ALGEMEEN WEEKBLAD
Kantoor voor redactie, administratie en advertentiën
Gedempte Oude Gracht 63. Telephoon 141. HAARLEM.
i
i de ordelieyenfle MerMsche
jeugd in 1838,
argang.
ZATERDAG 15 AUGUSTUS 1914
No. 33
Het Bloemendoilsth UeeklM
Prijs per
halfjaar fl.5°
bij vooruitbe
taling.
Prijs pei
nummer fO.lO
Advertentiën
10 cents per
regel
bij herhaalde
plaatsing
korting.
nummer bestaat uit 4 bladzijden.
lit weekblad is tijdelijk opgenomen
MIDDEN", waarvan de eerste afzon-
,e reeks is afgesloten met No. 34
4 Januari l.l.
Aan onze Adverteerders.
kwitanties zijn in zee.
Hoezee! Hoezee!
tten koers naar uwe ree.
Hoezee! Hoezee!
zijn geen vijanden, doch vrinden,
mogen ze gastvrijheid vinden.
In oorlog of vrêe,
Een ieder doe mee
Met betalen. Hoezee!
O o r 1 o g s - a b o n n e m e n t.
er wie zich tijdelijk op ons blad abon-
willen, hebben wij vanaf heden een
ns-abonnement ingesteld tegen 1,
3 maanden bij vooruitbetaling.
Let op!
i: ons blad zijn, zoolang de voorraad
meerdere exemplaren aan ons kan
erkrijgbaar.
I ZOEK aan de h.h. jhr. W. S., T.
b W. S., D. J. C. d. V., E. N.
I, 1. K, H. H„ A. M„ J. M. S.,
S. A. W„ J. H., A. O., A. C.
'J. H. J. V., en N. N., om de bijdrage,
oor zij Donderdagavond teekenden,
in couvert bij mr. Tideman aan huis
willen doen bezorgen, waarvoor bij voor-
ank. 'I er vergadering werden in dank
nangen de bijdragen van de h.h. d.
v. E., onleesbaar, E. C. C. D., N. S.,
G. d. I., J. B. D., C. B„ A. C. W.,
1, G. M., F. M. H. en G.
lsnog in goede orde ontvangen van de
IS. B. 5,van den heer D. f 1,
r is nog geld te kort om in de eerste
oeften voor de ontspanning der mili-
n te voorzien. Gaarne zullen bijdragen
ontvangst worden genomen door Air.
leman, Yijverweg 7, Bloemendaal.
Eén volk!
IVe zijn één volk. Roomscb of Protes-
ïl, i idenker of kerkelijke, Jood of Ger-
lan, arm of rijk, sociaal-democraat of
•waal, allen gevoelen zich in deze da-
'ii deel van het eene levende geheel
natie, het Nederlandsche volk. En die
■nheid leeft, gesymboliseerd in Haar, die
Ier noodeij kent en weegt en gillen te
Ipen tracht, in onze in deze dagen waar
door alle Nederlanders in binnen- en
J' inland ten diepste geëerbiedigde Ko-
ngin. J
Maar r alleen wij gevoelen ons met
■raar volk, niet alleen wij 'Neder-
nders tonnen ditalle Europcesche vol-
'n ,;evoekn en toonen hun nationale een-
1,1 en gene sterker dan deze.
dit oogpunt zou er te schrijven zijn
ek over de voordeelen van het schrik-
«deel van den oorlog. Ziet de
mocraten in Frankrijk en Duitsch-
ok tegen elkeen te wapen loopen
roode vlaggen te hebben verbrand,
FEUILLETON.
DOOR
t SCHOTSCH JOURNALIST.
