ALGEMEEN WEEKBLAD Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM. ZATERDAG 25 SEPTEMBER 1915. No. 39 Het Bloemendaolseh Weekblad. Prijs per jaar 2,69 Prijs per nummer 25 cents. Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN' Kantoor voor redactie en administratie: i Adyertentiën 10 cents per regel bij contract belangrijke korting. Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden. In dit weekblad is tijdelijk opgenomen HET MIDDEN", waarvan de eerste afzon derlijke reeks is afgesloten met No. 34 van 24 Januari 1914. TWEE RICHTINGEN. Tot kort voor den oorlog beeldde „Sim- Ccissimus" af en toe tergend de schim af an den „IJzeren Kanselier'", om daaraan kleinheid van diens opvolgers te meten. Zonder twijfel geschiedde dat met recht. Want niemand hunner zou in staat zijn ge weest Von Bismarck's kamp te voeren en evenals hij voor Duitschland eene nieuwe aera te doen aanvangen. Tweehonderd jaren na Nederland ver krijgt Duitschland eenheid en kracht. De anloop daartoe, ontspruitende uit het na tionaliteitsbeginsel liep de beweging ten itte uit op overweldiging, in het denkbeeld en machtig rijk te stichten, waarin de Ger- maansche geest zou predomineeren. Toen Ie Duitsche genius zijne geweldige taak ianvaardde, zonder iets meer van zijn plan nen te doen blijken dan volstrekt noodig was, brachten hem reeds zijne eerste stap pen in botsing met de Pruisische liberale partij. Met de door hem en ook door Fer dinand Lassalle gehate „Fortschrittler". Eene „overeenstemming" die spoedig aan leiding gaf tot onderhandeling over een ver band tusschen den gigantisehen handha ver van de koninklijke oppermacht en den eigenlijken stichter van de Duitsche so- iaal-democratische arbeiderspartij. „Les extrèmités se touchent". Welk verband evenwel niet tot stand kwam. Wie waren de „Fortschrittler". Hen te teekenen is noodig, omdat zij de vertegen woordigers waren van eene richting,die door het Bismarckiaansche ferro et ignis voor goed is overwonnen, Cosmopolieten, waren die „voortschrijders" in de politiek tegenstanders van de absolute koninklijke macht - in de economische praktijk vrij- handelaars en voorstanders van het laissez- faire, laissez aller. Sterk stonden toen in Europa de kansen op de overwinning van die beginselen. Voor het doel van dit opstel is het over bodig de critiek te herhalen die door een Rodbertus Jagetzow, door een Ferdinand Lassalle, door een Karei Marx en een Fried- rich Engels ten slotte op het sociaal pro gramma der liberalen is uitgeoefend. Het erkennen door den staat dat het tot zijne verplichtingen behoort in socialen zin in te grijpen met de sociale wetgeving tot ge volg, is voldoende om te doen zien, dat de strijd door de liberalen van dat tijdperk in hoofdzaak is verloren. Naast de democra tische kampvechters, moet ook Von Bis marck genoemd worden, als hebbende: changé tont cela. De aandacht moet echter gevestigd wor den op de denkbeelden, die het liberalisme in politiek opzicht vervulden en toch voornamelijk ten opzichte van het buiten land. len nauwste hingen die denkbeelden sa men met hunne economische beginselen, of liever met hunne economische wereldbe schouwing. En het is eigenlijk met deze. waarmede wij te doen hebben, bij het he spreken van de vraag van welke gronden de tegenstanders van het Bismarckiaansche systeem uitgingen. Een systeem, dat vol gens Homer Lea al wat goed Duitsch is, thans vervult In economisch opzicht hingen die oude liberalen de leer aan dat het einddoel der beschaving moet zijn eene verbroedering van alle volken. Omdat alle volken elkan der noodig hebben. Daarvoor was noodig het denkbeeld van bescherming te laten varen. Sedert 1838 w as Cobden daarmede in Engeland, sedert 1846 Bastiat