Vraagt
Firma J. H. KRUL Ir. Brandstoffen.
Telef. 476.
Kinder Sokjes
Gekl. 3/4 Kousjes m. gekl. rand
Sportkousen voor Kinderen.
ging,
EIGEN BREIWERK is mooi en sterk. Neemt een proef met dit FIJNE HOLLANDSCHE Breiwerk, en
500
NI W
met prof. Pirenne samen gevankelijk naar
Duitschland is gevoerd.
Hoe men vroeger at. Aan het tegen
woordig geslacht is dikwijls verweten, dat
i het niet meer de kracht en het uithoudings
vermogen bezat van vroegere generaties.
Men noemde het tegenwoordige mensch-
dom verweekelijkt en verwijfd. De tegen
woordige, geweldige oorlog heeft echter
ontegenzeggelijk het tegendeel bewezen en
ook niet het minst hierom wijl het tegen
woordige geslacht zelden meer op praes-
taties aan tafel kan wijzen, die ook maar
bij benadering op die van onze voorvaderen
gelijken.
Oeheel afgezien van het feit, dat het nog
de vraag is, of men zich beklagen moet,
dat men in dit opzicht meer matigheid
moet betrachten, hebben wij het toch aan
onze voorvaderen te danken aldus
0. W. in een populair wetenschappelijke
causerie over bovenstaand onderwerp in
de „Schweizer Hotelrcvue" dat een mo
derne maag zich niet met die van onze
voorouders kan meten. Juist omdat zij
het tafelgenot zoo overdreven, is der na
komelingen weerstandsvermogen vermin
derd en hebben zij de „Fahigkeit" groote
hoeveelheden voedsel te gebruiken meer
en meer verloren. De nakomelingen boe
ten dus, volgens den schrijver, voor de
zonden hunner vaderen!
Men at vroeger beslist niet zoo goed als
t( enwoordig, doch verorberde grootere
massa's. Als er van een feestmaal in den
ouden tijd sprake is, dan verneemt men
met groote verbazing, dat daarvoor ge-
heele ossen noodig waren en een groote
1 oeveelheid gevogelte er het leven bij
mest laten, dat er kolossale qnantiteiten
oete spijzen verzwolgen werden, die thans
or een heel bataljon soldaten voldoende
oden zijn geweest. Bruiloften duurden
mestal verscheiden dagen en daarbij kwa-
ti er zooveel gerechten op tafel, dat een
dern bruidspaar als het gelijk des
tijds gebruikelijk was van alles wat
noest eten, liever van het bruiloftsmaal
ou afzien; in elk geval genoeg gegeten
hebben voor den duur der geheele'hu-
,ve ksreis.
Van het afschrikwekkend aantal gerech-
i gebruikte ook bijna iedereen iets. Men
ut met de handen, die, voor de maaltijd
om, gewasschen werden en daarna even
eens, meestal in warm water doch ook wel
:i wijn. Drinkglazen had men niet of in
ik geval hoogstens een drinkhoorn, die
gewoonlijk plechtig van mond tot mond
De borden, die men in de 15e eeuw be
gon te gebruiken, werden bedekt (vandaar
i naam couvert!) geserveerd. De opper-
iafeldienaar verwijderde, staande bij den
gast, het deksel en proefde van den spijs
om te doen zien, dat zij niet vergiftigd was
of wel hij raakte ze met een staf aan, aan
welken staf men de kracht toeschreef, die
jn thans aan de chemische analyse toe
kent.
De vork is een uitvinding van den nieu-
weren tijd of tenminste het gebruik er van;
in de middeleeuwen bezaten slechts konin
gen enkele exemplaren. Karei V mocht
zich o. a. beroemen op het bezit van vi.if
vorken. Op den huiselijken disch is dit
nuttige instrument eerst in de 18e eeuw
verschenen.
Brood werd in reusachtige hoeveelheden
gegeten, echter niet dat mooie, losgebak-
ken. goed verteerbare brood van thans,
maar zwaar, zwart brood, dat destijds in
groote, ronde plakken gesneden werd,
waarop men de andere spijzen serveerde.
Men noemde ze „sneden", welke benaming
trouwens ook nu nog voorkomt, en at ze
als de gerechten, die er op lagen, opgegeten
waren.
Salade werd aan tafel „aangemaakt" en
door de handen van een der damesgasten
omgeroerd; het gold voor de dame, die
met deze manipulatie werd belast, voor
een groote eer.
