Dames!
Corsetten
STEEDS
uitsluitend naar maat.
de vrijwillige dienstneming
m aan te moedigen, mist
ing voldoenden grond en
Ier feiten.
inderpalen tegen het berei-
en met de vrijwillige land-
n, t.w. het gelijktijdig waar-
irgerbetrekking met de mi-
en de gebleken moeilijk-
aan den plicht te houden,
rijwillig hebben opgelegd,
elijk uit den weg te ruimen,
het eerste bezwaar zich in
en, met hare korte dagen
>elen, doordien de tijd voor
eningen te kort was, zal de
lente van zelf verbetering
Het tweede bezwaar zal
ivorden ondervangen door
in tuchtmiddelen, waarvan
oorlog aanvankelijk heeft
unnen onthouden, doch dat
wel onvermijdelijk is ge
le aanstelling van den in-
i landstorm, die onder toe-
perbevelhebbcr de noodige
:onsolidatie der vrijwillige
ter hand kenomen, is thans
:1e in menig opzicht gunsti-
len, als het ware een nieuw
jnd. Sedert de laatste -
to.
krachtige opl ing me
tende in de oprichting
en.
is genomen de keuring -
hten.
leling over or. and
te nummer van „Ncerlan
ij:
lam zijn te hóoren wat een
r ons volk 'egt, n.l. war
Jan een blauwen Maand?
geweest, opmerkingsj?
eft de dingen i i samen
In buitenland die bl
■ijls oordeelvellingen a
niets kunnen schelen, van
ïper eenige weken, zoo a!.
vertoefd e i met blijkbaar
irijzen of laken,
:as Buntzen. c irrcspondent
ie Tidende, eer groot Ko-
ilad, is niet van dat slag
t maanden in ons 'idee
ia! en begrijpt voor
eel van ons. Hij bewondert
ivoorwaardelijk, verre van
:eft oog voor zijn deugden,
i wat vertellen uit een be-
lem.
iiepe klove opgemerkt, die
•al in de wereld van handel
indsverschil maakt. De man
tische Denemarken, waar
in uiterlijke beschaving tus-
:hen zooveel geringer is,
ich over. „Men kan „wer-
aan met een nog zoo be-
s hij getrouwd is met de
handwerksman, al is ze ook
ifd en aantrekkelijk. Men
niet loopen met zijn
of zijn meubelmaker, al is
jeschikt en geacht man.'
heeft verdiend in een han-
:t tot de deftige wordt ge
en gewoon burger"; soms
k nog.
e aristocratie, de midden-
ld ziet. Je zaagt niet het
et het andere, en ik dwong
behagen. Alleen als je mi.i
je meende, dat Fanny boos
is, en, dat je er altijd vrees
:sterd, dat zij het was, die
Is .ie zoo rein vrouwelijk .ie
dat je je geluk nog niet
itten, dan viel het mij moei-
;n te bewaren; ik was toen
sn strijd tusschen de liefde,
my trok, en den plicht, die
rachten je gelukkig te ma
il oogenblik, toen trok hii
ich en zeide: „En dat wat
oeilijk, ja bijna onmogelijk
icht is mij dat geworden bij
rijke liefde, je onverstoor-
;eduld. Hoe spoedig leerde
;ste kennen, die ik gevonden
aeken. Ik weet nu dat Fan-
;rschzuchtig, nukkig karak-
lukkig zou hebben gemaald
voor de begane vergissing,
k in de oogen en voegde er
„Was dit nu ook werkelijk
lond met een hartelijke kus
„Neen, mijn eenige eigen
is het niet, want de F'
in den hemel gesloten.
BOSCHGEZICHT BIJ AMERONGEN.
I zelf heeft daar schuld aan. De mid-
tand, de uitzonderingen daargelaten, is
in wezen en opvattingen zoo buitenspo-
burgerlijk. kleinlijk burgerlijk en ook
Ier de burgerlijkheid zoo klein, dat het
ijpelijk is, dat de anderen hem op een
;and houden. De middelstand zweert bij
deftigheid, waarin veel burgerlijkheid
built Maar ook bij de deftigen is de def-
be'.l niet zonder benepenheid.
