ILLES
g, dat de berijder
1 goed af.
den pols reed hij
nniddels gebracht
P.
heer Houwen, die
lijke M. U. L. O.-
s, naar men ons
Q. de Qroot, uit
aansteken ten 5
ekoek. (Slot.)
irnicus, üiordano
quenties uit diens
ir eersten, die de
jelen; hij werd in
ansche professor
Iwongen zijn leer
doch kon verder
jp zijn buitengoed
an al de verhalen
g hem aangedaan.
;1 over te blijven,
te plaats natuur-
aren, die ook Co
srden, en die door
m weerlegd wor
ige natuurkundig!
t.
istoteles beduidde
't beginsel dat de
Qalilei juist aan
ing was en slechts
iving tot rust kon
nd gehouden. Eer
teeds in beweging
'eerstand van di
an de aarde daar
De groote ontwik
itenschappen, de
ti en alles wat
ikte een volledige
;a van Aristoteles
werkten abt Bc
non Stévin, Gali
vestigden de mo
an de grondre
worden. Het be
twain de astrono
aardsche kosmi
iren volgens een
kijker in Holland
Jirect observatie
•assendste bevin
van Copernicus
de maan een op
rde met hoog en
polijste bol, gelijk
00 goed als men
e, glasachtige stof
;n schijfjes, geen
e sterren, Venus
iker afwisselend,
illes donkere bol
Jupiter een pla
us nog heel wat
dan de aarde, die
loop van eenige
ekkingen gedaan,
tzaglijk verruimd
n, dat hoe verder
ie oneindiger het
met dat al werd
net het geheel al
en de mensch op
nietsje terugge
ililei en zijn vol-
1 helder, dat zij
ik zoo moest in-
e roomsche kerk
ar zij beweerde,
en nu moest de
ideeën uitroeien.
scheen het met
tenschap gedaan,
n van Galilei op
n zelf het zwijgen
king van de zijde
luurd. Eerst toen
eten weer vrijge-
;en voor het wen-
e Galilei de slin-
lait onder den in
slinger door), de
troomingen, enz.
ien bemerkt, dat
vere cirkels wa-
uitmiddelpuntig.
rsten zich weder
iangezien er geen
is, gaf men zich
groot belang had
in, voor tijdreke-
i zee. Die waar-
ld en goed ver-
IMS aan-
s verpak-
nts.
namaak.
richt. Gelukkig was er echter nog eene
wetenschap, de astrologie, die het zonder
nauwkeurige planeettafeis om voorspellin
gen te kunnen doen, niet kon steilen, het
waren voornamelijk de grooten der aarde,
je Kalifen, de vorsten ,de machtigen, dië uit
jen voor hen onbegrijpehjken loop der pla
neten de toekomst wilden voorspellen, want
dat liet menschenlot in de sterren geschre
ven stond, daarvan was men overtuigd,
men tnoest het slechts weten te duiden en
daarvoor hield de vorst er zijn sterrekun-
digc (wichelaar) op na, dien hij goed beloon
de en van alle hulpmiddelen voorzag. De
kerk was er bang voor, zij noemde het
m ie (toovenarij) en keurde het af. Ptole- i
m us heeft een dik boek over de uit Ba
lie i herkomstige Astrologie geschreven.
In 15e eeuw werd ook dit boek weder i
hi Jeerd en de 16e eeuw was een bloei-
tij J; rk voor deze kunst. Met de kennis,
die en toen had, bemerkte men, dat de
plan t-berekeningen foutief waren. Een
Pee eli edelman, Tycho Brahé, die bizon- j
den voorliefde voor Alchemie had, maar
zie' ok met astrologie bezig hield, omdat
de/ en hulp-wetenschap voor de alche-
mic as, vond bij zijn hemelwaarnemingen
in 1 2 een nieuwe ster en daardoor kwam
hij de ontdekking dat de planeettafels
•ugden. Hij hield een voordracht in
de versiteit te Kopenhagen over Mathe-
tn lie Wetenschap, welke voordracht
nu." hans gevoeglijk een inleiding tot de
as: gie zoude noemen. Hij kreeg een
ling als staatssterrekundige en wijd-
verder zijn leven (van 15801596)
u herberekening der planetentafels,
w e zijn prachtige, allernauwkeurigste
iningen, gedaan met vele helpers en
en, hem de bouwstoffen leverden,
rste werkelijk bruikbare materiaal
stronomische berekeningen is van
li ikomstig. Door ongenoegen met zijn
;rok hij van Denemarken naar Praag
in in dienst van keizer Rudolf, even-
n astronoom (astrolo.og). Geen be-
n eenig belang werd genomen zon-
astrologische voorlichting. Helaas,
reeds overleed hij aldaar. Zijn werk
iter niet verloren zijn. Zijn eerste
it, Johan Keppler, eveneens een as-
volgde hem op. Later ging deze in
lei nst van Wallenstein over. Hij was
itast, met onuitputtelijk geduld en
liseli verstand, juist de man, die er
was, om de schat van waarnemin-
or Brahé achtergelaten, te verwer-
liddelen om het rekenen te vereen-
n kende men toentertijd niet; zoo
lus alles becijferd en hercijferd wor-
:t onmetelijke getallen en dienover-
stig gedeeld. In zijn Mysterium
graficum heeft hij de door hem ont
brekende en aan de praktijk ge
wetten van ons zonnestelsel be-
ii. Zij omvatten loop, afstand, snel-
toopstijden van de planeten om de
e hij ontdekt heeft in een der brand-
van de elipsvormige baan.
