HUM» BANKVEREEKIGINS Corsetten Dames! HAARLEM - HILLEGOM - LISSE. HAARLEMMERMEER (Hoofddorp) LUNCHROOM Aanbev., J. DE VOGEL, ZIJLWEG 93 bij de Julianalaan. STEEDS MEER uitsluitend naar maat. daarbij de opmerking ma- eigenlijk niets aan de pomp ioeerde nota luidde als volgt: n den gang gebracht 0,60 >e" 59,40 Totaal60,— ing werd betaald ithieën voor Engeland. :rd door het nieuwe tijdschrift t" geweigerd.) B ever w ij k, l-5-'15. ctie, hent schrijft in uw nummer Sympathieën voor Engeland misschien juist in zooverre, udander hoopt op vergrooting ied van Engeland, doch sym- de Engelschen, als speciale t en voor Engelsche staats- :staan er in ons land wel de- gewoonlijk weten de dragers lieën heel weinig omtrent hun ellicht is het een nuttig werk ir van uit het onbewuste naar ver te brengen, ïen gymnasiast en een ethisch -■ bepaald pro-Engelsch zijn. meermalen gelegenheid ge- chen at home te observeeren. e gymnasiast zeide, vind ik „Het gaat mij met de Engel met Ulysses. Als ik van hem zeggen, het was een schurk, >ch niet nalaten belang in hem van hem te houden." Hoe ir Met al hun moreele te- zijn de Engelschen toch nooit Producten van rauw vleesch mde een oude dame hen in aar, maar deze ingrediënten en het krachtige is nooit ver- ïdecl de Engelschen voor ons en ook voor heel veel Duit- nder aantrekkelijk maakt, is, ndc kracht zich hun gehcele oor in dienst heeft gesteld van sme echt Germaansch indi- at ten gevolge heeft gehad, aan een vreemde macht ge- etzij politiek, hetzij geestelijk ïen. Jahre 1232 der machtigste en Eeind des römischen Ein- land. den Oberrichter Hubert ch Vermittlung des Königs n nehmen lassen, fand sich mde kein Schmied, der ihrn hatte anschiTiieden wollen: rtete der Qeselle, dem man drohte: Lieber jeden Tod iss ich je Eisen anlegen solltc ir England vor dem Fremden (Houston Chamberlain: Die 662) Dit „tegen den vr'eem- >ok „tegen het vreemde", dat e eeuw instinct geworden was mvoudigsten burger heeft En- kt tot een bolwerk van het n doordien de vorsten hij hun treven naar absolute macht chten in het buitenland, gees- iieke hulp, ook tot een onge- a.1 voor alle aanhangers van beginselen. Dit laatste heeft een geheel andere oorzaak. Duitschland heeft het Oer- vidualisme ook zihi nca'i niddelpuntvliedende tendenz, innen vertoonen. Niet alzoo /aar het in evenwicht gehou- )r Romaansche waardeering m, die practisch dikwijls tot piëteit voor het oude. Waar hiitschland hebben moeten lij- echt honderd aan kunnen en zoo ernstig, alsof van het verdere leven afhing. minstens, malde de vader, veel meer. Laat ze maar ko- eud. Vanmiddag. Vanavond, an den dag je maar wilt. liet klein, en niet slap, hoor. ik gelooven. terk en u bent mooi. vaar zijn. :n lieve, goeie man! zoo Vindt jij dat eed de jongen wat ontroerd, ns haastig naar de groote ijn nabijheid was. herhaalde de vader vroolijk. u. Dat zal waar zijn. Er be ter, zei Pim heel ernstig en en zijn armen eensklaps om in vader slaand, als deze even dasje, dat op den grond ge- te rapen, gaf hij hem een de wang vlak naast de groote gen, zei vriendelijk de vader, m's haren eens. 'Olgd.) Stevnen. '-r U-v V .- -r,--pTr"-i ïen, ngevolge van hun eenzijdigheid, heeft Ei ind de vruchten geplukt van zijn tu ichtige origine. Het is een toonbeeld fewTden van practische handigheid. Het beis niet al tc rechtvaardig en wees niet goddeloos", kon door een Engelsch- i! schreven zijn en daardoor juist heeft her lovele bewonderaars in onze gezeten kr die zeker de deugd vereeren als gen 'misbaar iets. doch ook wel zalig op las- dat zij niet het slachtoffer worden can ui deugd, onnassen. dat men voor hen i, ruis of gifbeker bereidt. TOONEEL. V iisdagavond 2 Juni declameerde de dici „r J. K. Rensburg zijn meesterwerk ,1' rot en Harlekijn", tragi-komedie in 3 pedrijven. Pierrot et Harlequin dupe et fripon. Ge lijk n Faust is het van eene wereld- om .ittende conceptie, maar nu in „scher zo houden. De vers-maat en -schoon hei doet aan die van Rostand denken. V dk tooneelgezelschap zal de pionier zi an dezen niet gewaardeerden. althans uit .oldoende gewaardeerden dichter-dra- ma rg? Zal Royaards den goeden smaak p den moed hebben het vaderland- si! tooneel den dienst bewijzen dat stuk op voeren, al zouden deze artistieke proe ve nare risico meebrengen misschien? Of d Verkade-trust E. V. 't'olterdamsch Tooneelleven. Het sei- [z ii zou geëindigd zijn met een spectacle- li een heel bizondere voorstelling, ge- I her ten bate van de leden van het Rotter- danmsch Tooneelgezelschap. doch eene die karakter van een Fancy-fair zou hebben mi t. om alle idee aan „bedelen" verre te i houden. Mevrouw Van Eijsden, mevrouw Tartaud. li ar echtgenoot en Henri Poolman, hadden er gaarne hun eere-avonden voor opgeof ferd in een prachtige opwelling van collegia- liteit, maardoor den onwil van enke- lui. is van dit plan niets gekomen en zoo is het seizoen uitgegaan als een nachtkaars en is het „Rotterdamsch Tooneelgezelschap" g-storven in een half-leeg.e zaal. A ant immers, nu Verkade leider gewor den is en de krachten van zijn ééne gezel schap spelen zullen bij het ander, nu is ons eigen Rotterdamsch Tooneelgezelschap er niet meer en niet gering te achten is het gevaar, dat de belangstelling der Rotter dammers in zake tooneel nog meer verslap pen zal, nu wat er bleef van het eenmaal zoo illustre gezelschap, waarvan de Has- pelsen, de Faassens, Van Zuylen, Caharina jBeersmans, BurlageVerwoerd, e. a., dus deel uitmaakten, zich oplost in of aangevuld wordt door eenig ander ensemble. Wat zal de winter brengen? Met een oorspronkelijk stuk, „Suffraget tes van mr. v. Rossem, is directeur Van Eijsden het seizoen begonnen; met een too- neelspe! van denzelfde auteur „De Om weg'" sluit 1914—1915. LANDSCHAP BIJ AMERONGEN. De keuze was niet gelukkig, maar deze eer geven wij den heer Van Eijsden toch gaarne, dat onze Hollandsche tooneelschrij- vers steeds, wanneer hun werk dat veroor loofde, op zijn steun konden rekenen. En "wie zal zeggen, dat de nieuwe direc teur als „zakenman" gelukkiger wezen zal. Men vergete dit eene niet: 15 jaar heeft de heer Van Eijsden het, onder ongunstiger wordende omstandigheden gebolwerkt. Dat zegt toch wel iets! Men vergeve mij deze kleine uitweiding; zij moest mij uit de pen, eer ik van onzen ouden directeur afscheid nam. „De Omweg" Een geval, dat zich af speelt tusschen buitengewone menschen, die men, allerminst „au grand complet" als wer kelijk bestaanbaar en aannemelijk wenscht te accepteeren. Jammer, heel jammer al dit drakerige, dikke, onzuivere in dit stuk, omdat aan den anderen kant mr. Van Rossem toch wel heel mooie, diepe en diepzinnige dingen te zeg gen heeft en omdat er een groote smart wezen moet als ondergrond voor dit too- neelspel. Mr. Van Rossem heeft véél te zeggen. - ongetwijfeld, maar hij zoekt nog naar den I vorm en wij hopen voor onze tooneel-lite- ratuur, dat hij dezen vindt. Aan de opvoering heeft het niet gelegen dat het stuk tuimelde, al was het merkbaar, dat het den spelenden niet gelukt was, de bedoelingen van den schrijver volkomen te doorgronden, wat ook misschien wel niét mogelijk was. Rotterdam. P. J. Blok. Laat de verdediging van uw vader land niet aan anderen over, maar helpt zelf ook mee. Wordt dus Vrijwillige Land- stormman. VOLKSGEZONDHEID. Vereeniging tot bestrijding der Tubercu lose. -- Deze vereeniging stuurde ons een propagandaboekje getiteld: „Onze plichten in den strijd tegen de tuberculose", met tee- keningen van Louis