KERK-AGENDA, Zondag 18 Juli.
HaarlemVereen, van Vrijz. Herv. (Geb. Prot.)
10 u., Ds. Van Wijk, Pred. te Zaandam; Eglise
Wallonne, 10J heures du matin, Mons. Cler,
Pasteur a Leyde; Rem. Ger. Gem. 10 u„ Prof.
Dr. Cannegieter, Hoogleeraar te Utrecht; Ev.
Luth. Gem. 10 u., Ds. Drijver, Ev. Luth. pred.
te ZaandamVer. Doopsgez. Gem. 10 u., Ds.
Binnerts.
Heemstede: Ned. Herv. Gem. 10 u., Ds. Conradi,
Em. Pred. te Heemstede. H. Avondmaal.
Houtrijk en Polanen Ned. Herv. Gem., 10 u„
de heer ten Boom, Cand. t. d. 11. D. te Haarlem.
SantpoortNed. Herv. Gem. 10 u., Ds. Van
den Bergh van Eijsinga.
IJmuiden: Ned. Herv. Gem. 10 u., Ds. Creutz-
berg; 2^ uur, Ds. Creutzberg, üoopsbediening; Doops
gez. Gem. en Ned. Prot. Bond, 10£ u. Ds. Onnes,
Pred. te Westzaau.
Zandvoort: Ned. Herv. Gein 10 u., Ds. Pos
thumus Meijjes. Collecte voor de kerk.
AGENDA.
BLOËMENDAAL.
Café „Rusthoek" iederen Zondagmiddag en avond
concert.
Hotel „Duin en Daal". Gedurende de maanden
Juli en Aug. Schilderijen tentoonstelling van
Haarlemsche Schilders.
HAARLEM.
Bureau van Consultatie tot verleenen van rechts
bijstand aan onvermogenden. lederen Vrij
dag houdt het bureau des namiddags ten half-
twee zitting in het gerechtsgebouw aan de
Jansstraat.
Koloniaal Museum (Paviljoen.) Dagelijks ge
opend van 104 ure.
Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.)
Dagelijks geopend van 104 ure.
Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van
104 ure. Entree f 0.25 p.p. Ie Woensdag
van de maand vrij. Zondags van 10—3 vrij.
Stads-Bibliotheek. (Prinsenhof.) Dagelijks ge
opend (behalve Zondags) van 104 uur.
Groote Kerk. Dinsdags van 12 ure, en
Donderdags van 2—3 ure. Orgelbespeling.
Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be
halve Zaterdags en Zondags) van 11 3 ure.
De bibliotheek alle werkdagen van 14 ure.
Bisschoppelijk Museum. (Jansstraat 79.) Ge
opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen
van 105 ure. Toegang 25 cents.
Schouwburg Jansweg: Zondag 18 Juli:
Specialiteitenvoorstelling
heldentijd in onze dagen opnieuw opge
voerd.
Welke beteekenfs daartegenover heeft
Duitschland
Het is vooral de opkomst van het keizer
rijk, die velen heeft verblind. Vóór de ge
weldige aaneenklinking van de verschillende
deeien van Duits.chland tot één Rijk lag
het zwaartepunt van de Duitschers op
geestelijk, en vooral op wijsgeerig gebied.
De verandering valt het best te teekenen
door wat Von Biilow daaromtrent heeft ge
zegd. Dat komt hierop neer. dat het Duit-
sche volk zich met de praktijk is gaan be
moeien en dat de Duitsche denkers hun
denkkracht voortaan niet meer uitsluitend
richtten op vragen van onstoffelijken aard.
maar op die der industrie. Het gevolg
daarvan was een omkeering van de idalen.
De hoogere sfeeren werden verlaten. Het
gebied van Immanuel Kant werd minder
aanlokkelijk dan dat van Krupp. Waar dat
op uit zou loopen, was duidelijk. „Bij eene
nieuwe verdeeling der wereld, zeide Von
Biilow in den Rijksdag op 8 Dec. 1911, zou
Duitschland zich door niemand op zijde
laten duwen."
Terwijl de voortbrengselen van den Duit-
schen geest hun wereldreputatie hebbeD
verdiend en behouden, stuit het gevolg van
hun materieel, hun militair drijven, iedereen
tegen de borst. Voor ons Nederlanders
vooral moet dat zoo zijn. Voor Nederlan
ders. die nog niet door een tijdelijken waan
zin zijn bevangen. Richard Wagner ver
rukt ons, Kant vervult ons met ontzag
maar de Pruisische geest ontstelt en ver
schrikt ons. Ons niet alleen.