under merkwaardig boek van hem,
"i uitgegeven, is het boek over Mars,
hij de harmonie der wereld aan-
ntdekkingen maakten een einde aan
d der astrologie. Daar nu de loop
..neten geheel onthuld was en alle
izinnigheid verdwenen, bleef er voor
rologie geen plaats meer. Maar veel
zijn wij haar toch verschuldigd, daar
stoot tot deze prachtige ontdekkin-
kc heeft gegeven.
'eze keurige voordracht werd door de
hc hoorders met belangstelling ge
il. en verschafte den spreker zoowel bij
t'e korte pauze .als aan het slot een har
telijk applaus.
Uit het p o 1 i t i e-r a p p o r t.
P r ocesse n-v erbaal zijn opgemaakt
Widens: loopen over verboden grond; ven-
n /.onder armband; stellen van wild
strikken.
Bevonden en terug te bekomen bij:
1' B. van den Born, Kloosterstraat 22, te
Schoten, een zilveren heeren-horloge met
een stuk nikkelen ketting; H. Lugt, Ged.
hide Gracht 52, te Haarlem, een postzegel-
Giekje, waarin postzegels, waaronder Ju-
bileumzegels; Verbindingsweg 3, te Bloe-
mendaal, een bruin wollen sjaal en een
knipmesje; aan het bureau van politie te
Overveen, een ruiterspoor en een fantasie
broche.
Verloren: een groen wollen sjaal
een gouden broche met paarlen; een wol
len handschoen.
Komen a a n 1 o o p e nbij A. E. Mar
tini, Kleverlaan 47, te Bloemendaal, een
fox-terrier.
burgerlijke stand.
Van Vrijdag 28 Januari tot en met Don
derdag 3 Februari.
Geboren: z. van A. G. Willebird eri
S. van Noort; d. van F. Ossewaarde
en R. Koch.
Getrouwd: B. Mijwaard en M.
Schaap; D. van Zanten en E. Gepkens.
Overleden in het gesticht Mee-
renberg; H. Kleibrink, 41 j.; T. Buijs,
44 j. -
uit andere gemeenten.
Lezing dr. A. H. de Hartog. Maandag
j.l. sprak dr. De Hartog voor de vereeni-
ging „De Middaghoogte", te Haarlem, over
het onderwerp: „Het Duivelsgeloof en de
Schepping".
Een verlichte tijd zoo ving dr. De H.
aan is een domme tijd. Al klinkt dit
paradoxaal, het is nochtans waar. Men
waant zich zelf het licht en al wat in eigen
lichtsfeer niet wordt ontdekt, scheldt men
als oudwijfsche fabel.
Zoo ging het ook met liet duivelsgeloof.
De materialist, de zich-verlicht-wanende,
niet doorschouwende de ervaarbare wer
kelijkheid van den altijd neen-zeggenden
geest, zag in het duivelsgeloof niet an
ders dan het geloof aan een ridicule per
soonlijkheid, den kop met hoornen ge
sierd, wiens kettinggerammel den mensch
verschrikken moest.
Indien onze dag echter wat dieper peil
de, zouden de oer-oude menschheidsbesef-
fen weder klaar aan den dag treden.
De diepzinnige Goethe zegt: De Satan
is de Geest, die altijd neen zegt; die altijd
't kwade wil en toch altijd het goede
werkt.
Wij zien den duivel als de absolute ont
kenning der heiligheid. Hij imagineert zich
boven God uit, maar naar de werkelijkheid
is hij Gods knecht.