Raemaekers, in kleu rendruk en gefacsimileerd, bevattende een serie van 10 sluitzegels, in woord en beeld weergevende de materiëele en moreele plichten van ieder mensch in den algemee- nen strijd tegen die ziekte. Het hoekje is verzonden aan de 262 bij de Nederlandsche Centrale Vereeniging aangesloten organisaties tot bestrijding der tuberculose in ons land, om te trachten door gezamenlijke en geregelde propaganda financieel in gunstiger conditie te komen. Het gommen der sluitzegels is achterwege gebleven uit een hygiënisch oogpunt. Hoe minder er wordt gegomd, des te minder er kan gelikt worden. Ieder, die de zegels wil gebruiken, zal toch wel in het bezit zijn van een gom- of stijfselpot, die men tegenwoordig op iedere schrijftafel en in elk huis aantreft. En wat de moeite betreft, het staat volkomen gelijk of men het sluitzegel alvorens te gebruiken, met water dan wel met gom of stijfsel be strijkt. TEDING VAN BERKHOUT DE CLERCO. Effecten en Coupons Prolongatie. Administratie en Bewaring. Bewaarinriehting (Loketten) te Haai'iem en Hillegom. ZIJLWEG 93. OVERVEEN. Handel in Zuivel- en Melkproducten, Comestibles en Delicatessen. Speciaal adres voor Roomboter. Roombotermelange en Keukenboter. Wij wekken gaarne een ieder op, zich deze fraaie sluitzegels te verschaffen en deze zegels te gebruiken, ten einde het zoo uitstekende doel te bevorderen. MUZIEK. Orgelbespeling in de Groote Kerk, op Dinsdag 18 Mei des namiddags van 12 uur, door den heer Louis Robert. Het aanvangsnummer was eder de „Do rische Toccata" van J. S. Bach, een werk dat wij reeds en paar maal hoorden, maar toch een bizonder en eigenaardig werk blijft wegens de toonsoort. (Dorisch oud- Grieksche toonsoort, n.l. Ie der 4 toonsoor ten). het begin in mineur en het grootsche slot in majeur, was ook hierin machtig en indrukwekkend. Hierop volgde een „Basse de Trompette" van Louis Marchand (1669 1732) waarbij melodisch en rhythmisch het „signaal" zeer „marcato" klonk. Het twee de (Recit) van denzelfden was van geheel verschillend karakter, hooge en zachte re gisters, adagio en zangerig. In het derde „Dialogue" troffen mij vooral eenige mooie modulaties. Hierna hoorden we een „Fan- taisie" in C. majeur van César Franck, 't begin „tranquillo e dolce", het geheel plechtig en prachtig en een groot stuk ziele- leven van den componist. In zijn soort was het daaropvolgende „Clair de Lune" van Sigfrid KargElert zeer mooi en lieflijk en het laatste „Marche élégiaque" van Alex. Guilmant klonk zeer aangrijpend en maakte op velen een diepen indruk, het klagende was er zoo treffend in verklankt. n Orgelbespelingen in de Groote Kerk. op Donderdag 20 Mei, Dinsdag 25 Mei en Donderdag 27 Mei, door den heer Louis Robert. Er is mij wel eens gevraagd: „Hoe is 't mogelijk, elke week over een orgelbespeling te schrijven en „op 't eind van 't seizoen ben je toch zeker wel zoowat uitgepraat over muziek Aan de lezeressen en le zers staat het volkomen vrij hierover eens te denken; de vragen vond ik „eigenaardig" en echt van iemand die buiten het muzikale leven staat- en ook geen muziek in zich heeft. Wel opmerkelijk is, dat de beroeps verslaggevers over de wekelijksche orgel bespelingen zwijgen en zelfs in 't midden en 't begin van 't seizoen al „uitgepraat" zijn over die muziek, die op de trouwe bezoekers (sters) het gehcele jaar door haar verhef fende macht uitoefent en vooral in dit jaar menigeen gesticht en gesterkt heeft. Van de aanwezigen zullen er zeker eeni- gen(?) zijn, die behalve het kunstgenot, ook den organist waardeeren en begrijpen dat er veel, eigenlijk veel te veel, van den kunistenaar verlangd wordt. Want degenen die begrijpen, beseffen ook, dat het wel klinkt alsof „het orgel speelt", maar dat het toch