Dames!
Corsetten
STEEDS MEER
uitsluitend naar maat.
ij/tentoonstelling.
seds een paar malen mel-
an de pogingen der afdee-
idaal, Haarlem en Heem-
volksbond tegen drankmis-
itairen van alle corpsen en
ende tot het bezettingsleger
ten voor zoover betreft de
laarlem, in hun vrijen tijd
schaffen. De bedoeling was
toonstelling te houden van
ilitairen, die zich voor deel-
:en militairen huisvlijt-wed-
angemeld.
iren hebben lust getoond om
hand en oog bezigheid te
illing wordt heden en mor
ion" gehouden.
van Kunstnijverheid.
/an kunstnijverheid te Haar-
rende de maand Januari be-
belangstellenden. Uit de aan
erbonden boekerij werden
plaatwerken naar verschil-
van ons land verzonden,
museum verbonden school
ri bezocht door 230 manne-
ilijke leerlingen.
van het museum van kunst-
anstaanden Zondag tentoon-
le verzameling plaatwerken
bende op de Duitsche beeld-
verschillende tijdperken,
toegang kosteloos.
ipeling in de Groote Kerk.
anderdag 21 Januari 1915
len heer Louis Robert,
len geregeld de orgelcon-
den met mij zich verheugen
dat de werkelijk belangrijke
en meermalen worden uitge
al meldde het programma:
et Fuga in g. kl. t. van J. S.
:hoord); 2. „Concert in D. gr.
Haendel (10 Sept. gehoord):
van César Franck (3 Sept.)
e Lune" van Sigfrid Karg—
gehoord), en ten slotte 5.
i C. F. Hendriks Jr.. die mij
nd klonk, maar daarom niet
;rijk om te hooren, want in
of Caprice) heeft een com-
degenheid zijn phantasie te
:n met de registratie ook veel
geven; wat hier zeer sterk
Heel merkwaardig is ook
lit het verschil tusschen de
„nieuwe" tijd, daar Bacil en
„groot" en „machtig" zijn
erheicl, helderheid en zelfbe
-■speling in de Groote Kerk.
inderdag 28 Januari 1915, door
leer Louis Robert,
erlijke „Fantasie et Fuga" in
S. Bach, begon deze orgei-
deze herhaling was mij zeer
Augustus gehoord), door het
daarin verklankt. De hier-
Eerste Sonate" van F. Men-
rtholdy was een zeer harmo-
rgang-en-welluidend-vloeiend-
't laatste deel „Allegro assai
le slotstijging, naar het geheel
karakter van de Fransche
Alex. Guilmant „Communion
oelvol en van César Franck
ino" zoo geheel Franck
moedig (30 Juli o,ok ge-
t besluit „Tonstück n". 1" van
de, lieflijk en frisch. zangerig
ite. „Voor alle smaken iets
zeker bijdraagt tot de belang
de orgelbespelingen trots
mstandigheden en koude in de
celen blijven wekken.
„Josua"-uitvoering, door de
Bratorium-Vereeniging, onder
Joh. Schoonderbeek, zal men
de „Dagbladen" gelezen hell
er ditmaal geen kritiek in
ndaalsch Weekblad" komt over
ng. Over alle uitvoeringen kan
derlijkste oordeelen vernemen,
ratorium-uitvoeringen toch wel
lerlijkste en gewoonlijk van de-
f nooit vocaal- of instrumentaal
gewerkt en dus oordeelen na
maal hooren. En toch is 't mee-
tdk een groot geheel zoo leer-
ijls ook heilzaam, voornamelijk
dan persoonlijke opvattingen
ieligheid.ies moet verloochenen
n iets hoogers en grooters. Bü
.un-uitvoering zwijgen zelfs tij-
schappelijke en godsdienstige
en om samen te werken tot
isch geheel. Ook hebben de uit-
ich te voegen naar elkaar, naar
n dirigent en componist, in 't
Fkpi'
dc
ïnuzik
rakterv
Ike
Irtz
HlintlU
Tik
ert men: onzelfzuchtigheid; behalve
ale kennis-vermeerdering, kan 't op
„lw conning van invloed zijn, 't geeft
rheii: in 't notentreffen, 't maakt maat-
men leert het publiek in de eon-
I „van een ander standpunt" be
en! Dit laatste :s op een uitvoering
actorbedenkt men dat wel?