Vloeibare spijzen werden in een groote
terrine of pot geserveerd, waaruit men,
midden op de tafel als hij stond, om beurten
in rhytmische beweging den inhoud lepel
de. Bij het aanvatten der gerechten met
de vingers, gold het als bijzonder elegant.
als men dat slechts met drie vingers deed.
Groenten en vruchten werden door de
rijken slechts weinig gegeten, met liet ze
aan de armen over, die ze zelf kweekten.
Vleeschvoeding daarentegen was het pri
vilege der bezittende klasse. Het vegeta
risme was destijds, als leer althans, nog
niet bekend en werd slechts gehuldigd als
de nood daartoe dwong; evenmin wist men
af van matigheid of geheel-onthoudings
beweging.
Men dronk aan tafel overmatig veel; de
wijnen waren nog onvervalscht en een „uit
stekende" keel te hebben, d. w. z. anderen
onder tafel te kunnen drinken, gold als een
bijzondere heldendaad, waarmee men roem
oogstte. Dan werd men voor een flinken
man aangezien, waaruit volgt, dat men hem
als een held beschouwde, die aan god Bac
chus rijkelijk hulde kon brengen, zonder
dat deze hem bedwingen kon.
Thans vindt men dergelijke „helden" veel
zeldzamer, maar wetten beschermen ons
nu ook tegen slechte dranken en spijzen
(helaas in ons land nog in zeer onvoldoen
de mate. Red. „De H.") en de hygiënisten
waken over de volksvoeding; het beoefe
nen der sport staalt het lichaam e-n zoo
heeft het tegenwoordige geslacht, krach
tens het gebleken weerstandsvermogen van
den soldaat in den tegenwoordigen oorlog,
lichamelijk oneindig meer gepraesteerd dan
men zich had voorgesteld dat mogelijk
was. („De Hotelhouder.")
TOONEEL.
Prulletje. Woensdag 19 April komt
het Rotterdamsch Tooneelgezelschap in
den schouwburg Jansweg, te Haarlem, met
„Prulletje", de door J. A. H. Abeleven be
werkte novelle van Gyp, „Le Mariage de
Chiffon".
Stuk en spelers worden door de pers
alom zeer geprezen als fijn, onschuldig en
vermakelijk. Het vond alom dan ook zeer
veel bijval.
The Timbertown Follies. Vrijdag 28
April komen de origineele Timbertown
Follies in den schouwburg Jansweg, ons
zoo waar weer op hun allergenoeglijkste
kunst onthalen. Aanbevelen is zoo over
bodig, dat het belachelijk wordt. Natuur
lijk gaat zoo goed als een ieder daarvan
genieten.
VOLKSGEZONDHEID.
Nekkramp. - In een artikel over dit zoo
actueele onderwerp schrijft het „Utrecht-
sclic Dagblad" o. m.:
De epidemische meningitis of nekkramp
is een ontsteking van de hersenvliezen, een
ontsteking die geregeld sporadisch voor
komt, maar een enkelen keer een meer epi
demisch karakter vertoont. Nu kan hersen
vliesontsteking veroorzaakt worden door
tuberkel-baeillen, door etterbacteriën, die
b. v. door den neus naar de hersenen kun
nen doordringen en door andere ziektekie
men, maar die gevallen blijven toch spora
disch, in tegenstelling met de meningitis
van onze dagen, die positief een epidemisch
karakter draagt. De smetstof voor deze
ziekte zetelt in de keel van veelal volkomen
gezonde menschen en blijft daar in den
regel een week of drie aanwezig; öf zij
verdwijnt, öf zij wordt door hoesten of nie
zen overgebracht op andere personen en
aldus verspreid. Buiten het menschelijk
lichaam gekomen, is de smetstof spoedig
afgestorven. Kinderen zijn vatbaarder voor
de ziekte dan volwassenen; nog onlangs
zijn in een Brabantsche gemeente drie kin
deren uit één gezin door meningitis aange
tast, alweder een bewijs, dat de ziekte vol
strekt niet uitsluitend onder de militairen
voorkomt. Het meest treedt de meningitis
op in de voorjaarsmaanden, Maart, April
en Mei. Onder bepaalde, voor een deel nog
onbekende omstandigheden, dringt de smet
stof van uit de keel door naar de hersen
vliezen en veroorzaakt dan de nekkramp,
of meningitis. De naam van de ziekte, nek
kramp, heeft betrekking op de eigenaardige
houding van den patient; het hoofd buigt
zich sterk naar achteren en iedere poging,
om het hoofd in den gewonen stand terug
te brengen, wordt verhinderd door de pijn,
die de patient hierdoor lijdt.