Op dit onderwerp gaat de schrijver door,
:ar we laten dat verder terzijde, omdat
naar het ons voorkomt, niet volkomen
grijpt wat wij onder deftigheid verstaan,
i meent, dat als deftigheid geldt, wat beter
it fatsoen en wat behoorlijk is zou zijn
ngeduid.
Over onze winkeliers is de schrijver slecht
spreken. Ze zijn duur; ze vergenoegen
cli niet met een matige winst; ze trachten
in den klant zooveel mogelijk te halen,
nzc werklieden zijn goed voor hun vak.
aai in algemeene ontwikkeling en gedrag
laan zij bij de Deensche achter. De straat-
»oneelen de Hoogstraat te Rotterdam
chin li het voornaamste observatieterrein
au den schrijver te zijn geweest toonen
cel ruwheid, maar dat is tevens uiting van
ie levenskracht die in den Hollander zit.
Van uiterlijk verschijnen wij aan dezen
Deenschen opmerker als gezond, sterk,
maar plomp, al heeft hij veel vrouwen ge
zien niet fijne, dikwijls allerliefste gezich-
ten, en hebben de mannen, hoewel meestal
niet knap, een aantrekkelijke, mannelijke en
krachtige uitdrukking.
De schrijver noemt dit zelf een oppervlak
kige beschrijving van het volk, maar zijn
hoofdindruk acht hij juist: levenskracht en
natuurlijkheid, waardoor het volk, ondanks
zijn oude geschiedenis, .iong lijkt en de be
lofte op een toekomst heeft. Als hij den
Hollander moest kenschetsen, zou hij zeg
gen: een rappe maat.
Vrijwillige Landstorm.
Met voornemen bestaat om de Pinkster-
I dagen te benutten voor het houden van
oefeningen van gezamenlijke Landstorm-
r afdeclingen in Nederland.
Op eersten Pinksterdag is er eene schiet-
1 wedstrijd voor Landstormmannen op de
hanen van Ockenburg (Loosduinen)op
Pinkstermaandag eene velddienstoefening.
des avonds huiswaarts.
DE
LEVERING
UWER
A
BELEEFD BE
VEEL IK MIJ
AAN VOOR
MEVR. G. V. d. SRINK, Cor-
Siène, KEIZERSGRACHT 717,
STERDAM. - ELKEN VRIJDAG
NTWEZIG IN „HOTEL CEN-
AL", - LANGE POTEN,
T N HAAG.
Vervoer, voeding en nachtlegering is voor
rijksrekening; geen soldij.
leder deelnemer moet medenemen een
deken, een bord, een drinkbeker, een lepel,
vork en mes. benevens brood en koffie voor
Pinksterzondag.
Uur van vertrek zal nader worden aan
gegeven.
Men geeft zich op bij sergeant Van der
Valk van Brigdamme.
24-uren-rit.
Naar wij vernemen, zal luitenant Mathon.
van Breda, met 33 man deelnemen aan den
24-uren-rit per rijwiel.
Een mensch zonder hersens.
In het „Maandblad tegen de vervalschin-
gen" lezen wij van een kind. dat drie jaar
en negen maanden heeft geleefd en bij de
autopsie een volslagen ontbreken van de
beide hersenhentispheren vertoonde.
Waar de hersenloozen gedurende hun
kortstondig bestaan levensreacties vertoon
den, die ternauwernood afweken van de
rudimentaire reacties van een normaal pas
geboren kind. hetgeen te verklaren is uit
de totale afwezigheid bij allen van associa
tieve banen, kon men bij dit kind, niettegen
staande het ouder werd, niet de minste ver
andering waarnemen tot aan zijn dood toe.
