BROOD,
ALGEMEEN WEEKBLAD
Schuuring,
ETZEEP.
\RELS.
P. DE NOBEL
i
p
N MARTIN,
- Tel. 1273.
irrrrro
lERIGH's
ORST. -
□nxraocfl
ZATERDAG 6 MAART 1915.
No. 10.
18
9
ndstoffenhandsj
ERHANDEN,
G enz.
er doos 85 cent
iat 22-26,
VI.
n KEER
Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie:
Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM.
zeer ver-
smaak.
eweg 55.
103.
Kleermakers,
Teleph. 2474.
igarandeerd.
irreerend
Lezeressen, lezers.
FEUILLETON.
GESCHIEDENIS DER RIJSTCULTUUR.
■■■I
■■■I
l!!88<3
9e Jaargang.
3
03
II
9
SS
ling per wagon, per gewieht
:urreerende prijzen.
Brantlstoffenh:.,,:
Weg 1. Telefoon 2S~>1
17, 19. Telefoon 773.
in Ba
■UN
,H. Doctoren.
SS
BS
sa
B'9
HC
as
i5a
SS
ers
au
sa
sa
w
SS
810
*ÏS
SS
«s
as
ss
as
■■NU
■■■BI
yi Telefoon
IN 183
ing VerlichtingB
gereedschappen,
troleumkaehels
lager,
iasfitter,
;eurige en s m a k e 1 ij 11
Hel Bloemendoalsch Weekblad.
#r...ii.I-m
l'rijs per jaar
2,60
Prijs
per nummer
25 cents.
w
Advertentie»
10 cents per
regel
bij contract
belangrijke
korting.
Hofleveranciers,
Telefoon 1543.
mm,
der VOQRJAARS-
>J en MOQELI
ties gereed zijn
Dit niiftimer bestaat uit 4 bladzijden.
In dit weekblad is tijdelijk opgenomen
„HET MIDDEN", waarvan de eerste afzon
derlijke reeks is afgesloten met No. 34
van 24 Januari 1914.
Wie uwer ons thans het genoegen doet,
ons een nieuwen inteekenaar op ons blad
op te geven, ontvangt een lot op de fraaie
Monotype, welke door ons wordt verloot.
Zegt het voort
Bevordering van nationale industrie.
Een bond tot bevordering' van nationale
industrie staat te worden opgericht. Het
doel van dezen bond is, waar zooveel goe
deren van buitenlandsch maaksel worden
gekocht, terwijl in ons land menigmaal de-
zelfde goederen beter en goedkooper ver-
vaardigd worden, het koopen van de in
eigen land gemaakte zaken te bevorderen.
Dc werkwijze van den bond zal als volgt
zijn
De leden verbinden zich om bij voorkeur
Ncderlandsche waren te koopen en geene
I buitenlandsche, tenzij de buitenlandsche
beter of goedkooper mochten zijn, en hunne
v aren bij voorkeur te koopen bij leveran-
I c rs, die de bevordering van nationale
industrie voorstaan. De bond geeft een blad
'uit, waarin Nederlandsche waren worden
aangekondigd en waarin zooveel mogelijk
j zal worden gewaakt tegen misbruik van
vertrouwen in handelszaken.
De leden betalen eene jaarlijksche con-
atie en ontvangen het bondsblad.
De winkeliers, leden van den bond, moe
ten vóór aan hun winkel een plaatje beves
tigen. waarop .Bevordering van de Neder
landsche Nijverheid", en de leden-particu
lieren kunnen desverkiezende ook een plaat
je aan hun liu's bevestigen tegen betaling
der kosten daarvan.
De fabrikanten treden als leden-begun
stigers of als leden-donateurs tot den bond
i toe. Het bedrag, door hen jaarlijks te be
talen. zoude men afhankelijk kunnen stel
len van het aantal werklieden, aan hun
fabriek verbonden.
De bond heeft een centraal bestuur en
afdeelingsbesturen. Aan den botid kan ver
bonden worden een bureau van onderzoek,
hetwelk inlichtingen verstrekt voor nieuw
op te richten zaken. Een bureau van on
derzoek. niet gebaseerd op eigen belang,
f
doch alleen en bij uitsluiting het algemeen
Nederlandsch belang beoogende. Dit bu
reau van onderzoek, geraadpleegd bij de
oprichting van nieuwe fabrieken of handels
zaken. moet voorlichting geven en, in geval
de zaak vertrouwen verdient, behulpzaam
zijn in het verkrijgen van zooveel mogelijk
sympathie.
Wij wekken ieder op, de lezingen van
Mevr. Dr. VAN DEN BERG-H VAN
EYSINGA ELIAS te gaan bijwonen.
