Jtotcl Café-Restaurant Royal
■■I
HET NIEUWE LEVEN
li bezwaard; de grond-
en andere za
,1e onroerende goe
lelnsting en andere en-
uitoefening van beri"..
onvermijdelijk verb,.
Ivallige inkom en w<;r.
ar liet gemiddelde over
jaren, of, zoo dit uit
-r liet laatste aar. J\.
n worden berekend na;..
1 Januari van bet be-J
Blasting wordt geheven
at inkomen der belas-
Van elk geschal inko-
londerd gulden afgei r> k-
Blastbaar inkom- n w-;,
gelijkelijk ben kend.
loopt van 1 Jj.
teceniber. -liet primii f
pgeruuakt in df ma, j
l zoo spoedig mogelijk
bevat de aanslagen van
na 1 Januari in de ge-
rblijf hadden of hebben
an hen, die in de ter-
krachtens art. 215, voor
de gemeentewet, voor
van den aan
rol jaar in de belasting
)p de suppletoire kola-
zij, die
taking van het primitief
i zijn overgeslagen of
ïaking van het priin-iief;
ermen zijn geva.llen oi
n den omslag,
hen, die bij den liaad
n hebben ingediend t-
nslag, wordt gelegenheid
bezwaren voor eene uit
lad benoemde cornmbucj
mondeling toe te 1 h-
t verlangen daartoe ui
irift is uitgedrukt, be
nmissie zijn verplicht
te houden. Zij
ad op de bezwaai'selirif-
it en advies.
belastingschuldigen, .ut
t naar elders recht oj-
)ben, wordt het bed ai
sleld door den gemeentc-
,af door den belang] l>
tijd, waarop dii ver rek
gehad. Voor belasting-
lke overleden zijn, wonii
ontheffing door dei- j
stgesteld, op verzoek
■li. of rechtverkrijgend
vain den datum van
irl tfxtxLcLtxiv
thans geldende bepaliu-
le heffing en invordering I
Omslag vervallen||
en Januari 190"..
ing der bij deze veror.lc-
belasting geschiedt
e verordening1 van henen.
age van de heffing is nul
ui liet geschatte inkomen, I
p o 1 i t i e-r a p p o r t.
n-v e r b a a 1 zijn opgemaakt!
over verboden gronden en|
r jachtwet.
n en terug te bekomen b
amendaalscheweg n°. 16,
een dameshandschosn; I
lemendaalscheweg n°. 11 'el
een zilveren broche; O. Dt'ij
mstraat n". 80, te Ma I
i-handschoenen; H. Rutg
t n". 26, te Ha: I
met inhoud; M. Kion, dif
Van Wessem, Rijperwtsl
emendaal, een gouden zt sel[
Vijverweg n°. 1, ';l
een doublé armbandje:
an politie te Overveen, eeai
ettinkje. een sleutel, een k<!|
igel en een lorgnet.
ieen muntbiljet van f !-0
schakelarmband; twee
een damestasch met in!» !|i:
een bruin damestasch; c w-j
orgnet en een knipmes.
STAND.
g 21 Augustus tot en met
igustus.
i: z. van L. Everard en
d. van O. Broers en C
val
e nJ. Schaap, 3 j.
en in het gesticht A>e
J. M. Smit, 36 j.; G. Zwaa11!
59 j.; A. Karemaker, f
Jit eigen huls.
regeering geld noodig
moratorium af voor de bet
van gemeentelijk
eeningen; niemand wordt da-'
voor 't oogenblik, de bei-'
rdt verlicht, de openbare i,J
:n weerstand
(oil. Ct." partijdig voor V-!l "-J
J Een Rotterdammer zegt 't. Niets van
rkt. Ons volk is het zeker niet. Be
ering voor wetenschappelijk oorlog-
in sluit noch sympathie noch bewon-
g voor het mensch-zijn van den over-
aar vanzelf in. Die eerste bewondering
erkbaar in alle verstandig schrijven
den oorlog. De oorlog blijft de orga-
ie van geweld en list. Het is het pro-
oeren in volle vleeschelijke barbasrsch-
met niet anders dan de geschiedenis
echter. Maar het wetenschappelijk oor-
oeren laat zich in verstandige woorden
r beschrijven dan het onordelijk en-
siaste dito; daarvoor is meer dienstig
sensationeel blad. En zoo trekt mijn
erdammer „De Telegraaf" voor. Dat
alle drie leven!