Spreker behandelde voorts uitvoerig de
vraag: hoe hebben wij ons het duivels
geloof in verband met de schepping te den
ken
Ook onder de christenen zijn er helaas
al te veel, die meenen, dat ook de schep
pingsorde door den duivel is verstoord.
Dit is onjuist. Was dat zoo, dan zou God
niet souverein zijn. God is de Schepper
ook van het kwaad. Wij moeten echter
onderscheid maken tuschen physisch
kwaad en ethisch kwaad, dat is zonde. Is
er een kwaad in de stad, dat God niet doet?
Ethisch kwaad rijst eerst daar op, waar de
mensch tegen God zegt: Ik wil niet als
gij wilt; waar de mensch zich in de majes
teit van zijn wil zet tegen God.
De booze, de duivel toont zijn karakter
niet hierin, dat hij kwaad doet, maar dat
hij eigenwillig blijkt in het bedrijven van
het kwaad.
Maar Luther zong: „Laat de hel vrij
woeden!'' Een stormachtige zee brengt
het schip spoedig thuis.
Christus noemt Satan den molenknecht
Gods, want hij reinigt de tarwe en maakt
ze gereed tot voedsel.
Juist door Satan wordt Gods wereldorde
verwerkelijkt.
Zooals Jozef door het plagen zijner broe
deren en Christus door het helle-plagen
heen is geworden tot koning, zoo wordt
ieder door het plagen van den satan voort
gedrongen tot God. E.
Weldadigheid naar Vermogen. Het
jaarverslag 1914—1915 verscheen dezer
dagen. De winst- en verliesrekening sluit
met een nadeelig saldo van 140,19/4.
Gaarne herhalen wij' hier de in het verslag
voorkomende opwekking om deze zoo
j sympathieke instelling te steunen. Het kan
toor der vereeniging is Groote Houtstraat
144.
waarbij wij, toeschouwers, ons niet minder
vermaakten dan de jeugdige medewerkers.
Het financieele succes overtrof dat van
de vorige jaren nog. We steken gaarne den
lieer Meijerink een pluim op den hoed
voor zijn mooie initiatief en kranige lei
ding.
Voor den watersnood. De uitvoering,
door den heer Nolst Trenité en de, hem
verwante, Haarlemsche Tooneelclub Maan
dagavond in den schouwburg gegeven,
vond een hartelijk, en zeer verdiend, suc
ces.
letteren en kunst.
Moderne kunstkring. Dinsdag 8 Fe
bruari, des avonds te 149 uur, houdt in den
Modernen Kunstkring de heer Dop Bles
een lezing over „Het Tooneel en zijn Toe
komst."
Museum van Kunstnijverheid. In het
museum van kunstnijverheid zullen Zondag
a.s. de reproductiën van een groot aantal
werken van Quinten Matsijs en die van
den zoogenaamden 'onbekenden meester
nog tentoongesteld blijven.
Zondag is de toegang kosteloos.
van hier en daar.
Engeland en Duitschland. In het En-
gelsche weekblad „The Nation" schrijft H.
N. Brailsford een artikel over vredes-mo-
gelijkheden; hij ziet die in het toegeven
aan de voornaamste wenschen naar uit
breiding, welke de verschillende staten be
zielen. Duitschland wenscht staatkundigen
en economischen invloed in Turkije; wel
nu,men verschafte het dien; zulks beteekent
nog maar niet de onderwerping van de Bal
kan-volkeren. Trouwens een Duitsch Tur
kije lijkt schrijver voor de wereld geen
grooter gevaar dan een Engelsch-Indië.
Het grootste gevaar zou wezen aldus
schrijver een onbevredigd Duitschland,
dat steeds over „Einkreisung" klaagt, en
het bij klagen nooit laten zal.
Muesum van Kunstnijverheid. Het mu
seum van kunstnijverheid, te Haarlem,
werd gedurende de maand Januari bezocht
door 556 belangstellenden.
Uit de aan het museum verbonden boe
kerij werden 256 boek- en plaatwerken
naar verschillende plaatsen van ons land
verzonden.
De aan het museum verbonden school
voor bouwkunst en kunstambachten werd
bezocht door 231 vrouwelijke en manne
lijke leerlingen.
Openbare oefenavond. De jaarlijksche
openbare oefenavond van leerlingen van
den heer Meijerink vond Zaterdagavond in
den schouwburg, Jansweg, te Haarlem,
weder grooten bijval. En geen wonder.