daarmede in Frankrijk begon nen terwijl in Duitschland Friedrich List daarvan de groote apostel was. Voortbou wers waren dat van het door Adam Smith verkondigde, door Ricardo c.a. verder uit gewerkte vrijheidssysteem. In hoofdzaak kwam dat daar op neer, dat elk volk aan de volkerengemeenschap die diensten moest bewijzen, waarvoor het het meest geschikt was. D. w. z. voortbren gen dat, waarvoor hun land het meest ge schikt was, of de diensten bewijzen, die door den aard der zaken het beste aan hen waren toevertrouwd. Frankrijk b.v. moest wijn, Rusland koren voortbrengen, Engeland, Nederland de vrachtvaart ter hand nemen. Voor alles was echter noodig dat geen be schermende rechten aan de grenzen in- of uitvoeren beletten. Op die wijze stelden zij zich voor, dat eene algemeene broederschap tusschen de volken zou ontstaan en gebroken zou wor den met het tot toen heerschende stelsel van afzonderlijk staande volken, die tracht ten elkander zoo veel mogelijk te benadee- ien en ten koste van de overigen sterke economische eenheden te worden. Terwijl tevens het militairisme, dat een noodzake lijk uitvloeisel van het oude systeem was, zou moeten verdwijnen. En opdat de vor sten wegens dynastieke belangen dien wor denden idyllischen vrede niet zouden kun nen verstoren, wilden die oude liberalen het besturen van de betrekkingen met he't bui tenland en het toezicht over liet leger niet uitsluitend in de handen dier vorsten leggen, maar daarin een medebeslissende stem hebben. Van welke beginselen sommigen hunner uitgingen, blijkt uit hunne verdediging van den vrijhandel. Schreef niet Cobden: Free Trade is the international law of the Al mighty Dat die beginselen nog niet verlaten zijn, spieckt heel duidelijk uit een redevoering on het in 1910 te Antwerpen gehouden congres door A. van Daehne van Varick. eere-üd der Cohdfiii-ciub. Les peuples vivent comme s'ils ne devaient s'intéresser les uns aux autres qu'a condition d'etre unis sous un même sceptre ou par une alliance politique; comme si leurs ainés, c'est-a-dire ceux qui, les premiers, ont eu conscience de Ia dignité de l'homme, n'avaient pas a rendre compte de l'usage de cette pre rogative a l'égard des créatures qui gé missent dans les ténèbres spirituelles. Fatale erreur! Moïse nous enseigne l'unité de l'espèce humaine, sa descen dance d'un même père et, par consé quent, la fraternité universelle; et les Prophètes nous révèlent que les. peuples, après avoir parcouru les phases succes- sives de leur existence, sont destinés a former une seule société sous une seule royauté. Or, si l'Ecriture sainte a prouvé son inspiration divine par la vérité de sa doctrine et l'accomplissement de ses prophéties, li est impossible de méconnai- tre l'infaillibilité de son témoignage sur la destinée des peuples. Dat de beginselen begonnen invloed te hebben, spreekt wel duidelijk uit het trac- taat in 1860 tusschen Engeland en Frank rijk gesloten. Een tractaat, waarbij bepaald het vrijhandels-beginsel werd erkend. Of schoon in Frankrijk slecht ontvangen Napoleon 111 had het gesloten buiten de Kamer om was het toch het begin van een reeks gelijksoortige overeenkomsten, zoodat het vrijhandels-beginsel voor goed gevestigd scheen.2) Von Bismarck keerde zich in de eerste plaats tegen het cosmopolitisme. De strijd tegen de vrijhandelaars aanvaardde hij eerst later. (Want nog in 1879 gingen 95 pCt. van alle waren tolvrij Duitschland binnen).En nevens dat cosmopolitisme tastte hij de bevoegdheden van het parlement aan. Beter dan iemand kende hij de ge varen die de Duitsche landen van de zijde van Rusland, van Frankrijk, van Oostenrijk dreigden of dreigen konden. Het ..schemerend ideaal hoven de aarde" dat zijne tegenstanders