r is gebrek aan korfballen! Wel heeft
regeering gezegd aan de fort- en kam-
nent-bewonersze komen; maar ze zijn
liet. Komt, Bond voor lichamelijke ont
leding, we hebben u de vorige week al
•eroepen, waar blijft ge? Of wil een
er lezers f 100,tot onze beschikking
,len. dan willen wij zoolang de voorraad
.-kt, bal, korf en paal wel ronddeelen.
i courant heeft geen geld in dezen tijd,
i dat de menschen zoo onverstandig thans
i weinig te adverteeren, maar werklust
then wij genoeg.
speenhoff en vrouw, de Rotterdammer en
vrindelijke, vroolijke Vlaamsche, op de
ten! Een onzegbaar succes. Een heele
nor 't voor elkaar te krijgen.
Du voortreffelijke Speenhoff en zijn
edmoedig vrouwtje zijn me andc s,
lijft onder ons, twee echte Nederlan-
r- Wat Speenhoff dicht, brengt den geest
den troep. Zijn simpele liedjes, weefsels
uii lakt uit de franje van het leven, zijn
;-et eentonig leven de augurk op liet
eesch, het tipje brandewijn in de melk, o
si,laken den jongens zoo goed. Eerst is
t geweest in het fort te IJmuiden, een
ieraardigste ontvangst, groote vreugde,
schitterend afscheid Daarna in Naar-
r. in een propvolle zaal hebben ruim 3h0
ui deman er genoten. Toen Spaarn-
viwaar de vereeniging tot bevordering
ui den Volkszang (de officieele) niets
1 id bereikt. Er is weer herademd,
liet leven is er weer in. Daarna
ijihuizen. Nee, maar, wat me daar dia
cthouder gelachen heeft, en hoe me aai
-t burger-comité ae hemel is opengegaan
mbeschrijielijk, u moet namelijk weten dat
ae aan dag burgers en soldaten daar ge
zamenlijk werken aan de landsverdediging.
ii terwijl ge van avond uw „BI. W." leest,
in ze in de balzaal naast het fort De Lied
Gi ze in Halfweg zelf nog zullen komen?
I Het hangt af van het krijgen van een ló-
kaal; de een kan niet, de ander z'n vrouv
iuist ziek. Hm. 't Zou jammer zijn voor
de iongens; maar dan gaan we naar Vei-
ei en is deze proeftourneé afgeloopen.
i Ve 1. veel dank werd steeds gebracht aan
Bloemendalers, die deze genotvolle
wonden hebben mogelijk gemaakt. liet
was een echte verademing.
Speenhoff, trouwens elke Rotterdammer.
5 en ijveraar voor onze vloot. Wij zullen
iein verlof vragen zijn vlootlied eens af te
krukken.
Nu laten wij, met zijn verlof, hieronder
•olgen zijn lied, op de forten met daveren-
iei bijval begroet, toepasselijk op de tegen
woordige omstandigheden, dat hem doet
■einen als echt Nederlandsch volksdichter,
vicedrukt op prentbriefkaarten met kri.igs-
lafcreelen, wordt dit lied door werkelonzen
'an Rotterdam bij tienduizenden verkocht.
„HOLLAND EÉN!"
Xu de donder der kanonnen,
Koven alles wordt gehoord;
Xu de dreun der zware hamers,
Door den oorlog wordt gesmoord;
Xu hot hijgen van den arbeid,
Door den doodsgil is verstomd,
■Maan wij allen vastberaden,
Voorbereid op wat er komt.
Alle mannen zijn nu broeders,
Deen verschil van rang of stand;
Alle vrouwen zijn nu zusters
Voor ons eerlijk vaderland;
Holland staat da|ar met zijn legers,
Zwaar gewapend tot den strijd,
Om zijn hoogste volksbelangen,
Klaar voor zijn onzijdigheid.