een stuk leven van den componist is, dat eerst door de verklanking voor en in ons gaat leven. De verschillende com ponisten-namen, die op de programma's voorkomen, bewijzen wel de veelzijdigheid van den organist; bedenkt men wel vol doende wat dat beteekent ten opzichte van de voorbereidende studie elke week Er zijn werken, die zoo „eenvoudig klinken" en 't toch niet zijn voor den vertolker. Deze drie orgelbespelingen vingen aan met Bach- werken, „Fantasia et Fuga" in c. kl. t. „Praeludium et Fuga" in c. kl. t. en „Praeludium te Fuga" in e. kl. t. Hoevelen uwer hebben ze gehoord Is 't voor hen die er niet waren vervelend om over al de grootere en kleinere van die drie keer iets tc lezen Degenen die er wel waren, zullen wellicht in de herinnering bij 't nazien der programma's alles nog eens weer hooren en beleven, want ook in den geest kan de naklank nog verheffend en opwekkend blij ven werken; (ook zonder geluid). Dus de m/nwezigen beleven veel en de n/wezigen missen veel; de eersten kunnen door te hooren en vergelijken veel leeren gratis! Onbegrijpelijk dat dit betrekkelijk weinig begrepen wordt. Een gewone programma beschouwing blijft ditmaal weer achterwege, doch geenszins omdat ik „uitgepraat" ben „op 't eind van 't seizoen", want ook hier is geen hegin en geen eind; de Toonkunst leeft eeuwig. D LETTEREN EN KUNST. Ada Gerlo: Herinneringen van een onaf hankelijke vrouw. Dit boek is meer dan literatuur. Het is een „document humain". Ik erken gaarne dat de schrijfster er geen tendentieuse bedoeling mee had, maar het werd tendentieus, door zich zelve: de wet van het leven demonstreert er zich in. On langs schreef mej. Annie Salomons in de „wat een vrouw denkt over"-rubriek van de „Nieuwe Amsterdammer", dit aangaande onafhankelijke vrouwen: „Wij moeten, al leen in stilte, aan onszelf bekennen, dat wij, die zoo hooghartig-medelijdend op de gees telijke armoe van ouderwetsche vrouwen neerzien, tegenwoordig door een andere, smadelijker armoede worden bedreigd: de armoede van het gemoed." En zie, hoe Ada Gerlo het in dit boek „litterairder" dan zegt: ..Om deze onnoozele honderd bladzijden wetgeleerdheid, waar niemand zich een greintje gelukkiger (cursiveering van mij, v. W.) door gevoelt, heh ik de mooiste jaren van mijn leven verkwist; om dit poovere product, waarvoor mij de onmetelijke eer van een paar gunstige recensies in buiten- landsche bladen is ten deel gevallen, heb ik me van het gewone leven afgewend, mij er boven gesteld, en alle menschelijke zalig heid verspeeld. In deze jaren had ik een huishouden kunnen hehben, een familie stichten; ik had kinderen kunnen hebben, wel drie kinderen." Dat is de rouw van de vrouw, die zich zelf niet gestand deed; een dier in verlaten heid vereenzaamde martelaressen, die thans moeten lijden om eens de nieuwe vrouw te laten geboren worden. Niet terug, maar vooruit gaat het leven, al mag het zich in zijn verschijnselen ook duizend maal herha len. En er zal zeker een tijd komen, dat een vrouwenbestaan als dit, niet, na .ieugd-ro- mantiek en teleurstelling, in verlatenheid onvervuld zal verkwijnen, maar tot een nieuwen bloei ontluiken, wijl het zijn Moe- dertaak in geestelijke harmonie met den man heeft kunnen vinden. Een leven zooals Ada Gerlo het hare beschrijft kan, na de be rusting, zichzelf alleen nog maar vergeten. Welk een tragisch slot besluit dit boek; „Van toen af wist ik. dat mijn innerlijk leven nog slechts „herinnering" kon zijn." Constant van Wessem. BELEEFD BE VEEL IK MIJ AAN VOOR DE LEVERING UWER MEVR. G. v. d. BRINK, Cor- setière, KEIZERSGRACHT 717, AMSTERDAM. - ELKENVRIJDAG AANWEZIG IN „HOTEL CEN TRAL", - LANGE POTEN, DEN HAAG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1915 | | pagina 3