ALGEMEEN WEEKBLAD Uitgave der N. Vennootschap „HET MIDDEN". Kantoor voor redactie en administratie: Gedempte Oude Gracht 63. Telefoon 141. HAARLEM. 10e Jaargang ZATERDAG 27 Mei 1916 No. 22. Het Bloemendaolseh (deekblod. Prijs per jaar 2,60 Prijs per nummer 25 cents. Adyertentiën 10 cents per regel bij contract belangrijke korting. Dit nummer bestaat uit 4 bladzijden. VAN EENE TENTOONSTELLING, SLECHTE WEGEN, HET UITBREI DINGSPLAN EN NOG IETS. II. Ie Vervolg.1) Wanneer wij het goed hebben verstaan, waren het de politie-agenten, die in ver- and met de duurte der levensmiddelen, en toeslag vroegen op hun loon. Kool- iven nam het ondankbare werk op, den lad voor deze zaak te winnen. Hij deed t niet handig. Hij stelde de agenten ten onrechte voor misdeelden, bij het aanschouwen van w icr fooi-loos leven iemand bijkans de tra nen over de wangen zouden loopen. Een i is een vriendelijkheid, een buitenge- 'tie gift wegens buitengewone praesta- Cs. Het zou een verkeerd stelsel zijn het ven van fooien voor buitengewone praes- Uie's te verbieden. Dat is bij ons dan niet geschied; maar de fooien gaan in u.,;i pot, welke iedere 3 maanden door den gemeester wordt verdeeld; dit stelsel ert per jaar en per hoofd den politic- ,.nten volgens de verklaring van den intrgemeester ongeveer 50,op. Dat dit leisel op den duur zou kunnen leiden tot r 'ermijning van het gezag van den burge- ster en van den inspecteur, is duide- ük Wanneer eenige rijke lieden tegenover storten van een som in „de pot" van i. agenten, weten gedaan te krijgen dat het in het bizonder op de bewaking heb- >en begrepen van hunne perceelen, krijgen de uitbuiting van een gemeensehaps- aan ten behoeve van enkelen. Daar zal tegen moeten worden gewaakt. Voor het Mgenblik zal ieder de 50,toeslag aan agenten wel gunnen; ook de extra- l i rte-toeslag van 6 a 7 pCt, die de raad hun vroeger reeds gaf; maar nu vroegen weer 8 pCt. Het maakt in gewone om- indigheden geen prettigen indruk, dat juist mannen, van wier karakter zooveel afhangt en aan wier linkerzijde de sabel H'gt, den palm van de rechterhand op- i den. Doch de omstandigheden zijn bui tengewoon. Goed dan, zei de raad, ge zult en krimp hebben, maar (het was de heer He Waal Malefijt, die daartoe den goeden raad gaf) wij zullen u helpen in uwe win terprovisie, en niet alleen u, maar allen die idienst van de gemeente zijn. De heer De Waal Malefijt wilde iets der gelijks doen voor allen, die in onze ge meente gebrek krijgen. Wij zouden zoo zeggjn, dat dit voor de hand ligt. Als in lenige gemeenschap het eene orgaan te veel, het andere te weinig heeft om in het leven te blijven, dan moet, doch ook alweer niet verder dan noodig is om het even wicht te herstellen, het eene orgaan voor het andere iets missen. De gemeente is de zedelijke gemeenschap der op haar grondgebied wonende burge rij. Van die zedelijke gemeenschap is de rechtsgemeenschap voorwaarde, rugge- graat of grondslag. Burgemeester, raads leden, ambtenaren en beambten hebben die organisch aan elkaar gegroeide gemeen schappen te dienen en kunnen zich dus van hun taak niet afmaken door zónder meer zedelijk, goed, fatsoenlijk te handelen; zul len hunne handelingen van eenige beteeke- nis zijn, dan moeten deze bij de groote rechtsmachine, die de gemeente is, passen. Onze raadsleden zouden al een heel eind komen, indien zij in het belang der ge meente gelijke ijver en vlijt aanwendden als in hunne particuliere zaken. Daarin laten zij zich op technisch gebied door deskundigen voorlichten. Het gemeente recht is voor onze raadsleden, naar wij de vorige week aan een voorbeeld bewezen, een onbekend technisch gebied. Het verder beloop der toeslag-geschiedenis bewijst, dat het hun ook wel eens ontbreekt aan de uit belangstelling en