Het sterfte-cijfer onder de meningitis-
patienten is vrij hoog; bij kwaadaardige
epidemieën is het gestegen tot boven de 80
pCt. Men tracht de ziekte te bestrijden
door inspuiting van de patiënten met een
serum in het ruggemergs-kanaal, in den rug
dus; in ons land wordt dit serum bereid
door professor Spronck te Utrecht, in diens
bacteriologjsch-therapeutisch instituut al
daar.
Hoe men de ziekte krijgt, is niet te zeg
gen, evenmin als precies te zeggen is hoe
men influenza en longontsteking oploopt;
de meningitis komt volstrekt niet in grooter
getale voor dan 'n andere ziekte, maar
het is een ziekte die verbazend imponeert
en waarvan schier ieder geval bekend
wordt gemaakt. Hoeveel patiënten zijn er
op het oogenblik niet met longontsteking?
Maar men hoort daar zoo niet van, terwijl
juist iedereen spreekt van meningitis, waar
door de ziekte in omvang schijnt toe te
nemen. Ter voorkoming van de ziekte is
vóór alles noodig groote reinheid in acht
te nemen en zindelijkheid in de omgeving
waarin men leeft. Bij personen in wier
kringen meningitis is voorgekomen en die
dus aan besmettingsgevaar hebben bloot
gestaan, wordt zooveel mogelijk bacterio
logisch onderzoek in de keel verricht, om
te constateeren, in hoeverre zich daarin
smetstof bevindt.
SPORT.
Wandelen. In een artikel over wan
delsport waarschuwt de sportredacteur
Nijland in „Allen Weerbaar" o. i. zeer te
recht tegen overdrijving, tegen te hard van
stal loopen. „Vooral bij wandelen over een
tamelijk aantal kilometers op een dag, is
overdrijving bij ongeoefendheid uiterst
schadelijk, juist omdat men zoo gauw tot
die overdrijving komt!
Men moet nu eenmaal niet ineens 40 K.M.
gaan loopen, als men niet stukje bij beetje
aan afstanden loopen gewend is. Feu be
ginnende gymnast, die pas kort oefent,
waagt zich toch ook niet dadelijk aan een
reuzenzwaai
Toch is er verschil tusschcn deze twee,
want de gymnast loopt bij het beproeven
Van dien reuzenzwaai onmiddellijk gevaar;
en dat alleen weerhoudt hem reeds. Ter
wijl een wandelaar wel ineens een heel
grooten afstand in één dag kan afleggen,
zonder dat hem onmiddellijk gevaar dreigt.
Maar daarom juist moet de wandelaar te
meer oppassen. Want de overdrijving
wreekt zich te zijner tijd aan één of meer
zijner organen.
Het langzaam aan gewennen aan het
uren lang loopen went ook ieder der be
trekkelijke spierstelsels en bloedvatencom
binaties aan de allengskens grooter wor
dende krachtsinspanning. En zoo, langza
merhand, met telkens een paar kilometer
tjes er boven op, moet de wandelaar
komen tot een zeker maximum. Hoe moei
lijk voor ieder individu dat maximum, dat
natuurlijk bij allen verschillend is, te be
palen! Eén maatstaf is er slechts, dat is
de moeheidsuiting van het individu zelf.
Dat moet zorgen nimmer over die ver
moeidheid heen te komen, maar stoppen
zoodra zich de eerste werkelijke moeheids
verschijnselen voordoen. In dat overschrij
den dier grens ligt het uiterst groote ge
vaar der overdrijving. Want het is zonder
eenigen twijfel mogelijk voor een mensch,
om door zijn gespannen wil macht te ver
krijgen over zijn spieren, zooveel macht,
'dat de spieren blijven functionneeren on
der den invloed van den wil. Ge begrijpt,
dat zulks zeer gevaarlijk is! Vandaar, dat
de wandelaar beginnen moet met een klei
nen afstand te doorloopen, om eerst lang
zamerhand meer kilometers af te leggen
Dan alleen zal er een goede, geharde tip-
pelaar uit hem groeien."
VOOR ONZE DAMES.