Gedurende zijn geheele leven bleef het ver
zonken in een staat van voortdurende som-
nolentie en bijna volkomen zonder eenige
beweging. Nauwelijks zag men eenige on-
beteekenende bewegingen in het pijnlijk ver
trokken aangezicht: de lippen en de tong
schenen samen te werken in de actie van
het zuigen en in het verwerken van het
voedsel, dat met een lepeltje werd toege
diend. Nooit heeft het naar iets kunnen
grijpen of iets kunnen vasthouden, nooit is
men er in geslaagd het een handeling te lee-
ren, die de tusschenkomst van de attentie
vereischt. Vanaf den leeftijd van twee jaar
begon het te schreeuwen, bijna onafgebro
ken door, terwijl alleen een op het hoofd
uitgeoefende drukking dit voor een oogen
blik kon doen ophouden. De reflexwerkin
gen waren volkomen afwezig, evenals de
sensibiliteit en het sensorieele en psychische
leven.
Men kon bij de sectie zeggen, dat men
hier te maken had met een menschelijk we
zen, met een herseninrichting als bij een
visch.
Vergelijkt men dit geval met de gedece-
rebreerde honden van Goltz en Rothmann,
dan constateert men niet zonder verrassing,
dat de honden, die beroofd worden van hun
groothersenhemisferen en gedurende meer
dere maanden, tot 3 jaar toe, in het leven
worden gehouden, meer geschikt zijn om
zekere functies te herstellen dan een kind,
door degeneratie van zijn hersenen beroofd,
in staat is ze aan te leeren. Het kind zonder
groothersenhemisferen vertoont minder
functioneel aanpassings-vermogen dan een
visch en dan een kikvorsch, die van zijn
hersens is beroofd.
ONTVANGEN BOEKEN.
Men zond ons de eerste aflevering van
het weekblad „De Toekomst", onder redac
tie van prof. dr. J. H. Valckenier Kips, dr.
W. C. A. baron van Vredenburch en prof.
dr. J. G. Sleeswijk. In een inleidend woord
tot de lezers vinden wij het doel van dit
weekblad als volgt gesteld: „misverstanden
en minder gunstige verstandhoudingen, die
door en in dezen oorlog mochten zijn ont
staan tusschen stamverwante volken als
Nederlanders, Duitschers en ook Vlamin
gen, voor zooveel het ons gegeven moge
zijn, uit den weg te ruimen en er althans
naar ons vermogen toe bij te dragen, dat
deze volkeren elkander beter zullen leeren
verstaan."
Naar wij vernemen, zal met 1 Mei a.s. bij
de firma F. de Bont Zoon. drukkers-uit
gevers te Rotterdam verschijnen „Ons Ei
gendom", weekblad tot behartiging der be
langen van huis- en grondeigenaren en
bouwkundigen in Nederland, onder redactie
van den heer L. Klawer. journalist te Rot
terdam.
Van het sympathieke geschrift. „Met
M. M. Koningin Wilhelmina, voor het
standbeeld van admiraal De Coligny", van
ds. F. J. Krop, verscheen thans de 4e ver
meerderde druk. Toen wij te dezer plaatse
den eersten druk bespraken, konden wij er
niet dan goeds van zeggen; en indien men
weet, dat deze 4e druk nog vermeerderd is
met een aantal verweerartikelen over het
zelfde onderwerp, kan men gemakkelijk
ons oordeel raden over het werkje in zijn
nieuwen vorm, met zijn door grooteren
omvang nog rijker inhoud.
Wij bevelen het boekje gaarne ter lezing
aan. Uitgeefster is de firma D. van Sijn
Zn., Rotterdam.
RECHT EN WET.
In de strafzitting van het kantongerecht
te Rotterdam heeft, zoo meldt de „N. Rott.
Ct." Dinsdag 1.1. de 63-jarige roomsche
geestelijke H. G. Ph. E. terechtgestaan ter
zake van het inzegenen van een kerkelijk
huwelijk zonder dat het paar hem had doen
blijken dat hun huwelijk eerst voor den
Burgerlijken Stand was voltrokken. De
beklaagde was niet verschenen. Gehoord
werden twee getuigen, die verklaarden bij
de huwelijksplechtigheid te zijn tegenwoor
dig geweest, en dat de voltrekking had
plaats gevonden op de wijze als in de dag
vaarding omschreven.
De ambtenaar van het O. M., mr. C. M.