AV ilhelmina van Oranje,
Onze wijze Koningin,
Gaat weer voor in al de zorgen
V an ons groote volksgezin
Ernstig door den Prins geholpen,
AVijdt ons Koninklijke Huis
Al zijn krachten aan ons welzijn
En dat van het Roode Kruis.
Ka een pracht-mobilisatie
Bleek ons volk voor alles klaar,
In de forten, aan de grenzen,
Eensgezind in het gevaar;
ledereen begreep zijn plichten,
ledereen heeft ze gedaan,
Jong en oud blijft ze volbrengen,
Met de Padvinders vooraan.
Wat door taaie, stalen hersons,
Jarenlang was uitgedacht,
Werd door taaie, stalen spieren
I Even wonderlijk volbracht:
Driemaal honderd duizend jongens,
Goed gewapend en gekleed,
Waren rustig en manhaftig
Voor hun zware taak gereed.
„Holland zal geen honger lijden!"
Heeft Minister Treub gezegd;
„Leve Treub en zijn confraters
Met hen maakt hij alles recht
Overvloed is er aan voedsel,
Overvloed aan vleescli en graan,
G-eeft nu geld om te betalen
En dan is de nood gedaan.
Troelstra en Partijgenooten,
Katholiek en Liberaal,
Anti-Revolutionnairen,
Zij aan zij nu, allemaal
Geen verdeeldheid, geen Partijen,
Allen even groot of klein,
De Partij, die allen kiezen,
Is nu: „Hollander te zijn!"
Nu zoovelen onzer mannen
Naar hun posten zijn gegaan.
Dient door hen, die achterblijven,
Even snel hun plicht gedaan;
Holland, steunt uw werkeloozen,
Duizenden zijn nu in nood;
Holland, steunt uw werkeloozen,
Duizenden zijn zonder brood 1
Ko Doncker wil nu met zijn Schimmen
spel rondgaan, we hebben een goochelaar
en nog veel meer. maar het geld is op. Zend
dus, menschen, voor het geheimzinnige co
mité tot verschaffen van ontspanning aan
de militairen van den omtrek, p. a. mr. Ti-
deman, 10,25,40,100,
net zooveel als ge wilt missen, we hebben
voor de komende 4 maanden 1000,
noodig.
Te Bloemendaal deelt een onzer lezers
lachend mede, wordt een collecte gehouden
voor het verschaffen van zwembroeken aan
de soldaten. „Dat is maar gekheid, een sol
daat hoeft zich niet te wasschen" (eigen
woorden van een militair uit den omtrek, die
echter bezig is van zijne zonden zich te
bekeeren). Jntusschen wordt met het ver
wennen der soldaten op de wijze van mei.
Fleischman ook veel ontstemming gewekt.
Wij stellen ons geen partij, want wij allen
laten ons op verschillende wijzen verwen
nen, maar er zit toch iets in, dat daar, waai
de regeering voor al het noodige goed heeit
gezorgd en op haast alle plaatsen is dit
zoo, deze inmenging van den burger in de
verzorging van den soldaat, als ze wordt
opgedrongen, een onaangenaam karakter
verkrijgt. We willen allen wat doen. maar
aan te bevelen is vooraf overleg te plegen
met een flink troepenofficier. Een kinder
achtig volk kan geen mannelijk leger voe
den.
UIT ANDERE GEMEENTEN.
Instituut voor muziek.
Het Instituut voor muziek, directeur Joh.
de Veer, verspreidt thans zijn leerplan met
opgave van schoolgelden. Verdere inlich
tingen zijn te bekomen aan het gebouw
Zijlstraat, hoek Ruychhaverstraat, te Haar
lem.
Hoefijzerverbond en Roode Kruis.
Bij het bestuur van het Hoefijzerverbond
kwam uit verschillende plaatsen reeds een
bedrag in van 6972,5614, ten behoeve van
het hoofdcomité van het Roode Kruis.
Museum van Kunstnijverheid.
In de rotonde van het museum van kunst
nijverheid te Haarlem, is thans tentoon
gesteld eene reeks reproductiën, betrek
king hebbend op de oude gebouwen van
Parijs, ook van de Parijsche monumenten
en van de daaraan verbonden ornemen-
tale en figurale beeldhouwwerken, waar
door men de verschillende tijdperken der
bouw- en beeldhouwkunst vanaf het Ro-
maansche tijdperk door de middeleeuwen
heen tot en met de Renaissance kan volgen.