vlijt voortspruitende noodige nauwgezetheid. Een der raadsleden wilde de zaak over laten aan het dagelijksch bestuur in over leg met de financieele commissie. Maar, mijne heeren, dat gaat niet! De raad is de raad, alleen die is bevoegd over de gelden der gemeente, die niet reeds jn een begrootingspost gecrediteerd zijn, te beschikken. Ten slotte is aangenomen (men lette hierop, want ons raadsverslag was in dit opzicht minder juist), dat aan B. en W. een crediet van f 1200,werd verleend om daaruit tot een maximum van 5 pCt. over de bedragen der jaarwedden een duurte-toeslag te geven aan allen die in dienst zijn van de gemeente. Wie zijn dit nu Waarschijnlijk zijn niet de ambtenaren, maar de beambten en werk lieden bedoeld, maar waarom dit niet dui delijker vastgesteld En wordt die duurte- toeslag nu gegeven: voor eens, of voor een jaar En indien ze voor een jaar wordt toegezegd, wanneer gaat dat jaar dan in? Hebben wij te veel gezegd, dat geen van de heeren in hunne particuliere zaken zoo onnauwkeurig zou zijn te werk gegaan? Stuitend vonden wij in eene andere ma terie, dat goedkeuring werd verleend aan gevraagde afwijkingen der bouwverorde ning aan personen die alreeds als rechter waren opgetreden in eigen zaak en maar vast hadden neergezet, wat zij vroegen te mogen neerzetten. Dat zou in Immink's tijd niet zijn geschied. Men kan wel ge- moedelijkweg met den burgemeester zeg gen: „die personen bouwen dan op risico „dat het weer moet worden weggebroken", maar zoo te handelen is onbeleidvol. Im mers uit dit onjuiste handelen komt voort de overtuiging, dat men het in Bloemen- daal met de verordeningen niet zoo nauw behoeft te nemen, en dat de brutalen daar niet de halve, maar de heele wereld heb ben. Des te stuitender klinkt zulk een ge moedelijkheid, wanneer daar tegenover, zij het wellicht op zich zelf op goede gronden, afwijzend wordt beschikt op het verzoek van een fatsoenlijk man, die met B. en W. vooraf overleg pleegde. Maar is niet het ergste, dat uit de raad geen stem opgaat, om aan de baldadigheden der eigengerechte menschen paal en perk te stellen Gemis aan rechtsgevoel, is gemis aan zin voor orde, het is een zusje van gemis aan zin voor nauwkeurigheid. Een volgenden keer over de nog veel ernstiger zaak van het uitbreidingsplan. Wordt vervolgd.) T. i) Noot van den schrijver. Het zal waarschijnlijk nog wel eens meer gebeuren, dat wij op hande lingen van den raad kritiek oefenen. De welwillende lezer zal in ons artikel van de vorige week slechts opbouwende kritiek hebben gevonden. Onze kritiek zal misschien ook wel eens afbreken. Dit is niet altijd te vermijden. Men onderstelle daarbij niet de achtergedachte: „Jonge, jonge, wat zouden wij zelf dat beter hebben ge daan!'' of: „wat zouden wij dit gaarne zelf eens onder handen nemen." Die tijd hebben we ge had. Wij hebben bij die kritiek in het geheel geen gedachte aan ons zelf, maar wij zullen ook niet iemand anders vleien of sparen ter wille van zijn persoon De burgemeester, de leden van den raad, alle autoriteiten en beambten hebben de gemeenschap te dienen-1n alleen in zoovèr het bevorderen hunner persoonlijke belangen, het steun geven aan hunne persoonlijke bedoe lingen en verrichtingen, bevordert dat zij het gemeentebelang beter dienen, alleen voor zóóver hebben hunne personen op steun en instemming van de burgerij aanspraak. KRONIEK DER WEEK. 19 Mei. Aan een lezing door ds. G. W. Melchers gehouden over het onderwerp „De Vrouw in de Ned. Herv. Kerk", ontlee- nen wij: De kerk heeft de werkelijkheid niet be grepen. De predikers zijn te veel gebleven, de theologen, hebben zich te weinig inge laten met het maatschappelijk economisch leven. Daarom hebben de gemeenten vaak zelf schuld, daar ze de mannen, wier mee ning niet