('Heden werd de geheele Nederlandsclie
in beroering gebracht door de sen-
'verhalen van een opgewonden Franscli-
de beweerde mishandelingen en be-
waaraan hij op zijn auto-reis door
zou hebben blootgestaan. Reeds is
'1 burgemeester van een Zuid-Hol-
'torp. de schromelijke overdrijving ge-
'd. wat de beweerde ondergane beleedi-
die plaats betreft, en al is wellicht
verhaal geschreven in een stemming
yiakgevoelens niet vreemd waren,
er een kern van waarheid in zal
tiend voor het Nederlandsche volk
tiers zoo beschaafden tijd. Al
nkele der duizenden vreemdelin-
hjks ons land bezoeken (in 1913 stap-
24 der voornaamste Amsterdamsclie
i,j'2.962 buitenlanders af), onheusek beje-
'■sjiet moest niet kunnen gebeuren in een
als het onze met een z00'n belangrijk ver-
1 on en een nog 70o goe(]en naam ook op on-
hoort de roomschen uit het eene land die
uit bet andere verketteren en optrekken
om elkander uit te roeien, ziet die twee
typen van protestanten, de anglicaansche
Engelschman en de luthersche Duitscher
met het mes gewapend tot elkander op
gaan, om elkander den levensader door
te snijden. Ziet, de Vlaming en de Waal
staan schouder aan schouder en de Ier
en de Engelschman.
Wie vreemdeling is, vlucht naar zijn eigen
land, de landsman heeft heimwee. Elk va
derland is thans als een ouderpaar, dat
zijne kinderen en kleinkinderen rondom
zich vereenigt. En niet om te zanten in
smart neer te zitten en te jammeren, maar
om zich van elkanders nabijheid en hulp
vaardigheid bewust te worden, om zich
een te gevoelen en te beproeven of men
één kan blijven tegen de aanstormende,
machten van buiten. Wij zijn één volk.
Wij ondervinden het nu dagelijks. Het had
ook anders kunnen zijn. En het zal, heeft
eenmaal de oorlog uitgewoed, helaas weer
anders worden. Wederom zullen dan de
rijken doen alsof alleen zij de wijsheid,
dat is de eenige ware grootheid, in pacht
hebben, weer zullen de kerken dan tegen
elkaar overstaan als afgunstigen, de ar
beiders tegenover de werkgevers, de vrij-
heidslievenden tegenover de lieden van het
gezag; maar de haat en de onderlinge
tegenkanting zal getemperd worden zoolang
de herinnering duurt aan deze bittere da
gen, waarin alleen zeker schijnt de on
zekerheid, alleen duurzaam de wisselval
ligheid van het lotmaar waarin daar
naast is het gevoel van saamhoorigheid.
Indien wij stand houden, zal daarover in
alle rangen en standen roem worden ge-
dragen en de krijgsmacht, het georgani
seerde geweld, zal o-ok ten on-zent worden
begrepen in zijne onmisbaarheid en ge
waardeerd om zijne in deze dagen ten toon
gespreide onmiskenbare talenten. En inge
keerd tot zichzelf zal ook de Nederlan
der als vóór 300 jaar erkennen de nietig
heid van alle menschelijk streven naar ont
wikkeling en beschaving en deze nederig
heid zal hem in alle verarming verrijken.
Enzoo komt reeds nu en zal nog meer
uit al dit kwaad goeds voortkomen tot ver
eenvoudiging van ons leven, tot zuivering
van onze gedachten, tot versterking van
ons karakter en kan ons volk, gelouterd
en gehard, een nieuwe toekomst tegen
gaan, waarin het aan eerlijkheid en sterkte
niet genoeg kan bezitten om te woord te
staan den komenden overwinnaar, die het in
overmoed zal willen knechten, het zoo mo
gelijk zal willen opnemen in eigen orga
nisme.
Wij zijn één volk. Laat ons trachten
het te blijven. Deze oorlog is wellicht de
grootste, welke naar menschen heugenis
I ooit heeft gewoed.