Tevens werd eenigen tijd ter bezichtiging
gesteld een in hout gesneden groep, paard
met ruiter en twee volgelingen voorstel
lende, eene episode uit den boerenkrijg in
Zuid-Beieren.
Zondag is de toegang kosteloos.
VAN HIER tN DAAR.
r "Kroniek van den Arbeid.
Do ;rrooto «Netierlandsche vakcentrale, liet Ned.-
Vi rbor van Vakvereenigingen (N. V. V.) hield
onl; 'zijn? jaarvergadering. Uit de ope-
n rede van den voorzitter,, de heer J. Oiule-
g ,i. bleek dat het Verbond thans 90.000 leden
.it, wat -inds de vorige jaarvergadering een
toename van 'b> 000 leden beteekent.
Kr werd ter sprake gebracht de artikelen-
reeks van mr. Troelstra, waarin deze de conclusie
trok, dat ambtenaarsbonden, als Bond van Ned.
Onderwijzers en Bond van Rijksambtenaren niet
in het N. V. V. hooren.
Onder algemeene instemming betoogde de lieer
Oudegeest dat tegen persoonlijk optreden van voor
aanstaanden in de S. D. A. P., het Verbond zijn be
langen zal handhaven. Daarbij vond hij 't een on
gezonde toestand dat, waarde Tweede Kamer zoo'n
groot aantal arbeiders-afgevaardigden telt, daarbij
geen enkele was, uit de moderne vakbeweging
voortgekomen.
Verder werd besproken de wensclielijkheid van
eene rijksregeling van verzekering tegen werk
loosheid. Men was voor vrijwillige verzekering
met toeslag, als bij bet Gentsche stelsel.
Nog kwamen in bespreking de voorstellen van
minister Treub. betreffende ouderdomsvoorziening.
Waar het kamerlid Duijs op een der vergade
ringen voor staatspensioen had beweerd, dat, al
zoude de minister de socialistische amendementen
niet aanvaarden, de sociaal-democraten toch voor
de voorstellen-Treub zouden stemmen, was de
meerderheid van tegenovergestelde meening en
werd besloten met kracht te ijveren voor de so
ciaal-democratische amendementen en anders het
geheele ontwerp onaannemelijk te verklaren.
De diamantindustrie, welke nu reeds zoo langen
tijd een crisis doormaakt zooals er voordien nog
niet is geweest, behoort weer onder de eerste
slachtoffers van de economische depressie, welke
in geheel Europa is ingetreden, tengevolge van
oorlog en oorlogsgeruchten. Was reeds een groot
aintal van de leden van den A. N. D. B. werk
loos. en heel velen reeds zeer langen tijd, nu is
dat aantal weer met eenige honderden vermeer
derd, terwijl het daarbij zeker niet zal blijven.
Het bestuur van genoemden vakbond ziet de
toekomst dan ook zeer donker in. De uitgaven
overtreffen verreweg de inkomsten en dat deed
het bestuur naar middelen omzien om bet even
wicht te herstellen. Vermoedelijk zal dit uit-
loopen op vermindering der uitkeeringen, ter
wijl door aansluiting van den A. N. D. B. bij
het Gem. Werkloozenfonds de risico voor een groot
deel door de gemeente wordt gedragen.
A. H.
MUZIEK.
Orgelbespeling in de Groote of St.
Bavokerk, op Donderdag 13 Au
gustus 1914, des namiddags van
23 uur, door den heer Louis
Robert.
Als men door de tegenwoordig buiten
gewone straatdrukte onze Groote Kerk
binnenkomt, is de daar heerschende vredige
rust en koelte reeds een verademing. En
als dan „het orgel gaat spelen" (zooals dik
wijls gezegd wordt, alsof 't orgel actief en
de organist passief ware!), wordt men nam
een hooger gedachtensfeer opgeheven. Voor
mij was dit het meeste 't geval, bij de ver
tolking van de „Fantasia et Fuga" in c. kl.
terts, van J. S. Bach. Niettegenstaande de
weemoedige tint, die de toonsoort c. kl. 1.
eigen is, straalt ook door dit werk een hel
der klaar licht; een bewijs van Bach's inni
ge, waarachtige vroomheid en onovertroffen
logisch denken (volgens mijn opvatting).
