WAT El STAAL uit de Wilhelminabron te Haarlem tegen bloedarmoede. KERK-AGENDA, Zondag I Augustus. Haarlem Vereen, van Vrijz. Herv. (Geb. I'rot.) 10 u„ Ds. Riepnia, Pred. te Edam; Rem. Ger. Gem. 10 u., Ds. Haentjes; Ev. Luth. Gem. 10 u., Ds. Sehade van Westrum; Ver. Doopsgez. Gem. 10 u„ Ds. Planteuga. BloemendaalNed. Herv. Gem. 10 u., Ds. Van Leeuwen. Heemstede: Ned. Herv. Gem. 10 u., de Heer Ten Boom, Hulpprediker te IJmuiden. Houtrijk en PolanenNed. Herv. Gem., 10 u., Ds. Van Noort, Pred. te Amsterdam. Santpoort: Ned. Herv. Gem. 10 u., Ds. Bakels, Em. pred. te Haarlem. Spaarndam Ned. Herv. Gem. 10 u., Ds. S. B. Baljon. IJmuiden: Ned. Herv. Gem. 10 u., Ds. Baljon, Pred. te Halfweg, 5 u., Ds. v. d. Wal, Pred. te Made en Drimmelen. Zandvoort: Ned. Herv. Gem 10 u., Ds. Pos thumus Meijjes. AGENDA. BLOEMENDAAL. Café „Rusthoek" iederen Zondagmiddag en avond concert. Hotel „Duin en Daal". Gedurende de maand Augus tus Schilderijen tentoonstelling van Haarlemsche Schilders. HAARLEM. Bureau van Consultatie tot verleenen van rechts bijstand aan onvermogenden. lederen Vrij dag houdt het bureau des namiddags ten half- twee zitting in het gerechtsgebouw aan de Jansstraat. Koloniaal Museum (Paviljoen.) Dagelijks ge opend van 104 ure. Museum van Kunstnijverheid. (Paviljoen.) Dagelijks geopend van 104 ure. Gemeentelijk Museum. Dagelijks geopend van 104 ure. Entree f 0.25 p.p. Ie Woensdag van de maand vrij. Zondags vah 10—3 vrij. S tad s-B ibliot heek. (Prinsenhof.) Dagelijks ge opend (behalve Zondags) van 104 uur. '■iroote Kerk. Dinsdags van 12 ure, en Donderdags van 2—3 ure. Orgelbespeling. Teyler's Stichting. (Spaarne.) Geopend (be halve Zaterdags en Zondags) van 11 3 ure. De bibliotheek alle werkdagen vail 14 ure. Bisschoppelijk Museum. (Jausstraat 79.) Ge opend behalve Zondags en R.-K. feestdagen van 105 ure. Toegang 25 cents. Schouwburg Jansweg; Zondag I en Maandag 2 Augustus: 8 u. Pro Pomo; Dinsdag 3 Augustus: 8 u. Gekocht en Betaald; Woens dag 4 Augustus: 8 u. Groote Stadslucht; Woensdag 4 en Zaterdag 7 Augustus: 21 u. Mevr. Wensma-Klaassen. Schouwburg „de Kroon": Zondag I Augustus en volgende dagen: 8 u. Tusschen 12 en 1 's nachts. schen geest, tusschen Qermaansche en Ro maansche knust, maak ik attent op K. v. d. Woestijne's: Het hart v. F3. Brenghel, ver schenen in Elsevier, en op: Het lot der nac- tnereelste beweeglijkheid" van Schmidt- Degener in „De Gids" van Mei. Vooral pag. 339 is een prachtige illustratie van mijn:' De Rotnaan zoekt schoonheid, doch vindt die in de natuur niet voldoende. Mij uit het hart gegrepen is ook..Vlaan deren zou verschaffen, wat Italië niet meer geven kon: vitaliteit" Hetzelfde wat op heden Duitschland moet doen. De Neder landers waren slechts een voorhoede van het groote Qermaansche leger. i) Dat liet Romaansche ras, deze eigenaardig heid nog bezit en zelfs niet gelooven kan aan menschen, die er vrij van zijn, vertelt ons heel naievelijk Prof. H. Treub. Evenzoo de Belgische minister Carton de Wiart en de Franschman J. donkerville, professor agrégé d' Histoire. Vooral de laatste is kostelijk met zijn„C'est, hélas la dure, l'inflexible loi de la nature". Men vergelijke mijn Noot 2 in het nummer van 26. 6. 2 In „de Toekomst" N". 17 bespreekt Prof. v. d. Wijck een rede van Dr. Bertram ge houden te Bonn in Dec. 1914 en thans in druk verschenen. Ik beveel de lezing ten zeerste aan. Bertram spreekt o.a van de betoovering die het Qermaansch gemoed ondergaat door wat niet onder zijn bereik valt, n.l. de lichte gratie, het feilloos grensgevoel, dat aan de Romaansche naties eigen is. 3) M. v. Poll in „De oorzaken van den wereldoorlog" en J. D J. Aengenend in „De oorlog en Gods voorzienigheid". 