niet, opdat gij
brdcelt
Haarlemsche Bachvereeniging. Vijfde
concert op Dinsdag 9 Februari
1915. 8 uur; het Residentie-orkest,
onder leiding van den heer mr.
Henri Viotta, eerelid der H. B. V.
Soliste: mevr. Birgit Engell, zange
res uit Berlijn.
J'twas toch wel heerlijk om die „Symphonie
Bathétiquc opus 74 n". 6" van P. Tschai-
ttwsky. nog weer eens te hooren; elk der
|er deelen heeft zijn eigenaardige schoon
heden en een boeiend werk blijft het zeker
Jegens de instrumentatie, karaktervolle
Totieven en rhythmische bizonderheden.
Xat dit laatste betreft is 't tweede deel
■Allegro con grazia" in 5/« wel heel merk
waardig (die samenvoeging van 2 3 is
Ingewooii en geeft aan dat deel een afzon-
Éérlijke bekoring) en in deel III is de marsch
Krachtig en pittig. In 't geheel is veel af
wisseling en leven, waaruit een zekere „op-
Rndm- ..Berausch'ung") klinkt.
Wegens de zeer groote tegenstelling deed
le l rt-Aria Es dur van Mozart voor
[je dragen door mevrouw Birgit Engell met
Ikest begeleiding en obligaat-klavier
Jee! merkwaardig. Hier was nu alles licht
Ketherisch en fijn-doorzichtig. De stem de
fer ingeres leende zich bij uitstek voor
leze aria en na de pauze ook voor de lie
deren van G. Mahler en R. Strauss. Geen
Konder dan ook dat haar voordracht veel
biivond. De „obligate klavier" klonk in
|dt aria van Mozart zeer goed. N°. 4 was
"een ..noviteit" voor ons, n.l. de Koninginne-
fiars :h (eigenlijk Fantasie voor orkest) van
on Brucken Fock, door den componist
Ikeli gedirigeerd. Deze ontving een lau-
i rans en liet het orkest deelen in de toe-
Bichingen.
Over de „praestaties" van het Residentie-
Iprk s en de leiding van mr. H. Viotta. meld
lik 'een. dat deze avond mij „buitenge-
|\v lieeft doen genieten.
j-i'
Alexander Schmuller.
g groote bijval met een vorig concert
|kg r,verven, noopte den heer Alexander
fcchm.iiler, op Vrijdag 19 Februari a.s. een
■tweede concert te Haarlem te geven, met
Ired.-werking van den heer Julius Rönt-
j|ge: piano. Dit concert zal een Bach- en
[Beethoven-avond worden.
TOONEEL.
Pygmalion.
Dinsdag 16 Februari komt de Koninklijke
[Vereeniging „Het Ned. Tooneel" met
Ipluiv s merkwaardige stuk „Pygmalion".
IUit de dagbladen zullen onze lezers zonder
tv ijfel voldoende over deze opvoering heb
ben vernomen, om zelf Dinsdagavond eens
|te gaan kijken. Maar hun, die nog niet vol-
Idoende overtuigd zijn van het merkwaar-
Jdige van dit stuk, raden wij gaarne een
gang naar den schouwburg aan. Zij zullen
Izicb niet beklagen.
In den schouwburg Jansweg, geeft het
■„Opera-solisten-ensemble" Zondag a.s. een
I buitengewoon vocaal en instrumentaal con-
eert. De concerten van deze groep solis
ten worden in de pers zeer geroemd.