Zeer eigenaardig was daarna het: „Choral-
Vorspiel und Fuga üb.er „O Traurigkeit, O
Herzeleid", van Joh. Brahms. Brahms peinst
en „griibelt" over die „Traurigkeit" en „Her
zeleid", Bach strijdt er tegen en verheft zich
er hoven uit; beiden uiten dat zeer duidelijk
en de karakters spreken er uit.
Hierop volgde een „Ave Maria" van Max
Reger, een modern werk, dat weei door
heel andere eigenschappen uitmunt, die ook
veel bekoring er aan geven van een bepaal
de soort, waar zich één wel en een ander
niet goed mee vereenigen kan.
Het slotnummer was een sonatina van
Sigfrid KargElert; van de drie deelen
(Allegro moderato, Ciacona, en Tripelfu-
ghetta), vond ik het laatste deel 't merk
waardigste. Jammer, dat toch niet veel
meer menschen gaan luisteren naar de or
gelbespelingen; juist voor muzikalen en in-
tellectueelen is er zooveel van te leeren.
(behalve nog het kunstgenot), waarom Ko
men die zoo weinig?
Dezer dagen las ik in de Nieuwe Rot-
terd. Courant" een feuilleton, getiteld: Be
wustzijnsverenging, waarmee ik 't over 't
geheel zeer eens ben. Een gedeelte wil ik
daaruit onder de aandacht der lezeressen en
lezers van „Bloemendaalsch Weekblad"
brengen, omdat er verband bestaat met het
geen ik hierboven schreef, n.l.„Laten de
Nederlandsche intellectueelen en Kunste
naars zich dezer dagen tot het uiterste in
spannen om het beste te geven en te schep
pen. Laten zij beproeven het oor en het
oog van het publiek tot zich te trekken.
Zeg niet: er is geen belangstelling voor
ons woord. Pak aan en schep die belang
stelling." Schrijver van dit stuk is de
heer R. Casimir. Mij dunkt, dat wan
neer er één Haarlemsch kunstenaar is, die
zich ingespannen heeft en het beste gaf,
wat 't oor van 't publiek maar wenschen
kan, dan is 't de organist, die het orgel
der Groote Kerk bespeelt. Welnu, laat het
publiek dan ook die belangstelling toonen,
die toch werkelijk zoo ruimschoots verdiend
is en laat men bedenken, dat een kunstenaar
zijn gaven geeft aan levende menschen.
wier oor (of oog) ontvankelijk is voor hoo-
gere en betere indrukken dan het dikwijls
neerdrukkende realisme onzer dagen. Bo
ven het realisme is het idealisme, waarvan
licht en kracht moet uitstralen op anderen,
die dat Idealisme missen of weinig kennen.
(Men verwarre dit niet met illusies of
utopie). I
v/h „De la Station",
Stationsplein, HAARLEM.
Eenig adres
voor het geven van Diners en Banquets de
Noces, en het houden van Vergaderingen.
Orgelbespeling in de Groote of Sint
Bavokerk, op Donderdag 20 Au
gustus 1914, des namiddags van
23 uur, door den heer Louis
Robert.
Gelukkig dat er in dezen tijd toch nog
menschen zijn, die trots de omstandigheden
en invloeden in evenwicht blijven en
door hun geestesgaven ook anderen tot
oogenblikken van hooger geestelijk leven
opheffen. Eén van die harmonische men
schen is in de eerste plaats de heer Louis
Robert, die telkenmale weer bewijst dat
het werkelijk-geestelijke of geestelijk-wer
kelijke hoven het natuurlijke en zielige uit
is. Ditmaal werd eerst een Praeludium et
Fuga in D. gr. t. van J. S. Bach uitgevoerd,
waarbij de heldere glans van de toonsoort
D. gr. t., de groote kracht en macht dezer
schepping grooten, diepen indruk maakten.
De hieropvolgende sonate op. 17 van M.