2 Roomsch- Katholieken zeggen iets dergelijks. Man kann keine Schrift von ihm (Augus- tinus) aiifschlagen ohne von der Glut der Empfindung gerührt und von dem heiligen korte broek stormt hij naar de keuken, loopt den kapitein bijna omver en pakt den ketel beet. „Nom de noms! Sacré nom demille belles fleurs!" dondert de officier hetn tegen en pakt ook het hengsel vast. En, ziedaar! een Fransch kapitein en een predikant van de Nederduitsch Gerefor meerde kerk, heiden in ambtscostuum. vech tende om een waterketel. Tableau! Zij trekken hard te hard! Hoe stevig de koperen ketel moge zijn, tegen hunne in tegenovergestelde richting werkende krach ten is het hengsel niet bestand, het laat los. De kemphanen stuiven achteruit en onze wel eerwaarde ketst tegen den muur en onze weledelgestrenge tegen de rechtbank, ter wijl beiden met het warme water kennis maken; de dominé voelt het geducht door zijn zijden kousen heen, de kapitein minder door zijn dikkere kleeding. De eerste trekt wel een beetje een pijnlijk gezicht, maar dat weldra opfleurt, toen hij den krijgsman het veld ziet ruimen, zwerende revanche te zul len nemen. Het potje wordt te vuur gezet en de rust keert weder in de pastorie, nadat de be zorgde huisvader zijne zwangere vrouw ge kalmeerd had. Eenige dagen daarna vinden we den do minee in zijne studeerkamer in zichzelven Ernst des Gedankens gefesselt zu werden; man kann nicht lange darin lesen, ohne es ihr Her zen beklagen zu miissen, dass ein solcher Geist, auserwahlt urn ein Junger des lebendigen Christus zu sein, geschaffen wie nur Wenige, das Werk des Paulus fortzusetzen und der wahren Religion des Apostels im entscheidenden Augenblick zum Siege zu verhelfen, dennoch die Machte des Vöïkerchaos, dem er selbst Vaterlandslps rassenlos, religionlos - entstiegen war, nicht aufzukommen vermag, so dass er zuletzt in ciner Art wahnsinniger Verzweiflung das eine einzige Ideal erfasst: die römische Kirche als rettende, ordnende, einigende, weltbeherrschende Macht koste es, was es wolle, koste es auch das bessere Teil seiner eigener Religion - organisieren zu helfen. (H. Chamberlain Grtmdlagen p. 593.1 5) Men leze C. E. H(oovkaaS) „Ik doe er niet aan" Handelsbl. 16, 7. INGEZONDEN. Engeland en de Maori's. Is het mij veroorloofd, even eene onjuist heid van den heer Wiedeman te verbete ren ZEd. zegt in een noot, van Engeland „de Maori's roeide het zelfs zoo goed als uit." Toevallig woont er in mijn gemeente een goede bekende. Hollander van afkomst, die uit Nieuw-Zeeland, het land der Maori's onlangs hierheen gekomen is en die mij o. a. het volgende meedeelde: de Maori's hebben het in Nieuw-Zeeland bizonder goed. De regeering w aakt er voor, dat zij hun gron den behouden en dat zij niet door alcohol worden te gronde gericht. Aan wegen, die langs hun landerijen loo- pen, moeten blanken wel, doch behoeven niet mee te betalen. Ze worden op allerlei wijze gesteund en gaan geenszins te gronde. De heer Wiedeman, die roemt in zijn subjectivisme, diende om der waarheid wil toch te erkennen dat de Engelschen over 't algemeen doen wat zij kunnen om de oorspronkelijke bevolkingen in hun koloniën voor ondergang te vrijwaren. Met dank voor de plaatsing. Uw dr. C. H. R. L„ te I Twee beginsels. Un peuple n'a pas une histoire par le seul fait de son existence; il faut que sa vie soit active et féconde. Ernest Lavisse. De oorlog, die thans Europa verscheurt, wordt nog te veel aangezien als ontstaan uit economische oorzaken alleen als eene uitbarsting die, hoewel lang voorbereid, toch nog door de diplomatie had Kunnen "oorkomen worden. En het is de diplomatie die daarom door velen verantwoordelijk wordt gesteld. Vandaar de wensch de di plomaten