Het heeft lang geduurd vóór Zuid-
Duitschland, vóór Hannover zich onder
wierpen. u)
Groot zeer groot, is dus de afstand
tusschen het Duitschland van vóór 1866
en dat van nu.
Onwijsgeerig zou het zijn, daarin niet te
berusten. Het verbrokkelde, machtelooze
Duitschland is vervangen door een Rijk van
immense kracht. Terecht schreef Homer
Lea:
Der Geist Bismarcks hat seinem Kör-
„per uur verlassen, um als Genius der Ras-
„se diese zu durchdringen."
Buitengewone gebeurtenissen moeten
uit een buitengewoon oogpunt bekeken wor
den. „Misschien eerst over vijftig jaren,"
zeide Von Biilow ook, „keert Duitschland
weer tot het bespiegelende terug." De
overgroote meerderheid onzer zal dat dus
niet meer beleven. Wij hebben dus te doen
met de realiteit van het heden. H et dich
terlijke, gevoels-Duitschland is verdwenen.
De furor teutonicus waart over de landen.
Vae victis. Het Duitsche ras voert zijn
kamp tegen de geheele wereld. Na eeu
wenlang de gemakkelijke prooi van de ge
heele wereld te zijn geweest. Duitschland
heeft, zooals reeds eerder werd gemeld,
volgens zijn eigen opvatting, „eine Mission
fiir die Menschheit." Indien dat een geloof
wordt zooals het blijkbaar in Duitschland
wordt kan het in kracht dat der kruis
vaarders evenaren.
De heerschappij van het Engelsche ras te
vervangen door die van het Duitsche ras j
is de practische beteekcnis van dat geloof. 1
Er mankeert nog maar aan dat er geroepen
wordt: Deus vult. God wil het.
Ziedaar de beteekenis van het gevaar,
vaartegen Engeland de gansche wereld in
het vuur heeft gebracht.
Het recht van Duitschland zich te hand
haven, zal niemand ontkennen. Maar om
gekeerd mag Duitschland, ook in de ure
van het grootste gevaar, niet ontkennen het
recht van anderen om: „de lendenen om
gord en brandende de lampen", toe te zien
wat er gebeurt. En dat heeft Duitschlands
pan -Germaansche beweging gedaan. Zij
heeft de vrijheid van anderen aangerand,
en die aanranding vooraf doen gaan door
miskenning en kleineering. Ook Nederland
heeft zich over miskenning van die zijde te
beklagen. Verklaarbaar is dat wel. Nooit
heeft Duitschland de vrijheid gekend. De
vrijheid waarvan Roosevelt sprak.
Driehonderd jaar vóór den Duitschen in
val in België, werd in Nederland het lied
gedicht:
„Mijn schilt ende betrouwen,
„Zijt gij, o Godt, mijn heer!
Op U soo wil ick bouwen
„Verlaat mij nimmermeer;
„Dat ick toch vroom magh blijven,
„U dienaar 't aller stondt,
„De Tiranny verdrijven
„Die mij 't hert doorwondt."
De afwerping van Napoleons juk door de
Duitschers, was betrekkelijk kinderspel bij
onzen strijd tegen 't Spaansche geweld. De
vrijheid toen door ons verworven, is op
Duitschen bodem vreemdelinge geweest tot
op dezen dag. Van Duitsche zijde is dat
tuchteloosheid genoemd. Evenals de
mensch die de werkelijke liefde niet ge
kend heeft, haar vergelijkt met die dooi
den hartstocht alleen opgewekt.
Aldus staat de zaak tusschen Nederland
en Duitschland. Het kostbaar erfgoed dat
wij voor de geheele wereld veroverd heb
ben, wordt als niet geacht.
Strategie en geweld zullen ten slotte moe
ten volbrengen, wat zoo niet in den
Raad besloten dan toch de wensch is
van de aanhangers van het idee van een
Duitscli wereldrijk.
IJdele waan. De historicus vindt blad
voor blad beschreven met de nederlagen
van hen, die aldus denken en handelen.