Rotterdamsch Tooneelleven. „De
Laatste Kus."
Als er in dit tooneelspel van Biro niét
i zooveel onwaarschijnlijks, onaannemelijks
I en onhandigs was, als de schrijver beter de
techniek had verstaan, minder noodeloos
uitvoerig was geweest, minder in herhalin
gen was gevallen, als, om het kort te zeg-
gen, de kern, de gróóte scène in het tweede
bedrijf in een degelijker en fraaier omhul-
sel ware gestoken, dan zou „De Laatste
Kus" een beslist belangrijk stuk zijn ge-
I w eest.
Belangrijk om de waarheid, het échte in
den man en de vrouw, die hij in dit too
neelspel tot elkander brengt: den man, een
kantoormensch, die op één dag zijn vader
lijk erfdeel wil vergooien voor het besef,
een beroemdheid der demi-monde de zijne
te hebben geweten voor één enkele maal;
de vrouw, koopwaar, die zich door haar
geven, wreekt op den minnaar.
Uit beider, deels ziekelijke, overspan
nen, on-edele intenties, ontbloeit dan in het
tw eede bedrijf het ware en échte, een zui
vere liefde, die tot het hoogst en reinst
geluk voert.
Daarna
De vrouw is practised en keert den vol
genden dag met haar hertogelijken min
naar naar Parijs terug; de man maakt zich
niet van kant. zooals hij dreigde en be
loofde. en trekt mét zijn kantoorjasje ook
het oude leven-van-elken-dag weer aan.
Met al liet onbevredigende, het gebrek
kige in den bouw, heeft dit stuk toch sterk
geïnteresseerd, ook om de opvoering.
Er is een uiterst-geslaagd type in, een
vcrloopen baron, door Nico de Jong in
prijzenswaardigen eenvoud, uitnemend in
getoomd gespeeld.
De schetsmatig gebleven rol van den
minnaar gaf den Belg Verstraete gelegen
heid. in een ander emplooi te bewijzen,
wat hij kan. Hij miste echter het noodwen-
dig-aristocratisehe in zijn uitbeelding.
Het echtpaar Chrispijn—Mulder gaf den
man en de vrouw.
Louis Chrispijn moet er voor oppassen in
serieus werk noch sentimenteel te worden,
noch de andere zijde van zijn aanleg, de
komische, gelegenheid te geven zich te on
gelegener tijd te manifesteeren.
Mevrouw Chrispijn—Mulder zeide uitne
mend, er was warmte, innerlijkheid en dra
matische kracht in haar spel; niet het be-
tooverende, ziel en zinnen overweldigende
eener courtisane.
Rotterdam. P. J. Blok.
Speenhoff jubileert.
Zooals velen onzer lezers zullen weten,
herdenkt Speenhoff heden den dag, waarop
hij vóór 12 K> jaar zijn tooneelloopbaan
begon. Vanavond zal in den grooten
schouwburg te Rotterdam een feestvoor-
stelling met medewerking van Speenhoff
zeiven, worden gegeven.
Het was in het voorjaar van 1902, dat de
befaamde dichter-zanger J. H. Speenhoff
voor de eerste maal optrad. Eenige leden
van een tooneelgezelschap hadden zich des
tijds vereenigd tot het geven van voorstel
lingen, waar liedjes gezongen, verzen ge
zegd, alleen- en tweespraken gehouden en
stukjes in één bedrijf gespeeld zouden wor
den. Zij noodigden den in den lande reeds
als teekenaar en schrijver welbekenden
Speenhoff uit, zijn medewerking te verlee-
nen.
Speenhoff aarzelde. Nooit tevoren had
hij zijn liedjes elders gezongen dan in ver-
trouwelijken vriendenkring. En hij voelde
zich veel beter thuis in zijn werkkamer,
vóór zijn schrijf- of teekentafel of zijn
schildersezel, dan op een tooneel.