Ten eerste het mooie doel: de kas van het
lighalfonds te stijven; ten tweede de avond
op zichzelf, die waarlijk een pleizier is voor
kinderen, en voor groote-menschen niet
minder. Wij willen gaarne erkennen, dat we
ons best hebben vermaakt. De oefeningen,
door de knapen en meisjes ten beste ge
geven, moeten zeer worden geprezen, en
wat vrijwel een ieder wist, werd hierdoor
nog weer eens bevestigd, n.l. dat de heer
Meijerink een uitmuntend gymnastiek
leraar is, die van zijne leerlingen heel
wat gedaan weet te krijgen, en hun behalve
kracht, lenigheid en gratie, ook nog een
goede portie geestdrift weet mede te ge
ven. De oefeningen werden afgewisseld
door een aardig intermezzo„Winterpret",
Larensche Kunsthandel, Woensdag
werd in het gebouw van den Larenschen
Kunsthandel, te Amsterdam, een tentoon
stelling van werken van Jan Sluijters ge
opend. Deze tentoonstelling geeft een over
zicht van Sluijters' belangwekkenden ar
beid.
Prijsvraag voor goed speelgoed. De
N. H. vereeniging tot Bevordering van
Volkskunst schrijft een prijsvraag uit voor
goed gemaakt, behoorlijk uitziend speel
goed en voor ontwerpen daarvoor. Er zijn
prijzen van 25,10,— en 5,uit
geloofd. Het denkbeeld is zeer sympathiek,
want, waarlijk, wie zoo hier en daar de
ijselijkheden aanschouwt, waarmee men de
kinderen voor hun verjaardag of Sinter
klaas verrassen, en misschien voor hun
leven hun smaak bederven kan, die hun
kert naar verbetering.
TOONEEL.
Vaderlandsche club. Men maakt plan
nen tot het oprichten eener „Vaderland-
sche Club". De beginsel-verklaring behelst
in hoofdzaken het volgende:
Handhaving van een waarlijk zelfstandig
Nederlandsch volk. Den volksgeest bren
gen tot meer bewustheid van wat hij ver
mag en waard is. Stalen tegen buitenland-
sche invloeden en tégen mogelijke neigin
gen voor vreemde mogendheden, evenals
tegen lichtvaardige opwellingen, on-vader-
landsche inzichten, verkeerde voorlichting
of particuliere belangen in den eigen boe-
I zem.
De staatkundige positie van Nederland,
en de aangewezen groote lijnen van onze
buitenlandsche staatkunde te doen besef
fen, als zaken welke de gansche natie aan
gaan, en waarover een mondig volk zich
zelf rekenschap behoort te geven.
De verklaring zegt o. m.
„Het staatkundig belang van Nederland
staat op zich zelf tusschen dat der omrin-
gende mogendheden. Door geen van hen
mag Nederland zich laten meesleepen. Het
wil, nu en duurzaam, zijne volkomen vrij
heid behouden en moet zich, ook econo
misch, niet aan eenen machtigen nabuur
binden."
Een groot aantal mannen van alle par
tijen en gezindten, trad reeds toe. Wij
1 wekken onze lezeressen en lezers op, zulks
eveneens te doen. Wij deden het ook al.
Men kan sympathie-betuigingen zenden aan
mr. H. F. v. Leeuwen, Heerengracht 449,
Amsterdam.
Schouwburg Jansweg. Donderdag 10
Februari komt het Royaards-gezelschap in
den schouwburg Jansweg, te Haarlem, met
„Een schoon Avontuur", een komedie van
de bekende schrijvers De Fiers en Cailla-
vet. Het is een levendig stuk, vol hande
ling en zeer onderhoudend.
Duitsche actie in ons land en „De Toe
komst". Naar mr. J. A. van Hamel in
„De Amsterdammer" mededeelt, heeft hij
een partij van de redactie van „De Toe
komst" herkomstige documenten in zijn be
zit, waaruit blijkt, dat de leiders van dat
blad in en vanuit Nederland een verkapte,
maar opzettelijk politieke Duitsche actie
voeren. Het slot van mr. Van Hamel's ar
tikel luidt:
Nooit ofte nimmer opgekomen voor een
andere partij dan van ons eigen land, van
het doen en laten ook der geallieerden zoo
onafhankelijk en vreemd als wie anders,
zullen, wij niet nalaten, van 'tgeen op onge
zochte wijze tot onze kennis is gekomen,
elk gebruik te maken, dat in het Neder-
landsche belang zal zijn.
recht en wet.