(Zie verder ons stukje onder Plaatselijk
Nieuws).
'e geschiedenis van de rijstteelt en het
i i gebruik verliest zich in de verste oud-
leid; het valt zelfs niet vast te stellen,
welk volk daarmede is aangevangen. Al-
Den dit weten wij, dat het ergens in Zuid-
oost-Azië moet geweest zijn. In Zuid-China
heeft de rijstteelt het eerst op groote schaal
I Zaats gevonden, en reeds 2800 v. Chr. zou.
volgens het oud-Chineesche werk Sjoe-
Png, de keizer Schennoeng bij de vijf hei
de oogstgewassengierst, tarwe, gerst en
->ojaboonen ook de rijst als een der belang
rijkste voedingsmiddelen op het lentefeest
zelf geplant hebben, ten aanschouwe des
'Olks, om daarmede het belang dier cul
tuur aan te duiden. In 2356 v. Chr. liet de
>eizer Jao aan de Jangtsekiang uitgebreide
levloeiingswerken aanleggen tot verbete-
>.ng der rijst-cultuur en regelde door wet
ten de verdeeling der staatsinkomsten uit
de rijstvelden. Tot op een afstand van 500
le (140 nijlen) van de residentie was de
bodem eudaal Iéenbezit. Van de eerste
100 le (28 mijlen) moest het gewas geleverd
worden als graan en stroo (padi) tot belas
ting voor de tweede 100 le (28 mijlen)
rr t het graan en de helft van het stroo
ieverd worden, van de derde 100 le het
ien in de aar en alle staatsdiensten, van
e vierde 100 le het koren in den dop, en
can de vijfde 100 le het ontbolsterde graan.
Op die wijze werden de transportkosten,
genheid bestaan, om bezwaren tegen dit
verzoek in te brengen en deze mondeling
en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de
verzoeker, als zij, die bezwaren hebben,
kunnen gedurende drie dagen, vóór het bo
vengemelde tijdstip op de secretarie der ge
meente Bloemendaal kennis nemen van de
ter zake ingekomen schrifturen.
PLAATSELIJK NIEUWS.
Aanbesteding.
Ten raadhuize te Overveen werd Dins
dagmorgen aanbesteed
Het rioleeren van een gedeelte der Korte
Kleverlaan met bijkomende werkzaam
heden.
Ingeschreven was als volgtD. van Kam
pen. Bloemendaal 1380,fa. Steenkist,
Haarlem f 1566,Dekinga, Amsterdam
1643,H. de Weers, Haarlem 1494,
Zonneveld, Haarlem 1595,Schorel,
Haarlem 1750,Aafjes en Venis, Assen
delft 1790,Gebr. Verduin, Bloemen
daal 1687.Goossens 1877.L. Gort,
Haarlem ƒ2438,fa. Ten Broeke, Zand-
voort 1895.
Het werk is gegund aan de firma Van
Kampen.
Tevens werd aanbesteed:
Het maken van een hek rondom de alge-
meene begraafplaats. Ingeschreven werd
door Ruigrok 3446,50, Hogenbirk 3995,
en Honnebier 2882,
Hinderwet.
Ter gemeente-secretarie van Bloemen
daal ligt ter inzage een verzoek met bijla
gen van de firma D. Hogenbirk Zn. te
Bloemendaal, om vergunning tot oprichting
eener smederij met daaraan verbonden stel-
plaats, en eene inrichting tot het vervaar
digen van vlechtdraad, waarin als beweeg
kracht zullen worden gebezigd electromo-
toren tot een gezamenlijk vermogen van 16
P.K. in het perceel n°. 14 aan de Kleverlaan
te Bloemendaal. Op Dinsdag, den 9en
Maart 1915, des voormiddags ten 11 ure,
zal ten gemeentehuize te Overveen, gele
die in China groot waren, met de afstanden
verminderd.
Van China werd de rijstteelt over Japan
naar Korea gebracht, en van Achter-Indië
vond zij al zeer vroeg den weg naar Voor-
Indië en naar de Soenda-eilanden en Philip-
pijnen.
Op Java schijnt de rijst reeds zeer vroeg
een algemeen verbreide cultuur geweest te
zijn; de oude naam „Java dwipa", waar
mede dit eiland in het begin onzer jaartel
ling in de Sanskrit-litteratuur wordt aan
geduid, moet, volgens Rouffaer als „rijst-
eiland" verklaard worden (vroeger meende
men „gierst-eiland"). Waarschijnlijk was de
rijstcultuur wel met de oorspronkelijke Ma-
Ieische bevolking van Achter-Indië naar
Java overgebracht, en door de gunstige
natuurlijke voorwaarden van dit eiland en
de oude, actieve bevolking werd Java de
korenschuur van den Indischen Archipel, de
groote rijstleverancier voor de meest oos
telijke en andere landen, waar het klimaat
en de bodem zich niet zoo goed voor de
rijstteelt leenden.