vervulde, en naar hij meende, verblindde, kon volgens zijne opvatting niet anders dan tot verzwakking leiden. Vandaar dat hij tegenover verbroedc- rings- en vredesidealen reeds onmiddel lijk sprak van vuur en ijzer. Geweldmidde- len dus. Oeen overreding, geen beroep op hooger gevoelens. Door zijn optreden is dus de ontwikke ling gestuit van het liberale denkbeeld van vereeniging van alle volken in vreedzamen wedstrijd. De aanloop, toen genomen, door de fijn ste denkers, die tevens vatbaar waren voor gevoelens van hoogcre ethiek, is door de oorlogen van 1864, 1866, 1870 in bloed ge smoord. En wij beleven thans na 45 jaren misschien het eindproces in een kamp, waarvan de wereld beeft. Over dat alles een oordeel uit te spreken is moeilijk. Wat is, moet zijn. Die oude wijsheid kan ook thans nog troosten. Er zijn in de wereldgeschiedenis mannen, die zich geroepen voelen voor een taak die nie mand anders kan vervullen. Een taak, die zij noodig achten. Een taak waarvoor zij zich door God meenen aangewezen. Napo leon drukte dat aldus uit: Je ne suis que l'instrument de la Pro vidence. Aussi longtemps qu'elle aura be- soin de moi, elle me conservera; quand je ne lui serai plus utile, elle me brisera comme un verre.3) Goethe deelde een dergelijk inzicht.4) De geweldige breuk door den Grooten Kanselier gemaakt in de groeiende denk beelden zijner eeuw was zij inderdaad het werk van een hoogere macht Was de tijd nog niet rijp Zou inderdaad de doorvoering van die verheven begrippen over de verhouding der volken onderling er op gestuit zijn, dat de volheid des tijds nog niet was aangebroken? Moest inderdaad eerst door de Duitsche Eenheid een steen zijn gelegd van een ge bouw dat ook tot de wereldplannen behoort, maar waarvan de voltooiing misschien eerst door het verre nageslacht kan worden ge zien Staande op een hoog plan, gelijkt de wors teling der wereld op een worsteling van duistere machten geleid door een verhe ven Geest naar een eindpunt dien Geest alleen bekend. Maar indien het geoorloofd is een mee ning te hebben, dan moet worden beaamd dat niet in het Bismarckiaansch beginsel, maar in dat van die oude groote voorgan gers der menschheid, waarvan de oude libe ralen de adepten waren, alleen ligt de bood schap van een betere, een hoogere toekomst. Nietzsche heeft de leer der menschelijk- heict tot slaventheorie verklaard. Maar hoog boven den in krankzinnigheid gestorven Nietzsche staat de Verkondiger van de overwinning niet van den machtigste maar van den edelste. Het doel der menschheid is de mensch heid. Wie haar veredelt, wie haar wil plaat sen op een hooger plan, blijft leven in dank bare nagedachtenis. Zulk een taak nadert tot dat wat wij als het hoogste erkennen en moeten erkennen: tot de voor ons. verstandelijk onbegrijpe lijke, Godheid. Ook hier geldt: Zoo uw werk uit God is, zoo zal in het eind het gehandhaafd blijven. H. A. R i 11 e r. 1) Pour Ie Libre-Échange. Discours a l'occasion du congrès international du Free Trade a Anvers. 1910. 2) Charles Gide. Principes d'économie politique. 6e Edit. 1898. Histoire de Napoleon Bonaparte par Amédée Gabourd. 1851. 4) Eckermann. Gesprache mit Goethe. 