Maar vrienden hielden aan en Speenhoff
liet zich bepraten. „Niets op z'n gemak",
zooals hij in het eerste liedje mededeelde,
stond hij „in z'n beste pak" en zong. De
toehoorders waren slechts weinig in aantal
niet velen toch hadden geweten, dat hier
iets bizonders geboden zou worden. Doch
wie hem die eerste maal hoorden, geraak
ten in geestdrift, .,'t Is anders", vertelden
zij rond. Vanaf dat oogenblik was Speen
hoff. waar hij optrad, de bijval van een
groot en trouw publiek verzekerd.
Twaalf-en-een half jaar zijn sedert voor
bijgegaan. Speenhoff heeft menig „beste
pak" op het tooneel versleten en is er zich
„op z'n' gemak'" gaan voelen. Meer dan
4000 maal trad hij op. bezocht bijna alle
plaatsen en plaatsjes in het vaderland om
er zijn liedjes te zingen en heeft een popu
lariteit verworven, die berust op fijn begrip
en zuiver gevoel van wat omgaat in geest
en gemoed van ons Nederlandsch volk.
LETTEREN EN KUNST.
Piet van Wijngaerdi.
In den kunsthandel Van Gogh, Rokin 115.
Amsterdam, wordt een tentoonstelling ge
houden van landschapstudies en schilderijen
van Piet van Wijngaerdt. Deze tentoon
stelling, van 1127 Februari opengesteld,
is een bezoek overwaard.
art. 5. j°. 46 der Woningwet het getimmerte
doen afbreken. A. had de gemeente Velsen
en den. Staat gedagvaard om den ouden
toestand te herstellen en eene schadeloos
stelling te betalen.
De rechtbank besliste dat de uitvoering
der woningwet met name der artikelen 5 en
46 is opgedragen aan B. en W. der ge
meente. welke dan niet als orgaan van de
gemeente maar ter uitvoering van een
rijkswet handelen als orgaan van den Staat.
Het verleenen van vergunning tot bouwen
op grond van de woningwet, het wegnemen
van hetgeen zonder zoodanige vergunning
is gebouwd, dus valt in den kring van
werkzaamheden van B. en W. als staats
orgaan. Waar in dit geval bleek dat B. en
W. op grond van de woningwet hadden ge
handeld en in het bizonder niet op grond
van de gemeentelijke woning-verordening,
werd de gemeente daardoor niet gebonden
geoordeeld. Daarbij achtte de rechtbank
van geen beteekenis of het getimmerte een
gebouw was in den zin der woningwet of
niet. De vordering tegen de gemeente werd
dus niet-ontvankelijk verklaard. Voor de
beantwoording van de vraag, of de Staat
hier onrechtmatig had gehandeld, te weten
door B. en W. als zijn orgaan, gold wel de
vraag: was het getimmerte een gebouw in
den zin der woningwet? De rechtbank be
antwoordde haar bevestigend. Wat een ge
bouw is in den zin der woningwet moet aan
het gewone spraakgebruik worden ont
leend, bestemming en inrichting doen niet
ter zake, de woningwet (art. 5ö) spreekt
van alle gebouwen zonder onderscheid, met
name zonder te vragen of zij al dan niet
tot woning zijn ingericht. De vordering
tegen den Staat werd dus eveneens niet-
ontvankelijk v'erklaard.
VAN HIER EN DAAR.
In het laatste nummer van „Onze Vloot"
schrijft C. W. de V. uit Bloemendaal. over
„Linieschepen en onderzeeërs", en bestrijdt
hij de meening dat laatstgenoemde ook voor
de verdediging van Indië de voorkeur ver
dienen. We lezen daar:
.Tegenover het troebele, bijna steeds in
beweging zijnde water der Noordzee, de
heldere Indische zeeën, waar op een zeer
groot aantal dagen windstilte heerscht en
de hemel wolkeloos is.