Wie hooger gaat vindt altijd de overwin
ning beschreven van hen, die gevolgd heb
ben wat in het laatste vers van het reeds
genoemde lied wordt uitgedrukt:
„Voor God wil ik belijden
„in zijne groote Macht,
„Dat ick tot geenen tijden
„den Koningh heb veracht;
„Dan dat ick God den Deere
„Der hoogste Majesteit
„Heb moeten obedieeren,
„In der gerechtigheyt."
Wie daarvoor strijden, zij mogen vallen
door 't vreemd gewelt", het doel, waar
oor zij strijden, schenkt hun de onsterfe
lijkheid.
En: met gerechtigheid staat en valt de
toekomst der menschheid.
H. A. R i 11 e r.
l) In „De Amsterdammervan 13 Juni j.l.
wordt door Prof. Mr. Van Hamel een aantal
staaltjes medegedeeld van de wijze, waarop in
Duitschland reeds sinds 1815 en in de laatste
jaren steeds scherper geaccentueerd over de
onafhankelijkheid en de beteekenis van Neder
land wordt gedacht. Een der schrijvers beroept
zich zelfs op de instemming van het Utrechtsch
Dagblad met het denkbeeld de Koloniën be
halve Java aan Duitschland over te doen.
Tot 1909 stond Mr. J. H. Valchenier Kips,
thans Hoogleeraar te Delft, aan het hoofd van
dat blad. Sinds zijn aftreden is zijn vaderlands
lievende:?) richting door het U. D. geheel ver
laten. Het wordt tijd daartegen te opponeeren.
Te lang is in de Nederlandsche pers het stil
zwijgen bewaard tegenover dergelijke uitingen
van overmoed en hoovaardij.
'-) „De drie tijdvakken der Nederlandsche
Geschiedenis." Verspr. Geschr. I. 30.
3) Een Halve Eeuw, 1848—1898. Historisch
Gedenkboek uitgegeven door Het Nieuws van
den Dag. 1898.
4) „Wij zijn een klein volk in vergelijking van
Engelandmaar onze vroegere geschiedenis
geeft aan Engeland het recht niet, met ver
smading op ons neêr te zien; wij behoeven, om
dit aan te toonen, niet tot Neêrlands heldentijd
op te klimmen, want het is nog geen halve
eeuw geleden, dat in Noordholland onze vaderen
op de Engelsche legers overwinningen behaalden;
hunne zonen reikhalzen naar het oogenblik,
waarop zij zullen kunnen bewijzen, dat zij niet
ontaard zijn". (Liborne was Engelsch Generaal.)
Krijgs- en Geschiedkundige Geschriften I. 70.
6) Was het niet juister te spreken van
de Hollanders in Zuid-Afrika Want is Herman
Koster gesneuveld, omdat de Boeren hem in
den steek hebben gelaten of niet? (Red. Bl.W.)
6) Van een, nu overleden, Oost Fries herinneren
we ons dit spotversje op Von Bismarck, dat
onder de jongelui in Oost-Friesland in 1866
opgeld deed:
„Preussen hat Hannover gestohlen"
„Bismarck soli der Teufei holen"
„Bismarck das ersoffene Schwein"
„Will unsrer König sein".
PLAATSELIJK NIEUWS.
T entoonstelling der Bloemendaalsche
Schoolvereeniging. Deze tentoonstelling
van werkstukken der leerlingen gaf weder
om den kijkers eens een uitmuntend denk
beeld van liet onderwijs in deze vakken aan
de school van den heer Wilson. Dc aanblik
van al deze werkstukjes door jongere en
oudere kinderen gewrocht, was werkelijk
alleraardigst. Vruchtjes, wortelen, aardap
peltjes, wat niet al. gevormd uit de gezegge-
li.ike toegeeflijke klei; het rietvlechtwerk
was opvallend keurig en smaakvol: mand
jes van verscheidene vormen en grootten,
blaadjes, bloempot-omhulsels, enzoovoorts.
Van karton-snijwerk vonden we een heel
partijtje doosjes, schotels, .ia, zoo waar, een
heele poppenkamer uitgestald, terwijl de
kunststukjes der grootere meisjes, mantel-
ties, borduursels, kraagjes en zoo, heel ver
dienstelijk zijn.