Daarin en daarna stand te houden, het
is het doorstaan van den zwaarsten vuur
proef. Wij zijn nu nog maar aan het
beginals de strijd te land is beslist en de
overwinnaar aan het oosten of aan het
westen hongerig en gierig voor onze deur
komt te staan, komt voor ons wellicht
pas de eigenlijke strijd. En al dien tijd
hebben wij ons zelf te beheerschen, de
spanning te midden van al het steeds hoo-
ger gespannene binnen onze landgrenzen
immer hooger op te voeren, zonder dat
wijzelf ook maar éénen inval mogen toe-
clcnvijsgebied. En te meer niet. als men in bet
reisverhaal van een Eugelseh journalist leest,
hoe liij 76 .jaar geleden de voorkomendheid
en do ordelievendheid der Nederlandsche jeugd
prijst. Optimisten sprekende van den cirkel
gang' der menschheid. zeggen dat deze cirkel
gang naar boven gaat, spiraalsgewijze. Ofschoon
volstrekt niet goedkeurende de alle Nederlan
ders boonende karikatuurplaat van het in andere
opzichten allesbehalve „groene" weekblad over
liet barbaarsehe verhaal van den heer Romain,
zou men er toch toe komen te gelooven, dat be
doelde spiraal bij ons naar beneden liep.
De Engelschman merkte reeds op. dat de
Haarlemmers zich verwonderden over de aan
dacht. van den vreemdeling aan hun toch zoo
gewone zaken. Alsof Haarlem de wereld was!
En zoo ziet men nog den vreemde aangapen als
hij blijft stilstaan bij een mooi stadsgezicht, een
oud huis of iets specifieks Hollandsch. Zou dit
niet komen omdat ons volk te weinig leest, vooral
te weinig boeken over andere landen Hoevelen
zijn er nu onder de ambachtslieden en kleine
burgerij, die als in 1636, gelijk toen de Fransch-
man Ogier van de Nederlanders vertelt, weten
van de vreemde landen, waar onze vlag wappert
of helaas gewapperd heeft O, de tijd, dat elk
de verhalen kende van een Willem Barentsz. een
Bontekoe, Linschoten of Willem Schouten! Ver-
eenigingen als de Linschoten-Vereeniging. het
Koninklijk Neder landseh Aardrijkskundig Ge-
nootschap en het Algemeen Nederlanilsch Ver
staan! Het is zwaar. Maar het kan. Immers
het laat zich denken en wij kunnen het
willen. Alaar dan kan het alleen als wij
allen het blijven willen. Blijven wij daarin
onszelven en elkander trouw.
Uit de tent,
Bloemendaal en Zandvoort belmoren niet
tot „de stelling van Amsterdam", Haarlem,
Schoten, Heemstede en Spaarndam wel. Van
belang is .dit te weten voor hen, die hier meel
zouden willen betrekken van uit Haarlem of
Amsterdam.
Iedereen beroept zich tegenwoordig op
overmacht, dat is wel gemakkelijk, maar
niet elk zoodanig beroep gaat opdat hangt
in elke zaak af van de bijzondere gelegen
heid der zaak en niet alleen van de buiten
gewone omstandigheden van dezen tijd.
Te Haarlem klaagt men steen en been,
dat de afdeeling van het Roode Kruis uit
sluitend wat leiding en hulp betreft in han
den is van een klein groepje meest dames,
met dubbele namen of naar dubljele namén
verlangende. L
Een Eugelseh schrijver verwacht als uit
komst van dezen oorlog van de Europeesche
samenleving een stelsel van „gewijzigd socia
lisme", een socialisme ontdaan van hatelijk
heid en klassenstrijd. Alisschien verwachten
anderen er een gewijzigd regenten-stelsel van.
Voor iemand met een enkelen naam en die
geen socialist is een interessant afwachten.
Alen vraagt ons
Hoe konr't het toch, dat de berichten van
Belgische overwinningen vrij geregeld mel
ding maken van ontmoetingen met de Duit-
sche troepen telkens dichter bij Brussel,
dat is tevens dichter hij Antwerpen
AVie liet gekrieuw in kleine plaatsen ziet
over de vraag; vrijwillige landstorm of
weerbaarlieidsvereeniging, burgerwacht of
I geen burgerwacht, Jan commandant af Piet
zou bijna, verlangen, dat wij rechtstreeks be
trokken wenden in een oorlog om aan zooveel
armzalige zelfzucht met geweld een einde
te zien gemaakt, Hij beseft tevens dat waar
liet aankomt op kraehtsuiting een één-hoofdig
geregeerd volk als het Duitsche noodzakelijk
sterker is dan elke innerlijk verdeelde repu
bliek. i
Verwarring stichten de vele bulletins der
bladen. Stel u voor, dat een blad te Haar
lem Vrijdag zelfs liiilletineerde, dat een
Grieksclie krant gewaagd had van de bereid
willigheid der Nederlanders en der Portu-
geezen om de Eranschen te helpen. Dat
noemt men om een praatje verlegen zijn.