Uit Voor-Indië werd de rijstcultuur over
gebracht naar Perzië, wat omstreeks het
eerste deel der laatste eeuw vóór Chr. moet
geschied zijn, en van hier ging de verbrei
ding verder westwaarts naar de vruchtbare
en goed bevloeide vlakten van den Tigris
en de Euphraat (Mesopotamië).
De oude Babyloniërs en Egyptenaren
kenden de rijst nog niet. en ook in het oude
Testament wordt niet van rijst gesproken.
Eerst door de veldtochten van Alexander
den Groote in Azië, waaraan de verbreiding
van zoovele Oostersche producten naar het
Naar aanleiding van het bovenstaande
geval schrijft men ons:
Met leedwezen, om het niet erger te zeg
gen, lees ik dat men nu aan de Kleverlaan
weer een fabriek met electromotoren wil
gaan plaatsen. Ik weet niet of de aange
kondigde van 16 P.K. veel of weinig rumoer
maken, maar als ze zoo zijn als de andere
daar in die buurt, zullen de omwonenden
hun pleizier best op kunnen.
Ter secretarie zal echter waarschijnlijk
zoo goed als niemand komen met bezwa
ren. maar ik stel voor, de omwonenden eens
te vragen: er is er waarschijnlijk niet èen,
die geen bezwaren heeft.
Wij hopen dat het gemeentebestuur niet
nog meer dergelijke inrichtingen zal toe
laten; Bloemendaal zou, als er nog meer
komen, spoedig al zijn aantrekkelijkheid
verliezen.
Volksconcert.
Op Dinsdag 16 Maart zal het onlangs in
uitzicht gestelde volksconcert plaats heb
ben; en wel wederom in de zaal van den
heer Van Holst, des avonds ten 8 uur.
Medewerken zullen onze plaatsgenooten
mejuffrouw Ré Levie en de heer Jac. vari
Kempen, ook de Antwerpsche violist Jos.
de Clerck; ook zal mevrouw N. Dyserinck
Gilse v. d. Pais met den heer Jos. de Clerck
een duo voor twee violen spelen. Het be
looft dus weder een prachtige kunstavond
te worden.
Door tijdsomstandigheden kan er dit jaar
maar èen volksconcert plaats hebben, maar
dit èene zal dan ook voortreffelijk zijn.
Programma's, tevens toegangsbewijzen,
zijn vanaf Zaterdag 13 Maart, verkrijgbaar
bij den heer Van Holst tegen betaling van 5
ets. per stuk.
Het tramhuis.
Opgepoetst en keurigjes als een mensch
op zijn Zondags, staat het tramhuis, eens
te Haarlem verblijf houdend, thans aan de
Korte Kleverlaan te Bloemendaal, en heeft,
het moet ons van het hart, daar niet veel
meer aftrek dan op zijn vorige standplaats.
De ingezetenen van Bloemendaal hebben er
nu eenmaal het geheim van, juist op tijd
naar de tram te komen hollen en die precies
nog niet mis te loopen. Voor de weinigen,
die te laat komen, is er sinds de laatste
dagen gelegenheid hun horloge op een klok,
thans in het wachthuisje voorradig, gelijk te
zetten.
Onze post.
Naar aanleiding van ons stukje „Onze
post" in het vorig nummer verzoekt de heer
C. W. C. van Rietschoten, directeur van
ons post- en telegraafkantoor, mede te
dcelen, dat hij den herdenkingsdag van 1
April liefst ongemerkt zag voorbijgaan. Aan
welk verzoek wij bij dezen voldoen.
Lezingen mevr. dr. J. van den Bergh
van EysingaElias.
De omzendbrieven voor deze lezingen
zijn verzonden.
Wij wijzen nog eens op de belangrijkheid
van het gekozen onderwerp: „De geschie
denis en de Cultuur van België".
Zooals wij reeds mededeelden, beoogt
spreekster in hare voordrachten te doen
uitkomen, hoe België door zijne ligging het
slachtoffer is geworden van de rivaliteit
zijner groote naburen, maar ook hoe het
door diezelfde oorzaken eene belangrijke
rol heeft gespeeld in de Europeesche cul
tuur en bovendien een hoogst belangrijke
eigen cultuur heeft verworven. Spreekster
zal daarbij op de volgende hoofdpunten der
Belgische ontwikkeling in het bizonder het
licht laten vallen: De Vlaamsch-Brabant-
sche cultuur der middeleeuwen (13e en 14e
eeuw), de Bourgondische tijd en de Zuid-
Nederlandsche vroege renaissance, België
als slachtoffer van het Spaansche imperia
lisme en jezuïtisme, de herleving van Bel
gië na 1830, en vooral het nieuwe literaire
leven van Vlaanderen sinds Guido Gezelle.