Geslaagd. Alle leerlingen der Bloemen
daalsche Schoolvereeniging, die zich had
den aangemeld voor het toelatingsexamen
van een der inrichtingen van middelbaar
onderwijs, slaagden in den loop dezer week
Twee slaagden voor het gymnasium, twee
voor de H. B. S. met 5-jarigen cursus voor
jongens, één voor een H. B. S. in Den Haag
en één voor het Lyceum voor meisjes te
Amsterdam. Van de zes candidaten waren
er 3 meisjes.
Tentoonstelling Duin en Daal. Leze
ressen, lezers, laat ons u nog eens herin
neren aan de tentoonstelling van schilde
rijen en teekeningen in hotel Duin en Daal.
Wie uwer maar even den tijd heeft, moet
die fraaie verzameling gaan zien; wie uwer
maar even lust erin heeft, moet er een
schilderij of teekening koopen. Er zijn wer
kelijk zeer mooie stukken bij. Bedenkt u
dus niet langer en gaat eens kijkenen
koopen.
't' Kopje. Donderdag werden op de
middelbare school voor meisjes ,,'t Kopje"
alhier, diploma's uitgereikt aan de volgende
leerlingen der vijfde klasse:
Een volledig diploma aan: C. H. Visse
ring, Amsterdam; C. A. Hofstede Crull, Pa
ramaribo, en C. G. Carp, Bloemendaal. Een
diploma voor alle vakken, behalve wiskunde
aan: J. C. van Hasselt, Tiel; L. M. A. van
Heemstra, Haarlem; M. C. Rahusen, Haar
lem; L. C. M. Hasselman, Den Haag; S. Gil-
tay Veth, Bloemendaal en L. L. M. Bierens
de Haan, Haarlem.
Aanhouding. Onze politie heeft zich
weer eens kranig gehouden. Zij heeft de
hand. of laat ons, daar er van een tweetal
gerechtsdienaars sprake is, liever zeggen
de handen gelegd op een individu, dat op
weerzinwekkende wijze dames en .ionge-
meisjes lastig viel.
Een dame, die door den kerel te Aerden-
hout aangevallen was. en door een toeschie
tend tuinknecht ontzet, kwam haar klacht bii
de AerdenhoutschBloemendaalsche politie
indienen. Het opgegeven signalement bracht
de politie op het spoor, en aan zijn woning
te Haarlem, hadden Smits en Stoffer den
kerel al gauw te pakken en rekenden hem in.
Maar goed ook.
Uit het politie-rapport.
P r o c e s s e n-v e r b a a 1 zijn opgemaakt
wegens: rijden zonder licht; overtreding
der Arbeidswet; loopen over verboden
grond; rijden door het bosch; plegen van
onzedelijke handelingen.
Gevonden en terug te bekomen bij
A. van 't Riet, Bloemendaalschcweg n°. 80
te Bloemendaal, een knipmes; J. W. C.
van der Veer, Bloemendaalscheweg 65, te
Bloemendaal, een wandelstok; J. J. van
Beem, Binnenpad 10, te Overveen, een
bonte doek met eenige paren bruine kou
sen; Kuneman, Boschlaan 3, te Bloemen
daal, een broche met portret; N. Doorn,
Kleverlaan n". 20, te Bloemendaal, een cein
tuur; aan het bureau van politie te Over
veen, een huissleutel; een portemonnaie
met inhoud en een twintigste lot van „Het
Witte Kruis".
Verloren: een beurs met inhoud; een
gouden dameshorloge; een zilveren dames
horloge; een gouden speld; een handtasch-
je; twee gouden ringen; een gouden bro
che; een gouden armband; een N. Z. H.
tram-abonnement; een portemonnaie met
inhoud.
BURGERLIJKE STAND.
Van Vrijdag 9 Juli tot en met Donderdag
15 Juli.
Geboren: z. van M. Hoogendijk en
M. H. Maks.
Getrouwd: C. F. van den Heuvell
en F. C. Thoolen; P. van de Manakker en
K. Bruinsma.
Overleden: A. Kapteijn, 2 m.
Overleden in het gesticht Mee-
renberg: G. Hartel, 56 j.; K. Koomen,
45 j.
UIT ANDERE GEMEENTEN.
Museum van Kunstnijverheid. Zondag
IS Juli zal in het museum voor kunstnijver
heid, te Haarlem, wegens de voorbereiding
van de tentoonstelling der werken van Jan
Toorop, die de volgende week geopend
w ordt, geen bizondere tentoonstelling plaats
hebben.