Met verbazing 'hebben wij, die als de an
dere bladen ons hebben verbonden niets
mede te cleelen over militaire aangelegen
heden, de bladen vooral de geïllustreerde, van
de laatste weken ingezien.
Dat dit allemaal maar zoo gaat
Oorlog s m ij m e r i n g e n.
Hoe grooter de beschaving is in vredestijd,
des te gruwelijker de verminkingen in oorlogs
tijd. Beschaving is maar een betrekkelijk
begrip.
Wint Engeland, dan wil het na afloop
van clen oorlog onze koloniën. Wint Duitscli-
lan'd, dan wil dit ons zelf, Wie ons helpt,
moeten wij ervoor betalen. De gemeenheid
van den oorlog zet zich natuurlijk ook in de
vredesonderhandelingen voort. De kaart van
Europa zal worden veranderd. Willen wij
daarin niet betrokken worden, dan zullen wij,
als een stekelvarken zijne pennen, onze weer
middelen steeds steviger naar alle kanten
moeten opzetten.
In 'liet laten varen van beuzelarijen schuilt
een nieuwe bron van volkskracht'.
bond moesten samenwerken voor bet uitgeven
van goede, goedkoope populaire lectuur, een tijd
schrift. zoo kostelijk en toch niet kostbaar als
De Aarde en haar Volken, moest iedereen lezen
en in elk dorp moest een openbare leeszaal zijn,
waar de kostbaarder werken over den vreemde
gratis ter lezing lagen. Ware dit alles zoo, er zou
allicht een andere geest komen in ons volk,
dat toch waarachtig niets minder is, dan welke
natie ter wereld ook. Wie hieraan twijfelen
mocht, leze wat de Scliotsclie journalist William
Chambers in 1838 over de stad Haarlem schreef
in zijn hoek: A tour of Holland, etc. Edinburgh,
1839: en dat hier volgt:
„Langs een met statige hoornen beplanten weg
door een bosehachtig park, bereikten wij Haar-
len en traden wij door een aardige moderne
poort de stad binnen. Wij namen onzen intrek
in een hotel op de Groote Markt in het midden
der stad gelegen, 't Viel ons op, dat Haarlem in
het geheel niet op andere Hollandsclie steden ge
lijkt, die wij tot nu toe hadden gezien (Rotter
dam, 's-Gravenhage en Leiden). Het heeft een
oud, ietwat verweerd aanzien. De bouwtrant van
sommige huizen is buitengewoon schilderachtig
met hun spits getopte gevels, de ramen gevuld
met talrijke kleine ruitjes, zooals men ze ziet op
oude Vlaamsche schilderijen. De straten loopen
onregelmatig met kruisstraten en daarachter ge
legen tuintjes, enkelen hebben op de helft een
pleintje, wat anders in Hollandsche steden een
zeldzaamheid is. Het aantal inwoners is op
AVie rijk .heette, ziet zijn bezit in oorlogs
tijd tot machteloos middel teruggebracht.
Wanhopig zal zijn de rijke, die met dit mid
del alleen zich zelf had tot doel gesteld.
In oorlogstijd vindt iedereen werk, maar
oorlogswerk. Schuilt achter klagen over
werkloosheid niet' vaak bangheid voor het
oorlogswerk.
Op eén wel ongelegen tijdstip halen drie
organisatie's het Haagsclie tramgeschil op
nieuw naar voren.
De roover is niet vaderlandslievend, maar
vaderlandsbegeerig te noemen.
Uit buitenlandschen oorlog, binnenland-
sche vrede.