staatkunstenaars zei Multatuii - te brengen onder de controle des volks. Want de volken, zoo wordt gezegd, zim niet oorlogzuchtig. Wie dat beweert wordt er bij gevoegd verbreidt een hoogst gevaarlijke leugen. De vraag doet zich dus voor, of inderdaad de diplomatie de macht bezit, die zij zou oehoeven. om de aldus van haar verwachte taak te vol brengen. Er is in zeker opzicht reden daaraan te twijfelen. In de eerste plaats omdat de persoon lijke invloed der vorsten wordt uitgescha keld. in de tweede plaats omdat dwars door alle economische banden en verhoudingen heen, en in zekere mate daarvan onafhan kelijk, in Europa twee tegenstrijdige richtin gen in de buitenlandsche politiek elkaar met afwisselend geluk bekampen. Te weten dc richting, die heendrijft naar een staat kundig evenwicht, en die welke tot doe! heeft: de doorvoering van het beginsel der nationaliteiten. De persoonlijke invloed der vorsten. Max mompelende: „dat doe ik niet, nooit! Op s' Keizers verjaardag bidstond houden voor den tiran. Neêrlands geesel, menschen- moorder, armoêzaaier, rustverstoorder!" Hij had zich tot dusverre niet druk behoe ven te maken met het huldigen van den gehaten overheerscher. In Maart toen er voor den troonopvolger, den koning van Rome, een dank- en bidstond moest worden gehouden, was hij juist met verlof afwezig en thans zou hij Napoleon moeten verheer lijken. „O, die ellendige keukenscène nu neemt kappi zijn revanche!" Geheel juist was die gevolgtrekking niet. De kapitein liet, zooals boven gezegd, het gaarne aan anderen over, om in Spanje of elders lauweren te plukken; hij genoot hier van de landelijke rust, at zijn kippetje en eitje op zijn tijd en had het dominé nooit lastig gemaakt, doch de verwijdering be stond en ZEd.Gestr. had strenge order ge kregen er voor te zorgen, dat in de kerken op 's keizers verjaardag bidstond werd ge houden. Onder het bestuur van koning Louis had de kapitein, die onze taal niet machtig was, zich er niet mede bemoeid, doch nu moest hij op last van hooger hand. ZEerw. aan diens verplichting herinneren en rapport uit brengen. Van den man. den Oranjeklant, die in zijne adversaria al de schimpdichten aantee- .X'or dan heeft in zijn: „Leugens der Maat schappij" daaromtrent het een en ander me degedeeld, dat inderdaad de moeite van het overwegen meer dan waard is. „De volksredenaars" zoo zegt hij „houden treffende toespraken van de tribu- „nes; de volksvertegenwoordigers spreken „met veel nadruk in het parlement; de mi- „nisters geven met een ernstig gebaar ope- „ning van zaken; allen zijn overtuigd dat „hun invloed de overwegende is voor de „lotgevallen van het land. Intusschen glim- „lacht de koning en verzendt briefjes aan „zijn vorstelijke vrienden buiten de greu- „zen, maakt alle mogelijke afspraken betref- Jende verbintenissen en uitsluiting, oorlog „en vrede, verovering en inlijving, beperking „of concessie; en zoodra het plan geleed „is, wordt het ten uitvoer gelegd, al praten „de parlementen nog zooveel tegen. Sommige uitingen van Gladstone in de „Nineteenth Century" schijnen Nordau's be wering te bevestigen, evenals wat mr. W. H. de Beaufort eenmaal schreef over hetgeen hij als minister van Buitenlandsche Zaken ondervond, in zijn verhouding tot de Kroon. Op zich zelf is daarin niets buitengewoons, la, het zou zelfs onnatuurlijk zijn, indien de vorsten eikander onderling niet raadpleeg den over hetgeen het belang van hun land en hunne dynastie betrof. Maar aan te nemen dat daarbij niet een sterk element werd gevormd door de positie van eigen land, de behoeften en wenschen van eigen onderdanen, zou absurd zijn. Anti-nationaal regeeren ten opzichte van het buitenland zou zijn eigen