1884. DE NIET BESCHOTEN VREEMDE LUCHTSCHEPEN. De heer I. F. Straatman, reserve 2e luit. der vesting-artillerie, maakt in „Het Han delsblad" van Donderdagavond eenige op merkingen naar aanleiding van ons hoofd artikel van de vorige week. Het ware zeker correcter geweest van den heer S„ dit stuk ter plaatsing eerst aan ons blad to'e te zen den, en van „Het Handelsblad" het stuk niet te plaatsen tot aan de redactie was ge bleken, dat wij het niet zouden plaatsen. Nu het daar eenmaal is afgedrukt, verwijzen wij onze lezers naar gemeld avondblad. Wij stelden ons met onze zegslieden in verbin ding, vragen verlof hun namen te noemen, en zullen ons er dan gaarne toe leenen. deze zaak verder uit te zoeken, de commandant van het fort Kudelstaart heeft daar recht op. Inmiddels blijkt ons uit het stuk van den geachten luitenant, dat op den bedoelden Woensdag een vreemd luchtschip (mis schien hetzelfde, misschien niet hetzelfde als wij bedoelden) voer 3000 M. van af het fort Kudelstaart, niet lager dan 1300 M. boven het dorp Bilderdam (dus midden door Ne derland), en dat daarop niet is gevuurd. Aangezien dit luchtschip alleen kan hebben behoord aan eene oorlogvoerende mogend heid, met name Duitschland, is, alle tijds omstandigheden en internationale regelin gen in aanmerking genomen, aldus onze neutraliteit geschonden, gelijk zij in de laat- ste maanden herhaaldelijk aldus geschon den is. Uit de mededeelingen van luit. S. moet verder worden opgemaakt, dat op het luchtschip niet is geschoten om de burgers in de nabijheid de onaangenaamheid te be sparen, dat de voor het luchtschip bestem de projectielen neerkwamen op hunne wo ningen! M. a. w.: vreemdelingen zouden in de lucht straffeloos onze neutraliteit kunnen schenden indien ze zorg droegen niet door, maar tusschen de luchtkolommen boven onze forten heen te varen! Ons leger is dus niettegenstaande alle voor zijne uitrusting gevraagde gelden in het laatste jaar zijn toegestaan, na bijna 14 maanden van on dervinding op dit gebied, nög niet uitgerust met auto's of motorrijwielen, voorzien van geschut om op luchtschepen te vuren. Onze noordelijke, oostelijke en zuidelijke prcivinciën zijn dus aan het binnendringen van luchtschepen weerloos prijsgegeven! En van af de forten kan men niet vuren, want de omgeving verkeert dan in even groot gevaar als de luchtschepen zelf. M. a. w.: ook op de forten bezit men geen ge schut geschikt om op luchtschepen te vu ren! Voorwaar, indien het doel van luit. Straat man is geweest geruststelling van het pu bliek, dan heeft hij zijn doel voorbij ge schoten. Het figuur, dat wij, dat is ons leger en daarmede onze regeering en ons geheele volk slaan in deze nu weken, misschien reeds maanden durende luchtschepen-ge schiedenis, is, vergeleken bij dat van Zwit serland b. v., eenvoudigweg misselijk te noemen. Een kreet van verontwaardiging daarover hebben wij vernomen onder de burgers en weergegeven in een artikel, dat aan tal van zijden den verwachten weer klank heeft gevonden. En al blijven wij zec^n, dat luit. S. en ieder ander, die zijn plicht zal hebben gedaan (en die ook al niet roeien kan met riemen die hij niet heeft), recht heeft om zoo mogelijk in het gelijk te worden ge steld, daarom gaat het niet. Het gaat er om, dat noch van militaire, noch van regeeringszijde krachtig tegen deze schendingen van onze neutraliteit is opgetreden, het gaat er om dat daarvan althans niets is gebleken, het gaat er om, dat in ons zoogenaamd democratisch ge regeerd land de burgers zich in hunne hui zen mogen verknijpen van verontwaardi ging, maar de regenten met en zonder sabel zich stickum houden, hoewel de bur gers reeds 14 maanden hun alle macht in handen gaven, met het gevolg dat bladen van andere oorlogvoerende mogendheden, zonder mogelijkheid van tegenspraak, bur gers en regenten over één kam scherende, schrijven: de Nederlanders schieten aan de grens een meisje dood dat meel smokkelt, maar luchtschip op luchtschip van o.nzou vijand laten zij werkeloos over hunne .hoofden door. Ook op dit breedere plan van beschou wing zullen wij luit. Straatman gaarne ont moeten. T. Ceux qui s'indigèrent on qui s'enivrent, ne savent ni boire ni manger. B r i 11 a tS avarin,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1915 | | pagina 1