F. Kneepkens, overwoog de vraag, of het
ten laste gelegde al dan niet als strafbaar
moest worden beschouwd. Hij voerde aan.
dat er reeds meer geschil over bestaan had.
oi de geestelijke verplicht was, zich van de
burgerlijke echtverbintenis te overtuigen,
door kennisneming van een verklaring van
den ambtenaar van den Burgerlijken Stand,
dan wel, dat de verklaring van getuigen
hem voldoende kon zijn om een huwelijk
kerkelijk te kunnen inzegenen. Bij arrest
van den Hoogen Raad was echter beslist,
dat een verklaring van den ambtenaar van
den Burgerlijken Stand noodzakelijk was.
Spreker achtte het ten laste gelegde bewe
zen, doch het feit niet ernstig.
De eisch luidde: 1,boete, subs, één
dag hechtenis.
Uitspraak 27 dezer.
LETTEREN EN KUNST.
Hollarulsche Kunstenaarskring"
Tentoonstelling Sted. Museum, Amsterdam.
In het Sted. Museum te Amsterdam open
de j.l. Zondagmiddag bovengenoemde kring
van beeldende kunstenaars zijne eerste ten
toonstelling. Hiermede stelt de „Holland-
sche Kunstenaarskring eene lang gewensch-
te gelegenheid open voor de meest vooraan
tredende artisten in de tegenwoordige Ne-
derlandsche kunst, hunne werken tentoon te
stellen in eene omgeving aan den ernst
hunner opvattingen waardig. Voor het eerst
is hier nu eene tentoonstelling samengesteld
zonder de steeds wassende massa dilettan
ten, die in andere vereenigingen, n.b. mèt
keuring door eene jury, hunne ziellooze
proeven opstapelen.
Deze zuivering zal niet nalaten haren wel-
dadigen invloed op 't kunstminnend publiek
dat deze expositie bezoekt, uit te oefenen.
In den catalogus komt de volgende om
schrijving van het doel der vereeniging
voor: De Vereeniging „Hollandsche kunste
naarskring" stelt zich ten doel het organi-
seereu van eene jaarlijksche tentoonstelling
te Amsterdam en tentoonstellingen in an
dere steden van ons land en het buitenland,
van het werk harer leden en van schilders
en beeldhouwers, die daartoe speciaal wor
den uitgenoodigd. Het streven is bizondere
aandacht te vragen voor de uitingen in de
hedendaagsche Hollandsche schilder- en
beeldhouwkunst, zonder dat de werken aan
het oordeel p<*ier inrv worden onderwor
pen, maar door ''d u-^r gpin-antit
Tot de exposanten behooren devoTgCiidu
kunstenaars: G. W. van Blaaderen, C. Brei-
tenstein, Leo Gestel, Piet van der Hem, C.
J. Maks, F. Hart Nibbrig, L. Pollones, Jan
Sluijters, H. J. Wolter, P. van Wijngaerdt
en L. Zijl.
Een sprekend, buitengewoon gedistin
geerd aanplakbiljet werd door den kunste
naar Leo Gestel ontworpen.
De tentoonstelling, dit tot 16 Mei geopend
blijft, onderscheidt zich door frischheid en
kracht. Belangstellenden zij een bezoek
aanbevolen. P.
TOONEEL.
Schouwburg Jansweg. Amoureuse,
door „Die Haghespelers".
Dit bekende stuk van den Franschman
Porto-Riche behandelt een belangwekkend
onderwerp. „Amoureuse", oftewel verliefd,
is de vrouw, de man daarentegen heeft wel
wat anders aan zijn hoofd, vooral sedert lui
getrouwd is, en hare verliefdheid verveelt
hem dan ook knapjes. En geen wonder,
want wie zou zijn goede humeur behouden,
wanneer hij ten prooi is aan een e
noote, die hem van den vroegen morgen tot
den laten avond kussen wil, na aftrek van
de korte verpoozingen der maaltijden. Deze
echtgenoot, ten einde raad, werpt de lief
kozende ega in de armen van een :.ijner
vrienden, die haar aanbidt, en hij hoopt bijna
gelijktijdig, dat ze niets van dien man zal
willen weten. Door ijverzucht gedreven komt
hij weer bij haar terug, en eischt van haai
de bevestiging van het bovengenoemde. Zij.
verbitterd, antwoordt dat ze hem waarlijk
bedrogen heeft. En de echtgenoot, na eenig
aarzelen, gevoelt hoe er steeds een mis
verstand heerschte tusschen hen, en of
schoon zij hem voorhoudt dat het toch ten
slotte verkeerd zal loopen, zullen ze toch
nog eens pogen samen gelukkig te zijn.
