet in staat is behoorlijke loonen te be
talen bij haar onderneming, om te voor
zien in de behoefte aan publiek ver
keer, het oogenblik van de naasting te
gen b i 11 ij k e schadevergoeding aan de
aandeelhouders, is.gekomen. Want ik
acht het levensbelang van de 700 N e-
derlanders, dïè de H. T. M. dienen,
hooiger ten slotte dan dat van de bunen-
landsche aandeelhouders.
Vooral ook wanneer wordt overwogen op
welke wijze de H. T. M. hare beambten
krijgt. In het aangehaalde stuk van den
heer Van der Voort van Zijp staat na
de mededeeling, dat reserve-conducteurs
vijf of zes jaren lang dienst moeten doen
voor een loon van f 8.40 per week
„Het is toch verklaarbaar, dat jonge menschen
van het platteland, aangelokt door eene adver
tentie in het „Zierikzeesch Nieuwsblad" e. d.,
al heel spoedig tot de ontdekking komen, dat
zij veel beter hadden gedaan, te blijven waar
zij waren."
Hoe de staking ooik eindige, ik acht de
tijd voor gemeente-exploitatie rijp.
H. a. Ritte r.
Rij den uitgever Piper te München ver
scheen van de hand van Alexander ELias-
berg een belangwekkend boek, namelijk „E.
M. Dos to j e ws k i's Brief c". Na de
reeds door de zorgen van Dostojewski's we
duwe indertijd te Sint Petersburg uitge
geven Briefwisseling van den grooten
schrijver zijn deze nieuw uitgegeven brie
ven toch nog .in menig opzicht zeer leer
zaam voor wie wat meer van Dpstojew-
ski willen weten.
Als iets zeer tragisch in het leven van
Diostojewski noemen wij de voortdurende
teleurstelling, bij zijn werk ondervonden.
Ofschoon onder de door hem nagelaten
boeken reeds vele waarlijk zeer grootsche
zijn, toch vermocht dit alles nog bij lange
na niet te beantwoorden aan zijn wen-
schen. Zoo heeft hij een plan voor een
machtigen roman, „Het Atheïsme" getiteld,
nooit kunnen afmaken, nooit aanvangen
zelfs. Een ontzaglijke roman in vijf boe
ken, die „De biografie van een groot zon
daar" heeten zou, bleef ontwerp. Steeds
was hij, evenals Balzac, verplicht zijne ro
mans, die menigmaal als feuilleton in de
dagbladen verschenen, snel achter elkaar
af te schrijven, en bij eiken roman, die
gereed kwam, klonk onveranderlijk Dosto
jewski's klacht over de onvolkomenheid,
de onvoldoende verzorgdheid van Zijn werk.
Een liooge litteraire volkomenheid stond
hem steeds voor oogen, ook onder het,
gedwongen snelle, neerschrijven van zijn
vluchtigste novelle.
Feodor Dostojewski werd in 1821 geboren
te Aioskon, waar zijn vader dokter was.
Hij werd heel jong al officier in het Rus
sischeleger, doch verliet na een jaar de
militaire loopbaan iom uitsluitend te gaan
schrijven. Toen hij' 28 jaar oud was, werd
lij ter dood veroordeeld als medeplichtige
aan een vrijzinnig complot. Op den dag
van zijn t«rdaodveroordeeling, op het aller-