De kracht van den onderzeeër zit in zijn
onzichtbaarheid, die hem in staat stelt het
vijandelijke schip op korten afstand te na
deren en daardoor de trefkans zijner torpe
do's tot bruikbare hoogte op te voeren.
Wat blijft er van dit voordeel over in den
O.-J. archipel
Proefnemingen zullen dit moeten uitwij
zen, doch zéér groot is de waarschijnlijk
heid, dat van uit de vliegtuigen op tal van
dagen de onderzeeërs zullen zijn te verken
nen. en ook binnen korten tijd alsdan met
goed gevolg te bestrijden,"
Hierop gaat schr. o. i. ten onrechte niet
verder in; het verschil van klimaat moet
o. i. van groote beteekenis zijn o™ de be
woonbaarheid van den onderzeeër, en wel
ten nadeele van de onderzeeërs in Indië.
Te Amsterdam wórdt, volgens „Het Han
delsblad" met een vers gevent, waarvan het
refrein als volgt klinkt:
Is a long way to sipperairie
Is a long way to go
Is a long way to sipperarie
Th,o the swietert girl a krow
Good boy pressedellie
Ferre well lescester skerre
Is a long way to sipperarie
Zurt wy hert right terre
De Februari-aflevering van „de Nieuwe
Gids" bevat o. m. van Jac. van Looy een
nieuwe bijlage, en een uitmuntende ook.
Het gegeven is een knaapje, dat bang is
voor het onweer.
Voorts vindt men er bijdragen van Erens.
Kloos, Boeken, en anderen, benevens de
gewone buiten- en binnenlandsche staat
kundige overzichten.
VOLKSGEZONDHEID.
Aan de gemeente Spaarndam is van rijks
wege een som van ƒ38050,toegekend tot
het stichten van arbeiders-woningen.
RECHT EN WET.
De arrondisséments-rechtbank te Haar
lem deed Dinsdag 26 Januari j.l. uitspraak
in de zaak tusschen den aannemer A. eener-
zijds, de gemeente Velsen en den Staat an
derzijds. De pleidooien in die zaak zijn uit
voerig beschreven in ,ons nummer van 5
December 1914. daar deze zaak voor het
geheele land van gelijk belang is.
A. had, dit ter herinnering, in een buurt
waar B. en W. zulk een gebouw wegens
brandgevaar niet zagen verrijzen, gesticht
een houten van dak voorzien getimmerte,
zonder dat daarvoor vergunning was ver
kregen. B. en W. hadden op grond van
De Vlaamsche Stem.
Zooals onze lezers weten, verschijnt
sedert eenige weken te Amsterdam een
nieuw dagblad, „De Vlaamsche Stem" ge-
heeten.
Waar de Vlaamsche beweging en het
werk der Vlaamsche letterkundigen steeds
de grootste sympathie bij de Nederlandsche
stamgenooten ontmoet hebben, zal dit blad.
door bekende Vlamingen opgesteld, ook in
Nederlandschen kring, veel belangstelling
ontmoeten. Redactie en administratie zijn
gevestigd Paleisstraat 31, te Amsterdam.
De prijs per nummer is 5 ct.; abonnementen
per drie maanden 3,50.
We drukken voor onze lezers, als een
staal van den inhoud van dit blad, het vol
gende schoone vers van Réné de Clercq af.
Een lied van trouw,
eerbiedig opgedragen aan hunne Majesteiten
Koning Albert en Koningin Elisabeth van België.
Mijn Vaderland, groot in rouw,
Met uw open steden en dorpen
Verwoest, niet onderworpen,
Aan u mijn trotsche trouw!
Vlaanderen, Wallonië, vrijste grond be-
Des hemels breed gewelf, [neden
Bloeiwonder, zonnerijk des vreden,
Door arbeid en kunst uzelf.