Het stuk werd goed gespeeld, en vond
veel bijval.
Marcel Barger.
Wij vestigen nog eens de aandacht der
theatervrienden onder onze lezers op den
Cabaret Barger, op Vrijdag 30 April in den
schouwburg Jansweg, en niet het minst op
den jongen Marcel Barger, pierrot-zanger
en chansonnier, over wien wij in ons vorig
nummer reeds schreven. Er kwamen ons
verscheidene critieken in groote dagbla
den onder de oogen, en daar vinden wij
dezen jongen kunstenaar als uitnemend ge
prezen.
Gouden jubileum Alex Faassen.
Te Haarlem heeft zich een comité ge
vormd tot huldiging van den heer Alex
Faassen bij gelegenheid van zijn gouden ju
bileum als tooneelspeler op 29 April a.s. in
den schouwburg aan den Jansweg.
Het comité bestaat uit de dames Anna
van Gogh—Kaulbach, Chr. ChrispijnVan
Mceteren, Ita Mees en de heeren J. P. T.
J. Brondgeest. Louis Chrispijn Sr., G. van
de Klashorst, J. A. D. K. Wildschut, dr. G.
Nolst Trenité, Fr. Seignette en G. J. van
Gasteren.
MUZIEK.
Concert te geven door Marie An-
driessenBies, zang en Willem
Andriessen, piano, op Donderdag
15 April 1915, in „de Kroon".
Het echtpaar Andriessen had voor dezen
avond een belangrijk programma samen
gesteld, waarvan vele werken bekend en
zelfs zeer bekend waren. Eerst gaf Willem
Andriessen (solo) „Partita n". 1, B dur" van
J. S. Bach; 'tgeen zooveel is als „suite" n.l.
opvolging van dansen, afwisselend lang
zaam of snel tempo; een wel „oud" maar
toch frisch werk. Voorts gaf de pianist vóór
de pauze nog de „Kinderscène Op. 15 van
R. Schumann, waarop ik mij misschien te
veel verheugd had, want 't viel me tegen,
vooral ook als men de voordracht verge
lijkt met die van Friedberg. 't Was ook niet
gelukkig dat hij het laatste herhaalde bij de
terugroeping. Na de pauze nog 2 „Inter
mezzi" en 3 „Ungarische Tanze" van J.
Brahms, die technisch zeer moeilijk zijn.
Men vond 't misschien heel mooi; mij vol
deed hij als begeleider over 't geheel veel
meer dan als solist. Mevrouw Andriessen
zong eerst 6 liederen van R. Schumann,
later drie van Hugo Wolf en twee van R.
Strauss, die van Wolf vond ik 't mooiste
en beste voorgedragen. Tot slot zong zij
nog acht „Zigeunerlieder" van J. Brahms,
op zich zelf met gloed gezongen, alleen
jammer dat het toch zoo duidelijk verschilt
van de eigenlijke 4 stemmige bedoeling van
den componist! Waarom toch die „ver
minkingen" als er zóó veel keus is?! Het
programma had volgens mijn opvatting (en
die van anderen) wel korter mogen zijn;
men krijgt te veel te hooren op één avond.
Orgelbespeling in de Groote Kerk.
op Donderdag 8 en 15 April dooi
den heer Louis Robert.
Op 8 April hoorden wij eerst twee wer
ken van „oude meesters", n.l. „Fantasia et
Fuga in g. kl. t. van J. S. Bach en „Sara
bande grave" van F. Couperin (16681733)
beide zeer verschillend, en toch uiting van
denzelfden tijdgeest; zeer leerrijk die opvol
ging voor wie houdt van- en oor heeft voor
vergelijkingen. Hierop volgde een „Andan
te Sostenuto" (in manuscript) van J. B. de
Pauw, dat klonk mooi, zacht en lieflijk.