H. van 't Kruys (bestaande uit drie deeicn,
n.l. .1 Allegro, II. Intermezzo quasi fanta
sia, III. Allegro maestoso) was wel heel
verschillend, maar toch ook op een andere
manier indrukwekkend. Het is goed als er
van landgenooten ook werken uitgevoerd
worden en deze sonate is zeker een belang
rijk werk van een Nederlander der 2e helft
der 19e eeuw. Merkwaardig is altijd het
verschil bij de Fransche muziek, dat weer
duidelijk uitkwam bij de „Bénédiction nup
tiale" van Th. Dubois, en bij de „Prélude,
Thème, Variations et Final" van Alex. Guil-
mant, was weer de groote klankverschei
denheid van het orgel opvallend, en dan is
t goed te bedenken, dat de „registreer-
kunst" een belangrijke factor is, die na
tuurlijk veel bijdraagt tot den indruk van
t geheel. En die indruk is van alle wer
ken (in hun soort) een onverdeeld gunsti
ge, dank zij de veelzijdigheid van den
organist.
Als ik de orgelbespelingen hoor, moet ik
denken aan het boek, dat ik reeds meer
noemde, van Thibaut: „Ueber Reinheit der
Tonkunst". Het zou zeer wensehelijk zijn,
dat die werken, die uitingen zijn van reine
gedachten, bij iedereen weerklank vonden:
want evenzeer als reine muziek goede en
hoogere gedachten in harmonie met het
beste en hoogste opwekt in den mensch,
evenzeer is er een onreine, prikkelmuziek,
die juist het tegendeel uitwerkt. Hebben alle
hoorders nu de gave om te onderscheiden
wat zij hooren Laten dan degenen die
onze concertzc/en bezoeken, zichzelf eens
de vraag stellen, welke muziek zij 't meest
bewonderen en toejuichen en dan in ver
band daarmee denken aan de Reinheid der
Toonkunst". Men zal dan ook bemerken
hoezeer het natuurlijke en zielige in de
concertzalen overheerscht bij uitvoerenden
evenals bij hoorenden; het werkelijk gees
telijke of geestelijk-werkelijke is uitzonde
ring. want de hoogte der „Idealiteit" be
reiken slechts zeer, zeer weinigen, ook in
de Toonkunstwereld.
- n
4) (Vervolg1).
De geschiedenis der
m e n s c h h e i d.
Zin van die geschiedenis I is clan
de kweeking van den waren
mensch, van don mensch, die in
steeds meerderen leeft en in wien aller
lei groote vermogens zijn actief ge
worden. Het is de natuur zelf, clie,
gelijk overal elders, ook hier kiezend
werkt: zwakke, niet-leven-svatbare indi
viduen worden uitgezift, wat o'p phy-
sieken grond niet kan voortbestaan, be
staat clan ook niet voort. Maar twee
erlei moet hier worden opgemerktdat,
ten eerste, iemand zwakke longen kan
hebben en tevens rijk begaafd kan zijn
naai den geest, reden waarom hij gespiaar
moet worden, en wat de natuur niet
doet en kan, doet en kan de mensch
Houdt den zwakke in het leven, om
dat hij trots z'n zwakte cultuuhbevorde-
rend werkt: En ten tweede, de mensch
voorkomt de toch altijd hardhandige
schifting, die de natuur oefent, ijoprdat
hij de verslechtering van het ras vóór
komt hij doet dit door z'n hygiëne,
waardoor het gezondheidspèil" rijst en
wat tot nog toé té zeer' verzuimd is
—door een meer oordeelkundige rege
ling van het huwelijk. Eerst als wij zul
len zijn doordrongen van de waarheid,
die in z'n „Man and Superman" Bernard
Shaw ons heeft herinnerd, dat n.l. eroti
sche romantiek met de Voortplanting
niets te maken heeft, eerst, dan is er
kans cla.t wij het menschelijk ras ver
edelen, zooals wij dat nu reeds doen met
kippen en met honden, eerst dan is mo-
gelbk een Vooruitgang, die tot nog toe
enkel door de besten is gedroomd. Na.-
tuurlijk is een dergelijke huwelijksmoraal
alleen denkbaar in 'een gemeenschap, die
niet, als de onze, gebouwd is op de
lengen. Kapitalisme en clericalisme zul
len er 's voorshands wel voor zorgen