Zonderlinge samenstellingen. We
beleven weer eens den overgang tusschen
winter en zomer en dus vertoont zich
MEVR. G. v. d. BRINK, Cor-
setière, KEIZERSGRACHT 717,
AMSTERDAM.
ELKEN VRIJDAG AANWEZIG
IN „HOTEL CENTRAL",
LANGE POTEN, DEN HAAG.
op straat aan ons oog het meest zonder
linge mengelmoes wat betreft de kleeding
der vrouwen. Feitelijk, wanneer we het met
onze gezondheid goed voor hadden, moes
ten we, elke keer wanneer we het huis ver
lieten, barometer en thermometer raadple
gen en met behulp van de weersvoorspel
ling in de krantwanneer die deugt
althans.... vaststellen, wat voor kleeding
er gedragen moet worden, of boa en mof
dan wel parapluie of parasol van pas zijn,
enz. Zoo verstandig zijn we echter niet.
Onze practische geest trekt een scherpe
lijn tusschen zomerhoed en winterhoed en
tusschen zomer- en wintermantel. Wan
neer de zomerhoed eenmaal voor den dag
is gehaald, kan slechts een strenge vorst
ons bewegen, het wintersche hoofddeksel
in zijn pas gegunde rust storen. Is het bont
stel echter dicht bij de hand, dan dragen
we in gemoede onze warme boa en mof
bij een tulle hoed met vioolknopjes of laten
we het bonte randje, waarmee onze, nieuw
modisch korte en wijde rok is afgezet,
aanwaaien tegen onze gaasdunne kousen.
Moedig stappen we op laagingesneden,
hooggehakte wandelschoenen door de mod
der van de geasfalteerde winkelstraten.
Aan kou lijden zijn we immers gewend ge
raakt sedert het diepe en coeur van den
vorigen winter. En bovendien kou, foei,
wie durft er in dezen Spartaanschen sport-
tijd nog spreken van kou
Moeder of Mama. Een rechtgeaard
moeder kan geen genoegen nemen met de
term „mama". „Niets klinkt haar lieflijker
in de ooren, dan wanneer het kleine kind
als eerste woordje de klanken moeder sta
melt", las ik onlangs in een A. N. V.-ge-
schrift.
Die bewering getuigt op z'n zachtst ge
sproken van den studeercel-wijsgeer in ce
libaat. Welk kind heeft ooit als eerste klank
den oe-toon uit kunnen spreken! Spraak
kunstenaars kunnen meedeelen, dat de a-
klank het makkelijkst wordt weergegeven.
Dan volgen allerlei verbindingen met mede
klinkers, waarbij de t of de d vooraan-
gaan. De m en de p volgen al heel gauw.
En dus kan men al spoedig de woordjes:
tatta mamma, tatta pappa verstaan.
Moet men nu, omdat onze Nederlandsche
taal nu eenmaal het woord moeder voor
schrijft, met den titel mama geen genoegen
nemen. Benijd zijn dan de Fransche moe
ders, die zich door de enkele klanken al
gestreeld kunnen voelen. Een kind, dat nog
stamelt, kan alleen mama zeggen. Alleen
een sprekend kind kan moeder zeggen, wat
mooier is dan mama, met z'n twee harde
en schelle a's. Den grooten kinderen moet
dan ook geleerd worden, moeder te zeggen.
RECHT EN WET.
Faillissementen. Failliet verklaard 11
April 1916: J. Bosman, koopman, Jansweg,
Haarlem, curator mr. H. Ph. 't Hooft, Groo
te Houtstraat 164, telefoon 458.
D. Blanken, tuinder en bloemkweeker,
wonende te Wormerveer, curator mr. A.
W. Hellema, IJmuiden.
G. J. M. van Dieren Bijvoet, Parklaan,
Haarlem, curator mr. P. Tjeenk Willink,
Ged. Oude Gracht 92, tel. 826.
Rechter-Commissaris in deze faillisse
menten: mr. P. J. G. van der Muelen.
Opgeheven het faillissement van H. van
Hemert Zonen, Bakenessergracht, Haar
lem.
OVERVEEN.
Telef. SSI7.
D. VAN ZETTEN,
Architect Haarlem.
Gedempte Oude Gracht 63
TELEFOON 2670.
de fijn-wollen AD- Dameskous
grof NI W
fijn KB - School kous
o-lad gebreid.
O O
grof
glad gebreid.
1 recht 1 aver,
triad gebreid.
Waarborgt de soliditeit.