ALGEMEEN] WEEKBLAD IJS 1 Corsett I schenk Kruisweg 35 ZOOI* N SANTÉ,, Glas en Aardew ielgoederen. „de Sierka. POORT. HEINt RLEIHI. :he straatweg 6' ion 1004. Jaargang. No. 51 M tend naar ma a. v. <1. BH WK. Cnir!) KEIZERSGRACHT 717, IAM. - ELKEN VRIJDAGi IN „HOTEL CEJS- - LANGE POT EI .AG. i! Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie: Gedempte Oude Gracht 63. Telephoon 141. HAARLEM. iversierint e"^ genieten ruim rat UTSTRAAT Kt" ZIE ETALAGE p Uwe Hoogst hygiënisd |duljit weekblad is tijdelijk opgenomen j,£T MIDDEN", waarvan de eerste afzon derlijks reeks is afgesloten met No. 34 pi 24 Januari l.l. ZATERDAG 19 DECEMBER 1914 li. «C't nicj. üel Sti" Ei hoe; IT1-' Bloemendaolscfi Weekblad. BELEEFL 0QT VEEL IEL IV"^* AAN VO «i- <ritiek (zwijgende dus). -Last)1 oem ik den zang van melvrfij C. de Clercq van Week' - tliel de twee liederen van HWHij bijval oogstte; bovenal1"^1 ikte. Het „Wilhelmus va* 1 door 't publiek staandèt 'e laatsgebrek werd het ursus Aesthetica" tot A n| ?r verschoven. Prijs per halfjaar fl.®" bij vooruitbe taling. Prijs pei nummer fO.10 A<1 vertent iën 10 cents per regel bij herhaalde plaatsing korting. .ti ,11 I keurige sotteenng leidenjfód aardige ÏN. e| bij EN - - nummer bestaat uit 4 bladzijden. jAN onze inteekenaars. ,„|rWie uwer, getroffen door een of ander stuK in ons blad, dat ZEin Kennissen of vrienden ter lezing wil toezenden, Kan op aan= {sage steeds Kosteloos een -de exemplaar van dat ge= chte nummer van ons ont= ,en. Een prijsvraag. godgeleerd genootschap van Tey- tichting heeft als nieuwe prijsvraag chreven, de vraag naar eene beschrij- van de Roomsch-katholieke moraal- igie in hare kenmerkende trekken en zing van het verband, waarin zij t het Roomsch-katholieke geloofs- in zijn geheel. prijsvraag is zeer belangrijk, ook ege de actualiteit van het onder- niet het minst in ons land. Op een plaats in dit nummer is gewezen dating van prof. Van Struycken, lid n Raad van Staten, dat de r.-k. zou zijn eene internationale rechls- enschap, de grootste die hem bekend ;t is onzen lezers ook bekend, dat iddeneeuwsch kerkelijk vastgesteld dat historisch een der overgangs lij is van het klassieke romeinsch naar het recht van den nieuweren t het z.g. kanonniek recht van wege „kerk herzien en opnieuw in boeken engevat, met de bedoeling het ge- ereldlijk recht van de staten, waar- olieken wonen allengs met dit ka- 'eke recht te drenken. Dat Roomsch- ke recht houdt ten nauwste verband K r.-k. moraal-theologie, met de gods- ige zedeleer of godgeleerde zedekun- vaarin o. a. de bekende pater Gury uitgemunt. Gury plaatst aan het '■an zijn Theologia moralis het motto us Gregorius den GrooteArs artium imen anitnarum (zoowel te vertalen e kunst bij uitnemendheid is de zie- leiden als met: de kunst bij uitne- eid is de geesten te overheerschen). 4svraag raakt dus een der thans le zij het ook repristineerende -bewegingen in het hart. en door rnieuwde streven onder den nieu- paus naar wereldlijke en politieke voor de r.-k. geestelijkheid is de .grijkheid van het onderwerp ook oractisch oogpunt niet gering, in .zonder in verband met de plaats die .-k. priester in het kerkelijke stelsel in- ht. Wij vermoeden dat in de eerste its niet-roomsch-katholieken zich tot de itwoording der prijsvraag zullen aan- okken gevoelen, wij hopen dat tot hen np.ort dr. J. Grondijs, die op dit gebied •sporen heeft verdiend. 