BELEEFD BE
VEEL IK MIJ
AAN VOOR
DE LEVERING
UWER
IIGIR C. v. «1 RRIWk. r»r-
KEIZERSGRACHT 717,
AMSTERDAM. - ELKENVRIJDAG
AANWEZIG IN „HOTEL CEN
TRAL", - LANGE POTEN,
DEN HAAG.
Wat moet een onvolk bedreigen
Uw rustig schoon
Scheen toch aan uw haard de vreemde-
Elk Koning onder de kroon! [ling eigen.
Al te goed kóndt ge niet haten.
De schrikbare kwam.
Niet straffeloos. In de keel van 't lam
Heeft de wolf zijn scherpsten tand gelaten.
Ik zie kanonnen opgesteld
Voor het dorp waar ik ben geboren.
De hoeven rood om den toren,
En den boer gedood op zijn veld.
Tot kracht zal nimmer rijzen
Wie zoo wreed den krijg begon.
Gruwelroem doet ijzen;
Sluiers vóór de zon!
Doch hoor, het lied der Leeuwen!
Vorst Albert stijgt te paard.
Dat wordt een kamp, een zege, in later
Nog lang het herdenken waard, [eeuwen.
Eens vallen de roven van de wonde.
Dan blijft de haat,
Als de vlam uit ons hart in uw steden
slaat,
Denk om Leuven, Duitschland, en Den-
[dermonde!
Wij begroeten met sympathie dit blad
der Vlamingen in ons midden. Zij mógen
hevig en echt zijn, als hier in dit vers en
hier en daar elders in hun kolommen. Maar
zij zullen, hopen we, vermijden sommige
kleinzielige stukjes en berichten, waarschijn
lijk aan Nederlandsche bladen ontleend. De
Vlaming blijve Vlaming; in bovenbedoeld
opzicht kunnen zij niet veel van de Neder
landers leeren. De Vlaming is als Vlaming
goed, wijl echt. Dat is zijn kracht. Eigen
is best.
Vereeniging .„Liefdadigheidsfonds"
~e reg, infanterie, 2e batt. 2e Comp.
De „Staatscourant"' van Donderdag be
vat de koninklijke goedkeuring op de sta
tuten van bovengenoemde vereeniging en
naar aanleiding hiervan volge een korte uit
eenzetting van haar strekking.
De vereeniging stelt zich n.l. ten doel om
militairen die tengevolge der mobilisatie on
der de wapenen zijn geroepen, en wier za
ken door hunne afwezigheid grootendeels
zijn achteruitgegaan of verloopen, geduren
de en na afloop der mobilisatie, met raad en
daad bij te staan en hen zoo mogelijk finan-
ciëel te steunen, opdat zij en hunne gezin
nen tengevolge der mobilisatie niet geheel
ten gronde gaan. De vereeniging heeft hier
toe geld, ja veel geld noodig, en om dit te
verkrijgen heeft zij een bonstelsel ontwor
pen, dat bij eenige welwillendheid van de
zijde van het publiek wel ingang zal vinden.
Het stelsel is zoodanig samengesteld, dat
de lions ten laste der vereeniging worden
uitgegeven ten bedrage van f 0,25, 0,50,
1,— en 2,50, dus wat grootte betreft
voor iederen beurs geschikt; deze bons
moeten voorts sneeuwbalsgewijs hun weg
tot het publiek vinden, waarbij de militai
ren, die zich met de plaatsing ervan belas
ten, nog eenige tegemoetkoming in hun
geringe soldij vinden, daar een vastgestelde
premie te hunner beschikking wordt ge
steld, naar gelang het te plaatsen bedrag.
Afgescheiden van dit bonstelsel houdt de
vereeniging zich nog voor giften en schen
kingen aanbevolen, opdat zij, en liefst zoo
spoedig mogelijk over ruime middelen kan
beschikken.
De op deze wijze verkregen gelden wor
den door de vereeniging naar gelang om
standigheden en aanvragen belegd en de op
brengst ervan aan hen die het dringendst
hulp behoeven uitgekeerd, onverschillig tot