De tentoonstelling van Toorop wordt 24
Juli te 3 uur geopend met een korte toe
spraak van den heer Toorop zeiven.
Zondag is het museum geopend van 10—4
uur.
,2k Victoria water
Jö OBERLAH NSTEIN
VAN HIER EN DAAR.
Het Gezantschap bij den Raus. Het
onderstaande telegram is Maandag 12
Juli door den voorzitter der Evangelische
Maatschappij aan Hare Majesteit de Ko
ningin verzonden.
Mevrouw,
Met eerbiedigen schroom verzoekt on-
dergeteekende, als voorzitter van het
hoofdbestuur der Evangelische Maatschap
pij, ter wille van den spoed in deze voor de
onafhankelijkheid van Nederland zoo be
langrijke aangelegenheid langs anders zoo
ongebruikelijken weg, in zake Nederland's
tijdelijk gezantschap bij den Paus, de aan
dacht van Uwe Majesteit voor een duidelijke
stem, uit Rome, gedagteekend van 26 Juni
j.l. „Een ding staat vast," schrijft de cor
respondent der „Nieuwe Rotterdamsche
Courant" (Avondblad B van 10 Juli j.l.) en
hij licht deze meening toe: „de paus heeft
zich als vredesapostel voor langen tijd ab
soluut gecompromiteerd. Dit wordt alge
meen beseft en met reden. Zoo nu toch een
Nederlandsch gezant bij het Vaticaan in
Rome zijn intrede doet, vrees ik. dat het
wantrouwen in Nederland's houding zal toe
nemen." Vorenstaande woorden klinken als
eene waarschuwende stem, als eene raad
geving tot uitstel.
Ik verzoek Uwe Majesteit met den mees
ten eerbied alsnog Hare aandacht hieraan
te willen schenken.
Tot zoover het telegram.
De romeinsche correspondent van ons
grootste dagblad zet in zijne toelichting uit
een, waarom de instelling van het tijdeliil
gezantschap bij den paus Nederland bij de
Italiaansche regeering en dus ook bij de re
geeringen der „geallieerden" verdacht
maakt; de Duitsche gezanten bij het Vati
caan zijn vertrokken, nu moet, denkt men
in Italië, dit Nederlandsche gezantschap die
nen om als trechter van Duitsche verlan
gens dienst te doen; de paus heeft zich on
voorzichtig uitgesproken, wordt voor par
tijdig, in het bizonder voor anti-Fransch en
anti-Italiaansch-gezind gehouden; hij staat,
zegt men, in Rome niet boven de partijen.
Intusschen heeft, zooals op 13 Juni bekend
werd gemaakt, de benoeming van mr. Re-
gout tot „tijdelijk gezant en gevolmachtigd
minister", bij het Vaticaan reeds op 10 Juli
plaats gehad.
Van de vele voortreffelijke bijdragen, uit
het Guldensporennummer der „Vlaamsche
Stem", op 11 Juli verschenen, knippen wij
voor onze lezers dit schoone vers van
Karei van den Oever:
O, GULDEN, GULDEN SPOREN.
Hoort gij de vlammen kraken?
Ach, Ypren, Ypren brandt!
De duistre luchten blaken
en rooder gloeit mijn land;
de Vlaamsche lucht erf gloren
Mijn Vlaandren's nood is groot.
O gulden, gulden sporen
hoe glimt gij rood!
Ziet gij de vlammen smoken
Ach, Ypren, Ypren laait!
De Duitsche duivels poken
De vaart der vlammen waait..
De Duitsche duivels zworen
ons lieve steê haar dood!
O gulden, gulden sporen
hoe glimt gij rood!
Hoort gij de vlammen loeien
Ach, Ypren, Ypren schreit!
De wreede vlammen vloeien
rond haar onnoozelheid
De spookge vlammen storen
den heelen hemel bloot.
O gulden, gulden sporen
hoe glimt gij rood!
Want ievers in een kerke
Ach, Ypren, Ypren brandt
daar schijnt er op de zerken
de gloed van 't vaderland.
Daar ievers in God's kooren.
in der gewelven schoot,
daar glansen en daar gloren,
daar branden gulden sporen
en fonklen goud en rood!