'eten onze lezers wel. dat dr. Grondijs ogscorrespondent is, althans geweest is |f. een onzer groote bladen? Hij was .aar, maar het oorlogsveld trok hem chtig aan; hij is de schrijver van: n Nederlander in geteisterd België, voorwoord van L. Simons (uitgave i de Mij. voor goede en goedkoope .tuur. \2Vi ct.); eigenaardige speling van t lot: dezelfde man die als leeraar aan der Brabantsche openbare scholen last dervond van de r. geestelijkheid, omdat de jongens opmerkzaam maakte op de r van Darwin, en die zijne blijkbaar earvan onkundige bedillers toen kon ver azen naar eene pauselijke opheffing van •t verbod om die leer te onderrichten, eft in België met eigen levensgevaar twee -k. professoren uit Duitsche gevangen- hap kunnen bevrijden, een stukje werk, aarmede hij de dankbaarheid van elk 'ijk verdraagzaam Nederlander heeft verdiend.' Zulk een man aan zulk een prijs vraag, ziedaar eene gedachte om voor te knielen. Wij ontvangen de volgende astig burger, s verleenen. •isteller, scher, mijn naam ik wil die welke bekend is als in d, niet genoemd ers, die zoo velen hers vriendschap en voorthielpen, drukken over het en daarom is het Glimlachen van een r waaraan \\e gaarne plaat Mijnheer de Hoofcli Ik ben een Neder-Duit duidt dit reeds aan; maa: in Vlaanderen evengoed Nederland en Duitse? ai hebben. Alleen om uwe ie mijner mede Neder-Di; 'se peli.ik tegemoet kwam n iets te geven van mijn ii Ncderlandsche leven, le mij te doen. Ik lees Nederlandse bladen. Wel jèrje, wat zijn ze Nederla lsch, flegmatiek, en toch veelzijdig, nadei end en degelijk! Je wordt er koud van. U :ou wel eens een Ne- derlandsehe optocht illen zien. Wat zal die ordelijk zijn. vóór dies bedaard. In die bladen lees ik telke het woord „gods vrede". Wat is dat toch voor een bedaard iets? Ik begrijp dat u n gewone tijden hier elkander bravelijk p ikhaart. Clericalen, anti-clericalen, bourgeois en arbeiders, open deur- en toedeur- of 1-menschen, ge moet elkaar (in gewone tijden) geweldig haten en bepraten en beruzieën; want wilt ge het eventjes la en, dan noemt ge dit godsvrede. Dat beduid iets heel bizonders, of praat ge alleen n aar over .odsvrede, omdat het gewoonlijk hij u in 't land een duivelsoor- log is Ik oop dat de Duitschers ook niet bij u de hei haling vai den duivelsoorlog in de toekomst onmogelijk maken, door met een echten nienschen-oorlog te komen, ook dat de Fravsoos, als hij het wint, maar ver van u biijve, want vriendelijk is die u ook niet gezind. Maar luist r. Allerlei Nederlandsche kop stukken leerde ik kennen en wat blijkt nu Dat gij met iw godsvrede heelemaal niet uitkomt. Ge komt er zelfs niet in een voor portaaltje n ede van een klein hemeltje! Mijn hemel oep ik tot getuige. Gemeenlijk breng ik de helft van mijn dag aan leestafels door; ik zie katholieke (gij zegt. geloof ik, roomsche), ik zie pro- testantsche (gij zegt. geloof ik, anti-revo- lutionnaire), ik zie sociale bladen (die gij socialistische noemt), maar wat zie ik nog meer? Ik zie, dat daarin allerlei mijnen worden gelegd, loopgraven gegraven, gewe ren geladen, baanpalen omgelegd en druk- punten genomen. Hoor mij maar eens aan! Een katholieke professor, die tegelijkertijd in uw Raad van Staten zit, noemt de ka tholieke kerk: de grootste internationale rec/ifs-gemeenschap. Wat nu? Een rechts gemeenschap is staat, en staat is wereldlijk of burgerlijk, maar niet kerkelijk. Gaat dat nu zoo maar bij u, dat een kerk zich onop gemerkt aandient als een staat in den staat, neen, sterker, als een internationale staat boven uwen staat? En ik lees wat u noemt: driestarren. Dat moet een type zijn, die dr. Kuyper, die ze schrijft! Zoo iets als Woeste in België was: jè man en toch weer juist niét ie man; wat heeft België aan Woeste anders be leefd dan z'n ondergang Eerst neemt die Nederlandsche Woeste uwe voortreffelijke regeering de kroon van 't hoofd: een bui tenkansje noemde hij 't voor haar uw re geering te zijn. Alsofmaar laat ik er niet op doorgaan, 't is te griezelig, de man, die in zoo ernstigen tijd op voordeeltjes bedacht is. En toen is ie gaan spelen op andere orgels van Nederlandsche politiek. Invoerrechten, uitvoerrechten, tolrechten, dichte