geheel strookt met de gangbare, eenvoudig laat waar ze zijn. In zijn werk „Recht en beleid" zegt onze minister Cort van der Linden, dat een zaak eerst tot stand komt, als de publieke opinie zich er voor verklaart, als het volk erom vraagt. Zoo is het ook hier. Het stemrecht zal de vrouw niet worden gegeven eer de groo te meerderheid er om vraagt. In een in de „Washington Press Club" gehouden rede spreekt president Wilson de verwachting uit, dat op de Ver. Staten een beroep zou gedaan worden om als bemiddelaar op te treden of, ten min ste om deel te nemen aan de reconstructie van de wereld na den oorlog. „Wij zitten allen in hetzelfde schuitje. Als er niet één is, die de lijnen van den vrede in het oog houdt, als er niet één is, wiens hoofd koel blijft, door welk onpar tijdig oordeel zal de wereld dan geholpen worden als de heele historie afgeloopen is De bladen van Petrograd en Mos kou bevatten allerlei bizonderheden over de zaak Soechomlinof, die, naar wat er alzoo aan het licht komt, gerust een schandaal genoemd mag worden. De persoonlijkheid van den minister verschijnt door een en ander in een zeer ongunstig licht. Het „N. v. d. D." schrijft: Drie Duitsche schepen in de Oostzee getorpe deerd door een Russische duikboot! Zoo wordt Duitschland met zijn eigen wapenen bestreden. Op de wereldzee heerscht de Entente, maar werkt Duitschland met zijn bondgenooten onder den zeespiegel; de Oostzee echter wordt door Duitschland be- heerscht en daar is Rusland met de zijnen aangewezen op den oorlog onderzee. Nu kunnen ook Duitsche zeelieden ondervinden hoe aangenaam het is om gedwongen te worden, in tien minuten een schip te ver laten en daarna ver van het land in open booten te worden overgelaten aan de ge varen van wind en zee. - - De uitkomst van het onderzoek naar de torpedeering der „Tubantia" be sprekend, noemt het „Handelsblad" dat vrij onbevredigend. De mededeeling der Duit sche regeering, dat deze torpedo niet op 16, maar op 6 Maart is afgeschoten, is door den Nederlandschen vertegenwoordiger te Berlijn niet gecontroleerd door inzage in de journalen. Het blad vraagt: Trekt de re geering eenige consequenties uit het feit, dat, terwijl de Duitsche regeering binnen 24 uur volledig en duidelijk en onomstoote- li.ik onzen deskundige had kunnen overtui gen waar en wanneer de ongelukkige tor pedo was afgeschoten, de Duitsche regee ring dit heeft nagelaten De deskundige medewerker van de „N. Rott. Ct." schrijft omtrent deze zaak nog o. m. Onzen zeeofficier heeft men het scheeps journaal niet ter inzage gegeven, noch hem veroorloofd zich naar Zeebrugge te bege ven om aldaar het onderzoek bij te wonen, maar men heeft zich vergenoegd een Duitsch zeeofficier, we meenen zelfs een vlagofficier, naar Zeebrugge te zenden, welke de bedoelde verklaring medebracht. Dit is o. i. al een heel zwak punt in de Duitsche bewijsvoering. Schrijver komt tot deze conclusie: liet is zeer waarschijnlijk dat de torpedo ten tweede male is gelanceerd door een Duitsche boot. En besluit: Is de Duitsche regeering niet bereid, deze punten te onderzoeken en hiervan aan onze regeering mededeeling te doen, dan blijft de dader van de „Tubantia"-misdaad op j het kerkhof, maar is het niettemin vrij dui delijk, waar het kerkhof te zoeken is. Wij, voor ons, achten het bovenstaande de eenig mogelijke oplossing. Uit Weenen wordt geseind, dat volgens een bericht in het Atheensche blad „Embros" een moordaanslag is gepleegd op den Franschen admiraal Monplaisir, den reorganisator van de Servische troepen op Korfoe. Het blad zegt dat de admiraal zwaar gewond is. 20 Mei. Het weekblad „Hoor en Weder hoor" schrijft over de quaestie der bunker kolen In de Nederlandsche pers zijn onlangs enkele zeer vinnige opmerkingen versche nen