Aan de Haarlemsche advocaten werd
thans medegedeeld, dat tot 15 Juli a.s. de
Haarlemsche bladen weder de Pro-Deo-
aankondigingen kosteloos zullen plaatsen.
wijsbegeerte.
Het voorloopig bestuur der afd. Haarlem
van het Genootschap voor Zuivere Rede,
heeft een vergadering uitgeschreven op
Donderdag 10 Februari des avonds half
acht in „De Nijverheid", Jansstraat. Deze
vergadering wordt gehouden ter bespre
king van eenige punten voor de algemeene
bijeenkomst op Zondag 13 Februari even
eens te Haarlem te houden.
Ook te Utrecht heeft zich met 21 leden
een afdeeling gevormder zijn er dus thans
drie in ons land, en wel te Amsterdam, te
Haarlem en te Utrecht.
Jacques Rensburg-avond.
Heel Amsterdam kent den typigen man,
die met peinzers-blik door de straten wan
delt, eeuwig vergezeld van zijn stok en met
eene groote portefeuille, waarin zijn nieuw
ste werk. En heel Amsterdam weet, dat hij
iets bizonders wezen moet: Een wijsgeer,
een dichter, een bijgeloovige, eenzon
derling? Maar wat hij gemaakt heeft en
wat zijne beteekenis is, dat weten slechts
weinigen. Een oordeel is altijd subjectief
en zóó kan ik slechts zeggen wat mijne
meening is over dezen man. Voor mij is hij
in de eerste plaats een dichter, verder meer
een veel-weter, een denker ook, dan een
wijsgeer (o, naar den etymologischen zin
van 't woord is hij dat stellig: een wijs
geer) en dan neem ik zijne „zonderling
heid", zijn „witte socialisme", zijne graal-
verheerlijking, zijn geloof in de astrologie,
die volgens hem eene wetenschap is, op
den koop toe. In zijn gedachten-vlucht is
hij niet altijd te volgen, maardat kan
even goed aan ons als aan hem geweten
worden. Wij behooren niet tot de men-
schen, die alles voor dwaas, mal of gek
uitkrijten, wat we zoo maar niet dadelijk
begrijpen kunnen. En de meeste men-
schen doen dat wel en daarom ook werd
deze Rensburg-avond gegeven, om de wer
ken van hem te leeren kennen. Of dit doel
bereikt is Wij moeten tot onze spijt het
tegendeel vermoeden. De kring was te ge
mêleerd, in intellectueelen zin gesproken.
En zóó konden m. i. alleen de cabaret-lied
jes, door Rensburg vervaardigd, door
Herre de Vos op muziek gezet en door An
toinette Sohns gezongen dezen avond, die
algemeene waardeering oogsten. Zeer aan
doenlijk werd „dichtermisère" gevonden
en zeer grappig „het lied van het zwijn".
Het eerst droeg Coen Hissink een gedeelte
van Rensburg's „Sitah", eene proeve van
inter-asteraal naturalisme, voor.
Den inhoud van Sitah vertellen.... doe
ik niet. Voor 75 ets. is het boekje te krij
gen en, hoe ook beschouwd, het is de
moeite van het lezen waard. Ik vind het
mooi van beelding en van beelden, maar
wat hard, wat weinig melodieus. Daarna
droeg Rensburg zelf „het Narrenlied" uit
zijn stuk „Twee koningskinderen" voor.
Het lied is evenals het stuk, knap. Op de
voordracht was wel wat aan te merken:
Vooral de gebaren waren niet fraai. Maar,
niet waar, een dichter behoeft nog niet
altijd een voordrachtskunstenaar te wezen.
Ofschoon wij en het geheele auditorium
toch zeer Rensburg's voordracht van de
„Uilensatire" uit dit stuk hebben gewaar
deerd en hem daarvoor zelfs een soort van
ovatie gebracht werd. Dan las Hissink
nog het „Adelaarslied" uit genoemd werk
voor. Waarom deze vriend, die wèl de
clamator is van beroep, niet de moeite ge
nomen heeft, dit uit zijn hoofd te leeren en
voor te dragen, is mij niet duidelijk. Wil
men „welwillend" wezen, dan zij men het
geheel. Het voorwendsel „tijdgebrek" aan
vaarden wij niet. Trouwens een publiek
heeft daar geen rekening mee te houden.
Ook Hissink's toespraakje aan het einde
van den avond, .waarop hij iet-wat goedig-
beschermend over den Dichter sprak
ten minste die nuance voelden wij en met
ons nog anderen smaakte ons om deze
reden niet.
Edmond Visser.