Dagbladdirecteurs zijn dwazen, want zij
maken met' vooraf als onjuist bekend oor
logsnieuws hunne couranten arm en de lezers
krankzinnig.
Dagbladdirecteurs zijn engelen, want bij
gebreke van gewone prikkels voor het lichaam
van den mensch in vrede, geven zij hun
prikkels voor gemoed en fantasie, doch wie
aan die prikkels niet ten gronde wil gaan,
beginne voor hij oorlogsnieuws leest tob
zichzelf te zeggen: met welke onjuistheid,
met' welk opgesmukt verhaal zullen ze nu
weer komen.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Bloemendaal-Commando.
De wekelijksche schietoefeningen van „Bloemen,
daal Commando", zijn tot nader order gestaakt.
Demping van Slooten.
Men deelt ons mede, dat de sloot tussclien de
Korte Kleverlaan en den Kinheimweg gedempt en
gerioleerd worden zal, terwijl de sloot achter den
Kinheimweg goed schoongemaakt wordt, ouder
verbreking van de erin uitloopende riolen.
De Commissaris der Koningin heeft in de plaats
van den heer D. E. L. van den Arend, architect, te
Aerdenliout, tot lid der gezondheids-commissie be
noemd den heer J. B. van Loghem, bouwkundig
ingenieur te Heemstede. Er is nog één plaats in
de commissie te vervullen.
Met de „Grothis" zijn ook Bloemendaalsche fami-
lie's via Genua uit Zwitserland huiswaarts geko
men. Zij hebben eene onvergetelijke, maar geen
aangename reis gehad.
Alle Bloemendaalsche familie's, de familie Stoop,
de familie Quarles e. a., die zich in Zwitserland
bevinden, maken bet wel; zoodra een voldoend
aantal Nederlanders zich opgeven om met den trein
door Duitschland huiswaarts te keeren, zal de
Duitsche regeering hoogstwaarschijnlijk voor hen
een afzonderlijke trein inleggen.
De familie Stoop was voornemens tot 1 Sept.
in Zwitserland te vertoeven.
Water.
lil onze gemeente gaat het gerucht, dat men
vooral met het duinwater ook zuinig' moet wezen.
Naar aanleiding daarvan vroegen wij eens inlich
tingen ter bevoegder plaatse. Deze inlichtingen
waren vrij geruststellend. Toch is onze raad:
Woest zuinig met water, evenals met alle nuttige
zaken in dezen tijd.
heden 21000, wat ver beneden het cijfer is, dat
het vroeger bevatte.
Wandelende door de Haarlemsche straten, za
gen wij een aardig overblijfsel uit de verschrik
kelijke Spaansclie tijden: aan de buitendeur van
sommige huizen hing een klein keurig ingelijst
plankje, waarop was uitgespannen een ovaal
stukje kant, in vorm gelijkend op een vrouwen-
mutsje met rand. Bij nader onderzoek bleek het
plankje inderdaad gebruikt te worden voor het
drogen van kanten vrouwenmutsjes. Om het
kantwerk beter te doen uitkomen wordt daar
onder een gekleurd of zilverpapier gelegd. Naar
de beteekenis van een en ander vragende, vernam
ik, dat dit gebruik nog afkomstig is uit den tijd
van het beleg. Alvorens de stad over te geven,
begaf zich een deputatie bejaarde vrouwen naar
den vijandelijken bevelhebber om te vernemen
op welke wijze de kraamvrouwen tegen moles
taties beschermd zouden worden, wanneer de
Spnansche soldaten de stad binnentrokken. In
dien op de buitendeur een kenmerkend teeken
zou zijn aangebracht, werd haar geantwoord, zou
zoo'n liuis ontzien worden. Zoo de overlevering
zegt, Werd hierop inderdaad acht geslagen
en tot op den luiidigen dag wordt nog elk huis,
waarin een kraamvrouw is, op deze mauier on
derscheiden. Het stukje kant wordt een paar
weken voor de te verwachten geboorte opgehan
gen en ook daarna laat men het nog een poos
zitten, slechts een kleine wijziging in den vorm
wordt aangebracht ter aanduiding van het ge-