over het optreden der Engelsche re geering, die zich door omstandigheden genoodzaakt heeft gezien de verstrekking van bunkerkolen aan onzijdige schepen te beperken. De maatregelen, die zijn genomen, en het vervoer van een zeker deel der lading voor Engeland of diens bondgenooten be treffen, zijn uitsluitend voorgeschreven door de noodzakelijkheid wegens de schaarschte van steenkool en scheeps- ruimte. Natuurlijk moet iedereen beseffen, dat 'Engeland het onmiskenbare recht heeft den verkoop van Engelsche steenkool te rege len, zooals haar dat noodzakelijk voorkomt. Zoolang er geen gebrek was, zijn geenerlei voorwaarden voor de verstrekking van steenkolen gesteld en daaruit blijkt vol doende, dat de Engelsche regeering de be langen van. onzijdigen ontziet. Geheel ten onrechte is verondersteld, dat Duitsche steenkool, als bunkerkolen mee gevoerd, in elk geval zou worden in beslag genomen als contrabande. Het slot van het artikel luidt: Anderzijds is de uitvoer van Nederland sche voortbrengselen naar de bondgenooten veelvuldig verboden. Ook heeft Nederland verreweg het grootste deel van zijn land bouwproducten die gewoonlijk naar Enge land werden uitgevoerd, naar een ander kanaal afgeleid, en toch zijn diegenen, wel ke deze politiek het sterkst hebben aange moedigd, de eersten om een keel op te zetten, wanneer Engeland aan Nederland sche schepen eenigerlei voorwaarden stelt voor de voorziening van steenkool. 21 Mei. Aan „Het Handelsblad" schrijft men van Belgische zijde: De Belgische regeering staat op het punt bij de neutrale staten een protest in te sturen tegen een nieuwe schending van het volkenrecht, die door de Duitsche re geering zou bedreven zijn. Deze zou bij haar leger hebben ingelijfd de weerbare Belgen, die sedert jaren in Duitschland woonden en er, bij het uitbreken van den oorlog, niet uit konden. 22 Mei. De heer Leo van der Meert, de bekende Vlaming, houdt voor de afdeeling Den Haag van het A. N. V. een lezing, waarvan de algemeene strekking is, dat de Vlamingen zich niet slechts moeten weren tegen verfransching van Vlaande ren, maar evenzeer tegen vervreemding door een andere natie van hun Vlaamsch ideaaleen vrij Vlaamsch volksleven in een vrijen aan geen enkele mogendheid gebonden Belgischen staat. Onder den titel „Een Zweedsch geneesmiddel tegen meningitis" deelt de „N. Ct." mede, dat in Zweden de lijders aan deze ziekte met goed gevolg worden ingeënt, en wel met meningococcen. Het is professor Alfred Patterson, aan wien deze geneeswijze te danken is. 23 Mei. De nieuwe kredietaanvrage in Duitschland van wederom tien milliarden wordt volgens de „Lok. Anz." nog vóór Pinksteren in den Rijksdag verwacht. Daar mee zal dan een bedrag van 50 milliard aan parlementaire kredieten voor oorlogsdoel einden bereikt zijn. 24 Mei. De deskundige medewerker van de „N. Rott. Ct." schrijft nog eens over de torpedeering der „Tubantia". Het slot dezer beschouwing luidt: Het eenige wat ons nog onbegrijpelijk voorkomt is, dat de Duitsche regeering er niet de voorkeur aan geeft, een handeling van een harer commandanten te desavou- eeren, schuld te erkennen en de conse quenties van die handeling te aanvaarden, boven een gedeeltelijke erkenning van de waarheid, waardoor de zaak geenszins wordt opgelost, doch welke niet zal belet ten, dat zoowel leeken als deskundigen overtuigd blijven, dat een Duitsche com mandant van een onderzeeboot of torpedo boot de „Tubantia" vernietigd heeft. Moge het aan onze krachtige regeering gelukken de Duitsche regeering hiervan te overtuigen. Van bevoegde zijde verneemt het Haagsche Correspondentiebureau het vol gende Begin Maart ontvluchtte een Russische

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Het Bloemendaalsch Weekblad | 1916 | | pagina 1