Men wordt verzocht, bij den heer J. C.
de Wijs, te Bloemendaal, de toegangsbewij
zen vooruit aan te vragen en daarmede niet
tot den eersten voordrachtavond te wach
ten.
De toegangsprijs voor de vier lezingen
tezamen bedraagt 2,50 per persoon.
De omzendbrief is geteekend door mevr.
douairière P. gravin van Heerdt tot Evers
westen te danken is, werd de rijst bij de
volken om de oostelijke Middellandsche Zee
beter bekend, hoewel verscheidene bereisde
Grieken, o. a. Herodotus, reeds vroeger in
vage termen iets wisten mede te deelen van
een in Indië groeiende plant met korrels ter
grootte van een gierstkorrel, die met het
omhulsel gekookt en gegeten werden. Het
eerste, zeker de rijst aanwijzende bericht
in Europa, was te danken aan Aristobulus,
de Griek, die Alexander de Groote op zijn
tochten naar Azië (334324 v. Chr.) ver
gezelde. en van zijn daden in de bezochte
landen een beschrijving gaf, waarvan door
de latere mededeeling van Diodorus van
Sicilië de volgende beschrijving van de rijst
cultuur is bewaard gebleven. Aristobulus
zegt, dat de rijst (óryza) in Indië op bed
den groeide, die ingedijkt en door water
overdekt werden. De plant draagt vele
aren en korrels, die rijp zijn in den tijd als
de Plejaden ondergaan, en evenals de spelt
door stampen ontbolsterd worden. Deze
plant groeide ook in Baktriana, Babylo-
nië, Susiuna en beneden-Syrië.
Ook de tijdgenoot van Aristobulus, Theo-
phrastus (390286 v. Chr.), verkreeg van de
deelnemers aan Alexanders veldtochten
mededeelingen omtrent de rijstteelt in het
Oosten, uit welker korrels men daar brij
kookte, en zelfs verhaalt Aristoteles van
rijstwijn (oinos oryzas), de latere arak.
Aldus werd kennis der rijst naar het
Westen verbreid, en daarmede ook het ge
bruik, de cultuur en de naam. De Sanskrit-
naam vrhihi ging over in Perzisch wijrzey,
en de Grieken maakten daarvan óryzon, ter
wijl in het Latijn oryza de wetenschappelijke
berg, mevr. A. G. M. HuetAsser. dr. J. D.
naam werd, door Linnaeus er aan gegeven.
Uit het middel-Lat. risum is het Fr. riz, het
Eng. rice, het Duitsche Reis en het Ned.
rijst ontstaan.
Zoo was in de tweede eeuw na Chr.
de rijst in de oostelijke landen aan de Mid
dellandsche Zee reeds meer hekend gewor
den, en, naar de Grieksche grammaticus
Atheneus uit Naukratis in Egypte schrijft
in zijn 15 boeken: „Deipnosophistai" over
leven en zeden der Grieken, werd de ge
kookte rijst bij gastmalen in het Oosten
voorgezet. Toch was de geleerde Romein
Plinius de oudere (2379 n. Chr.), nog
zeer weinig met de rijstplant op de hoogte,
en bij de Grieken en Romeinen van dien
tijd was de rijst voor een burgerlijk gezin
nog een zoo goed als niet gebruikte spijs,
hoewel zij door de levendiger geworden
handelsbetrekkingen met het Oosten er niet
duur was te verkrijgen, zooals blijkt uit den
dichter Horatius (65—8 v. Chr.), die in een
zijner satiren schertst: Is een maag leeg,
vul die dan met rijstenbrij (ptisanarium
prvzae, d. i.afkooksel van rijst, die niet
duur is. Zelfs bij de aanzienlijkste Romei
nen, hoezeer ook belust op alles, wat uit
den vreemde kwam, vond de rijst nog
weinig bijval. De Grieksche artsen hadden
nog wel weinig hoogen dunk van de voe
dingswaarde en de verteerbaarheid der rijst,
maar schreven die toch als voedsel aan
zieken voor.
Evenmin als in de oudheid vond de rijst
gedurende de eerste middeleeuwen bij de
Zuid-Europeesche bevolking nog ingang als
algemeen voedsel; zij bleef enkel een luxe-
vocdsel. Ook ten noorden van de Alpen