doodvonnis be zegelen. Philips II, Karei I, Jacobus 11 b. v. hebben dat maar al te zeer ondervonden. Natuurlijk. Persoonlijke sympathieën en antipathieën zullen zich bij die onderhande lingen doen gelden zoowel tegenover per sonen, als tegenover denkbeelden en zaken Maar te meenen dat de volken daarbij red deloos ziin overgeleverd, zou zijn het mis kennen van de beteekenis van het achter de vorsten staande volk. Alleen reeds de XlXe Eeuw heeft genoeg de beteekenis van het volk doen zien wanneer het zich in zijn rechten en belangen verkort achtte. Nooit zou naar mijne meening de tegenwoordige oorlog dan ook zijn uitge barsten, indien de hoofden der volken niet de overtuiging hadden gehad, dat de te ont branden strijd in hun eigen land populair was. Indien niet in de verschillende landen dc overtuiging had bestaan, dat er oude re keningen te vereffenen waren. Oorlog tegen Oostenrijk was in Rusland en Ser ie, oor log tegen Duitschland in Frankrijk en in Engeland populair. Staatkundig evenwicht of ontplooiing der nationaliteiten. Zonder twijfel moeten ook de onderhandelingen tusschen de vorsten beheerscht worden door de vraag of de op lossing der staatkundige vraagstukken in Europa zal geschieden in het zoeken van een staatkundig evenwicht, of in de ontwik keling van het denkbeeld van de zelfstan digheid der nationaliteiten. De politieke erfenis der XVIIIe Eeuw vóór de Fransche revolutie werd door het con gres van Weenen in 1815 weder aanvaard. Het knipte daar, voegde hijeen, scheidde en vereenigde staten en landstreken zonder ook maar eenigszins rekening te houden met de volken. Het in bedwang houden van Frankrijk en het neutraliseeren van de krachten der overige mogendheden door elkander, stond daarbij op den voorgrond. In hoeverre de Talleyrand aan den voort- duur van de toen geschapen verhoudingen zelf geloofde, blijkt het beste uit hetgeen hij er in zijne Mémoires over loslaat. kende, welke op Napoleon en diens familie uitkwamen, en met den inhoud blijkbaar in stemde, want zelfs op hoogen leeftijd schreef hij er een in op het overbrengen van het stoffelijk overblijfsel van Napoleon naar Frankrijk van hem werd gevorderd een lofrede te houden of een dankgebed uit te storten voor den ver.iarenden imperator! Neen, wat er ook gebeuren mocht, op dat altaar zou hij niet offeren. In dezen geest had de leeraar zich ook tegen zijne vrouw uitgelaten, die te vergeefs getracht had hem tot toegeven te bewegen. Toen z,e hem driftig heen en weer hoorde loopen, in plaats van rustig aan zijn preek te werken, besloot zij nog een poging te wa gen. desnoods met een beroep op hare posi tie. Zij treedt het vertrek binnen. „Do. och! beste man, denk aan .ie ambt, aan onze beide lievelingen," zoo ving ze aan, „geef voor deze keer toe, wie weet be hoef je 't ooit weer te doen. We zullen niet altijd onder het juk van den dwingeland blijven; er is nu reeds sprake van, dat het garnizoen dep langsten tijd hier is geweest, dan leven we weêr vrij in dezen uithoek." „Neen, Wimpie-lief! een voorganger van de gemeente mag allerminst tegen het ge weten handelen, tegen „die stem, die in spraak, zoo verheven die onze daden volgt. Zij spreekt ook zeifs vooraf „On ne doit pas se faire illusionl'équi- libre européen que nous avons fondé au „congres de Vienne n'est pas éternel. II „succombera un jour ou l'autre; mais il nous „promet quelques années de paix." Toen reeds begreep hij dat de nationale beweging in Duitschland de wensch naai de Duitsche eenheid voor het kunstmatige staatkundige evenwicht gevaar zou opleve ren in de toekomst. „Les nécessités de la défense et un péril „commun ont preparé en Allemagne les „esprits pour l'unité germanique „L'Autriche