deur-politiek, wel dorie daar komt hij nu mee aan, en dat terwijl naar ik hoor in 1913 uwe kiezers zoo duidelijk zich tegen dergelijke politiek hebben verklaard! En dan de sociale kranten! Ik wist niet. dat uw arbeiders in hun eigen kranten zoo verlekkerd werden gemaakt op verwijfd heid en tegelijkertijd toch weer op oproer. Mijnheer Mendels, een van uwe Kamerle den, heeft beproefd, een heelen omkeer te brengen in het gewone recht op het stuk van huur, en wat schreef ..Het Volk"? Men moest maar goed weten wat men deed of niet deed, want anders zouden de arbei ders zich zelf moeten helpen. Is dat op roer preeken of niet En dan over die jon gens die zoo lang moeten marcheeren, en I niet op rozen slapen, en die luitenants die niet met hun kepi in de hand voor de troep staan, met de vraag of de heeren allevel zoo goed zouden willen wezen om bijvoor beeld als 't juist schikte, links op te mar cheeren. Zoo nu en dan lijkt het blad „Het Volk" een groote klachtenbus v.oor ouwe juffrouwen en menschen in den vorm van schoothondjes. Mag dat allemaal maar zoo bij u? En dan die merkwaardige agitatie van een of twee dagen over de leening van 275 millioen, tegen de regeering, waarvan iedereen in uw land om strijd riep: ze heeft het land gered. Ineens had ze haar eigen vrienden tegen. Toen ik pas in Nederland kwam, heb ik gedacht: het is 't mooiste land van de we reld, want de menschen kunnen er met elkaar over weg. Ben ik bedrogen, mijn heer de Hoofdopsteller? Dan adieu vreugde in uw midden, weg met de hoop dat Ne derland zou blijken de bewaarcel van waar heid, recht, eendracht, volksmacht, op West-Europeeschen bodem temidden van de zieke plekken in het groote weefsel! Och, laat mij u smeeken, beproeft niet steeds weer opnieuw elkaar, maar beproef het eens mèt elkaar. België heeft z'n meesten strijd gebotvierd. „l'Union fait la force" was er de wapenleus, maar in de feiten daar een leugen, immers ieder zocht er kracht uit verdeeldheid; en nu? Van de gedeeldheid is gekomen de versplintering en heer Woeste mag met een triomfantelijke oude-heeren-stap door Brussel gaan, hij gaat over den akker zijner daden als over een kerkhof, waarin de lijken liggen van tienduizenden van zijne medeburgers. De Leuvensche clericalen hebben zwaar ge werkt om België te maken tot een nieuw bolwerk van den internationalen rechtstaat, en nu? Tusschen verschroeide muren lig gen tot pulver vergaan de boeken en brie ven. waarin zij dat leerden en schreven. De Gentsche socialen, ze hebben gezwoegd vpor algemeen kiesrecht en tegen den pastoor, ze hebben hunne medeburgers die Fransch spraken gehaat en de Franskiljons heb ben de Vlaamschen in onderwijs en in nering genekt en op den kop getreden. En nu Ze ontmoeten elkander op de propvolle boot, die ze met vrouw en kinderen, naar Enge land brengt; samen eten ze een schamel gastvrijheidbrood hier en ginder. Wat is er over van het Belgische volk! Zoo waar daar zijn lessen te putten over en uit dezen oorlog. Moge deze oorlog nog langer tel kens zoo dichtbij u komen, dat hij zijne lessen u toeschreeuwt, want ik zie, ik hoor. ik lees "t,: gij, Hollanders en Friezen en Zeeuwen en andere Nederlandsche landslui zijt hardleersch! Gij hebt de wederzijdsche liefde niet, of voor zoover gij ze hebt, steekt gij ze dood, door Door aan politiek te doen, in dezen tijd. Bah. .R B. De Moraal van het Christendom. De mensch'Iijkheid verbiedt zijn naasten te ver- [moorden, Van welke kleur hij zij, of welk geloofsbestaan. Van 't Oosten naar het West, van 't Zuiden [naar het Noorden Zegt dit ons 't Hoog Verbod; doch wordt het [thans verstaan? Hoe treurig dat men dit der Menschheid nog [moet vragen, Nu juist de Wetenschap het aardrijk zoo verlicht En 't Menschdom kerkwaarts stroomt, om zijn [gemoed te schragen In ootmoed en gebed; wijl 't oog tot God zich [richt. En toch maar immer door, hoortmen van [gruwzaam doodeu En voert men krijg op krijg met wreedheidvol (gemoed. Ja 't schijnt, of 't edele den Christen is ont- [vloden Daar zelfs de Christenmensch ook dorst naar ['s broeders hloed. Want ziet, op 't schoon Euroop, dat als de [Zon heur stralen, Zijn Kunst en Wetenschap naar heel het aardrijk [zond, Wierp hij den strijdakst neer, verpest er berg en En t bloed van duizenden doorweekt zijn kost- [b'ren grond. Hij sticht een Vrede-Hof, waar 't Heilig Recht tr d [moet troonen tn Baatzuchts willekeur haar invloed slaken zap Maar ach, wat parodie! Hij blijft het onrecht [Ioonen En eeri die Vierschaar niet, maar wel het krijgs- [geschal. Helaas! de Vredestoon, in zooveel vreugd ge- Dic als bazuingeschal, ons in de ooren droi'io-, Had nog geen kracht genoeg, de oorlogsstem [te smoren, 1 zu,k een reuzenwerk hleek hij nog veel [te jong Neen, neen, de Vredesduif kan nog haar nest \vr [niet houwen; Want waar ze het oog ook wendt, ontmoet ze En waar ze ook maar slechts een Tustplaats n„, [meent te aanschouwen, ai is t een doornenveld, van sneeuw en rots- [puin grijs. Dus zaait de Ch-ristenmacht, die 's Heeren woord Met Kruis oï Bijbel gaat en kerk éi^Qodshuis Is dit dan Uw moraal en komt ge wreedheid Op 't arg'loos vroom gemoed, da/Pvoo§r zijn [Godheid zwicht? Mij dacht gij zocht het hart door 't etisch vuur Ontsproten uit de bron der naastenliefde-leer Naar s Christus woord ons meldt, door Heup [a]s M e n s c'h, geouterd, In Zijn verheev'tie reen bij Sions bergenhèir. O, vorsten dezer aard, aan 't hoofd der Chris- Gij die Uw rijk bestuurt naar: „B i/d e o'r a't'i e Put int deez' leer Uw kracht en zijt haar trouwe Dan bouwt O' Uw troon eerst vast, aïfop^der [eeuwen rots. En zal de onderdaan U op de handen dragen macht, die hem recreeren wil' Met hefde en beleid, en land en volk" wil schra- Naar 't wijs bestel van God, maar niet "aar I's menschen gril. J. L. KINGMA. Bloemendaal, Nov. 1914. PLAATSELIJK NIEUWS. Speenhoff-avond. Zooals natuurlijk door een iedereen wel was verwacht, vond het optreden der ge- noegelijke Speenhoven, een ontzaglijken bij val in Bloemendaal. Zooals wij wel wisten dat het loopen zou, zoo is het geloopen ook. e opkomst was zeer grpot, de aandacht reusachtig, de stemming geestdriftig. Hij was dan ook weer uitmuntend. En zij was uitmuntend. Wat zooveel zeggen wil als dat beiden uitmuntend waren. Alles was uitmuntend. De opbrengst voor het comité tot ontspanning voor militairen ook. En het lag ook in de bedoeling van het comité, deze zoo uitmuntend te doen zijn. Speenhoff is goed, bovenstebest, hij is Speenhoff, in èen woord. En dat zegt alles. In weinig woorden, met een variatie op een grooten dichter kon het heeten: Geen woord is zoo'n lof, Als uw naam, o, Speenhoff. De aandachtige lezer zal opmerken dat dit wel degelijk rijmt, als men den klemtoon op den Iaatsten lettergreep van den naam legt: wij leggen gaarne den klemtoon op den geheelen naam en op die zijner echt- genoote, 'en op hun beider uitnemende kun- stenaars-hoedanigheden. In èen woord, of, beter; in drié woorden: Lang zullen ze leven! De lezingen van dr. Bier ens de Haan. Gelijk wij onlangs mededeelden, zal dr. Biei ens de Haan wederom een reeks lezin gen te Bloemendaal in ..Welgelegen" hou den, en wel over Plato's Wijsbegeerte. Zie hier de inhoud dezer lezingen: Eerste lezing: De Ideeënleer. (Heeft de wereld redelijke grondslagen? Wezen en verschijning. De idee als wereldgrond.) Tweede lezing: Ontdekking van des menschen redelijke en zedelijke natuur (waarneming en denken; het aangename en het goede). Derde lezing: De Gerechtigheid voor

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1914 | | pagina 1