n'est pas a craindre C'est „done la Prusse qui doit être surveillée; elle „tentera l'aventure, et si eiie réussit, alors „toutes les conditions de l'éqmlibre seront „changées; il faudra chercher pour l'Europe „de nouvelles bases et une nouvelle orga nisation." Voor Frankrijk was „comme étant la nation la plus intéressée" de rpl wegge legd „combattre le mouvement d'unifica- tion ou en chercher la compensation." Ziedaar dus het werk van het Weener Congres door een zijner voornaamste voor gangers als onvruchtbaar veroordeeld. In derdaad is dan ook de geschiedenis der XlXe Eeuw, de geschiedenis geweest van de ontplooiing der nationaliteiten. Frankrijk heeft de rol het door Ch. Talleyrand toege wezen in zooverre opgenomen, dat het zich als voorvechter voor de wetten der natio naliteiten heeft voorgedaan, Emile Ollivier wijdt daaraan bijna een geheel boek van zijn TEmpire liberal. Maar zonder twijfel ge schiedde dat meer om de vereeniging van Duitschland en de vergrooting van Pruisen te bestrijden, dan om, zooals Lavisse be weert te doen zegevieren, dat beginsel, dat in de Declaration des droits de l'homme aldus wordt omschreven: „Le principe de toute souverainité réside dans la nation. Waaruit volgt dat Frankrijk dus moet opge komen zijn voor de onafhankelijkheid en ondeelbaarheid van alle volken. ik herhaal: dat is beweerd. Maar de Fran sche luilp aan de Belgen in 1830 is toch meer geschied om Nederland als voorpost te verzwakken, dan om België vrij te ma- Ken. Zeker. Napoleon III heeft wel de Italiaan- sclie Eenheid helpen bevorderen. Maar dc aanslag op Mexico is in flagranten strijd met le beau röle aan Frankrijk toegeschre ven. En.wanneer Lavisse zegt „Après 1870, la France représente plus que jamais les premisses de liberté et de nationalité!", dan kan dat ernstig gemeend, of pour liesoin de ia cause genoemd worden. AI naarmate men uit de Fransche geschiedenis grijpen wil. Lodewijk XIV erkende dat beginsel van nationaliteit evenmin als Napoleon I. voor wien het slechts scheen te bestaan om het te vernietigen. Wat Pruisen zelf betrof - de vernietiging van de zelfstandigheid van kleine staatjes, waarmede in Duitschland zelf den draak werd gestoken kan niet zoo zwaar worden aangerekend, als de usurpatie van SleeswijkHolstein en de overrompeling van Hannover. Elzas-Lotha- ringen was in zekeren zin enkel oorlogs buit. Thans gaat echter de uitbreidings- zucht der Pan-Germanisten te ver.2) Van staatkundig evenwicht is daarbij geen sprake meer. Alieen van vernietiging van nationaliteiten. Zooals De Talleyrand zich dat staatkun dig evenwicht voorstelde, daarvan kan in mzên tijd geen sprake meer zijn. Alleen van evenwicht van wereldmachten. Toch is het beginsel der nationaliteiten nog krach tig genoeg om een voorwendsel te leveren tot oorlogen, zooals wij er thans een bele- Die haar gehoor verleent, zal steeds in [kalmte leven Die haar bedriegen wil, vindt ook door [haar zijn straf. „Maar Do! dan wordt je geschorst, waarvan moeten we dan leven? Wij zijn zoo gelukkig, dat je tractement nog uitbe taald wordt, doch ons fortuin is weg. Aan mijne aandeelen in de West-Indische plan tages hebben we niets en de Fransche as signaties in .ie trommel, zijn scheurpapier. Gebrek staat voor de deur en de derde wereldburger is te wachten; denk aan mijne positie en je persoon. Marregie heeft van Jean gehoord, dat de kapitein .ie op de lijst zal plaatsen van de verdachte personen, die, zooals .ie weet, als gijze laars naar Frankrijk worden medegeno men. Kom! Je kunt toch wel een midden weg inslaan, wees nu niet stijfhoofdig, beste vent! Ik smeek het je." (Wordt vervolgd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1915 | | pagina 2